Natuur leeft weer op
mmm
4fEK\
De waardin was een schone Walcherse boerin
ww
Nieuwe Raadkaart
Bij' benauwd a je
soeste nie kriegt
dinsdag 21 februari 2006
Voor veel mensen zijn de
maanden november en
december een beetje som
ber; weinig daglicht en
koud. In januari beginnen
de dagen weer te lengen.
Dat wordt half januari echt
merkbaar. Dit is het eerste
teken dat het weer voorjaar
wordt. Het is nog steeds
vaak koud, maar een dag
met wat zachter weer en
wat zon laat iedereen weer
opleven. Ook de natuur
leeft hier letterlijk van op.
De PZC sponsort Het
Zeeuwse Landschap. In
'Natuurlijk Zeeland' doen
medewerkers van deze
stichting verslag van ivat
er speelt in de Zeeuwse na
tuurgebieden: onverwachte
vondsten en bijzondere ge
dragingen passeren weke
lijks de revue. En natuur
lijk ook de successen en
mislukkingen in het be
heer.
Sneeuwklokjes ontspruiten
massaal, heggenmussen
gaan op mooi-weer-dagen volop
zingen. Grote bonte spechten
strijden om hun territorium
door luidruchtig achter elkaar
aan te jagen of op bomen te rof
felen en koolmezen lijken om
het hardst te zingen.
Misschien zijn zanglijster en gro
te lijster wel de opvallendste
van alle vroege zangers. Ze zijn
net als de eerder genoemde soor
ten het hele jaar in Nederland
aanwezig. De twee lijsters heb
ben ongeveer het formaat en de
bouw van de merel, ook een lijs
terachtige, maar met een gespik
kelde onderkant.
Het verschil tussen de twee lijs
ters is niet echt makkelijk te
zien, de spikkels van een zang
lijster zijn iets druppelvormig
(langgerekt) terwijl die van de
grote lijster wat méér ruitvor
mig zijn. Daarnaast is de grote
lijster, zoals zijn naam al ver
raadt, iets groter. Het lijkt wel
of hij dat ook extra wil laten
zien, hij zit vaak rechtop met ge
strekt lichaam en nek en gaat
vaak op een molshoop of op een
andere verhoging zitten.
Als een grote lijster wordt opge
jaagd maakt hij een ratelend ge
luid; trrrrt, trrrt. Dat is het mo
ment waarop je ze vaak in gol
vende glijvlucht ziet wegvlie
gen. Een zanglijster maakt meer
Als schrijver dezes weten
een heleboel mensen dat ik
me interesseer in taal en in het
bijzonder in dialect. Vandaar
dat mij nog al eens vragen wor
den gesteld naar de betekenis of
herkomst van, meestal bijzonde
re, woorden of uitdrukkingen.
In mijn 'spaarpot' zitten dan
ook weer prachtige woorden,
waarmee ik u ook graag kennis
wil laten maken. Of misschien
kent u ze wel, maar gebruikt u
ze nooit meer en zijn ze wegge
zakt in het schemergebied van
het onbewuste. Bij' benauwd a
je soeste nie kriegt, is de eerste
uitdrukking. Het zinsverband
maakt het al wel en beetje duide
lijk: ben je bang dat je niet aan
je trekken komt. Soeste komt
van sou of soe en was een munt
stuk. Soeste kende ik niet en is
ook niet in het woordenboek te
rug te vinden. Wel vind je daar
soeg, soegem, soege, sjoege en
het betekent steeds weinig of
niets. Een sou was oorspronke
lijk ook maar een halve stuiver
volgens het Oost-Vlaams en
Zeeuws-Vlaams etymologisch
woordenboek
Weetjie wat afeseêl'out is? Ik
had een vage notie, maar durfde
geen uitspraak te doen voor ik
opnieuw het woordenboek had
geraadpleegd. Het is niet hét
musterdhout, maar het wat gro
vere hout, dat gezaagd en ge
kliefd werd bewaard om te sto
ken in oven, fornuis of haard.
Fasseêl'out heet het in het woor
denboek. Het woord heeft een
Latijnse oorsprong, fascis, en be
tekent bundel. Soms hoor je nog
een r in het woord: ferseêl'out
Het derde woord is moke. Jaap
ei een ontsteking in z'n been en
dat bluufmae moke. Moke bete
kent dat het blijft hinderen en
niet betert. Voorts wordt het ge
bruikt voor een vuur dat blijft
smeulen en pok in overdrachte
lijke zin wordt het gebruikt
voor het oprakelen van twist:
Kao is een akelig wuuf, die zit
noe aoltied te moken\ Verder
heeft het nog de betekenis van
motregenen, smoore. Aj'r de
smoor in eit, dan bluufdie kwes
tie ok mokel
Flup ei aolmae last van nienae-
gels. Wat een nienaegel is, zal
wel bekend zijn, maar waar
komt dat woord vandaan? Het is
niet een typisch Zeeuws woord.
Van Dale geeft nijdnagel met de
betekenis van dwangnagel. In
het etymologisch woordenboek
wordt nijpnagel genoemd, een
nagel die drukt,waardoor de
huid naast de nagel inscheurt.
Een leuke uitdrukking die ik on
langs weer eens hoorde luidde
'jongers je zü motte lammere,
wan de pot is leeg'. Lammere in
de betekenis van betalen en niet
in de oorspronkelijke betekenis
van het werpen van een lam.
Voor betalen wordt ook lappen
gebruikt. Me lappe de man vu-
ventwintig euro, dus ael je boz-
ze mae voe d'n dagl Toen er on
langs haas op het menue stond,
kwam het te spreken over het ge
not van het knuven, kluiven.
Vreemd dat in het dialect de 1 is
vervangen door de n. Verwante
woorden hebben de n ook: kna
gen, knauwen. De wisseling, het
verspringen of wegvallen van
letters is overigens een meer al
gemeen verschijnsel. We hadden
al fe(r)seêl'out. Werte vratte:
Jans ao een werte op een bitje
moeilijke plekke. Een wepse in
plaats van wesp. Let er maar
eens op. Voor voorbeelden hou
ik me aanbevolen!
Nu nog even wat anders. Een
werkgroep van de stichting De
Zeeuwse Taele organiseert een
'talentenjacht' waarbij het er
om gaat dat jongeren een lied
maken in hun streektaal. Dat
mogen bands zijn die een num
mer insturen, maar ook indivi
duele zangers/tekstschrijvers
worden uitgenodigd. Zelfs wie
alleen maar een lied wil schrij
ven en dat door een ander wil
laten uitvoeren kan zich mel
den. De stuwende kracht achter
het geheel is Joop van de Bre
men uit Vlissingen, kenner van
streektaalmuziek bij uitstek.
Hij meldde dat er al negen kan
didaten zich opgaven. Er is nog
tijd tot mei en bands kunnen
zich melden tot september. Het
geheel eindigt in een festival
waarop de nummers worden ge
bracht en beoordeeld. Dat
streektaal-muziek een levende
tak is, bewijst de website van
Van de Bremen. Typ maar eens
'streektaalmuziek' in het ven
ster van uw zoekmachine.
Tot slot nog een oproep die ik
overneem uit Taalpost, de digita
le nieuwsbrief van het Genoot
schap Onze Taal en Van Dale
Lexicografie bv. Vanwege hun
vijfhonderdste uitgave riepen ze
lezers op om een reclameleuze
in te sturen voor de Nederland
se taal. En Nederlandse taal
wordt heel breed gezien. Het
mocht ook een leus zijn die een
steuntje in de rug betekent voor
het dialect. De inzendtermijn is
inmiddels gesloten, maar wat
let ons om het voor de Zeeuwse
dialecten nog eens over te doen.
Bedenk een leuze die het dialect
gebruik stimuleert en stuur die
naar cn.zeeuws@zeelandnet.nl.
Maar Dat de Zeeuwse taele de
moaisten van aollemaele is, dat
wisten we al!
Engel Reinhoudt
porteerd om te verwilderen op
landgoederen. Het landgoed
kreeg daardoor kleur op het mo
ment dat alles nog kaal en
grauw ziet. Het zijn dus van ori
gine geen inheemse soorten. Wel
inheemse vroege plantensoorten
zijn bijvoorbeeld speenkruid en
maarts viooltje.
Microklimaat
Als je al deze soorten vergelijkt,
valt op dat ze één gemeenschap
pelijke eigenschap hebben: ze
komen voor in bossen. De start
van het voorjaar is voor de na
tuur dus enigszins plaatsafhan
kelijk. In een weidegebied be
gint alles bijvoorbeeld veel la
ter, om nog maar niet te spreken
van een typisch kustlandschap
zoals een schor. De oorzaak
daarvan is te vinden in het mi
croklimaat van de verschillende
gebieden. In bossen bijvoor
beeld is de temperatuur gemid
deld net iets hoger.
Laaggroeiende planten in bos
sen hebben nog een extra reden
om vroeg te starten. Later in het
seizoen krijgen ze namelijk nog
maar weinig licht, omdat de bla
deren van de bomen al het licht
wegvangen. Nog iets wat vroege
planten met elkaar gemeen heb
ben is dat bij geen van alle de be
vruchting wordt bewerkstelligd
door insecten. Dit is vrij logisch
omdat verreweg de meeste insec
ten pas actief worden bij hogere
temperaturen.
Jonge lijsters in het nest.
een zip-geluid en vermijdt lange
vluchten het liefst. Wat hen in
deze tijd van het jaar het meest
doet opvallen is de zang. Aan de
zang is de soort lijster te herken
nen. De zanglijster geeft korte
fluittonen die hij altijd meerde
re malen herhaalt. Gemiddeld
wordt een strofe drie keer ten
gehore gebracht en dan gaat de
vogel over op een andere toon.
Een grote lijster heeft meer een
echte zang. Zijn strofes zijn ook
vrij kort, maar hebben lange
pauzes. De zang lijkt veel op die
van een merel, zij het explosie
ver en abrupter van einde.
Niet zozeer een kenmerk maar
zeker een hulpmiddel om te de
termineren is het leefgebied, de
biotoop, van de vogels. Beide
lijsters komen Van oorsprong
voor in bosrijke gebieden, maar
een zanglijster is oök te zien in
tuinen en andere kleinschalige
gebieden, terwijl de grote lijster
daar niet zo snel te vinden zal
zijn. Grote parken durft hij ove
rigens wel aan.
In parkachtige milieus vind je
ook de eerste sneeuwklokjes.
Dat zijn de eerste en misschien
ook wel bekendste vroege voor-
jaarsbloeiers, gevolgd door bij
voorbeeld de krokussen en nog
iets later de bosanemonen en
narcissen. Het zijn allemaal typi
sche soorten voor bosrijke land
goederen en vallen onder de noe
mer Stinzenplanten. Deze wer
den hier eind 18de eeuw geïm
foto Stichting Het Zeeuwse Landschap
Vroeg in het voorjaar staat de
zon voor ons in Nederland nog
in een scherpe hoek met het
aard oppervlak, 'laag'. Terwijl
rond de evenaar de zon altijd on
der een veel rechtere hoek staat,
'hoog'. Om die reden is het daar
altijd warmer dan hier. Maar
als de aarde gedurende ons voor
jaar zo draait ten opzichte van
de zon dat Nederland in een
rechtere hoek met de zon komt
wordt het warmer. Een zuidhel
ling is om exact dezelfde reden
altijd warmer dan een horizon
taal liggend terrein. Bijvoor
beeld een dijktalud gericht naar
het zuiden. Op zo'n helling is
het dus eigenlijk ook iets eerder
voorjaar dan ergens anders.
Wannes Castelijns
Wannes Castelijns is medewer
ker Externe Betrekkingen bij
Het Zeeuwse Landschap
Sneeuwklokjes komen massaal op.
foto Dirk-Jan Gjeltema
Dan kwam het woongedeelte:
twee grofe woonkamers, keuken
en wc. Boven een grote zolder
met enkele slaapkamers. Een en
kele keer, bij storm, kwam het
water tot aan de waranda. De
grote schuur stond lager. Daarin
werden gereedschappen en mate
rialen voor het dijkonderhoud
bewaard."
Ze herinnert zich dat het vooral
in de winter eenzaam wonen
was. Geen elektrisch licht, maar
gasverlichting. G. van der Waa
uit Axel geeft aan dat direct na
de oorlog op dezelfde plaats als
het door de bezetters afgebro
ken huis, een houten noodwo
ning werd neergezet. „Van no
vember 1947 tot mei 1951 heb
ben mijn vrouw en ik daar ge
woond. De naam Schoone Waar
din is ontleend aan een schilde
rij in de gelagkamer van een
schone Walcherse boerin, in kle
derdracht van de 19e eeuw." Vol
gens N. Osté uit Ritthem een boe
rin met kaphoed en gouden
naald, gemaakt door B. J. de
Koster.
C. M. Davidse-Cornelisse merkt
op dat de commies van de Zuid
watering zijn woning tegelijk
openstelde als herberg. Vooral
de bemanning van de zeilsche
pen die op de rede van Ramme-
kens een gunstige wind of getij
afwachtten, zochten er ontspan
ning. „Rond 1900 was de her
berg tevens een pleisterplaats
voor veel inwoners van Walche
ren, die met hun rijtuig een
tochtje naar de zuidkust maak
ten." Ook A. Maas uit Aarden
burg wijst hierop. „Je had een
prachtig zicht op de Schelde.
Vanuit de Wielingen zag je de
zeeschepen aankomen en vlak
onder de dijk de bocht maken
richting Antwerpen.
Deze inzender herinnert zich in
het bijzonder de veldwachter
van Ritthem tussen 1923 en
1955, J. H. Vink. „Op een mid
dag in juli 1944 liep ik op de
weg om een paard uit de wei te
halen, toen hij juist kwam aan
fietsen. Van de kant van het
Sloe kwam een drietal bommen
werpers heel laag aanvliegen.
Vink gooide zijn fiets neer,
greep mij bij de arm en trok mij,
samen dekking zoekend, in een
aan de kant van de weg gelegen
schuttersputje."
De moeder van L. Antheunis-
se-van de Vrede uit Oost-Sou
burg had zulke goede herinnerin
gen aan De Schoone Waardin
dat ze er een schilderij van liet
maken, waarschijnlijk door de
heer Pihl uit Vlissingen. Die
deed dat aan de hand van een fo
to van de Souburgse fotograaf
Kruithof. Het schilderij, 90 bij
55 centimeter, hangt nu bij
Antheunisse thuis. C. P. Fase uit
Sint-Annaland weet dat de her-
bergfunctie kort na 1900 werd
opgeheven.
H. Feij uit Vlissingen werkte
mee aan het radioprogramma
De Schoone Waardin, dat om
roep Zeeland op zondagmorgen
uitzond, gepresenteerd door Ger-
di Preger.
C. F. Stevense uit Middelburg
dateert de foto omstreeks 1910
en vermoedt dat de man met
fiets waarschijnlijk P. J. Corne-
lis uit Ritthem is.
Rinus Antonisse
De waardebonnen gaan naar:
A. Zuiddijk, Wolphaartsdijk, A.
Cevaal, Ritthem en G. van der
Waa, Axel.
Dit is de opzichterswoning
De Schoone Waardin op de
dijk te Ritthem, schrijft A, Ba-
rentsen uit Middelburg over de
raadkaart van vorige week. „De
foto is van rond 1937 en geeft
een kijkje op het huis, toenter
tijd bewoond door opzichter
Korstanje van de Zuid watering.
Mijn verre voorouders, diverse
families Barentsen, hebben hier
gewoond, als zijnde commies
van de Zuidwatering, in dienst
van het waterschap Walche
ren."
Volgens deze inzender werd het
huis op de dijk in 1844 ge
bouwd, na sloop van een bouw
vallig pand. De Duitsers braken
het 100 jaar later af. „Nu rest op
dit dijkvak alleen nog een kust
licht met de naam De Schone
Waardin. Aan het huis was vroe
ger een herberg verbonden,
waar een schilderij met dezelfde
naam hing." A. Barentsen uit
Kloetinge meldt dat de schone
waardin de overgrootmoeder
was van zijn oom Albert Barent
sen. „Zij was getrouwd met Leu-
nis Barentsen, die in dienst was
bij de Zuidwatering van Rit
them van 1800-1812."
J. Nonnekes-Hoefkens uit Mid
delburg is in 1929 in het huis ge
boren. „Mijn vader was daar op
zichter tot 1936. Het was een
groot huis. Het bevatte een gro
te kamer, waarschijnlijk de vroe
gere gelagkamer, waar twee
keer per jaar het bestuur van
het waterschap kwam lunchen.
En een tweede kamer, die als
kantoor gebruikt werd. Er ston
den een bureau en tekentafel in.
We blijven aan de waterkant. Uit de collectie van
Hans Lindenbergh een kaart van een plekje aan
de overkant.
Bij welk plaatsje is het haventje gelegen?
Nadere bijzonderheden over bijvoorbeeld huis en
boten zijn van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
25 februari worden gezonden aan: Redactie PZC
Buitengebied, postbus 31,4460 AA Goes; fax
0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl
Onder inzenders van een goede oplossingen wor
den drie waardebonnen verdeeld.