Hiphopmeid toevallig naar Turijn Bangeriken kunnen beter gaan wandelen CX> W5 De Nederlandse viermansbob voor Turijn kent geen angst. „Je moet volledig kunnen bouwen op de piloot", weet Sybren Jansma (tweede van rechts). „Het moet heel gek lopen wil het mis gaan", zegt piloot Arend Glas (links). foto Catrinus van der Veen/GPD zaterdag 4 februari 2006 Cheryl Maas: „Wie had nu verwacht dat ik me zou kwalificeren? Nee, ik zelf ook niet. Ik heb in m'n hele leven aan vier World Cups meegedaan, allevier dit sei zoen. Meer niet." foto Sophie Cousin/ANP gon wel te lachen toen ik zei dat ik naar de Spelen wilde." Haar vrienden hadden dan ook nooit vermoed dat.ze 'vreemd' zou gaan. Maas geniet immers vooral faam als de surprise uit Holland die prachtige sprongen maakt met intrigerende na men als BS Air, FS 360 en Cab 540 Wall Ride. En, nog meer dan dat, ge boetseerd is voor het camerawerk. Waar leeftijdsgenoten het moeten doen met een afgezaagde bioscoop bon, staat zij al op de aftiteling van zo'n tien snowboardfilms. Vlotte, com merciële dvd's waarin de toppers hun repertoire mogen showen. Met veel 'vrouwelijk schoon, actie en lifestyle', zoals een promo van Transfer ver klapt, de recente productie waarin de Udense schittert. Het versterkt alleen maar het gevoel dat er niet veel mi's is met haar leven als vrijbuiter.'„Mijn vrienden gingen vroeger blowen, ik pakte lekker een board. Ik heb nu het geluk dat ik elke dag op een plank kan staan en ervan kan leven. En de hele wereld kan rondreizen." Dat laatste geeft haar een culturele ba gage die niet iedereen met 21 lentes gegund is. Op alle grote continenten is ze thuis en op alle grote continenten heeft ze, zo zegt ze, iets geleerd. Dat geen volk te vergelijken is, om maar iets te noemen. „Amerikanen? Die lopen blind achter iets of iemand aan. Het lijkt wel of ie dereen daar gebrainwashed is. Japan is een machine. Daar gaat nooit iets verkeerd. Nee, dan de Europeanen. Hier doen ze tenminste wat ze zelf wil len. Maar het liefst ben ik in Nieuw-Zeeland. Daar is de sfeer pas écht relaxed." Relaxen is leuk, maar zelfs voor Cheryl Maas houdt het een keer op. Wil ze de uit de hand gelopen grap die Olympische Spelen heet tot een goed einde brengen, dan zal ze voor deze ene keer vol aan de bak moeten. Dus belegde ze begin dit jaar een voor Cheryl Maas-begrippen Spartaans trainingskamp: twee weekjes trainen op een halfpipe^piste, in het Ameri kaanse Denver. Het moet genoeg zijn om straks in de Italiaanse Alpen te swingen in de sneeuw. En daarna het liefst zo snel mogelijk terug naar haar 'eigen ding'. Het theater van jibben en jammen, punk en piercings. Het thea ter van vrijheid-blijheid. Het theater van Cheryl Maas. „Ik ben voor even een vreemde eend in de bijt. Ja, dat kan ik niet ontkennen." Roel Wiche Ze is hip, cool en trendy. Houdt van punk, piercings en piekhaar. Kan acteren, feesten en dansen in de sneeuw. Snowboardster Cheryl Maas is met van alles bezig, behalve met de Olympische Spelen. En wie plaatst zich voor Tu rijn? Alsof ze een halfje wit gaat halen bij de bak ker. „Nee, het is niet mijn levensdoel." tu ri j n 200ó Ze heeft, voor de verandering, het haar zwart geverfd. Gitzwart. Pie ken omhoog. Straks is het weer blond. Of rood. Of groen. Altijd handig als je familie hebt met een kapsalon. Zeker als je hopt, danst en zweeft op een plank die een paar millimeter slank is. „Snowboarders houden van uitstra ling. Ringen, kettinkjes, trendy kle ren. Allemaal vrije types." Cheryl Maas (21), globetrotter met roots in Uden, heeft het er druk mee. Piercing in de neus. Halsketting met zilveren ster. Popi oorbellen. Een heel regiment armbanden. En witte gym pies, niet te stijf natuurlijk. Het vloekt met het keurige, maatschappe lijk verantwoorde trainingspak van de Nederlandse olympische equipe. Ach, na Turijn mag ze weer jibben en jammen - het jargon van de snowboar- ders is oneindig - in het witte poeder. Zonder blikken of blozen: „Laat ik heel eerlijk zijn. De Spelen zijn niet mijn ding. Ik doe het puur om te ont dekken hoever ik daar kan komen. Maar het is nu niet het ultieme doel waarop mijn hele leven gericht was." Eigenlijk is het om gek van te worden. Hele volksstammen schaatsen elkaar het wak in, op jacht naar dat o zo kost bare ticket voor Turijn. En dan plukt 'een guitige hiphopmeid uit Brabant, zomaar uit het niets, er eentje uit de sneeuw. Een half jaar geleden kwam freestyle snowboardster Cheryl Maas, na een tip van haar Noorse vriendin Stine Brun Kjeldaas (zilver in Naga no), op het geniale idee om olympisch te gaan. Ze belde naar het hoofdkwar tier van de Nederlandse Ski Vereni ging, met een simpele vraag: 'Wat moet ik allemaal doen om naar Turijn te mogen?' De telefoniste stond ver steld. Evenals de skiwereld, een paar maanden later. Niet koningin Nico- lien Sauerbreij maar ene Cheryl Maas plaatste zich als eerste plankacrobaat voor de Winterspelen, op het onder deel halfpipe. Ze hoefde er het bier niets eens voor te laten staan. „Wie had nu verwacht dat ik me zou kwali ficeren? Nee, ik zelf ook niet. Ik heb in m'n hele leven aan vier World Cups meegedaan, allevier dit seizoen. Meer niet." Toch is ze geen volstrekt onbekende in winterland. De frêle Brabantse, die leerde snowboarden op een plastic baan in Uden, zat ooit in het Neder landse talententeam. Maar al snel kwam ze erachter dat de echte kick te halen was bij de vrijbuiters in de Al pen en de Rocky Mountains. Ze pakte als tiener haar rugzak en voelde zich al snel thuis in de extraverte wereld van de freestyle boarders. Een wereld van filmopnames, fotoshots en artistie ke sprongen. Een wereld van party's en ongecompliceerde lol. Levensstijl De wereld van Cheryl Maas dus. „Het is een levensstijl, weet je. Niets hoeft, alles mag. De wedstrijden zijn niet hei lig, het maakt niemand wat uit wie wint. Niet dat we neerkijken op al die serieuze boarders. Maar iedereen be- Het is; zo zeggen ze, de Formule 1 van de wintersport. Bloedstollende snelheden, gierende g-krachten en lifers adrenaline. Naar beneden denderen in een raket van staal, genaamd bobslee, is niks voor watjes. Maar de gevaren liggen voortdurend op de loer. „Als je angst hebt, kun je beter gaan wan delen." Ze had er jaren van gedroomd. Eerst de explo sie bij de start, vijf seconden totale overgave. Dan springen in die glijdende torpedo. Met 140 kilometer per uur naar beneden, bij elke bocht samengeperst door de g-krachten, tot drie keer het gewicht van haar eigen lijf. En zij mag, nee, ze móét de bob sturen. Voor het eerst in haar carrière stapt Yvonne Cernota, op die zonovergoten dag in maart 2004, als pi lote in een bob. De studente biochemie uit Iialle heeft altijd als remster in de slee geze ten.. Maar nu, op de fameuze baan in Königssee, wil de Europees kampioene zelf in de cockpit zitten. Ze zal het nooit meer naver tellen. De Duitse maakt een stuurfout en het gevaarte van 340 kilo wordt uit de baan gelan ceerd. Yvonne Cernota, 24 lentes, bezwijkt op weg naar het ziekenhuis. Het is een drama dat, zo ondervindt Arend Glas, de hele bobsleewereld schokt. De Godfa ther van de Nederlandse ijscoureurs legt enke le dagen later bloemen bij de begrafenis. Met stokkende adem en een brok in zijn keel. Maar eenmaal terug op de baan gaat de knop weer om. „Als dat licht op groen gaat, denk je maar aan één ding: hoe kom ik zo snel moge lijk beneden? Als je angst hebt, moet je hier nooit aan beginnen." Risico's Zeur Glas (37) niet aan zijn hoofd dat bobslee ën een onveilige sport zou zijn. De ervaren pi loot uit Groningen is kort maar krachtig: fiet sers of voetballers lopen net zoveel risico's. „Natuurlijk moet je ontzettend scherp zijn, anders ga je zo op je snufferd. Maar de hel men en sleeën geven een redelijke bescher ming. Het moet heel gek lopen wil het mis gaan. Ik glij regelmatig met gasten naar bene-, den. Iedereen in de zenuwen. Maar na afloop hoor je: oh, zo werkt het dus?" Olympiër Glas weet dat hij in een speciale positie zit. Als stuurman ziet en hoort hij alles: het kwikzil verachtige ijs, de steile wanden, de verraderlij ke bochten. Open vizier, tachtig razende se conden lang. Maar z'n remmers zijn aan het duistere niets overgeleverd. Na de explosieve start duiken ze in de bob met het hoofd naar beneden. En dan maar hopen dat het goed komt. „Je moet volledig kunnen bouwen op de pi loot", weet Sybren Jansma, in Team Glas zo wel remmer in de tweemans- als de viermans bob. „Gelukkig kunnen we dat bij Arend. Hij is in vier jaar pas drie keer gecrasht. Maar risi co's zijn nooit uit te sluiten. Dat hoort erbij." De 23-jarige Fries heeft het al moeilijk zat om zonder bloedsporen aan de finish te komen. Zeker in de viei*mansbob wordt het gezel schap zwaar aangepakt. Het begint al bij het inspringen: een uiterst nauwkeurige techniek. „De eerste remmer maakt een bommetje, de tweede gooit zijn voeten eronder en nummer drie doet hetzelfde bij nummer twee. Zo han gen we even in de lucht, totdat iemand 'down!' roept. En dan hebben we ook nog spi kes aan. Bij de minste of geringste fout zijn je knieën en ellebogen open." En dan moet de climax nog komen. Een ijzing wekkende afdaling, puur op de tast. „De eer ste keer was ik bloednerveus. Bang voor het onbekende. Niet kijken, het blijft heel vreemd. Je hebt werkelijk geen idee hoe hard je gaat. Dat besef je pas als je een keer je kop omhoog houdt. Dan voel je de wind, de zij waartse krachten. En de snelheid. Wow!" Ook Jansma bezweert, evenals zijn stuurman, de emotie angst onder controle te hebben. Wat niet wil zeggen dat-ie oogkleppen op heeft. Want bobsleeën is inderdaad balance ren op het randje. Zo werd de Duitse coach Raimund Bethge eind november met een verbrijzeld onderbeen afgevoerd toen hij zich op het verkeerde mo ment op de baan waagde. Jansma: „Als het fout gaat, dan gaat het ook goed fout. Het is precies als met de Formule 1. De snelheden zijn gigantisch. Dat is de ultie me kick, maar ook het gevaar." Toch blijft hij volhouden dat het een verantwoorde sport is. „Er gaan ook ontzettend veel afdalingen wél goed. En vergeet niet: in alle bochten staan ca mera's." Mental coach Maar ook mét Big Brother gieren de zenuwen soms door de keel. Kitty van Haperen (29), in Turijn beoogd buddy van Oranje-troef Eline Jurg, heeft nog steeds knikkende knieën bij de eerste wedstrijd van het seizoen. In Lille- hammer kroop ze brakend uit de bob. „Na de zomer is je lichaam niet meer gewend aan die prikkels. De druk op je wervelkolom is enorm. Je moet echt heel koel blijven in je hoofd." De ex-kampioene speerwerpen zocht bij haar debuut, twee jaar geléden, steun bij een mental coach om haar angsten onder con trole te krijgen. Dat is, zo zegt ze, gelukt. „Bij mijn eerste afdalingen trok ik het niet. Mijn lijf reageerde heel heftig. Ik kon toen twee din gen doen: stoppen of met m'n angsten aan de slag. Ik heb voor dat laatste gekozen. Dat is mijn kick: dat ik mijn angstgevoelens heb overwonnen." Van Haperen stapte voor het eerst in een bob enkele weken na die trieste dag in maart, toen Yvonne Cernota het leven liet. Europees kam pioene, gebroken in de knop. Het was een mo ment waarop de Formule 1 van de winter sport voor eenmaal de schurft had aan alle g-krachten. Arend Glas: „Het was een heel taaie dag. De hele Duitse bobwereld was daar. En wij ook, uit Nederland. Dat werd heel erg op prijs gesteld." Maar niemand die daarna zijn raket van staal naar de stort bracht. Bobsleeën en angst: een onmogelijk huwelijk. Glas: „Als jij in je auto stapt, denk je ook niet wat er allemaal kan ge beuren. Doe je dat wel, dan kan je beter gaan wandelen." Roel Wiche

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 35