Een groteske kruisweg
PZC
Goed nieuws
uit Bagdad
P
Dmitri
Verhulst
Ibn al-
Mu'tazz
fotosynthese
woensdag 8 februari 2006
proza
Jacqueline Visser-Westerbrink:
De Kus in de Kunst - Zou drs.
Jacqueline Visser-Westerbrink
het onderwerp zelf hebben be
dacht of ontstond het idee bij
Waanders Uitgevers? Hoe dan
ook zijn Visser en uitgever het
eens geworden over het concept
van De Kus in de Kunst, een the
ma dat in één uitgave een teder
kussende Madonna met kind
van Quintin Matsys uit 1525
met een stiekem kussende kardi
naal van Egon Schiele uit 1912
verenigt.
De presentatie van kunst als en
tertainment heeft sinds een aan
tal jaren een hoge vlucht geno
men. De Kus in de Kunst past in
dat kader. Is er iets op tegen
kunst ook op deze manier aan
de man (lees een groter publiek)
te brengen? Nee, daar valt eigen
lijk niets op te bedenken, zodat
alleen de kniesoor nog mag val
len over het gemakkelijk sco
ren-gehalte van het thema.
In haar voorwoord kondigt Vis
ser-Westerbrink aan dat De Kus
in de Kunst 168 'artistieke' af
beeldingen van 140 verschillen
de kunstenaars bevat: „Het
toont kussen die totaal verschil
lende thema's en betekenissen
verbeelden: verliefde kussen,
vriendschappelijke kussen, moe
derkussen, afscheidskussen, de
vote kussen, wellustige kussen,
levenskussen, kussen van dood
en verraad."
Waanders Uitgevers, 192 pag.,
19,95.
Naema Tahir: Kostbaar bezit -
„Zijn ogen spraken: seks, einde
lijk. Eindelijk seks, eindelijk,
ein-de-lijk!Kostbaar Bezit be
schrijft de zogenaamde ont
maagding van een pasgetrouw
de Pakistaanse vrouw. Alleen
zij weet dat in werkelijkheid
maar één iemand Kier een eerste
keer beleeft, en dat is haar kers
verse man. Schrijfster Naema
Tahir rekent in haar nieuwe
boek af met het cliché van door
mannen onderdrukte moslima's.
In Kostbaar Bezit hebben de
vrouwen de touwtjes in handen.
Het eerste deel van het boek
gaat over de twaalfjarige Nar-
gis, opgegroeid in Nederland,
die een vakantie doorbrengt in
het thuisland van haar ouders:
Pakistan. Tegen alle regels in
verleidt ze daar haar veel oude
re en bovendien getrouwde oom.
Het onderdeel Bruidsnacht be
schrijft de eerdergenoemde in
scène gezette ontmaagding van
een 25-jarige Pakistaanse. Het
laatste hoofdstuk, Devotie, ver
telt over het gearrangeerde hu
welijk tussen Sadia en Malik.
Naema Tahir, geboren in een tra
ditioneel moslimgezin, be
schreef in haar autobiografische
debuut Een Moslima Ontsluiert
al hoe zij zelf moest kiezen tus
sen loyaliteit aan haar familie
en haar eigen individuele gevoe
lens. Ze koos voor het laatste,
studeerde Nederlands recht en
werkt nu als juriste voor interna
tionale instellingen.
Uitgeverij Prometheus, 224
pag.,€ 16,95.
ij Nederlanders
hebben ons stereo
tiepe beeld van
de Vlaming. Voor zover wij
het kunnen bekijken neemt
de Vlaming het niet al te
nauw met regelmaat, discipli
ne en arbeids
ethos. De Vlaming laat zich
niet bang maken door autori
teiten en gewichtigdoeners.
En wanneer het vanaf de top
toch eens stormt en raast,
trekt hij de rand van zijn pet
over de ogen, kromt de rug en
wacht tot de bui is overgedre
ven. De wereld mag vergaan
zolang de Vlaming zijn pintje
kan blijven pakken en er zo
nu en dan iets schoons op de
televisie te zien is.
Dmitri Verhulst, volbloed
Vlaams auteur, doet er in
zijn roman De helaasheid der
dingen alles aan om deze en an
dere clichés, die omtrent zijn
landgenoten de ronde doen, aan
te dikken en op te blazen. Die
aanpak kent overigens respecta
bele gangmakers: schilder Ja
mes Ensor die Vlaanderen her
schiep tot een nooit eindigende
carnavalsstoet, Hugo Claus die
van elke Belgische tragedie een
operette weet te maken en last
but not least Tom Lanoye die
zijn sneue personages nooit ver
uit de pas laat lopen bij Lam
biek, Tante Sidonia en Jeromme-
ke. Maar ondanks deze illustere
voorbeelden is Verhulst Ver
hulst en wel om zijn volstrekt
eigen stijl. Er zijn er maar wei
nig die hun zinnen zo pittig we
ten te kruiden als hij. Gevolg: je
schiet geregeld in de lach, maar
niet zelden besef je al nahinne-
kend en hikkend dat je een venij
nige schop tegen je kloten hebt
moeten incasseren.
De helaasheid der dingen
brengt ons in het dorp Reetveer-
degem, 'een negorij van dui
vensport en motregen'. Een zich
Dmitri Verhulst noemende ver
teller heeft er zijn wieg staan, in
een huis dat wordt bestierd
door een grootmoeder en uitge
woond door een viertal zuip-
schuiten van zoons, Herman,
Zwaren, Potrel en Pie. Pie alias
Pierre is Dmitri's papa en zon
der twijfel de dorstigste broeder
in deze natte gemeente.
Om begrijpelijke redenen heeft
Dmitri's mama niet afgewacht
tot manlief er in slaagde om
zich definitief dood te drinken.
Ze verliet het echtelijk kot dat
(itata
doordrenkt was met het aroma
van verschaald bier, zweet, pis,
drek en kots, en koos voor een
ander lief en een ander land.
Sindsdien bestaat ze voor de
Verhulsten niet meer, al doen er
over haar nog wel legendarische
verhalen de ronde. Die hebben
allemaal te maken met het per
manente blaasdefect dat ze op
liep bij Dmitri's geboorte. Op
grond daarvan is haar van over
heidswege een piaspas ver
strekt, die haar in staat stelt
overal haar gevoeg te doen dan
wel voor te dringen bij iedereen
die netjes in de rij staat voor een
openbaar toilet. Op vertoon van
haar piaspas weet ze zelfs kor
ting te krijgen op de entreebiljet
ten voor bioscoop en theater.
Groteske taferelen als deze mar
keren de kruisweg des levens
die de Verhulsten met vallen en
opstaan afleggen. Herman ver
werft zich een plaats in het
Guinness Book of Records door
officieus wereldkampioen zui
pen te worden en Potrel organi
seert in reactie daarop een Tour
de France voor drinkers, met
tijdritten, tussensprints, berg
etappes en de met truien gestof
feerde klassementen die daarbij
horen.
Verzamelaar
Zoals dat bij een grotesk ver
haal past, schieten sfeer en toon
soms door naar grimmiger diep
ten, bijvoorbeeld aan het slot
van het hoofdstuk waarin Dmit
ri zijn vroegere dorpsgenoot
Franky portretteert als de dolge
draaide verzamelaar van spoor-
treintjes én judaica (chanoe-
ka-kandelaars, keppeltjes en zo
meer). Op bezoek bij deze collec
tioneur stelt de verteller vast
dat Franky de beestenwagonne-
tjes die achter zijn speelgoed
locs hangen heeft volgestouwd
met kleine joodjes. Tja, de Vla
mingen en hun verwantschap
met de Duitse stam, dat is een
apart verhaal.
Grimmigheid is de uiteindelijke
ondergrond van dit Terug naar
Reetveerdegem. Dmitri Verhulst
(die hoogstwaarschijnlijk verre
van identiek is met de roman
cier van die naam) bedelft het
publiek niet alleen onder grol
len en grappen, maar keilt ze zo
nu en dan ook een lading galste
nen naar het hoofd. Hij is verbit
terd om alles wat de vrijgevoch
ten Verhulstbende door moraal
ridders en fatsoenrakkers is aan
gedaan, maar niet minder verbit
terd wanneer hij, door de jeugd
zorg uit huis geplaatst en opge
voed in pleeggezinnen, merkt
hoezeer hij vervreemd is van
zijn oude milieu. Tegen wil en
dank op pelgrimage naar zijn ge
boortedorp bespeurt hij een niet
te onderdrukken weerzin tegen
de oudgeworden maar nog altijd
stug doordrinkende ooms die
zijn zoontje bier voorzetten en
vieze woorden leren. Nergens
meer thuis, dat is Dmitri's lot.
En zo eindigt deze hilarische ge
schiedenis toch nog in mineur.
Vlamingen hebben zo hun stero-
tiepe beeld van Nederlanders.
Voor zover zij het vanachter
hun pintje kunnen bekijken,
zijn Nederlanders droogkloten
en azijnpissers. Geen gevoel
voor humor, die lui daar in het
noorden. Misschien wordt het
tijd dat we hun ongelijk bewij
zen. Bijvoorbeeld door Dmitri
Verhulst te eren met een even
pijnlijke als bevrijdende lach-
kramp.
Jaap Goedegebuure
Dmitri Verhulst: De helaasheid der
dingen - Uitgeverij Contact, 207
pag., 18,90.
Mijn twee vrienden! negeer de woorden van wijze raad
En kom dé wijn vermengen met de geest
De morgen heeft een mantel van licht uitgehangen
En de dauw is gewekt door de ademtochten van de wind
De tijd nadert dat de kruik voor een beker moet buigen
En de haan heeft geroepen: - Haast je tot de morgendronk!
De schalmei in vervoering en hartstocht heeft heimwee
Naar een snaar die hem welbespraakt antwoorden kan
Is de wereld iets anders dan dit en dat
En een lieflijke schenker die ons niet tegenspreekt
Ibn Al-Mu'tazz (861-908)
Hafid Bouazza (geb.1970)
Wijn is waarschijnlijk in
het huidige Iran uitgevon
den. De mooiste wijnpoëzie
komt uit de islamitische wereld.
Mohammed en Bacchus staan
broederlijk naast elkaar in re
gels als 'Welkom ramadaneinde
welks maansikkel oplicht
Grijp in alle vroegte naar de
wijn met spoed.' Zo begint een
gedicht van Ibn al-Mu'tazz. Hij
wordt ons voorgesteld door Ha
fid Bouazza in De zon kussen op
dit nachtuur. Alles wat tegen
woordig verboden lijkt, werd elf
honderd jaar geleden verheer
lijkt door deze dichter. Mooie
jongens, uitdagende vrouwen en
vooral lekkere wijn.
Eindelijk een zorgeloos gezicht
tussen al die verongelijkte kop
pen. Goed nieuws uit Bagdad.
Wijn kan rijmen op gelovig zijn.
In de koran staat een enkele ver
maning tegen wijn. Daarover
kun je heel principieel doen. Je
kunt er ook praktisch mee om
gaan, zoals Ibn al-Mu'tazz deed.
Hij danst mee in een kleine polo
naise van drinkende tijdgeno
ten. Een van zijn belangrijkste
boeken is een bloemlezing met
wijngedichten, tevens te lezen
als een soort encyclopedie van
de wijn.
Een fascinerende schrijver. Een
intrigerende man. Ondanks zijn
afkeer van het hofleven werd hij
op 17 december 908 kalief, om
een dag later de troon weer te
verspelen. Ik had graag méér
over hem gelezen, meer in elk ge
val dan de anderhalve bladzijde
voorwoord van Hafid Bouazza.
Die de gedichten prachtig heeft
vertaald, met alle woordweelde
die je wenst: 'Zij werden voor
ons bewaard in buiken van
Abessijnse druiven Gekleed in
een saraballa van belichaamd
water.' Soms tast hij mis. Zo ver
wart hij het edele ebbenhout
met het pas in de 19e eeuw uitge
vonden rubberproduct eboniet.
Merkwaardig genoeg kun je een
tekst goed vertalen zonder die
goed te begrijpen. De dichter
spreekt over een wijn 'veretg
door ouderdom na een gor,
len - lang geleden geboren.';
vertaler probeert in een
dat gorgelen te duiden: werd; -
wijn gekookt of heeft het c
het treden van de druiven ten
ken? Nee! Het is een verwijza
naar de vergisting van druis
sap tot wijn, door het vrijkom
van koolzuurgas een heftig e
ces. De term gist ontstond
het Griekse woord 'zestos' fc
kend).
Grieks lijkt ook het wijnritu
zoals Ibn al-Mu'tazz dat
schrijft. Het symposion, het
tieke wijnfeest herleeft. Bag;
wordt Athene. De schenh
worden geëerd, en net al
las wordt er water bij de wijn;
daan. De wijn komt vaak
Karkh, een handelswijk \s
veel christenen en joden woa
den. Daar moest je zijn voor;
ne wijn: 'Met bekers van «i
gingen tussen ons rond Chr;
tendochters die vrij waren v-
elke schroom.' In een anders
wordt de wijn 'rond
door de handen van een herte
jongen'. Drinken en beminte
het is hetzelfde volgens de die
ter, er bestaat geen verschilt,
sen 'het ruiken aan een
en de geur van wijn daarna.':
cohol, na zo'n boek b
waarom dat een Arabs
woord is.
Mario Moleo-
Ibn al-Mu'tazz: De zon kussen c:
nachtuur. Gekozen en vertaald a
Hafid Bouazza - Uitgeverij Pm
heus, gebonden, 176 pag., 24,95.
Rudy Kousbroek
Evil Empire
e volgende regels komen uit een gedicht van
Anna Akhmatova uit 1940, naar de Engelse
vertaling van D.M. Thomas (Penguin 1988).
Als een man sterft
Veranderen zijn portretten.
Zijn ogen kijken
Je anders aan en zijn lippen
glimlachen een andere glimlach.
Aan dat gedicht moest ik denken bij het zien van deze foto
- of eigenlijk is het omgekeerd: toen ik onlangs die regels
las kwam deze foto in mijn herinnering. Het is een foto uit
het familiebezit van mijn eerste vrouw, Ethel Portnoy
(1927-2004), gemaakt in dezelfde periode als het gedicht
of misschien iets eerder. De personages zijn de broer van
Ethels moeder, Schmuel Vainer (Wiener) en diens vrouw
Rosa.
Het klopt ook dat hij kort daarna is gestorven. De toe
dracht is dat Stalin in de jaren '30 een autonoom joods dis
trict had gesticht in Birobidjan, een joodse modelkolonie
in Siberië, dicht bij de Chinese grens. In minder dan tien
jaar ontstond daar een gemeenschap van 40.000 joodse bur
gers, met joodse scholen, theaters en bibliotheken, een
soort Israel avant-la-lettre, met het verschil dat er geen He
breeuws maar Jiddisch werd gesproken - een feit dat sterk
tot mijn verbeelding spreekt, niet alleen omdat Jiddisch
toegankelijker is voor een Nederlands oor, maar ook om
dat het een bloeiende levende taal was, met een schitte
rende literatuur.
Het gemiddelde IQ in Birobidjan moet hoog zijn geweest:
de bevolking bestond voor een deel uit joodse intellectue
len door Stalin overgeplaatst uit andere gebieden van de
Sovjet-Unie, en ook voor een deel uit vrijwilligers: joden
die uit idealisme naar het Stalinistische Zion waren ge
gaan.
Dat hebben zij geweten. Toen een paar jaar later de antise
mitische fase van het Stalinisme aanbrak kwamen zij vrij
wel allemaal in de Goelag terecht, voor de meesten met fa
tale afloop. Zo ook voor Schmuel Vainer, die nota bene al
naar Argentinië was geëmigreerd, maar terug was geko
men met zijn jonge vrouw om te helpen het joodse socialis
me te bouwen. Zij kregen er ook een kind, een dochter die
ik gekend heb als Vicky, geboren in 1942; deze is er later
in geslaagd naar Amerika te emigreren.
In de tijd dat deze foto werd gemaakt was al duidelijk dat
Birobidjan een slecht oord was, dat alleen nog maar dien
de voor Sovjetpropaganda. De foto was bedoeld als een be
richt aan de familie dat alles goed ging, maar die familiele
den waren te goed bekend met het Sovjetsysteem om niet
allerlei details op te merken die op het tegendeel wezen.
Hun schamele rijkdommen staan uitgestald op de tafel,
links een luidspreker - van een type dat ook in Nederland
gebruikt werd voor de radiodistributie - en rechts een sa
movar. Een schaal met appels, een glas met suikerklontjes.
Maar een deskundige vestigde de aandacht op de schoenen
die Rosa aanheeft, zichtbaar onder de tafel: die zijn van
canvas, goedkoop en veel te weinig bescherming biedend
in het ijzige klimaat van Birobidjan in de winter. Waar die
deskundige uit kon afleiden dat het winter was weet ik
niet, misschien is het een mythe, maar ik heb zojuist voor
de curiositeit uitgezocht wat de temperatuur daar nu is;
dat blijkt min negenentwintig te zijn. Veel joodse geïnter
neerden zijn aan de kou gestorven.
Maar wie kon zoiets in de jaren '30 voorzien? Ook de zus
ter van Ethels moeder is nog uit idealisme met haar man
vanuit New York naar Birobidjan gegaan. Die man heet te
zijn gedood doordat hij uit de trein werd gegooid. Dat wil
zeggen door Russische bewakers. Ze hadden twee zoon
tjes, die ook allebei zijn omgekomen.
Van wat er in die jaren in Rusland is gebeurd is bijna geen
voorstelling te maken. De portretten van de gestorvenen
Foto collectie Ethel Portnoy, circa 1940.
kijken misschien niet anders, maar je ziet ze zelf anders.
Ook het leven van Anna Akhmatova (1889-1966), een van
de grootste dichters van Rusland, afkomstig uit een heel
andere wereld, was een nachtmerrie. In 1910 trouwde zij
met de dichter Nikolai Gumilyov, die in 1921 werd gefusil
leerd, beschuldigd van deelname in een anti-Bolshevisti-
sche samenzwering. Haar zoon Lev Gumilyov werd in
1934 gearresteerd, in 1937 na vrij te zijn gelaten opnieuw
en daarna weer in 1949. Hij bracht het grootste deel van
zijn leven in concentratiekampen door. Akhmatova werd
uit de schrijversbond gezet, haar werk verboden en uit de
handel genomen, haar leven onmogelijk gemaakt. De re
den was vermoedelijk dat haar poëzie niét vrij was van ge
lovige motieven. De beste boeken over deze periode zijn
vermoedelijk de memoires van
Nadezhda Mandelstam.