>zc i. w Ér! f Soms blijft het oorlog in je hoofd - L* 'M Nederlandse ri^ilitairen, na missie in de stress jjedactie bijlagen: 0113-315680 w. pzc.nl iail:redactie@pzc.nl «„otbus 31,4460 AA Goes Ikdvertentie-exploitatie: lNoord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; Keeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Bjationaal: 020-4562500. laterdag 4 februari 2006 j"lC x M0Ê Tilburg bron van absurdisme 41 Het einde van de missie in Irak, juli 2005: Nederlandse militairen staan voor het laatst aangetreden in Camp Smitty. Van de Tweede Kamer mogen er Nederlandse militairen naar Afghanistan gaan. Voor be wapening, luchtvervoer en een exit-plan wordt gezorgd, zegt de minister. Maar hoe staat het met de opvang van onze jongens (m/v) die getraumatiseerd terug komen? Volgens Amerikaans on derzoek leidt één op de zes straks aan het Post Traumatisch Stress Syndroom. „Ook de Afghanis tan-gangers komen in die kou te recht. We hebben er straks hon derden lotgenoten bij, de politiek heeft niets geleerd." In Dedemsvaart drinkt een Portuge se Nederlander begin september vo rig jaar met z'n schoonfamilie een bier tje in café Habana. Hij botst er tegen militair D.H. (22), die net twee jaar in Irak en Afghanistan diende. H. is als ander mens teruggekeerd na dat granaten zijn legermaatje Dave Steensma hebben gedood. H. zegt la ter tegen de reclassering „dat hij ge noeg heeft gezien van wat de buiten landers doen." Als hij in z'n eigen café met zo'n buitenlander botst, staat het vonnis vast: „Die pakken we straks." Na sluitingstijd voert hij volgens het dossier een horde jongeren aan, die de man op de grond zowat doodschop pen. „Om de beux-t namen ze een aan loopje", volgens getuigen. „Alsof ze een strafschop namen." H. heeft in middels anderhalf jaar cel, in het le ger is hij niet meer welkom. „De maat schappij die hem heeft uitgezonden zou nu begripvol moeten zijn", bepleit te zijn advocate K. Spoor. Vergeefs, in de strafmaat maakt het niets uit. De lijst verontrustende gevallen groeit. In oktober 2003 schoot Cam- bodjaveteraan Paul S. in Kerkrade zijn voormalige schoonfamilie neer; en in 2004 vei-moordde militair Theo H. in Schokkerhaven als wraak de va der van z'n oud-commandant. Inciden ten te over: deze maand stak een vete- raan in Eindhoven zijn huis in de brand, nadat hij de Bosnische vlag had uitgehangen. Een Zwollenaar sloeg half december z'n complete in boedel kort en klein en moest door twaalf agenten worden bedaard. Na afloop rookte hij uitgeput een sigai-et- je, leunend tegen de politiewagen, zegt Tom Voulon. Die Zwollenaar is z'n overbuurman en in zekere zin was het alsof hij zichzelf zag staan. Voulon zit met drie lotgenoten in z'n huiskamer. Eén ding verenigt hen, ze hebben allen het Post Traumatisch Stress Syndroom (kortweg PTSS). Ze snappen hoe je zo door het lint kunt gaan en dat een akkefietje van niks ge noeg kan zijn voor excessief geweld. De manier waarop ze zitten, verraadt iets van hun manier van denken: pal tegen de wand, zoals ze bij militaire instructies hebben geleerd, zo heb je altijd overzicht. „Dat soort oorlogsce- nario's zitten nog dagelijks in het hoofd." Stekeltjeshaar Teus Bosch is oud-marinier uit Har derwijk. Hij diende in frak en Cam bodja, oogt met z'n stekeltjeshaar en spierbundels wat als acteur Ed Har- ris. Achteraf gezien was het moeilijk, die uitzending: „Als militair ben je ge traind om terug te schieten bij een aanval, bij de VN mag dat niet, je zit er passief, dat frustreert." Thuis liet z'n lijf het afweten. „Vijfhonderd me ter hardlopen? Het hikte niet meer. Ik was moe, had last van duizelingen. In het militair hospitaal zeiden ze: Je hebt de conditie van een man van 60. Ik was 26." Het leger ontsloeg hem - al zes jaar px-ocedeert hij daartegen, hij wil gewoon een baan van 40 uur te rug. De rechter gaf hem gelijk, maar defensie spande hoger beroep aan. Teus begon te drinken, zegt z'n vrien din Henny. De pijn, de woede, onver werkte beelden kwamen in z'n hoofd steeds meer tot gisting en in 2004 flip te hij volledig. Brief na brief met hulp kreten had hij naar defensie gestuurd, maar het bleef stil. Op de dag dat een verwarde automobiliste op WD-lei- der Van Aartsen inreed - die met de schrik vrij kwam - tikte hij een ander soortig briefje aan de minister van de fensie: „Ik pak je op dezelfde manier, etterbak. Mijn Mondeo heeft een stevi ge bumper, ik rij je hartstikke dood." De brief was netjes ondertekend met z'n registratienummer. In Den Haag kreeg de minister direct persoonlijke bescherming en Teus werd ingere kend. „De straten waren door de poli tie afgezet, de rotonde, alles." Het is vooral de aard van het beestje: „Een militair is gewend actie te nemen, die brengt dingen in kaart en voert dat dan uit." De vier kennen elkaar van de ge- spreksweekeinden in Doorn. Niet door defensie opgezet, maar door de Bond voor Nederlandse Militaii-e Ooi- logs- en Dienstslachtoffers, met geld uit twee sponsor lot eii jen. Met man nen in een kring, die elkaar met één blik al begrijpen. Ondanks de macho een tweebaansweg. Toen zag ik dat een tegenligger ging inhalen. Dat werd krap, het kon eigenlijk niet. Ik dacht: die ga ik straffen en ging dus zo hard mogelijk rijden. Op zo'n mo ment kan m'n vrouw schreeuwen wat ze wil, maar dan is het of de automati sche piloot aangaat." Wat zegt de zelf analyse vervolgens? „Ik denk dat je de macht wilt pakken die zulke situaties je geven. Die heb je niet als je als mili tair bent uitgezonden. Van hogerhand is bepaald dat je niks mag doen, geen partij mag kiezen. Dat voelt als een groot probleem: je zit in het protec tion force, maar je kunt mensen niet beschermen." Een kort lontje - ook Tom Voulon (36) weet ervan mee te praten. Hij zat als chauffeur in Bosnië. Daarna lukte het cultuur waarin ze rijpten staat bij het afscheid de helft te janken. Die onge controleerde razernij, ook daar gaat het vaak over. Iedereen herkent die in zichzelf, zoals Metin Ceylan uit Hasselt, die als chauffeur/ generatorhersteller in Sara jevo zat. Hij werd er volkomen onvoor bereid gedi-opt: „We stapten het vlieg tuig uit, keken naar de bomkraters en al die zandzakken, toen liepen ze: Ren nen, snel - ze gaan zo op je schieten." „Ik reed met m'n vrouw een keexije op niet meer om het oude leventje als be roepschauffeur op te pakken. „Bij het minste werd het me zwart voor de ogen, ik had er al eens eentje achter het stuur weggetrokken en toen de di rectie me drie keer had gewaar schuwd ben ik zelf maar weggegaan. Bij de nieuwe baas werkte ik 90 uur in de week. Heerlijk. Geen tijd om te den ken, het was altijd maar werken." Ook hij zag de strafrechter, nadat hij een buschauffeur had aangevallen die wat te dicht achter hejn stopte. „Ik stapte uit en zag alleen nog die grijn zende rotkop." De spiegel werd ex-af gerukt, het raam sneuvelde. Hij be landde bij het RIAGG. „Daar luisterden ze begx-ipvol, zonder het echt te begrijpen." Een telefoontje met de bond voor oorlogsslachtoffers had meer rendement: „Ik hing direct drie uur aan de lijn, een maatschappe lijk werker hielp me geweldig. Ik moest maar eens naar de veteranen-ge- zinsdag komen. Lotgenoten. Eindelijk begrip: zij hadden het ook meege maakt." Jeroen Havenaer* uit Nijkerk zit ook in die praatgi'oep, hij is Unifil-ganger uit Libanon (1982/83). Hij kwam te- rug met 1500 foto's en dia's en mooie verhalen over feestjes. Die verhalen zijn stilgevallen, nu spoken vooral beelden rond die hij liever niet meer ziet. Hij verliet de militafre dienst in 1988 na een ongeluk, maar kon daar voor eigenlijk al niet meer aax'den. „Slaap je wel eens?" vroeg de com mandant op patrouille. Ook hem was het opgevallen dat Jeroen amper 2,5 uur per dag de ogen dicht deed. Zijn thex-apeut vraagt nu soms: „Je focust je blik op één punt. Waar zit je nu? Meestal in Libanon", zegt Jeroen, „let terlijk tussen twee vuren in, want ze schoten gewoon over ons heen." De heenreis al was een cultuurschok: „In de 70 kilometer vanaf Beirut Airport zag ik meer ellende dan in al mijn ne gentien levensjaren ervoor. Mijn leven valt echt uiteen, in voor- en na Unifil. Ik tel de jaren, het is nu 22 jaar gele den, 23 jaar... en nóg kan ik het uitte kenen." De spanning, het lijfsbehoud, op de toppen van de zenuwen leven, het eiste een zware tol. „Toen Arafat overleed, zag ik voor het eerst op tv wat de granaten hadden aangericht. Toen ging het licht uit, toen brak ik echt." Vaderschap Sinds kort is Metin Ceylan vader - daar ging een innerlijk gevecht aan vooraf. „Ik wilde niet in de positie ko men waarin ik mijn kind kon verlie zen. Ik zag in Joegoslavië dat levens van kindex-en niets waard waren, en hoe je iemand kon raken door het kind te pakken." Het vaderschap gaat best goed - al vex-mengt het echte ge huil 's nachts zich met gehuil van kin dex-en van toen in z'n hoofd, zegt hij. Bij het minste of gex'ingste schieten de PTSS-ex's in hun oorlogssti'ess. Metin: „Een tijdje tex*ug hadden veel kinde ren zo'n speelgoedlasertje, met zo'n rode stip. 's Avonds zie ik zo'n stip over de wand van de kamer glijden. Ik meteen roepen: Liggen, lichten uit! Dan word je in één klap weer militair - want de sluipschutters hadden net zo'n laser." „Het bleek een klein jonge tje. Hij x-iep: Het is maar een lampje! Dat bracht me tot bezinning. Ho! Tot aan dat moment was ik weg, ik wist niet eens dat ik in Hasselt was." Ook de slaap geeft geen rust. Van het min ste of geringste schrikken ze wakker. Jeroen: „We hebben een bam- boe-windoi-geltje in de bomen, daar word ik niet wakker van, maar als een kat op de kliko spx-ingt wel. Dan kleed ik me aan, ben ik alex-t." Als je ze ziet zitten zijn het gezonde mannen. De vier zijn afgebrand. Ge deeltelijk of geheel afgekeurd. Ze heb ben een smalle pox-temonnee. Sappe len geblazen, dat komt er nog bij. De zorgen die komen pas later, en dan geeft niemand thuis. Teus: „Ik verge lijk dit met een bedrijfsongeval: als ie mand op het wei'k wat overkomt, is de werkgever verantwoordelijk. Dit is ook zo'n bedx-ijfsongeval." Met de Af- ghanistan-missie lijkt de regering in dezelfde histox-ische valkuil te duike len: „Ook hiervan komen soldaten ver- knipt en beschadigd terug." In de Zwolse woonkamer snappen ze wat marinier Paul S. in Kei-krade deed die, in modelunifox-m gehesen, zijn ex-schoonoudei's, zijn vriendin en zwager doodschoot, nadat z'n strijd tegen ambtelijke molens, defensie en uitkeringsinstanties zo roemloos was gestx-and. „Toen ik het hoox-de, wist ik meteen dat het een militair was ge weest", zegt Metin, „goed voorbereid, uitgevoex-d, als ik zoiets ooit zou doen zou ik het dus precies zo doen." Jelle Boonstra Havenaer is een gefingeerde achter naam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23