Breek het landschap niet af Ganzen zijn moeilijk uit elkaar te houden Lezers over de openheid wserw.üord namen factie bijlagen: 0113-315680 i^.pzc.nl :(nail;redactie@ pzc.nl ijstbus 31,4460 AA Goes idvertentie-exploltatie: .^ofd-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Jssuvvs-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. jnsdag 21 februari 2006 De Yerseke Moer. foto Dirk-Jan Gjeltema De Plompe Toren. Het Zeeuws licht op zijn mooist, in beeld gebracht door een lezer. Stop alstublieft met het af breken van het fraaie Zeeuwse landschap. Deze eenduidige boodschap klinkt door in veel reacties van lezers op de oproep om een mening te geven over de toestand van het groen-blauwe Zeeland (Bui tengebied van 14 februari). Als het gaat om de mooiste plekjes zijn de meningen meer gespreid. Een bloemle zing. De openheid van Zeeland, met name de weidsheid, het licht en de luchten van het Zeeuwse landschap moeten blij ven, meldt E. de Jonge- Everaert. Het fietspad op de dijk tussen de Oesterdam en Sint-Maartensdijk is voor haar de allermooiste plek om het Zee land-gevoel te beleven. „Voor je zie je in de zomer een spiegelende watervlakte, oesters op de stenen. Achter je de vruchtbare polders. Boven je hoofd de prachtig witte luchten en de vogels zingend, krijsend en zwevend. Zeilboten voor an ker. Heel in de verre verte Zuid-Beveland en nog verder Noord-Beveland. Of bij storm, windkracht negen, schuinhan- gend tegen de wind in. Witte koppen op de golven, schuim waait rond je oren, boven je ja gen de donkergrijze luchten en achter je ligt de polder alweer winterklaar." Het inspireert De Jonge tot een gedicht: Zo'n dag waarop je niet kunt zien waar lucht begint en water eindigt met onderweg diffuus de pierenstekers op het slik zo'n dag met in de verte vaag de brug en torens van de stad gekrijs van meeuwen zo'n dag waarop je zeker weet dit is mijn thuis. A. Kisner geniet vooral van Zeeuws-Vlaanderen, van de ver gezichten en luchten, of van de ppgjHTCHjpapii j A I HhBHI fotoAdLijnse knusse hoekjes, die door dijken en bosjes worden gevormd. „De beste plaats om van licht en luchten te genieten is ons eigen dakterras achter ons huis in Zaamslagveer. In de winter zien we de schepen over de Schelde varen, de kerktorentjes van Vo gelwaarde en Hengstdijk, ak kers, weiden, bomenranden en hier en daar een boerderij. Steeds weer anders, steeds weer mooier." Voor J. C. Janse is het grote, open middengebied van Walche ren de mooiste plek. „Vooral op een mooie heldere dag met de vergezichten op de duinen, de vuurtoren en de Lange Jan." M. Poissonnier constateert dat het landschap tegenwoordig hele maal bepaald wordt door niet-Zeeuwen. „Voor mij is Zee land perfect met zijn akkers, pol ders en stranden." Geen bui- ten-Zeeuwse inmenging meer, bepleit Poissonnier. Volgens J. W. Kanaar zijn er be halve het water niet meer zoveel open landschappen. „Het mooi ste is: staande aan het uiteinde van de Postbrug, aan de zijde van Yerseke, uitkijkend over de Yerseke Moer." T. van den Broecke noemt de afwisseling in Het waterwingebied in het bos bij Clinge. het landschap zo aantrekkelijk. „Zelf prefereer ik nog altijd de Zeeuws-Vlaamse grensstrook, waar de polders soms diep het Vlaamse land ingaan." Van de openheid van het land schap is niet veel meer over ge bleven, vindt M. Leenhouts. „Tot zo'n 15 jaar geleden had je nog het gevoel van rust en ruim te. Nu is het steeds meer een vol gepropt geheel, vooral Walche ren en Beveland. Ik, rechtgeaar de Zeeuw, voel me hier niet meer thuis. Alles wordt opgeof ferd aan het toerisme, mensen van buiten en overal waar je kijkt ligt wel een stukje asfalt. Ver kijken kun je alleen nog maar vanaf de kust naar het wa ter." 'De mooiste plek om de weids heid van de provincie te ervaren is voor mij de Veerse Gatdam', meldt A. W. N. Kruft. „Aan de ene kant de zee met het strand en weidse lucht en aan de ande re kant het Veerse Meer, om zoomd door groen en in de verte de silhouetten van dorpen en ste den." J. Stouten roemt het uit zicht vanaf de Plompe Toren na bij Burghsluis, restant van het verdronken dorp Koudekerke. J. Schijve-Risseeuw geeft advie zen: „Geen onder water gezette polders, geen bossen in de pol ders, geen poldergrond opoffe ren voor bouw van dure landhui zen en liever mini-campings dan grotere campings." M. Kla ver raadt ook aan 'het land schap vooral niet volbouwen met allerlei onzinnige dingen'. Bij P. C. Prince zijn de klein schalige landschappen van Wal cheren en Zuid-Beveland favo riet. „Wel open, maar met rafel randjes." R. Boileau-Huyps .POLDERPEIL I -f" Natuurtekenaar Adri Kar man woont in Colijnsplaat, op Noord-Beveland. Voor Buitengebied trekt hij er el ke week op uit. In deze ru briek vertelt hij in woord en beeld over de natuur in de polder. We herkennen ze meteen als we de V-vormige vluchten boven de polder zien, ganzen. Vriesganzen worden ze in de volksmond genoemd en daarmee wordt dan de hele gan- zenfamilie in één verzamel naam ondergebracht. Vliegen de dieren in zuidelijke richting dan is er vorst op komst, zo me nen we. Trekken ze noordelijk, dan nemen we meestal aan dat de winter zijn einde nadert. Nu is het inderdaad een gege ven dat ganzen hun broedgebie den in de noordelijke streken verlaten wanneer daar de stren gt winters invallen. Ze zoeken dan gematigder gebieden op waar het niet alleen warmer is, maar waar ze ook makkelijker aan de kost kunnen komen. In onze polders, waar gras en win tertarwe al vroeg de velden een groene waas geven, strijken ze dan ook graag neer. De boeren zijn hier niet altijd blij mee. De ganzen vreten aan de gewassen, maar dit is nog niet het ergste. Veel schadelij ker is het vertrappen van de jon ge plantjes onder de brede gan zenpoten. Geen wonder dat er aandacht besteed wordt aan het creëren van zogenaamde gan- zenreservaten waar de vogels kunnen grazen en overwinte ren. Allerlei instanties organise ren in de wintermaanden excur sies om het gakkende volk te kunnen bewonderen. Dat is niet zo opzienbarend. Groepen ganzen, die soms wel met honderden bij elkaar zijn, leveren een spectaculair schouwspel op. Op een windstil le dag is het mogelijk de dieren al van ver met elkaar te horen communiceren. Onophoudelijk zijn hun geluiden te horen. Zodra de 'wachters', die meest al aan de randen van de groep op de uitkijk staan, onraad ont dekken wordt er alarm gesla gen. Het geluid van de dieren wordt sterker en als het ze te ge vaarlijk wordt, gaat de hele Illustratie Adri Karman groep met ruisende vleugelsla gen op de vlucht. Dit gebeurt echter niet alleen bij het ontdek ken van onraad. Tegen het val len van de avond gaan de dieren ook in de vlucht. Meestal in eer ste instantie in kleine groepen. Daarna volgt geleidelijk aan de hele populatie op weg naar hun slaapplaatsen, dikwijls op het water. Een zuidelijk of noorde lijk vliegende troep kan dus ge woon van de voedsel- naar de slaapplaats op weg zijn of omge keerd. Wel vliegen ze dan meest al minder hoog. Wat het determineren van de verschillende soorten betreft valt het in eerste instantie niet mee om ze uit elkaar te houden. Uitgezonderd misschien de grauwe ganzen, die al ettelijke jaren geen specifieke wintergas- ten meer zijn. De grijsbruin ge kleurde, forse vogels brengen hun jongen hier in onze polders groot en een deel van de popula tie vertrekt niet meer naar noor delijker contreien. De overige soorten zijn alleen voor de door gewinterde kenner gemakkelijk te onderscheiden. De kolgans, de kleine en grote rietgans en de dwerggans zijn nog het moei lijkst, omdat ze sterk op elkaar lijken en maar minieme verschil len vertonen. Twee soorten kunnen we er ge makkelijker uithalen. Hebben de eerstgenoemde ganzen een bruinig verenkleed, de zoge naamde zwarte soorten zoals de rotgans en de brandgans moe ten het doen met een zwart-grijs-witte outfit. Dat is duidelijk herkenbaar. Van deze twee is de rotgans wel de meest algemene die wat betreft de be naming vriesgans afwijkingen in gedrag vertoont ten opzichte van zijn soortgenoten. Al in sep tember komen ze hier aan en pas laat in mei vertrekken ze weer. Dikwijls vinden we ze dichtbij buitendijkse schorren en slikken waar ze zich tegoed kunnen doen aan wieren en vooral zeegras. Sinds dit voed sel door een virus in de vorige eeuw is aangetast en zich hier slecht kan ontwikkelen, zien de rotganzen zich genoodzaakt el ders hun voedsel te bemachti gen en dikwijls vinden we ze dan ook binnen de dijken op de percelen met wintertarwe. De rotganzen zijn op de dwerg gans na de kleinste ganzen en het meest zwart. Veel van de in dividuen hebben een halve wit te halsband om de nek. Het vleu- geldek is grijs-zwart getekend en de aarspartij is helderwit. De andere zwarte soort, de Februari zacht en stil, dan komt de noordenwind in april foto Dirk-Jan Gjeltema foto Peter Nicolai neemt met een pleidooi voor meer bomen en struiken in het landschap, een afwijkend stand punt in. B. Chamuleau geniet van de natuur en komt tot rust op de Zwakedijk, langs de Slab- bekoornpolder. Die is in de 14e eeuw als eerste bedijkt tegen het eiland Oost-Borssele aan. „Het landschap is een archief met de sporen van onze voorou ders, die hier het water keerden om de schorren om te zetten in vruchtbare landbouwgrond." A. Lijnse meent dat je de open heid overal tegenkomt. „Buiten dijks, vanaf het strand, de dij ken. Als het Zeeuwse licht zich van zijn mooiste kant laat zien; dat kan in alle jaargetijden zijn. Helderheid, luchten en het mo ment. Het mooiste in Zeeland is niet aan te duiden, dat hangt van deze genoemde factoren af." Hij onderstreept zijn me ning met een aantal landschaps- föto's. Rinus Antonisse Q/an czHe- Eigenlijk moest me vrouw Herrebout snel de krant wegbrengen, maar dat ging niet want op de Zeeuwse televisie begon net de quiz. Mooi en span nend vond ze die. Even wachten dus. De vragen wa ren makkelijk, maar met de antwoorden had ze moeite. De puntentelling ging met mossels en oesters. Dat was Ze keek vooral naar die vrouw die de vragen stelde. Hella van Hermon heette ze, of zo iets. En ze had het steeds over judder en wud- der en dat deed Mevrouw Herrebout aan vroeger den ken, aan d'r jeugd in de buurt van Axel. Laten we maar even meekij ken naar Elza, of hoe ze ook heet. Van Hermon is haar achternaam. Zo'n van-naam betekent dat haar familie ergens van daan komt, ja van Hermon - maar waar is dat? De Bij belse berg HermonEen dorp, een vlek, een boerde rij, een lapje grond? Het is een hele omweg om er te ko men. Zo goed als zeker is die H ervoor gekomen door het Zeeuwse of Vlaamse dia lect, zeg maar een soort hy percorrectie. Het zal ooit Van Neerhem, Van Nerem, Van Nerom zijn geweest. Er zijn nog meer varianten. Via Van Erom werd het tot Van Herom. Met een kleine verspreking werd Van Er om als Van Hermon ge schreven. Vaneigens. Plaatsnamen als Nerem, Neerhem, Nederheem zijn er in Vlaanderen veel. Die namen betekenen 'neder- heim', het lage huis, het ne- derste woonoord. Zou Elza er van staan te kiekril Vast niet, want zij stelt de vra gen. Toen de quiz voorbij was, liep Mevrouw Herrebout vlug met de PZC naar bure Cappon. Die stond al te wachten: 'Jie bin laot. j' zeker gekekn? Kwistet wè...' Lo van Driel brandgans is dikwijls in veel minder grote aantallen aanwe zig en komt pas in de loop van november aan. In maart zijn ze alweer vertrokken. De brand gans kunnen we overal in de pol ders aantreffen vooral op gras landen, maar ook op percelen waar resten van bieten liggen. Vaak in gezelschap van kleine wilde zwanen. Evenals de rotgans is ook de brandgans getekend met zwart-wit en grijsschakeringen, maar verwarring is onmogelijk. Als enige onder de ganzen heeft deze een wit gezicht. Beide zwarte ganzen verschillen op nog een ander gebied van hun soortgenoten. De laatstgenoem den zijn voorzien van een naar verhouding zware snavel, de zwarte soorten hebben een veel kleinere snavel. In deze tijd op zoek gaan naar ganzen levert gegarandeerd succes op. Adri Karman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 25