Altijd praten gaat ook vervelen Celliste speelt duet met getourmenteerde ziel PZC Esther Gerritsen Isobel Campbell en Mark Lanegan woensdag 1 februari 2006 L1 T L1ATT T TTZ" roept het gedicht dat Els- üi X vJ"Ui -LN X-i XU X\. schot schreef na de terecht stelling van de Vlaamse acti vist August Borms na meer dan een halve eeuw nog steeds vragen op. Waarom maakte hij het? Wat bedoelde hij precies? August Borms had er al een leven van propaganda voor de Vlaamse zaak opzitten toen hij geëxecuteerd werd. Voor zijn rol in de Grote Oorlog werd hij al tot de doodsstraf veroordeeld. Deze werd echter omgezet in levenslang. In de tweede wereldoorlog wist hij onmiddel lijk wie zijn bondgenoten waren. Hij ijverde voor een zelfstandig Vlaanderen, de opsplitsing van België, werd betaald door de bezet ter en riep jongeren op naar het Oostfront te gaan. Over de aard en de intensiteit van de collaboratie van Borms kan geen misverstand bestaan. Na de oorlog Wordt hij bij verstek ter dood veroordeeld. Als hij wordt gevonden, wordt die in januari 1946 bekrachtigd. Borms na de uitspraak: 'Wij gaan de dood in, heer Voorzitter, opdat Vlaanderen leve'. De straf wordt op 12 april 1946 voltrokken. Borms was toen een oude, invalide man, bijna zeventig jaar oud, maar strijdbaar. Met krukken schuifelde hij naar de executiepaal. 'Dietsland houzee', moet hij geroepen hebben. Vlaanderen had een martelaar. Willem Elsschot las de kranten maar raakte niet in een 'koleire'. Pas in februari 1947 schreef hij de eerste versie van Aan Borms: 'Ik heb u niet gekend, onbuigzame oude vriend, maar dat gij onver saagd ons Vlaanderen hebt gediend, dat weet ik niettemin...' Tot half maart 1947 werkt hij eraan, pn steeds komen er verbeteringen, msscnoi 611 DOOn omzettingen, en nieuwe kwatrij nen. Waarom heeft Elsschot pas na negen, tien maanden de be hoefte een vlammend protest tegen de executie van Borms op rijm te zetten? Was het werkelijk mededogen? Verontwaardiging? Had hij behoefte tegen de heersende opinie in te gaan? Toen Marinus van der Lubbe na de Rijksdagbrand door de nazi's werd veroordeeld, schreef Elsschot ook een scherp gedicht. Hij maakte het acht dagen na de onthoofding, in januari 1934. Is er een parallel met Borms? Zijn biograaf denkt dat er voor Elsschot een familiale aanleiding was. Inderdaad kreeg Elsschots schoonzoon de eerste versie van het gedicht toegestuurd. Deze schoonzoon was in overheidsdienst en bij de zuivering in 1947 kwam hij voor een betrekkelijk geringe aantij ging in problemen. Furieus reageerde Elsschot. Het onrecht dat zijn aangetrouwde zoon werd aangedaan deed hem in het kamp belan den van degenen die de repressie aanklaagden. De grote collabora teur Borms werd zijn middel, zijn schoonzoon het doel. Elsschot wil de het gedicht onmiddellijk publiceren, zelfs stuurde hij het naar het tijdschrift Rommelpot, een bedenkelijk blaadje. Door de betere tijdschriften werd het geweigerd. Toen het getij verliep, zijn schoon zoon niet meer in de problemen zat, en vrienden zich tegen zijn Borms-manoeuvre keerden, wilde Elsschot het gedicht niet meer pu bliceren, hoewel het wel gebundeld werd. Intussen had Elsschot een reactie ontvangen van de jonge Louis Paul Boon, toen dertig jaar en beginnend auteur. Elsschot had Boon verzocht het Bormsgedicht bij publicatie aan hem te mogen opdra gen. Boon weigert in een schitterende brief. Hij prijst Elsschot wel voor zijn moed tegen de stroom in te durven gaan. Maar dan trekt hij alle registers open: 'Ik schijt op België, op de USSR, op Vlaande ren, ik heb in kleine oorlog geschreven dat ik 'lak heb aan een vader land, al is heel de wereld nu Belgiëgezind maar ik heb eveneens lak aan die andere dwaasheid: Vlaanderen Vlaanderens eerge voel, ik haat zoiets, ik walg ervan.' 'De Regent en de Kardinaal en ook Borms haat ik omdat zij symbolen zijn van iets dat de arme man steeds zand in de ogen heeft gestrooid.' Daar is geen woord Frans bij, Lo van Driel Een afspraak met een control- freak - dat dwingt tot stipt heid. Maar Esther Gerritsen con stateert droogjes dat het één mi nuut over twee is. Ze lacht. „Ik kan mijn controledwang goed relativeren, hoor." Niettemin: de ochtend was geheel volgens de vaste orde gereserveerd voor schrijven. Ze heeft goed ge werkt, meldt ze desgevraagd. „Soms zit je alleen maar, en ver ander je hooguit iets aan het let tertype. Vandaag interesseerde het me. Nee, het zit niet in de kwantiteit. Het is goed, als het inhoudelijk beter is geworden. Dat je denkt, nu gaat het de goe de kant op. En dan moet je ei genlijk ook stoppen, want als je doorgaat kom je alleen maar nieuwe problemen tegen." Want het is al lastig genoeg, doordat dit een voorstelling moet worden voor de grote za len. „Dat is best heel moeilijk, want ik heb toch de neiging om alles heel klein te houden." Het stuk gaat over een dochter die besluit bij haar ouders in te trek ken om voor ze te zorgen. Maar die zitten daar in het geheel niet op te wachten. Wat voor soort voorstelling we kunnen ver wachten - „ik weet het eigenlijk niet", zegt Gerritsen na enige aarzeling. „Maar ik heb wel de ervaring dat het, ondanks me zelf, vanzelf tragikomisch wordt." Plet is een bekende scheidslijn in haar werk: de (wrange) hu mor zit in haar toneelteksten, in de verhalen en romans krijgt de donkere kant kleur. „Hoe dat komt? Bij theater laat je veel meer gedragspatronen zien, hoe mensen ten opzichte van elkaar reageren. Als ik dan met'proza bezig ben denk ik: eindelijk, nu kan ik het hebben over hoe het in iemands hoofd toegaat. Als je beschrijft hoe iemand zichzelf gek maakt is dat ernstiger dan wanneer mensen elkaar gek ma ken." Door de uitlaatklep van haar toneelwerk wat meer dicht te houden, kan ze die lichtheid ook in haar proza een kans bie den, verwacht ze. „Ik wil in de toekomst minder voor toneel gaan schrijven. Ik denk dat de behoefte om in mijn proza meer kanten toe te laten dan vanzelf groter wordt." Graf Toch is Lijk, dat na een succes volle toernee in 2004 nu op nieuw wordt gespeeld door thea tergezelschap Het Syndicaat, ook niet bepaald vrolijk van toon. Het begint weliswaar als een gezellig familieweekendje van een broer en zijn beide zus- et tragikomische dat haar toneeltek sten kleurt is in haar proza ver te zoeken. Ook daarom wil schrijfster Esther Gerritsen wat meer af stand nemen van het toneel. „Dan kan ik in mijn andere werk meer kanten toelaten." Maar voorlopig werkt ze nog aan een nieuw stuk, het eer ste voor de grote zaal. En wordt de thriller Lijk bij Het Syndicaat wegens succes ge prolongeerd. Esther Gerritsen sen, maar de ontdekking van een leeg graf in de tuin van het vakantiehuisje leidt tot angst, argwaan en spanning. Voor wie is dat graf bedoeld, en wie gaat de moord plegen? Een omgekeer de thriller dus, maar ook een fa miliedrama met herkenbare per sonages. Juist daarin schuilt de verkla ring voor het succes van Lijk, veronderstelt de auteur. Achteraf stelt Gerritsen vast dat het 'best wel een cynisch stuk' is. „Ik denk dat ik het nu wel wat liefdevoller zou maken. Waarom? Omdat je ook wilt la ten zien hoe ze wél contact ma ken. Al is dat veel moeilijker." Het is nu eenmaal vanzelfspre kender dat goede bedoelingen averechts uitpakken, zegt Ger ritsen. „Mensen kunnen elkaar pijn doen met hele nobele motie ven. In het stuk waarmee ik nu bezig ben is iedereen nog steeds niet heel erg aardig voor elkaar. Maar ik probeer wel te zoeken naar wat ze elkaar wél hebben te bieden. Er iets positiefs aan toe te voegen." Ruimte Over de vraag wat dat over haar zelf zegt moet ze even na denken. „Nou, misschien zie ik nu iets meer hoe egocentrisch mijn wereldbeeld is. Vroeger was ik ervan overtuigd dat ik het goed zag, inmiddels ben ik me ervan bewust dat mensen kennis is gebaseerd op je eigen verlangens en frustraties. Maar is dat positiever? Het biedt wel meer ruimte, in elk geval." Ze vindt het wel interessant om ook haar personages tot zo'n in zicht te laten komen. „In Lijk willen ze ook wel iets met el kaar. Maar iedereen is blind voor de ander, ze geloven alle maal in hun eigen beeld, zijn op gesloten in hun eigen gedach ten. Het is mooi als een persona ge ineens ziet dat-ie blind is." Gerritsen heeft Lijk in de heme- ming.onlangs opnieuw gezien en bespeurde tot haar vreugde dat regisseur en spelers er meer rust in hadden gebracht. „Ik ben foto Marcel Israel/GPD daar zelf ook mee bezig. Tot nu toe was het vooral erg druk, de dingen werden gedefinieerd door taal, iedereen definieerde zichzelf door taal. Ik praat, dus ik ben. Het heeft te maken met mijn angst dat het anders saai wordt. Maar uiteindelijk wordt dat juist saai. Nu weet ik dat er ook stiltes moeten kunnen val len. Het moet ook kunnen bezin ken." Ingrid Bosman Het Syndicaat met Lijk, tekst Esther Gerritsen. Voor meer informatie http://www.hetsyndicaat.com Speellijst (selectie): 10 feb. Vestzak 99 Vlissingen, 2 maart Rotterdam, 4 maart Den Haag, 14 t/m 16 maart Amsterdam (Frascati). Zangeres/celliste Isobel Campbell, be kend vanwege haar engelachtige stem geluid en fluwelen snarenspel, nam een al bum op met ruigaard en getourmenteerde ziel Mark Lanegan. Het lijkt een ongebrui kelijke, zo niet onmogelijke combinatie. Maar ze vullen elkaar juist heel goed aan, vindt de Schotse. „We zijn twee handen op één buik." Twee jaar geleden kwam Campbell Lane gan op het spoor. Ze had toen nog nooit van hem gehoord. De zangeres/celliste, die eer der werkte met de groep Belle Sebastian, werkte aan haar EP Time Is Just The Same, en de stem van haar vaste gastzanger Euge ne Kelly bleek te hoog voor één van de songs. Haar toenmalige vriendje zette de eer ste solo-cd op van de voormalige Screaming Trees- en toenmalige-Queens Of The Stone Age-frontman, en Campbell was meteen ver kocht. Ze stuurde haar song naar zijn pla tenlabel, hij belde haar, zong het nummer voor over de telefoon en de eerste samenwer- Mark Lanegan en Isobel Campbell king was een feit. Ze ontmoetten elkaar toen Lanegan met de Queens in Glasgow speelde en een paar maanden later op nieuw, toen hij met zijn Mark Lanegan Band door Schotland toerde. Campbell stond aan de vooravond van een serie so lo-optredens en zat in een dip. „Ik was heel erg nerveus", vertelt ze. „Ik had het idee dat ik het niet kon, dat ik misschien beter schoonmaker kon worden." Lanegan beur de haar op en gaf haar zelfvertrouwen. „Hij vertelde dat hij mijn platen geweldig vond. Terwijl ik juist dacht dat ze waardeloos wa ren. En toen stelde hij voor om samen een plaat te maken." Lanegan zei onlangs dat hij zich tot Camp bells werk aangetrokken voelde, omdat er een bepaalde duisternis in schuilt. Ze lacht. „Ja, door mijn zang denken veel mensen denken dat ik een lief, lichtelijk naïef meis je ben. Maar dat valt wel mee. Ik zie best dat niet alles rozengeur en maneschijn is. Mijn muziek is vaak redelijk treurig en mijn teksten gaan ook over de donkere kanten van het leven. Maar ik vind het prima dat ik de reputatie heb een lief meisje te zijn. Dan kan ik ondertussen lekker doen wat ik wil." Op het door Lanegan geschreven 'Revolver', de bluestraditional 'St. James Infirmary' en de Hank Williams-cover 'Ramblin' Man' na, schreef Campbell alle songs van het duetten- album Ballad Of The Broken Seas, en ze produceerde de plaat ook zelf. „Ik schreef de nummers met Mark in gedachten, zong ze in en stuurde ze vervolgens naar hem. Per post. Echt waar. En ik doe ook niet aan mp3's. Nee hoor, de songs stonden gewoon op two inch tape." Campbell en Lanegan waren alleen samen in één en dezelfde ruimte toen ze 'Revolver' en 'St. James Infirmary' opnamen in een stu dio in Los Angeles. Sommige ballades roe pen associaties op met het gouden duo Nick Cave en Kylie Minogue. Treffender nog is de vergelijking met het werk van Lee Hazle- wood en Nancy Sinatra. Maar de belangrijk ste invloed kwam van de 'American Recor dings' van Johnny Cash, zegt Campbell. „Die heb ik helemaal grijsgedraaid, en ik wilde iets proberen te maken dat net zo klas siek en tijdloos klonk." Door de combinatie van haar engelachtige vocalen met de rau we, gekwelde voordracht van Lanegan ligt de beauty and the beast-metafoor voor de hand. Maar daar wil Campbell niks van we ten. „Ik heb gewoon een plaat gemaakt met een zanger waar ik erg van ben gaan hou den. En dat is goed genoeg voor mij." Ballad Of The Broken Seas is wel een typi sche man/vrouw- plaat, vindt ze. En dan niet in de zin van tegenstellingen als mooi versus lelijk en sterk versus zwak. „Want vrouwen zijn ook sterk. Die brengen baby's ter wereld. Dat zie ik mannen nog niet zo snel doen. En trouwens, iemand kan lekker ruiken en aardig zijn, maar ondertussen een mes in je rug steken. Terwijl iemand die cha grijnig lijkt, de liefste persoon kan zijn die je je kunt indenken. Dingen zijn niet altijd wat ze lijken!" Nee, wat zij bedoelt met man/vrouw is yin en yang. „We vullen el kaar heel goed aan. We zijn twee handen op één buik. Two sides of the coin." Rob Broere Ballad Of The Broken Seas is verschenen bij V2. Later dit jaar brengt Isobel Campbell een soloal bum uit: het folkgeoriënteerde Milk White Sheets.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 21