Oek de Jong wil
bloot zijn en beginnen
Eén verkeerd woord
en de bundel is besmet
PZC
24
Roman over
een roman
Het
Jannah
Loontjens
woensdag 22 februari 2006
proza
Katinka Sliepenbeek: De sollici
tanten - Voor auteurs wier ma
nuscripten worden afgewezen
door uitgeverijen, bestaat een al
ternatief waar zij dankbaar ge
bruik van maken: boekproduc-
tiebedrijven. Een schrijver
mailt zijn werk naar zo'n firma,
die het via internet te koop aan
biedt. Boeken die op die wijze
worden gepubliceerd, krijgen
geen of weinig aandacht in kran
ten. Dat is over het algemeen te
recht, want de kwaliteit laat
doorgaans zeer te wensen over -
het gevolg van het feit dat boek-
productiebedrijven geen redac
tie- of correctiewerk verrichten.
De eerste schrijver die foutloos
schrijft, moet nog geboren wor
den en heet in elk geval niet Ka
tinka Sliepenbeek. In haar de
buutroman De sollicitanten, ver
krijgbaar via productiebedrijf
Free Musketeers, staan nogal
wat taal- en tikfouten. Dat is
om te huilen. Maar het is tegelij
kertijd ook de enige kritiek,
want De sollicitanten is een
knap gecomponeerde, stilistisch
voortreffelijk geschreven tragi
komische roman.
Ronald Dietz, ex-directeur van
De Arbeiderspers, vergeleek
Sliepenbeek met Connie Pal
men. Maar als er toch vergele
ken moet worden is zij qua boos
heid, ironie en cynisme eerder te
rangschikken bij iemand als
Heieen van Royen - zij het dat
Sliepenbeek een veel betere
schrijfster is.
Dat strookt volkomen met de in
houd van De sollicitanten, waar
in de hoofdpersoon - deels door
eigen toedoen - afwijzing na af
wijzing krijgt op vijfhonderdvij-
fentwintig brieven die zij na
haar afstuderen als letterkundi
ge verstuurt. Hoe treurigstem-
mend het boek in wezen ook is,
De sollicitanten weet bijzonder
te vermaken. Al met al had Ka
tinka Sliepenbeek voor haar de
buut een goede uitgeverij ver
diend in plaats van een boekpro-
ductiebedrijf.
Te bestellen via www.freemus-
keteers.nl, 217 pagina's, 14,95
euro.
Javier Sierra: Het geheime
avondmaal - Wie de cover van
Het geheime avondmaal van de
Spaanse schrijver Javier Sierra
ziet, zal misschien uitroepen:
„Nee hè, toch niet weer een Da
Vinci Code?!" Óp het eerste ge
zicht lijkt Sierra's roman over
Het laatste avondmaal van Leo
nardo Da Vinci, in het Milanese
klooster Santa Maria delle Gra-
zie, een zoveelste Dan Brown-
kloon.
Nee hoor, bezweert uitgeverij
De Bezige Bij. Sierra (1971), die
drie non-fictie boeken en vier ro
mans op zijn naam heeft staan,
deed al onderzoek voor dit boek
toen niemand zelfs nog maar
had gehoord van De Da Vinei
Code. Voor Sierra is literatuur
een middel om geheimen uit het
verleden te ontrafelen, valt op
zijn website te lezen. Histori
sche en wetenschappelijke raad
sels zijn zijn passie. Hier is dat
Leonardo's 'Laatste avond
maal'.
Uitgeverij De bezige Bij, verta
ling Mia Buursma en Sabrina
Steenbergen, 377 pagina's,
19,90 euro.
ertien jaar geleden
publiceerde Oek de
Jong een novelle
over de Siciliaanse visser Da-
miano, die in weerwil van de
eenvoud en overzichtelijk
heid van zijn bestaan danig
met zichzelf in de knoop zit.
Hij haat zijn leven van een
zaamheid en leegte, hij
haat zichzelf omdat hij niet in
staat is de ban van zijn zelfgeko
zen isolement te doorbreken, hij
haat alles en iedereen. Wanneer
hij aan het begin van het ver
haal weer eens zijn net ophaalt,
zit er een inktvis in. In plaats
van hem meteen aan stukken te
snijden, leeft hij er zijn woede
op uit. Hij smijt hem een keer of
wat tegen de spanten van zijn
boot, zet hem tenslotte bij wijze
van doornenkroon of zotskap op
zijn hoofd en voert aldus ge
tooid een bezeten dans uit, 'steu
nend van walging en genot'. Ten
slotte gooit hij het beest terug in
zee.
Damiano's geschiedenis luistert
naar de titel De inktvis, en dus
is het zonneklaar dat het eenma
lige optreden van het achtarmi
ge monster er een belangrijke
rol in speelt. Het is een symbool,
al valt niet precies uit te maken
waarvan. Zeker is wel dat het
raakt aan half vermoede maar
altijd genegeerde krachten waar
mee Damiano in het reine moet
zien te komen. Uiteindelijk
slaagt hij daarin, maar pas na
dat hij zichzelf met al zijn eigen
aardigheden heeft aanvaard.
De wonderen van de heilbot, het
nieuwe boek van Oek de Jong,
deed me onweerstaanbaar aan
De inktvis denken. En dat niet
vanwege een letterlijke gelijke
nis qua verhaal, want hoe ge
structureerd ook, van een ver
haal in de geijkte zin van het
woord is ditmaal geen sprake.
De wonderen van de heilbot be
vat een zeer doordachte keuze
uit het dagboek dat de De Jong
bijhield toen hij werkte aan zijn
in 2002 verschenen roman Hok-
werda's kind. Het is die roman
die als een tegenspartelende oc
topus uit de diepte wordt opge
vist en de auteur beetje bij beet
je iets leert over zichzelf. Aan
vankelijk is ook hij diep neer
slachtig en weerspannig, nauwe
lijks in staat tot schrijven en ver
vuld van onlust en zelfverach
ting. Totdat hij begrijpt dat hij
zich niet moet verzetten tegen
de neerwaartse spiraal, maar er
zich juist in moet laten mee
gaan. Want je kunt alleen maar
opstaan nadat je de hele beker
van gal en azijn hebt leeggedron
ken. 'Ik wil bloot zijn en begin
nen', zo zegt Oek de Jong Van
Ostaijen daarom na.
De resonans van De inktvis valt
ook te beluisteren in de passage
waaraan dit dagboek zijn titel
dankt. Op 14 februari 2002, als
het werk aan Hokwerda's kind
in de laatste fase verkeert,
wordt Oek de Jong wakker met
twee dichtregels: 'Daar loopt
men met al dat zachte bloed
van de wonderen die de heilbot
doet'. Een heilbot is een forse
vis die op grote diepten leeft. In
weerwil van zijn roofzuchtige
natuur ligt er een positieve ma
gie in zijn naam besloten, en in
die zin fungeert ook hij als sym
bool, hoe geheimzinnig en onver
klaard dat ook blijft. Wat mij be
treft wijst die heilbot naar het
gegeven van Hokwerda's kind,
dat zich bevindt op het punt
waar een gepassioneerde liefde
overgaat in haat en geweld.
Dat de rijkste en vruchtbaarste
beelden opwellen uit de modde
rige bodem van onze psyche en
eenmaal aan de oppervlakte ge
bracht de kracht hebben van
een veelkantig symbool, wordt
door de Oek de Jong volmondig
beaamd. 'Een symbool drukt uit
wat je niet denken kunt', no
teert hij ergens. Ik vermoed dat
hij dit dagboek heeft samenge
steld om ons en zichzelf iets te
laten zien van de wonderlijke
kronkelwegen die het scheppen
de vermogen volgt. Wie een ro
man schrijft, put uit eigen erva
ringen, dat spreekt vanzelf,
maar er valt niet te dicteren wel
ke ei-varingen dat zijn en in wel
ke vorm en hoedanigheid ze
zich bij de schrijver aandienen.
Hokwerda's kind is, zo bena
drukt dit dagboek telkens weer,
een verzonnen geschiedenis,
waarbij 'verzinnen' staat voor
het ineenvlechten van talloze
draden uit talloos veel levens,
dat van de romancier zelf inbe
grepen. Hoe bont dat weefsel is,
blijkt uit de onderwerpen die
aan de orde komen: De Jongs
liefde voor zeilen bij harde wind
en hardlopen tot het zweet zijn
lichaam uitgutst, zijn identifica
tie met mensen die als kind zo
zwaar beschadigd zijn dat ze
daar levenslang de gevolgen van
ondervinden, zijn bewondering
voor demonische kunstenaars
als de.barokschilder Caravaggio
en de tegendraadse mysticus Ge
rard Reve (de antipode van de
evenzeer bewonderde maar ook
ernstig bekritiseerde W.F. Her
mans), en nog veel meer.
Sommige van de hier bijeenge
brachte fragmenten - bijvoor
beeld over de klassieke, realis
tische roman in de traditie van
Stendhal, Tolstoi, Kawabata en
Raymond Carver - doen niet on
der voor een kernachtig gefor
muleerd essay, andere - de na
tuurobservaties bijvoorbeeld -
.zijn aanstekelijk in hun sugges
tie van intimiteit en nabijheid.
Fascinerend is de worsteling
met het slot van Hokwerda's
kind. Hoe te vermijden dat het
verhaal met een moord eindigt?
Moet Lin nu echt door Henri's
hand sterven? Ten slotte besluit
De Jong tot een andere afloop:
Lin steekt Henri in een impuls
neer en gaat de gevangenis in.
Net alsof de schrijver haar wil
de redden, maar haar toch niet
weet te behoeden voor haar
drang tot zelfvernietiging. In
zulke passages wordt dit relaas
over een roman een roman op
zichzelf.
Jaap Goedegebuure
Oek de Jong: De wonderen van de
heilbot. Dagboek [1907-2002. Uitgave
Augustus 250 pag. 17,90 euro.
Het is op aarde.
Het regent. En heel de planeet
is doorweekt.
Hoe kleiner je hier bent,
hoe langer de dag nog duurt,
hoe sneller het hart klopt,
hoe meer je in een seconde ziet.
Het is een lege entiteit.
Het is niets dan drie lege letters.
Het kan alles omvatten.
Altijd groeit het
en je weet, het gaat goed,
ook zonder dat je bent.
Jannah Loontjens (geb.1974)
Eén deeltje op triljoen tast
de hele fles aan. Tijdens
het steriliseren kan een wijn-
kurk in aanraking komen met
chloor. Voor de stof die zich
dan vormt, zijn onze neuzen zo
gevoelig dat met een lepel vol al
le wijnen van de wereld bedor
ven zouden zijn. Geldt voor poë
zie net zoiets als voor trichlora-
nisole? Eén verkeerd woord en
een complete bundel is besmet.
Eén prachtige wending en een
heel boek wordt juist gered. In
Het ongelooflijke krimpen, de
derde dichtbundel van Jan
nah Loontjens, gebeurt het alle
bei.
'Dubio' is een vervelend ge
dicht, maar ineens is daar zo'n
zin waarin alles wordt gezegd:
'Onschuld verbergt pistolen/ in
haar pyjama.' Daarentegen
vind ik 'Het' een mooi vers, tot
dat machteloze imponeerwoord
opduikt: 'Een lege entiteit.' Je
kunt de regel schrappen zonder
dat je iets mist, Entiteit! Arabi-
sche woordvoerders hadden het
vroeger over 'de zionistische en
titeit' om maar géén Israël te
hoeven zeggen.
In haar vorige bundel Varian
ten van nu bespeux-de je ook
trichloranisole. De uitspraak
over 'liefde in onvoorziene/ kie
ren' in het gedicht 'Wel en niet'
zorgde dat de lezer wél zei. Die
even hard niet zei vanwege 'als
een Möbiusband'. Ook deze op
merking had kunnen verdwij
nen. 'Hand in hand liggen wij/
om een wereld geslagen' bete
kent precies hetzelfde als 'Hand
in hand liggen wij/ als een
Möbiusband/ om een wereld ge
slagen.' Eén deeltje op triljoen,
het beslissende deeltje.
Het was een gedicht uit Spectro-
scoop, de eerste bundel van Jan
nah Loontjens die me tot de
wijn vergelijking bracht. 'Als
een spettertje spuug/ in een glas
wijn,' schrijft ze in 'Onzicht
baar'. Voor menigeen maakt
zo'n spettertje spuug het glas
ondrinkbaar. Vooral natuurlijk
wanneer het uit de mond van de
verkeerde meneer of mevrouw
spetterde.
Bij Jannah Loontjens waren ik
nu toe de flapteksten opwinden
der dan de gedichten. In has
nieuwe boekje ontstijgt ze
zelf soms. Ontstijgen, dat is wd
het woord. De vliegende dich
ter, ze lijkt vliegtuig in, vlieg
tuig uit te gaan. En gewoon aan
de ontbijttafel blijkt ze g(
in een schietstoel. Die wordt ge
lanceerd na de ontdekking van
'het complot van knisperende
zaken'. Ze schrijft poëzie
de illusie van de realiteit én de
realiteit van de illusie. Poëzie
waarin het alledaagse otge-
woon wordt. Een bespiegel
over een vlieg die vliegt in sa I
vliegend vliegtuig. Een rond-'
vaartboot 'vol roodverbrande
lijven' wordt omgekieperd.
Scheveningen, lelijk Scheveran
gen vergaat met man en muis
Jannah Loontjens heeft Eg
niet gekozen. Ze schrijft nu
eens poëzie van de straat,
parkeergarage en pizzalijn,
smog en snelweg. Dan weer wil
ze met een motto van Bis'
Blake, Shakespeare of Nabokov
laten zien dat ze niet van de
straat is. De lezer twijfelt ook
Bespeur je verschrikkelijk vieze
kurk? Of snuif je geweldig gw-
de wijn? Een dichteres met ec
blanco etiket.
Mario Molegf:?
Jannah Loontjens: Het ongelooflijk
krimpen. Gedichten - UitgeverijPro-
melheus, 56pag., 14,95.
Rudy Kousbroek
Heilig
1 veel te lang niets geschreven
over ezels, en al evenmin over de
krokodil, ook een dier dat ik
diep in mijn hart draag. Waar
om? De krokodil is een mythisch dier dat niet
temin echt bestaat, ik ben er mee opgegroeid.
Deze foto is ook door mijzelf gemaakt, tien
jaar geleden, vanaf een brug in Maleisië.
Krokodillen zijn heilige dieren. Dat zijn die
ren die je kwaad kunnen doen, maar dat nala
ten om bovennatuurlijke redenen. Dat is het
mythische. Maar het is ook echt, in de litera
tuur zijn er talrijke verwijzingen naar te vin
den, zoals het feit dat krokodillen al 'woedend
om zich heen bijten' als zij uit het ei komen.
Ook Grzimek beschrijft krokodillen die 'on
middellijk toehapten' na hun geboorte. Deze
eigenschap blijft hun verdere leven bestaan:
krokodillen worden beschouwd als de meest
agressieve en angstaanjagende beesten die er
bestaan.
Onderwerping aan een zo gevaarlijk dier
komt dan voor het bovennatuurlijke in de
plaats. Als er zich 's nachts een onder mijn
bed bevond dacht ik aan de plaats waar ik
hem het laatst gezien had. Daar was ik heel be
dreven in en dat moest ook wel, anders kon je
je niet bewegen en dan lag je in bed als een ste
nen beeld tot het weer licht werd.
Die onbeweeglijkheid is ook een klassiek gege
ven, in de oudheid werd het wel verbeeld door
iemand in een boom te veranderen, zoals
Daphne onder de druk van ondraaglijk ver
driet veranderde in een laurier. Onlangs zag
ik een afbeelding van Marie-Antoinette, 'zich
voorbereidend op haar executie' - sa supplice
stond er in het Frans: een woord vol verschrik
king zoals er in het Hollands geen bestaat; het
heeft niet alleen het onafwendbare van het
meedogenloos doodmaken in zich, maar ook
het vergeefse smeken om genade. Zij zit op die
afbeelding aan een tafel voor zich uitkijkend
in roerloze extase, met een eindje verderop
twee bewakers die zitten te kaarten. Ik herken
de de situatie onmiddellijk uit mijn kinderja
ren.
De extase deed zich voor wanneer je door de
krokodil gezien werd. Ze zaten in de rivier, de
zelfde waar ik een keer vanaf de spoorbrug in
ben gesprongen om te laten zien dat ik het
durfde, en pas keek of geen krokodil mij ge
zien had toen ik weer op de kant stond met
mijn drijfnatte gymschoenen. Dat was dus
ook een ontmoeting met het bovennatuurlijke,
ik wist het meteen. Ook verwonderde het mij
als kind al dat er plaatsen waren waar kroko
dillen bij honderden tegelijk bij elkaar leef
den. Hoe kwamen die aan voldoende voedsel?
Het waren menseneters, dat was duidelijk, ze
aten vooral kinderen.
Heiligheid is een manifestatie van het fatale.
Dat omvat ook fysieke begeerte. Iemand die
heilig is omhelzen in dodelijke liefde, dat is
spelen met het bovennatuurlijke; maar meest
al krijg je de kans niet en het is niet te simule
ren. Simuleren kan met bijna alles: goedheid,
liefde, interesse, geduld, dwaasheid, treurnis,
vergeving, alles - maar niet heiligheid.
Toch is dat wat op deze foto getoond wordt.
Het lijkt of iemand door de krokodil omhelsd
wordt, iemand die onder hem ligt. Toen ik dat
zag - in Maleisië, in werkelijkheid - dacht ik
meteen aan de dodelijke omhelzingen die ik
mij voorstelde als kind. Ik herkende het hulpe
loze gebaar: 'hier ben ik, neem mij maar', nu
van de krokodil zelf.
'Dan, als ik tuimel in de kist/ doodsoverwon-
nen en bezweken,/ laat mijn twee handen zijn
ontbloot/ en uit de baar naar buiten steken.'
De gedichten van Leopold lijken soms zo toe
gespitst op, liefde voor heilige krokodillen dat
je er onzeker van wordt, maar het opmerke
lijkst zijn de laatste hoofdstukken (40 41)
van het boek Job in de Bijbel. Het gaat over de
Leviathan: 'Wie zou de deuren zijns aange-
zichts opendoen? rondom zijne tanden is ver-
schrikking'. 'Zult gij zijn huid met haken vul
len?' 'Zeer uitnemend zijn zijne sterke schil
den, elk een gesloten als met een nauwdruk-
kend zegel'. Zo is er nog veel meer dat doet
concluderen dat dit over niets anders dan de
krokodil kan gaan. Maar dan komen de bezwe
ringen:
- 'Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het
verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid
zijner gestaltenis.' 'Voor hem springt zelfs de
droefheid van vreugde op.' 'Zal hij aan u vele
smeekingen maken? zal hij zachtjes tot u spre
ken?' 'Zal hij een verbond met u maken? Zult
'0v. -isfcy.-t
- v 4 AV.
te* -ri v
V -»VW
fw i M 5
- - v J
Eigen foto, 1996
gij hem aannemen tot eenen eeuwigen slaaf?'
Het liefst zou ik beide boeken volledig citeren,
maar daarvoor ontbreekt de ruimte. Wie wil
niet één worden met de krokodil? Het woord
'Messias' (de gezalfde) is naar het schijnt afge
leid van een Egyptisch woord dat oorspronke
lijk 'krokodillevet' betekende. Wie wil niet hei
lig zijn? Het enige bezwaar is dat het zoveel in
spanning vergt. Dat verklaart ook de beroem-
de'Bach-aria uit de Matthauspassion: 'Ich bin
zu müde um heilig zu sein'.
'Achter zich verlicht hij het pad, men zou den
afgrond voor grijzigheid houden.'