Standpunt D66 was vanaf begin duidelijk Peter R. de Vries: moord en doodslag als vermaak 25 Roos van Lokven, medewerkster Statenfractie Verslaggever in rol marktzanger zaterdag 4 februari 2006 Ze heeft serieus een loopbaan in het leger overwogen. Ach teraf beseft ze dat ze dan nu mis schien zou zijn uitgekozen voor de missie naar de Afghaanse pro vincie Uruzgan. En wat Roos van Lokven betreft doet Nederland daar niet aan mee. De medewerk ster van de Statenfractie van D66 steunt hierin de Tweede Ka merfractie van haar partij. ,,Je moet goed rekening houden met wat je mensen aandoet die je daar naartoe stuurt." D66 zit in de hoek waar de klap pen vallen. Nadat Thom de Graaf vorig jaar het veld moest rui men als minister van bestuurlijke ver nieuwing zijn kroonjuwelen als de ge kozen burgemeester, het referendum en een nieuw kiesstelsel voorlopig weggestopt in de bijouteriedoos. Het kost de partij moeite zich op ande re thema's te profileren. Het stand punt over kernenergie - de kerncentra le in Borssele mag langer openblijven in ruil voor investeringen in duurza me energie - wordt vooral gezien als een ommezwaai ten faveure van coali tiegenoten CDA en WD. De reorgani satie van de publieke omroep lijkt te zijn vastgelopen in een moeras. En De Graafs opvolger Alexander Pechtold oogst steeds meer hoon in zijn pogin gen zich te profileren als de buiten staander die het Binnenhof komt op schudden. En deze week bleek rond de missie naar Afghanistan - waarbij de Kamerleden Boris Dittrich en Bert Bakker hoog hadden ingezet - de soep wederom niet zo heet te worden gege ten als ze door D66 was opgediend - zij het dat Dittrich zich daardoor gis teren wel genoodzaakt zag terug te tre den als fractievoorzitter. Meer dan ooit is de vraag waar D66 precies voor staat. Zo'n zwabberende partij zal toch weinig aantrekkings kracht uitoefenen op jongeren? Zijn juist die niet gesteld op duidelijkheid? Volgens Roos van Lokven is D66 bij uitstek een partij voor de jeugd. „Ze doen heel erg hun best om jonge mensen bij de politiek te betrekken. Als ik zie wat een Kamerlid als Boris van der Ham daarvoor doet. Hij is echt heel gemotiveerd." De inwoonster van Yerseke heeft het van dichtbij kunnen aanschouwen. Een paar weken geleden mailde ze naar Dittrich. Of ze niet een dagje met hem kon meelopen? Ze heeft ervaring als medewerkster van het Vlissingse gemeenteraadslid Niek Peters en het Statenlid Jiklcie van der Giessen uit Veere. Nu wilde ze wel eens weten hoe het er in de landelijke politiek aan toe gaat. „Ik werd opgebeld door de per soonlijk assistent van Dittrich dat die het daar toch echt te druk voor heeft. Maar de assistent bood me aan dan maar een dagje met hem op te trek ken." Zodat ze op een dinsdag naar Den Haag kon om kennis te maken met de Tweede Kamerleden van D66, het frac tie-overleg mee te maken en een kijkje te nemen bij het wekelijkse vragenuur tje. Ze liep er ook nog Martijn van Dam tegen het lijf, het jongste Kamer lid van Nederland, lid van de PvdA. „Ken ik nog van vroeger, van zomerva kanties op de camping in Cadzand." Ik dacht: die worden geïnformeerd door hun medewerkers en omdat ze goed gebekt zijn, vertellen zij dat ver haal dan voor de camera. Maar zo gaat het helemaal niet. Die Kamerle den zitten zelf voortdurend achter de feiten aan. Ze doen keihard hun best. Vooral de leden van de kleine fracties moeten er extra hard aan trekken. Ze draaien lange weken, ze zijn altijd be zig, voortdurend op pad. Dat zijn de dingen die je niet op tv ziet." Binnenkort krijgt ze de gelegenheid de werkdag van een minister van na bij te aanschouwen. Want Dittrich mocht dan niet willen, Pechtold rea geerde enthousiast. „Zijn medewerker zei dat hij het hartstikke leuk zou vin den als ik een dagje meeloop. Binnenkort maken we de definitieve afspraak." De politiek is Roos van Lokven niet met de paplepel ingegoten. Ze komt, Goed gebekt Meer mensen zouden eens een kijkje achter de schermen moeten nemen, vindt ze. „Het beeld dat ik vroeger van politici had, kwam van televisie. Naam: Roos van Lokven Geboren: 14 november 1983 in Goes Woonplaats: Yerseke Burgerlijke staat: samenwonend Opleiding: havo, Goese Lyceum HBO communicatie Werk: medewerker communicatie en PR aan de Hogeschool voor de Kunsten in Rotterdam zoals ze zelf zegt, uit een doorsnee ge zin in Kapelle. Beschermd en liefde vol opgevoed. „Mijn ouders lieten me niet 's nachts om twee uur van Goes naar Kapelle fietsen." Haar vader werkt bij de Voedsel- en Warenautori teit, haar moeder verzorgt trainingen bij Kinderopvang De Bevelanden. Ze heeft een oudere broer en een oudere zus. „Ik kom niet uit een politiek nest. Mijn vader en moeder hebben wel al tijd gestimuleerd dat ik de krant las en het nieuws keek. Rond de verkiezin gen hadden we af en toe heftige discus sies aan tafel, maar niet anders dan in andere gezinnen, denk ik. Mijn ouders zijn geen lid van een politieke partij." Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat Roos zich op dat vlak zou bewe gen. Ze deed veel aan sport en speelde klarinet bij muziekvereniging Ons Ge noegen. Op de havo besloot ze te kiezen voor het profiel economie en maatschappij. Ze wilde wel het leger in. Een interne opleiding, veel naar het buitenland. Pa en opa zaten ook in het leger. De politie, daar heeft ze ook nog even over gedacht. En music management en mode. Kortom, ze twijfelde, zoals de meeste tieners. „Uiteindelijk ben ik communicatie gaan doen aan de Ho geschool Zeeland. Ik wilde niet de pro vincie uit naar een grote hogeschool. Op de HZ ben je geen nummer, de lij nen met de docenten zijn kort. En de grote stad trekt me niet. Allemaal veel te onpersoonlijk. Ik vind Zeeland een lekkere provincie. Ik werk nu een paar dagen per week in Rotterdam. Dat is goed te bereizen. Ik hoef daar niet te wonen. Daar doe ik ook com municatie en public relations. Het is een vak dat me goed ligt. Het is veelzij dig, je moet een beetje creatief zijn, nieuwsgierig en ondernemend. Al tij dens de opleiding voelde ik me meteen op mijn plek." Op een pnkbord op de HZ stuitte ze op een advertentie voor een fractieme dewerker voor D66 in Vlissingen. „Dat leek me wel interessant." Haar baantje bij de Kijkshop gaf ze op voor fractievergaderingen, notulen en start notities. Ze liet kennelijk een goede indruk na, want na verloop van tijd volgde een verzoek van de Statenfractie van D66. Wilde ze daar geen medewerkster wor den? „Ik beschouw het niet als een stapje hoger. Het is hetzelfde werk. Al leen is de raad heel lokaal bezig, ter wijl ik niet in Vlissingen woon. Via de Statenfractie kijk je mee in heel Zee land." Ze doet uitzoekwerk, notuleert, schrijft notities, gaat mee op werkbe zoeken en volgt de Statenvergaderin gen. En nee, die vindt ze niet oer- en oersaai. „Ze duren wel lang. Als je er niet bekend mee bent, kan ik me voor stellen dat ze niet zo spannend zijn. Maar als je ziet wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Als je weet wat Statenleden allemaal moeten doen om tot een bepaald standpunt te komen. Er worden daar geen meningen uit de losse pols geschud. En kun je het spel een beetje volgen, dan zijn het hele maal geen saaie vergaderingen." Ze zegt het ronduit, alsof ze aan een commercial meedoet om jongeren maatschappelijk bewust te maken. „Politiek is leuk. Het is levendig. Het is dynamisch. Er gebeurt van alles. Al lerlei onderwerpen komen aan bod. Het is leuk om te zien hoe partijen met elkaar omgaan." Zoals Pechtold met zijn collega-minis ters? Ze lacht. Vorige week kreeg haar favoriete D66-minister de mantel uit geveegd door zijn collega's. In een in terview met Opzij had hij aangegeven dat de collegialiteit in de minister raad ver te zoeken is en dat het er in Den Haag nog 'vunziger' aan toegaat dan mensen denken. „Ik vind dat een minister duidelijk en eerlijk mag zijn. Als hij dat vindt, mag hij dat toch zeg gen? Ik vind het jammer dat hij de vo rige keren steeds zijn excuses aan bood. Als je A zegt, moet je ook B zeg gen en niet sorry. Hij zegt die dingen met een reden, het is niet zo dat hij het er floep floep uitflapt. Dit keer heeft hij zijn excuses niet aangebo den. Hij reageerde heel rustig op de kritiek van de andere ministers. Ik heb hem niet met hangende pootjes zien afdruipen." De duidelijkheid die Pechtold na streeft, wordt niet altijd door D66 ge boden, erkent ze. Neem de discussie over de kerncentrale in Borssele. Eerst in het regeerakkoord aandrin gen op sluiting in 2013 en dan halver wege de rit overstag gaan en het open houden tot 2033 steunen, dat is moei lijk uit te leggen. „Persoonlijk ben ik het daar niet mee eens. Ten eerste ben ik tegen kernenergie, vanwege het ra dioactieve afval. Wat me steekt is dat je in zo'n kwestie zo makkelijk van standpunt verandert. Er zijn mensen die op D66 hebben ge stemd vanwege het standpunt over Borssele. Daar moet je aan denken. Zo kun je niet met je kiezers omgaan." Maar het gaat haar te ver D66 af te schilderen als een partij die altijd maar draait. „Dat herken ik absoluut foto Mechteld Jansen niet. Om te beginnen kun je dat de ge meenteraadsfractie in Vlissingen en de Zeeuwse Statenfractie absoluut niet verwijten. Die nemen duidelijke standpunten in waar ze voor staan." De handelwijze van de Tweede Kamer fractie verdient ook wel enige nuance ring, vindt Roos van Lokven. Neem nu Afghanistan. „Dat is iets wat mij ook wel bezighoudt. D66 heeft al vroeg gezegd tegen te zijn. Dat is toch duidelijk? Wat mij betreft zou Neder land ook niet naar Afghanistan moe ten gaan. Ik vind het terecht dat D66 niet uit het kabinet is gestapt nu de missie naar Uruzgan doorgaat. Dat zou te gek voor woorden zijn. Mis schien hadden ze er dan ook beter niet mee kunnen dreigen. Dat was inder daad een beetje zonde." „Ik ben erg voor duidelijkheid. De Af- ghanistan-discussie raakt precies de reden waarom ik zelf niet in het leger ben gegaan. Je weet dat dan de kans erin zit dat je voor een aantal maan den naar een echt oorlogsgebied wordt gestuurd. Ik kwam tot de con clusie dat ik dat niet wilde. Ik snap dat de regering mee wil helpen in Af ghanistan de boel op orde te brengen, maar ik vind ook dat rekening moet worden gehouden met wat we mensen aandoen die we daar naartoe sturen. Moeten we ze in gevaar brengen? Je kunt niet één-twee-drie beslissen dat we daar even heengaan. Je moet een goede afweging maken. Dat is het uit gangspunt van D66." Wat er ook op de partij is aan te mer ken, mettertijd is Roos van Lokven zich er alleen maar beter thuis gaan voelen. „Het is een partij die milieu en onderwijs belangrijk vindt. Dat spreekt me aan. D66 wil ook de zwak keren in de samenleving helpen, zon der meteen alles in overheidsregelin gen te gieten. Er wordt uitgegaan van het individu. Het is echt een partij waarbij ik me thuis voel." Wat niet wil zeggen dat ze zich in de nabije toe komst als volksvertegenwoordiger in gemeenteraad, Provinciale Staten of Tweede Kamer ziet optreden. „Na tuurlijk denk ik daar wel eens over na, maar mijn toekomstperspectief is niet zo buitengewoon. Ik heb een leu ke baan, ik woon samen, op termijn wil ik wellicht trouwen en hoop ik kin deren te krijgen. Naast werk en privé zal ik waarschijnlijk altijd iets doen voor de samenleving. Dat kan gewoon vrijwilligerswerk zijn, of ondersteu ning van een politieke partij. Het liefst blijf ik daarbij toch op de achter grond. Als het ooit ter sprake komt, zal ik er goed over nadenken, maar ei genlijk hoef ik niet zo nodig in the spotlight.'1 Ernst Jan Rozendaal Misdaadverslaggever en ex-aspi rant-politicus Peter R. de Vries lijkt verdacht veel op een marktzanger uit de ne gentiende eeuw. Dat ontdekte communica tiewetenschapper Stijn Reijnders tijdens zijn promotieonderzoek. Criticasters zien in misdaadverslaggever Peter R. de Vries een sensatiebeluste profi teur. Zij noemen De Vries een circusnum mer, de journalistiek onwaardig, een ge vaarvoor het staatsbelang en de morele or de. Een lijkenpikker die alles doet voor de kijkcijfers. Zulke kritiek valt populaire televisiepro gramma's, zeker die van commerciële zen ders, regelmatig ten deel. Meestal gevolgd door de verzuchting dat de grens van het toelaatbare nu echt is bereikt. Het land gaat aan moreel verval en Amerikaanse toe standen ten onder. Volgens communicatiewetenschapper Stijn Reijnders zal het met dat morele verval zo'n vaart niet lopen. In feite borduurt De Vries voort op een eeuwenoude behoefte. Wat de programmamaker doet, betoogt Reijnders in een onderzoek waarop hij in mei hoopt te promoveren, is het voortzetten van een langlopende traditie in de Neder landse volkscultuur. Al in de negentiende eeuw trokken markt- zangers door het land die moorden bezon gen in al hun gruwelijke details. Hun vrouw maakte er muziek bij, ging rond met de centenbak en verkocht pamfletten met de tekst van het lied erop. Marktzangers brachten ook het laatste nieuws aan het volk op straat dat geen geld had voor een krant. Het publiek was met name verzot op de moordliederen. Met de tekst in de hand was het voor iedereen mogelijk om zo'n lied dat meestal op een bekende melodie ge schreven was, mee te zingen. Net als bij Peter R. de Vries wendde ook in de negen tiende eeuw de elite het hoofd af in onbe grip en afgrijzen. Reijnders analyseerde de afgelopen jaren minutieus de inhoud van een paar seizoe nen Peter R. de Vries: Misdaadverslaggever en vergeleek die met negentiende-eeuwse vormen van volksvermaak waarin misdaad een rol speelt. Naast de moordliederen van de marktzan gers waren dat de zogeheten gruwelkamers en het tijdschrift Geïllustreerd Politie Nieuws waarin vanaf 1873 wekelijks 'bui tengewone voorvallen, misdaden en onge lukken' werden beschreven. De gruwelkamers waren reizende kermisat tracties waarin met wassen beelden misda den werden uitgebeeld, compleet met bewe gende onderdelen als rollende ogen, een hand die een mes vasthoudt of een vallende bijl. De attracties waren een voorloper van het hedendaagse spookhuis en de wassen beeldenmusea. In Madame Tussaud's is griezelen overigens nog steeds populair. Bij het beeld van Pim Fortuyn werd niet lang na de moord een grote foto van zijn lijk geplaatst. Wie er langsliep hoorde automatisch een pistool schot. De moordliederen, het Geïllustreerd Politie Nieuws, de gruwelkamers en het program ma van De Vries hebben interessante over eenkomsten. Volgens Reijnders maken ze allemaal gebruik van literaire stijlmiddelen die geïnspireerd zijn op het melodrama, een vonn van volkstheater. Paradoxaal genoeg is juist het feit dat het om waargebeurde moordzaken gaat - wat ook steeds wordt be nadrukt en herhaald - een belangrijk onder deel van het succes. De lievelingsonderwerpen van zowel De Vries als zijn voorgangers zijn gruwelijke moorden, gepleegd binnen gezinsverband of liefdesrelaties. Binnenlandse moorden hebben de voorkeur. De ultieme slachtof fers zijn jonge blanke vrouwen of kinderen, omdat zij, aldus Reijnders, het symbool van onschuld zijn. Wie aan hen komt, schendt de waarden van de samenleving. Zo iemand is een beest, de verpersoonlijking van het kwaad, een persoon zonder geweten. De Vries en zijn negentiende-eeuwse voorlo pers benadrukken de morele, ethische di mensie van de moorden op onschuldige slachtoffers, en vertellen ondertussen zon der blikken of blozen dat de dader graag zijn boterhammetje sopte in het bloed van een jonge maagd. Het slachtoffer wordt als martelaar verheerlijkt en heeft alleen posi tieve eigenschappen. Er wordt ter inleiding een rooskleurig beeld geschetst van het gelukkige leven waai'uit het slachtoffer zo genadeloos is weggerukt. De Vries gebruikt in zijn recon structies graag amateur-videobeelden van het slachtoffer in huiselijke kring en in ge lukkiger tijden. Des te sterker is het con trast wanneer de misdadiger zijn intrede doet. De structuur wordt pas hersteld als de misdadiger is opgepakt en gestraft. Elke samenleving heeft behoefte aan mis daad en misdadigers, citeert Reijnders so cioloog Emile Durkheim. Door ze te bestraf fen weten we weer wie we zijn. Volgens de onderzoeker vormt De Vries een verbinding tussen de behoefte aan het rechtsgevoel, en de daarmee samenhangende moraal, en het rechtssysteem. De Vries neemt het niet al te nauw met de regels en bereikt als misdaadbestrijder soms meer dan de politie en de rechtsstaat vermogen. Daarmee bevredigt hij ons na tuurlijke rechtsgevoel. Soms door een pu blieke confrontatie met de dader af te dwin gen. Op die momenten gaat hij verder dan zijn historische voorlopers. Hij is niet meer de verteller, maar neemt als strijder tegen onrecht een actieve rol aan in het verhaal. In de ogen van Peter R. de Vries verspeelt een (al dan niet veroordeelde) moordenaar zijn recht op anonimiteit en privacy. De Vries stapt op hem af, met camera en al, om verhaal te halen: „Ik wil even met u praten over wat er met uw vrouw is gebeurd. Vol gens mij weet u daar meer van! In zijp rol als onrechtbestrijder kruipt De Vries in de huid van illustere voorgangers uit de misdaadfictie, schrijft Reijnders. Wanneer de programmamaker vanachter zijn bureau in de studio zit, is hij de arche typische rechercheur a la Sherlock Holmes. Hij heeft een colbert aan en analyseert de feiten, gebruikmakend van passende be woordingen als 'een onderzoek instellen' en 'speurwerk verrichten.' Daarnaast zien we De Vries als Amerikaanse hardboiled detec tive bij buitenopnamen. Dan is hij de rau we, streetwise, snelle jongen in leren jack en spijkerbroek, die achter verdachten aan rent om ze een lesje te leren. De Vries profileert zich ook als een criticus van justitie. Hij komt op voor de machtelo zen, met de televisie als strijdtoneel. Reijnders: „Televisieprogramma's zijn het volksvermaak van nu. Ik wil naar voren brengen dat er overeenkomsten zijn tussen historische vormen van volksvermaak en huidige televisiecultuur. Dat wordt in het huidige debat nogal eens over het hoofd ge zien." Mima van Dijk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 25