PZC
Zeeuwse VOC-munten
duiken op in Indonesië
Langzaam dient het nieuwe leven zich aan
ry-zam
Kustvogels kijken
is aantrekkelijk
dinsdag 14februari 2006
Twee verweerde munten
met aan de ene kant het
wapen van Zeeland en aan
de andere zijde het logo van
de Verenigde Oostindische
Compagnie (VOC). Gesla
gen in Middelburg, ver
scheept naar Indië en na
ruim tweehonderd jaar
weer terug in Zeeland.
Tijdens zijn vele verblijven in
Indonesië mag Jacky de
Lange uit Kloetinge graag wat
rondsnuffelen op markten. Als
hij in Djokjakarta vertoeft, is
vaste prik een bezoekje aan een
straatje waar in de open lucht
veel koperen en tinnen voorwer
pen worden aangeboden. Er zit
ook altijd een vrouw achter een
schaal met munten.
„Ik mag daar graag eens in
graaien en zo ontdekte ik de
Zeeuwse munten. Ik herkende
meteen het wapen van Zeeland
en dacht: laat ik ze maar eens
meenemen", vertelt de bijna
81-jarige De Lange, die nog al
tijd drie keer per jaar naar Indo
nesië afreist, het land waar hij
als oorlogsvrijwilliger (bataljon
Zeeland 2-14 RI) voor het eerst
kennis mee maakte.
Een leuke vondst, die vragen op
roept. Een Zeeuwse munt en
dan nog wel met het logo van
's werelds eerste multinationale
onderneming, de VOC. Klopt he
lemaal, weet Peter Sijnke van
het Zeeuws Archief. Het gewest
Zeeland beschikte tussen 1579
en 1799 over een eigen munt en
sloeg er ook voor de VOC, die
het recht van eigen muntuitgifte
had.
Ook andere gewesten maakten
dergelijke munten voor de VOC
aan, vertelt Sijnke. „Ze werden
in grote hoeveelheden door de
VOC-schepen naar Indië ge
transporteerd. Echt kisten vol,
om te gebruiken als betaalmid
del. Toch bijzonder dat een on
derneming als de VOC eigen
munten had. Stel je voor dat
multinationals als Philips en
l '€\4-
i t r. V x. s, *-v-
- *l,i J'V
Het wapen van Zeeland (1) en het logo van de Verenigde Oostindische Compagnie (r) staan op de mun
ten. foto Wllem Mieras
Shell die nu ook hadden." De
muntjes die De Lange opdook
zijn koperen duiten, constateert
Sijnke. Op het minst versleten
exemplaar, uit 1754, is een klei
ne burcht afgebeeld, die ook in
het wapen van de stad voor
komt. „Dat is een zogenaamd
muntteken en is het bewijs dat
de munt in Middelburg is gesla
gen", geeft Sijnke aan. „Je had
ook een muntmeestersteken,
maar dat werd in Zeeland niet
toegepast."
Hij merkt op dat de VOC-mun-
ten in Zuidoost-Azië nog rede
lijk vaak aangetroffen worden.
„Als ze er nog heel mooi uitzien,
kom je misschien op een waarde
van 10 euro. Wanneer ze behoor
lijk versleten zijn, veel minder.
Maar ik vind de historische
waarde veel hoger dan de gelde
lijke waarde. Moet je nagaan.
De muntjes van De Lange zijn
ooit in Middelburg geslagen, per
schip naar Indië gegaan, daar
gebruikt, bij een kraampje ge-
vonden en vervolgens weer te
ruggekeerd in Zeeland."
Eigen munt
Sijnke noemt het ook aardig dat
de muntjes de aandacht vesti
gen op het minder bekende feit
dat het gewest Zeeland ruim
tweehonderd jaar over een eigen
munt beschikte. Dat had alles te
maken met het afzweren van ko
ning Filips II en de daarmee sa
menhangende Tachtigjarige Oor
log. Verschillende gewesten, het
machtige Holland voorop, eigen
den zich rechten van de lands
heer toe. Zelf munten slaan bij
voorbeeld.
Aanvankelijk viel Zeeland voor
de muntslag onder Holland. Het
omschrift van Hollandse mun
ten eindigde ook vaak met Co-
mes HOL z ZEL (graaf van Hol
land en Zeeland). In 1579 beslo
ten de Staten van Zeeland, on
danks taai verzet van de Hol
landse collega's, een eigen munt
huis te openen. Korte tijd in een
woonhuis op de hoek van de
Dam en de Molstraat, daarna in
de Abdij. In 1580 werden de eer
ste munten vervaardigd.
Sijnke wijst erop dat de Abdij
naast zetel van het provinciaal
bestuur, meer functies had: de
admiraliteit van Zeeland zat er,
er was een klok- en geschutgiete
rij (familie Burgerhuis) en de
Zeeuwse munt. In de Abdij heet
een pleintje nog altijd Munt
plein. Eerste muntmeester was
Jeronimus Bruynseels, voorma
lig muntmeester van Holland.
Hij begon met daalders, kronen,
stuivers en oorden.
De munten werden aanvanke
lijk met de hand geslagen. In
1670 besloten de Staten tot me
chanische vervaardiging over te
gaan. Sijnke geeft aan dat Da
niël de Blieck, schilder en archi
tect in Middelburg, gevraagd
werd tekeningen te maken van
de benodigde muntmachines.
Die kende de apparatuur van de
munt in Parijs en had ook teke
ningen verzorgd voor de Hol
landse munt in Dordrecht. Er
werden koperen en zilveren
Zeeuwse munten geslagen.
Schellingen
Volgens Sijnke was het best in
gewikkeld. In Zeeland werd ge
rekend met ponden Vlaams, on
derverdeeld in 20 schellingen en
240 penningen. Ook guldens
werden gebruikt: een pond Hol
lands was gelijk aan een gulden,
20 stuivers (40 penningen) en
160 duiten.
„Behalve de Nederlandse mun
ten waren ook buitenlandse in
omloop. Je had bijvoorbeeld de
gouden nobel, een Engelse
munt. Hier wettig betaalmiddel.
Het was een heel systeem om
het allemaal om te rekenen, met
speciale rekendoosjes." Met de
komst van de Franse Tijd en de
Bataafse Republiek kwam een
einde aan de eigen Zeeuwse
munt. De VOC werd in 1798 geli
quideerd en Indië kreeg eigen
munten.
Rinus Antonisse
Het gaat al jaren niet zo
goed met de (Zeeuwse)
kustvogels. Vooral omdat steeds
minder geschikte broedgebie-
.den voorhanden zijn. De delta
werken hebben wind en getij
aan banden gelegd en industrie,
wonen en recreatie nemen leef
ruimte van de kustvogels in be-
slag.
Niet alleen de afname van broed-
gelegenheid speelt een rol. In de
afgelopen twee jaar was ook
nog eens sprake van een bedroe
vend slecht broedseizoen. Daar
zijn minder gunstige weersom
standigheden, maar vooral ge
brek aan voedsel debet aan. Bij
voorbeeld op de Hooge Platen in
de Westerschelde brachten de
vogels slechts een handvol jon
gen voort. Inmiddels staat een
flink aantal soorten op de Rode
Lijst van bedreigde vogels.
Zeeland is bij uitstek een provin
cie waar kustvogels zich van
oudsher thuisvoelen. Dat is niet
zo verwonderlijk, want zij ko
men immers voor in natuurlijke
kustmilieus, als duinen, stran
den en schorren. Ook zijn zij te
vinden op door de mens ontsta
ne gebieden als opgespoten (ha
venterreinen, werkeilanden en
dijken. Als echte pioniervogels
hebben zij aan kaal land ge
noeg. Zodra begroeiing ont
staat, zijn zij weg. Vroeger wa
ren er genoeg uitwijkkansen, nu
is dat steeds minder.
Ook al zitten de kustvogels in de
knel, de kans ze in Zeeland aan
te treffen is nog altijd groot.
Wandelen langs het water levert
altijd succes op. Meeuwen zijn
het bekendst, soorten als bont-
bek- en strandplevier worden
gauw over het hoofd gezien. Wie
nieuwsgierig is naar de gevleu
gelde bewoners van de kustzo
ne, kan veel gemak hebben van
de Zakgids Kustvogels van Euro
pa. Daarin worden 140 soorten
beschreven en getoond die broe
den of regelmatig te zien zijn in
de kustgebieden.
Directeur Adri de Gelder van
Vogelbescherming Nederland
legt in een inleiding uit waarom
kijken naar kustvogels zo aan
trekkelijk is. „Lekker uitwaaien
en kijken naar de zilvermeeu
wen die moeiteloos, zonder ook
maar een vleugeltip te bewegen,
tegen de harde wind in voor
waarts zeilen." Minstens zo inte
ressant zijn de meeuwen die be
zig zijn om mosselschelpen van
zo'n tien meter hoogte op de
dijkglooiing te laten vallen, om
zo bij het vlees te kunnen.
In de gids zijn de kustvogels in
drie groepen verdeeld. Sommige
broeden langs de kust, andere
brengen er de winter door en
weer andere kiezen leefgebie
den die vaak langs de kust te
vinden zijn. De zeevogels zijn
echte kustvogels: zij brengen
een groot deel van hun leven op
zee door, maar zij komen aan
land om te broeden. Voorbeel
den hiervan zijn storm vogeltjes,
Noordse stormvogels, zeekoeten
en alken.
De belangrijkste groepen in de
gids zijn eenden, ganzen en zwa
nen; duikers en futen; stormvo
gels, aalscholvers en genten;
steltlopers; meeuwen, sterns en
alken. Maar het begrip kustvo
gels wordt ruim ingevuld. Ook
reigers, roofvogels, rallen, dui
ven, leeuweriken, lijsters,
kraaien, vinken en gorzen ko
men aan bod. Alle soorten zijn
in kleur afgebeeld in de vlucht
en in rust.
Portretten
Vogels van geheel andere plui
mage zijn te vinden in het boek
Winnen van de Bierkaai. Daarin
schetst Koos Dijksterhuis acht
portretten van eigenzinnige pio
niers voor natuur, landschap en
milieu. Mensen die hun nek uit
steken en zich niet laten weer
houden door bureaucratie en on
wil.
Koppige doorzetters noemt Dijk
sterhuis scharrelveehouder Her
man Kok, oerakkerbouwer
Ruurd Walrecht, agrarische-na-
tuurbeschermer Ben Koks, heg-
genvlechter Jaap Dirkmaat, bos-
beheerder en cultuurfilosoof
Chris van Orden, waddenonder
zoeker Theunis Piersma, uitvin
der Sietz Leeflang (tegenwoor
dig wonend in Breskens) en zon-
ne-energeticus Hendrik Gom-
mer.
Dat doorzettingsvermogen hard
nodig is, blijkt uit de portretten.
Zo kan Leeflang zijn milieu
vriendelijke en waterbesparen
de uitvindingen niet op de
markt brengen, omdat hij de ver
plichte keurmerken van 40.000
euro niet kan betalen. En Euro
pese regeltjes maken het voor
Walrecht, kweker van oude en
soms zeer zeldzame landbouwge
wassen, bijna onmogelijk ze op
de markt te brengen.
Het gaat ook wel goed. Vogelaar
Koks behoedde de grauwe kie
kendief voor verdwijnen en zet
te de teloorgang van de akkervo
gels op de agenda. Bioloog Piers
ma zag zijn strijd tegen de me
chanische kokkelvisserij in de
Waddenzee uiteindelijk be
loond. Het zijn mooie portret
ten, geschreven met bewonde
ring.
Rinus Antonisse
Zakgids Kustvogels van Euro
pa. Door Peter Hayman en Rob
Ilume. Uitgave Tirion, Baarn.
Prijs 14,95 euro.
Winnen van de Bierkaai. Door
Koos Dijksterhuis. Portretten
van pioniers voor landschap, na
tuur en milieu. Uitgave Jan van
Arkel, Utrecht. Prijs 12,95 euro.
De kinderboerderij
aan de Evertsenlaan
in Temeuzen is een
drukbezochte plek.
Even brood brengen
voor de dieren, even
eruit met de kinderen,
even een ommetje ma
ken. Verstandelijk ge
handicapten van de
stichting Tragel ver
zorgen de dieren en on
derhouden de stallen.
In deze rubriek weke
lijks bericht over het
wel en wee op de Ter-
neuzense kinderboer
derij.
Heel voorzichtig wordt de
zon weer iets brutaler en
als bijna vanzelfsprekend gaan
de gesprekken op de kinderboer
derij dan ook steeds meer over
de komst van nieuw leven. De
eerste lammetjes worden op 1
april (geen grap) verwacht. En
als het een beetje meezit, dan
dartelen er binnenkort ook
twee ezelveulens door de wei.
Helemaal zeker is dat nog niet,
omdat de beheerders en ezel-
boer van de boerderij nog niet
goed kunnen zien of ezelin
Lynn een kleintje in haar buik
heeft. De zevenjarige Lynn
staat immers niet te boek als
een lichtgewicht en dus is het
lastig vast te stellen of haar dik
ke buik door een veulen of over
tollig vet wordt veroorzaakt.
Het staat wel vast dat Lynn een
broertje of zusje krijgt. Haar
twaalf jaar oude moeder Rame-
chan is overduidelijk zwanger.
„We kunnen het niet exact zeg
gen, maar we gaan er vanuit
dat ze halverwege maart bevalt.
Rond die tijd is het een jaar gele
Martine van Dixhoorn bij de zwangere ezelin Ramechan.
foto Peter Nicolai
den dat de ingehuurde ezel-
hengst de kinderboerderij ver
liet. En een ezel is ongeveer
twaalf maanden drachtig", ver
telt beheerster Andrea.
Het was trouwens nog een hele
klus om een geschikte parings
partner voor Ramechan te vin
den. Eerst was er Douwe I, af
komstig van hengstenboer Fir-
min D'hauwe. „Dat was een
heel lief beest, maar volgens
mijn college Jan was Douwe I
eigenlijk een 'Jeanetteke'. Hij
wist in elk geval nog niet pre
cies hoe het werkte. Dat dier
heeft hier vier maanden rondge
lopen, maar het vereiste kunstje
heeft hij niet laten zien", aldus
Andrea.
Daarom werd Douwe II de piste
binnengebracht. Andrea: „Maar
die moest na twee dagen alweer
vertrekken, omdat hij juist veel
te bruut tekeer ging. Hij beet de
ezelinnen zo erg dat ze er flinke
wonden aan overhielden. Daar
om was het verstandig dat hij
plaatsmaakte voor Douwe III.
Die stond wel zijn mannetje,
maar we hebben nu toch lichte
twijfel. Is Douwe II of Douwe
III de vader? We vermoeden de
laatste hengst, want een ezelin
laat zich meestal niet meer dek
ken als ze al drachtig is."
De schapen baren hun lamme
tjes begin april. Ram Jack heeft
zijn werk naar behoren gedaan,
wat betekent dat binnenkort de
twee Hampshire Down-schaap
jes Dop en Nootje hun logeer
adres weer kunnen inruilen
voor een plekje op de boerderij.
Het tweetal was te klein om
door Jack besprongen te wor
den en vertoefde daarom een
tijdje op een andere boerderij.
Er zijn dus een hoop nieuwe
kostgangers op komst. En of
dat al niet genoeg is, werd er vo
rige week ook nog een manne
tjespauw binnengebracht door
medewerkers van de gemeente
Terneuzeo. Het dier terroriseer
de met zijn geschreeuw een com
plete woonwijk in Sas van
Gent. Met veel pijn en moeite
kon een bewoner het dier in een
volière lokken. Met de komst
van deze praatjesmaker staat
de teller op vijf mannetjespau
wen en twee vrouwtjes. „Da's
veel te veel. Er mogen wel een
paar mannen vertrekken", zegt
Andrea.
De aanstaande geboortegolf be
tekent ook dat er weer heel veel
nieuwe karweitjes voor de cliën
ten van de Stichting Tragel op
stapel staan. Lammetjes vertroe
telen, de fles geven, stallen
schoonmaken... maar hoe doe je
dat op een zo verantwoord mo
gelijk manier? Het gaat immers
niet alleen om het welzijn van
de dieren, maar ook om die van
de medewerkers. Daarom deed
Martine van Dixhoorn uit Ter-
neuzen vorige week een snuffel
stage op de boerderij. Martine
studeert ergotherapie in Rotter
dam. „Ik hoef nog geen aanbeve
lingen te doen, maar wil ge
woon weten hoe hier wordt ge
werkt. Het doel van ergothera
pie is om mensen met een licha
melijke beperking zo goed moge
lijk te laten functioneren. Bij
verstandelijk gehandicapte men
sen is dat natuurlijk extra moei
lijk. Zeker als ze geen lichame
lijke beperking hebben, maar
een bepaalde beweging toch
niet helemaal goed doen. Dan is
het heel lastig om die voor hun
zo vanzelfsprekende manier
van bewegen te veranderen."
Raymond de Frel
jsjara -
foto Willem Mieras
Jacky de Lange uit Kloetinge laat een VOC-munt zien die hij in Djokjakarta heeft gevonden.