PZC
Eén keer goed doortrappen en
ik ben er
Roberto Sighel genegeerd in Italië
Sighel kende weinig
olympisch geluk
Met argusogen bekeek Marianne
Timmer afgelopen zomer de be
langstelling van buitenlandse clubs
voor 'haar Henk'. Na het succesver
haal in de Uefa Cup waren spelers
van AZ plotseling hot op de internatio
nale transfermarkt. Voor de Alkmaar-
se sluitpost lonkte een avontuur in
Spanje. Engeland leek een mogelijk
heid, maar uiteindelijk verlengde
Henk Timmer zijn contract bij AZ tot
2008. Tot opluchting van die andere
Timmer. „Ik ben blij dat hij bij AZ ge
bleven is. Anders was het toch een an
der verhaal geworden.
Onlangs kochten de schaatsster en de
doelman een oude boerderij die ze tot
de grond toe lieten afbreken. Als alles
volgens plan verloopt, herrijst er bin
nenkort een nieuwe boerderij die hele
maal volgens de inzichten van Marian
ne Timmer gebouwd wordt. „Over al
les moet je nadenken. Van grote din
gen tot aan stopcontacten. Belangrijk
wordt de keuken. Dat wordt er echt
een waarin je kunt leven. Met een
kookeiland. Zo gaaf!"
Ze straalt. Eindelijk weer. Want het
verleden gaf tot nu toe weinig reden
tot lachen. De eigen commerciële
schaatsploeg die maar niet van de
grond kwam. De slepende rechtsza
ken waarin ze vooral door oud-coach
Wopke de Vegt met financiële claims
achtervolgd werd en tot slot de pijnlij
ke scheiding van Peter Mueller. De
coach die haar in 1998 naar twee gou
den medailles in Nagano leidde, deed
onlangs in zijn boek 'Op dun ijs' uit de
doeken hoe hij over de Nederlandse
schaatswereld in het algemeen en zijn
ex Marianne Timmer in het bijzonder
denkt.
De huidige coach van de Noren spaart
niemand, beledigt mensen tot op het
bot en lijkt vooral heel erg rancuneus
en verbitterd. „Voor mij is het een ge
sloten boek", zegt Timmer, die niet in
de verleiding is gekomen om 'Op dun
ijs' in de boekenkast te zetten. „Ik
vind dat hij met dat boek een erecode
van coaches heeft gebroken. Zoiets
doe je niet. Verder ga ik er niet op in."
Mooi
De donkere dagen heeft ze achter zich
gelaten. Aan alles is te zien dat ze mo
menteel lekker in haar vel zit. Aan ta
fel zit een mooie vrouw van 31. De
blik is vastberaden, de antwoorden
doordacht. Met dank aan Henk Tim
mer. „Wij voelen elkaar aan. We heb
ben dezelfde normen en waarden. En
het is beslist niet zo dat alles bij ons
om sport draait. Henk heeft in Harder
wijk al heel lang een eigen zaak in ex
clusieve mannenmode, Casanova. Dat
In Turijn gaat Marianne Timmer op jacht naar
de derde gouden medaille in haar carrière.
Het kan zomaar gebeuren. Want de schaatsster
zit lekker in haar vel. Met dank aan die andere
Timmer: Henk.
Marianne Timmer: „Twaalf jaar ben ik nu topsporter. Twaalf jaar ben ik mijn grenzen aan het verleggen op ijzers van anderhalve millimeter breed." foto Catrinus van der Veen/GPD
doen we nu samen. En in Hierden heb
ben we zijdelings ook nog te maken
met een belastingadviesbureau dat
door familie van Henk gerund
wordt."
Ze voelt zich ook op haar gemak bij
AZ, al beleefde ze een koude start.
„De eerste keer dat ik ging kijken, be
gon het 's avonds te ijzelen. Ik had af
gesproken met de ouders van Henk,
maar die konden dus niet komen.
Stond ik daar in dat stadion. Ik wist
mijn plaats op de tribune niet. Kon
het spelershome niet vinden. Dat was
geen succes."
Inmiddels voelt ze zich zó thuis in de
Alkmaarder Hout, dat ze het bijna
jammer vindt dat de club het krakke
mikkige stadionnetje binnenkort gaat
verlaten. „Het nieuwe stadion wordt
prachtig hoor, maar de sfeer van De
Hout maak je daar nooit meer mee.
Net als het Oosterpark in Groningen.
Dat had ook wel iets." Met AZ-voor-
zitter Dirk Scheringa kan ze inmid
dels ook weer door één deur. In de
DSB-schaatsploeg konden de geld
schieter en de schaatsster niet echt
met elkaar overweg, bij AZ is alles an
ders. „We hebben een open gesprek
met elkaar gehad. Dirk Scheringa is
natuurlijk op en top sporter. Inmid
dels kunnen we het prima met elkaar
vinden."
Vriendin
Hoewel voetbal door Henk en AZ een
prominente plaats in haar leven heeft
ingenomen, draait het in het leven
van Marianne Timmer natuurlijk voor
al om schaatsen. „Twaalf jaar ben ik
nu topsporter. Twaalf jaar ben ik mijn
grenzen aan het verleggen op ijzers
van anderhalve millimeter breed. Dat
vergt veel van een sporter, maar het is
vooral leuk", zegt Timmer die uitgere
kend één van haar grootste concurren
ten als beste vriendin heeft. „Anni
Friesinger en ik liggen elkaar super.
Ik was vijftien jaar toen ik haar bij
mijn eerste wedstrijd in Assen tegen
het lijf liep. Het klikte gelijk tussen
ons. We zijn vijftien jaar verder en in
middels weet zij heel veel over mij en
ik over haar. We liggen elkaar ge
woon. Soms spreek ik haar vier weken
niet en dan breekt er weer een periode
aan dat we elkaar vier keer in de week
bellen."
Na twaalf jaar kijkt ze wel anders te
gen haar trainers aan. „Ik merk dat ze
vooral nodig zijn om zaken op het
technische vlak bij te schaven. Op het
mentale vlak ben ik zelfstandiger dan
vroeger. Door heel hard werken heb
ik de top bereikt. Iets hogers dan dit is
er niet. Dit niveau vasthouden is heel
zwaar, merk ik wel."
Het absolute hoogtepunt tot nu toe be
leefde Marianne Timmer in de vorige
eeuw. Twee keer goud (1000 en 1500
meter) op de Olympische Spelen van
Nagano. De medailles van toen heeft
ze echter niet thuis aan de muur han
gen. „Die zie ik echt nooit. Foto's van
het schaatsen zie je bij ons ook niet te
rug. Wel de beeldjes die ik kreeg toen
ik sportvrouw van het jaar werd. Die
zijn erg mooi."
Sipke
Zelfs het schaatspak waarmee ze in
Nagano eeuwige roem vergaarde,
hangt niet bij haar in de kast. „Dat
heb ik bij de huldiging in Sappemeer
aan de burgemeester gegeven", ont
hult Timmer. „Mijn oude schaatsen
heb ik nog wel. Maar die doe ik nooit
weg." Net zoals ze trouw blijft aan de
haar 'slijper' Sipke Bosma, ook al
werkt die sinds kort voor de Noorse
ploeg. „Sipke slijpt mijn schaatsen
sinds Nagano. Hij is altijd bij de baan.
Op hem kun je bouwen. Dat zal in Tu
rijn niet anders zijn."
Turijn. De naam van de stad is geval
len. Acht jaar na dato zal het daar
moeten gebeuren. In Salt Lake City
haalde ze vier jaar geleden op de 1000
meter net het podium niet. In de Oval
Lingotto gaat Timmer op jacht naar
haar derde olympische gouden plak.
„In Turijn streef ik naar de vorm om
heel hard te kunnen schaatsen. Welke
plek daar dan bij hoort, zien we wel",
houdt Timmer zich wel heel erg op de
vlakte. Maar, geeft ze toe, op de 1000
meter (Timmer rijdt ook de 500 meter)
zal het moeten gebeuren. „Tijdens de
World Cup in Turijn reed ik 'm vrij ge
makkelijk. Als ik in topvorm ben,
hoef ik na een snelle opening maar
één keer goed door te trappen en ik
ben er."
Danny van den Broek
zaterdag 4 februari 2006
turïin 200ó
Vijf keer deed Roberto Sighèj. mee aan de Olym
pische Spelen, maar nooit stond de Italiaanse
schaatser op het podium. Het geluk liet hem altijd
in de steek.
In 1988 in de Olympic Oval van Calgary begon Sig-
hels olympische reis rond de wereld. „Bij de eerste
Spelen was ik gewoon te jong voor een toppresta
tie. Vier jaar later in Albertville had ik problemen
met mijn schaatsen. Het voelde het hele toernooi
niet goed aan. In 1994 in Hamar waren er persoon
lijke problemen, waarop ik verder niet wil ingaan.
Feit was wel dat ik het hele jaar niet goed had ge
traind en dat mijn conditie niet goed was.
Vier jaar later in Nagano was het weer 'net niet'
met Sighel. Voor het WK in Heerenveen ivas ik
nog in prima conditie, maar tijdens de Spelen niet
meer. Toen was ik moei We hadden te veel ge
traind. En in Salt Lake City, tot slot, was ik ziek.
Ik zat aan de antibiotica. Een goede prestatie zat
er toen niet in.
Het ontbreken van een olympische medaille is
voor Sighel de grootste teleurstelling uit zijn loop
baan. „Maar het is mijn lot. Het hoort bij de Spe
len. Je ziet vaker dat de besten niet winnen. Kijk
naar Hein Vergeer, of Rintje Ritsma. Die hebben
geen goud gewonnen. Of Wotherspoon vier jaar ge
leden. Hij ivon alles, maar geen olympisch goud.
De Spelen doen rare dingen met de mensen. Kijk
naar Jens Boden. Won vier jaar geleden brons. Nie
mand had ooit van hem gehoord.
Liefst achttien jaar vertegenwoordigde Ro
berto Sighel het Italiaanse schaatsen. De
kleine boswachter uit Baselga di Pinè werd we
reldkampioen allround in 1992 en was actief op
vijf Olympische Winterspelen. In Turijn is hij er
echter niet bij. De schaatser die vier jaar gele
den na Salt Lake City stopte, is gebrouilleerd
met de Italiaanse bond. „Ze willen de kennis
van Sighel niet gebruiken, ik weet niet waar
om."
Met een enorm woordenboek Italiaans-Engels
stapt Roberto Sighel de lobby van hotel Olimpi-
co in Baselga de Pinè binnen. De kleine Italiaan
is in achttien jaar weliswaar de hele wereld over
gereisd, maar een echte wereldburger is hij
nooit geworden. De Engelse taal is hij niet ge
heel machtig. Het woordenboek krijgt daarom
een prominente plek op tafel. Net als de stapel
A4'tjes met daarop Engelse antwoorden. Die
heeft hij met hulp van een vriend opgesteld naar
aanleiding van de vragen die hij eerder op zijn
verzoek op de fax heeft gevonden.
Maar als de eerste vraag eenmaal is gesteld, ver
dwijnen die antwoorden volledig uit beeld.
Want om te vertellen over zijn beschadigde rela
tie met de Italiaanse schaatsbond heeft Roberto
Sighel geen vooraf bedachte antwoorden nodig.
Wel zoekt hij af en toe een Engels woord op,
meestal met de strekking belachelijk of ongeloof
lijk. Sighel is boos, dat is duidelijk. Erg boos,
want hij is namelijk gedumpt door de Italiaanse
schaatsbond en dat zint hem helemaal niet.
Zijn ogen schieten vuur. Als door een mug gesto
ken spat Roberto Sighel omhoog uit de comfoi'ta-
bele bank in het hotel dat uitzicht heeft op de ka
rakteristieke schaatsbaan van Baselga di Pinè.
„Waarom ik geen lid meer ben van de bond? We
hadden een conflict. Ik wilde van alles met talen
ten doen, maar ik mocht niets. Waarschijnlijk is
Marchetto (de coach die al jaren en dag het Itali
aanse team onder handen heeft) bang voor me."
Marchetto en Sighel: het leek jarenlang twee
handen op één buik. De twee reisden de hele we
reld over op jacht naar successen voor de in Ita
lië zeer kleine sport. Maar schijn bedriegt. Sinds
Sighel vier jaar geleden stopte, is de relatie tus
sen de twee danig bekoeld. Sighel werd aanvan
kelijk nog jeugdtrainer, maar vorig seizoen werd
het contract ontbonden.
Vanwege onoverbrugbare verschillen van in
Roberto Sighel wil dolgraag zijn jarenlange ervaring op de schaatsen delen met de Italiaanse bond,
maar deze heeft daaraan geen behoefte. Tot frustratie van Sighel. foto Johan Stobbe/GPD
zicht, zegt Sighel. „Als je in Italië een privéteam
wilt opzetten, heb je een probleem met Marchet
to. Ik wilde professioneler werken met de jeugd.
Een lactaattest doen bijvoorbeeld en ik wilde
een apparaat waarmee ik de spiermassa kon tes
ten. Maar telkens kreeg ik nee te horen op mijn
vragen. Toen heb ik zelf die apparaten aange
schaft, maar ze hebben het me verboden die te
gebruiken."
Verandering, dat is wat Sighel wilde doorvoeren
in het Italiaanse schaatsen. Er braken en breken
naar zijn idee nog altijd te weinig Italiaanse ta
lenten door. „Waarom is er nu alleen Fabris en
waarom was er vroeger alleen Sighel? Waar
schijnlijk omdat iedereen hetzelfde programma
doet. Het programma is afgestemd op Fabris. Fa
bris is een supertalent. Met een supertalent is
het gemakkelijk werken", zegt Sighel. „Het is
niet Marchetto die hem zo goed heeft gemaakt."
Wat de exacte oorzaak van de ruzie is, blijft on
duidelijk. Ook na een telefoontje naar de Itali
aanse bond. „Er is geen probleem met meneer
Sighel", zegt woordvoerder Eduardo Ranzoni.
Gezien het kleine aantal schaatsers in Italië zijn
twee trainers (Marchetto en Giorgio Baroni), ge
noeg. „Maar meneer Sighel is welkom."
Sighel zelf zegt dat daar geen sprake van is. De
wereldkampioen allround van 1992 wordt gene
geerd. In zijn woonplaats wonen een paar talen
ten die in de nationale selecties zitten. Graag wil
Sighel ze extra trainingen geven, maar dat is ten
strengste verboden. Hij kijkt even weemoedig
naar de lege schaatsbaan in de verte. Dan bla
dert Sighel driftig in zijn woordenboek. „Incredi
ble", roept hij vervolgens uit. „Ongelooflijk."
Roberto Sighel: niemand buiten Baselga di Pinè
die hem kent in Italië. Geboren in de verkeerde
tijd. Want zo weinig geld er gedurende de loop
baan van Sighel was, zo'n overvloed aan centen
is er nu. Er is de Italiaanse bond alles aan gele
gen om geen modderfiguur te slaan bij de Spelen
in Turijn. En dus konden er overal trainingskam
pen worden belegd. „Toen ik stopte, begonnen
de goede tijden", vertelt Sighel. „Destijds mocht
je niet eens een sponsornaam op je pak dragen.
Ja, tijdens de trainingen, maar daar was natuur
lijk geen bedrijf in geïnteresseerd."
Schaatsgids
Nee, dan nu. Niets is te gek. Hoogtestages zijn er
voor de Italianeij in overvloed en er is een hyper
moderne schaatshal in Turijn. Het ziet er goed
uit voor de toekomst van het Italiaanse schaat
sen. Sighel lacht. Hij vist een schaatsgids tussen
zijn spullen vandaan en begint namen te tellen.
„45! Er zijn in Italië niet meer dan 45 schaat
sers, senioren en junioren bij elkaar opgeteld. Re
ken maar niet dat ze na de Spelen de schaatshal
open kunnen houden. Ik hoop het wel, maar
waarschijnlijk komt er geen ijs meer in. Die hal
gaan ze gebruiken voor congressen en beurzen."
Schaatsen is in Italië gedoemd om een kleine
sport te blijven, onderkent Sighel. Rijk worden
van schaatsen is slechts een illusie. Voor Rober
to Sighel geldt hetzelfde. Verkeerde tijd, ver
keerd land. Nu is hij fulltime 'forest ranger'. Met
een pistool en handboeien in zijn holster speurt
hij naar illegale afvallozingen en controleert hij
of bedrijven in de omgeving van Baselga zich
wel aan milieuvoorschriften houden.
Achttien jaar lang schaatste Sighel op banen
over de hele wereld. Zijn kennis van de sport is
groot, maar ook met het oog op de Winterspelen
in Turijn is er geen beroep op hem gedaan. Hij
heeft gewacht op een telefoontje, maar het bleef
stil in huize Sighel. Zelfs geen uitnodiging voor
het bijwonen van het olympisch schaatstoer
nooi. Dus blijft Roberto Sighel tijdens de Spelen
thuis in zijn woning in Miola, een wijk van Basel
ga di Pinè. „Vanaf de sofa ga ik naar de televisie
kijken." De bladzijden van het woordenboek
knisperen. Sighel zoekt en vindt. „Ridiculous",
roept hij. „Belachelijk."
Johan Stobbe