De historie van het Romeinse Rijk volgens Fik Meijer
winterdracht
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
een gegeven
Wreedheid is
Drie drukken in korte tijd voor een
boek over de geschiedenis van het Ro
meinse Rijk. „Vertellen mag weer," zegt his
toricus Fik Meijer, wiens eerdere boek over
gladiatoren nu zelfs in het Italiaans is ver
taald, omdat de Italianen het zelf niet beter
konden. Gesprek met de Geert Mak van de
oudheid.
Hij is net verhuisd. De derde keer in ander
half jaar. Maar het denken ging door, zegt
Fik Meijer (63). In gedachten schreef hij ver
der aan zijn volgende boek dat zal gaan
over de integratie van allochtonen in het an
tieke Rome (grofweg de periode van 500
voor Christus tot 500 na).
„Toen er op een bepaald moment een mil
joen mensen in Rome woonden, was zo'n
tachtig procent allochtoon. Toch ging dat
heel goed. Dat kwam mede doordat nieuw
komers niet meer in contact stonden met
hun land van herkomst. De banden waren
doorgesneden. Toen had je nog geen schotel
antennes waarmee je kon zien hoe het er
ginds aan toeging. Ik denk wel eens: is het
probleem nu niet dat veel allochtonen in
twee werelden wonen?" Terwijl Meijer ver
huisde ging zijn nieuwste boek in hoog tem
po over de toonbank. Drie drukken inmid
dels voor Macht zonder grenzenzijn ge
schiedenis van Rome en zijn imperium, zo
als de ondertitel officieel luidt.
In uw boek legt u sterk de nadruk op de uit
zonderlijke winnaarsmentaliteit van de Ro
meinen.
„De hele opgang van Rome is een groot
raadsel. Wat mij aan de hele geschiedenis
rond Rome het meest heeft verbaasd is dat
een klein stadje aan de Tiber heeft kunnen
uitgroeien tot een wereldrijk. Je hoort ook
niet spreken van het Italische rijk - Itali
aans is van later - maar van het Romeinse
rijk. Je hoort over het Amerikaanse rijk,
niet het New Yorkse rijk, het Russische rijk
en niet het Moskouse rijk. Alleen in dit ge
val is de naam verbonden gebleven aan de
stad, niet het land."
„Waarom kwam Rome overeind en niet Ar-
dea of Satricum, dat is al een eerste raad
sel. De Romeinen zeiden zelf: de goden heb
ben ons bevoorrecht boven de anderen.
Maar ik denk dat de Romeinen vooral voor
treffelijke organisatoren waren, vanaf het
begin. Je kunt ze alles verwijten. Dat ze
wreed, meedogenloos en hard waren, maar
ze konden organiseren tot het uiterste. Het
zat in de combinatie: ze voelden zich onder
bescherming van de goden, hun organisa
tie, hun ontzettend goede leger en de compe
titie in de Romeinse maatschappij, waar
door er een strijd was over wie zich de bes
te veldheer mocht noemen. Dat alles bij el
kaar leidde ertoe dat er een patroon ont
stond waarbij de Romeinen zich eerst in ei
gen land en vervolgens in Griekenland,
Klein-Azië en Afrika konden manifesteren.
Ik geloof dus niks van wat de Romeinen
zelf zeiden. Dat ze oorlog voerden omdat ze
werden uitgedaagd. Het is mijn stellige
overtuiging dat er een enorm competitieve
mentaliteit was, waarin iedereen vond dat
de Romeinen de sterksten en de besten wa
ren. We staan in de gunst van goden en dat
zullen we laten zien ook, zo werd gerede
neerd. Ze gingen zich superieur voelen. Het
is deze mentaliteit die tot de opkomst en
bloei heeft geleid. Ze probeerden rechtvaar
diging te vinden voor elke oorlog, terwijl
wij denken dat ze puur op verovering en ge
biedsuitbreiding uit waren."
„Ze hadden een ritueel, waarbij een pries
ter een speer gooide in het land waar Rome
een oorlog mee ging voeren. Een priester.
Zo wilden ze laten zien dat de goden aan
hun zijde stonden. Ik ken uit de geschiede
nis geen volkeren die zeggen te gaan uitbrei
den louter omdat ze denken de sterkste te
zijn. Zelfs Hitiers Duitsland had zijn argu
menten. Door voortdurend de nadruk te leg
gen op de rechtvaardige oorlogen konden
ze laten zien dat ze sterkste waren."
In de bibliografie achterin uw boek ont
breekt het standaardwerk van Gibbon: The
Rise and Fall of the Roman Empire. Is dat
omdat u het achterhaald vindt
„Nee, absoluut niet. Geloof het of niet,
maar ik heb het niet geraadpleegd omdat
het boek in een container zat waar ik van
wege de verhuizing niet in kon. Het is een
meesterwerk, nog steeds. Dat het ont
breekt, is een omissie."
„Het is ook zeker niet zo dat een boek uit
2005 beter is dan een boek uit 1930 of 1780.
Een andere klemtoon is natuurlijk geen we
zenlijk nieuw inzicht. Laten we eerlijk zijn:
in dit vak is een hoop uitonderzocht, om
een lelijk woord te gebruiken. Oude geschie
denis is een vak van de twintigste eeuw. Op
een gegeven moment zal het vak niet meer
op de universiteiten gegeven worden, om
dat alles wel is onderzocht. Je kunt nog wel
tien boeken schrijven over keizer Augustus,
maar daar zal toch niet wezenlijk iets an
ders uitkomen. Gibbon is vooral mooi om te
lezen. Gibbon is literatuur geworden. Vroe
ger was geschiedenis veel eerder literatuur.
In de jaren zeventig en tachtig kreeg je ana
lytische geschiedenis. Modellen bouwen. Al
les moest cijfermatig. Maar nu mag vertel
len weer. Dat zie je aan het succes van boe
ken over geschiedenis. Aan Geert Mak en
ook aan mijn boeken. Dat ze mij de Geert
Mak van de oudheid noemen, ik vind het
goed."
In uw boeken wijdt u uit over wreedheid-
Heeft u moeite met de wreedheid van de Ei'
meinen?
„Wreedheid is een gegeven. Ik erger me aai
historici die beweren dat de gladiatorenspt
len een donkere bladzijde vormen in de Ro
meinse geschiedenis. Als je dat vindt, is de
hele geschiedenis donker. De Romeinen gin
gen iedere maand naar de spelen. Ze expo:
teerden dat product het hele rijk door. Dat
kun je toch moeilijk volhouden dat het een
uitwas was. Oorlogen werden gewonnen en
in de arena's werd de strijd nagespeeld. De
Romeinse samenleving was buitengewoon
competitief, wreed en hard. Voor gewone
mensen was het een zwaar leven."
Theo Hakker!
Fik Meijer: Macht zonder grenzen. Rome et
zijn imperium. 19,95 euro. ISBN 90 253 i
3422 9 Athenaeum - Polak Van Gennep