Een kleine
pot draai je
op de mast
PZC
Schorrenrijp
dinsdag 31 januari 2006
werk met steengoedklei", legt
hij uit, terwijl hij de draaischijf
op toeren laat komen. „Ik maak
dus geen aardewerk of porse
lein. Dat wordt in de oven min
der hard dan deze klei. Ik kan
mijn producten dunner maken.
Veel mensen vinden dat mooier.
Bovendien kun je steengoedklei
bewerken met loodvrij glazuur.
Dat is beter voor het milieu."
Aan dat milieu hecht Kulker
veel waarde, blijkt in de loop
van het gesprek. Daarom ook
werkt zijn oven op gas en ver
koopt hij in zijn winkel naast ei
gen werk ook natuurvoeding en
houten speelgoed.
Terug naar de klei. Die koopt de
pottenbakker in de fabriek. „In
broodjes van tien kilo." Kulker
pakt een stukje en begint er ste
vig op te slaan en in te knijpen.
„Het moet overal even dik zijn.
®uï(c AmbarlTlcl,:
In personeelsadvertenties
wordt tegenwoordig ge
vraagd om managers, pro
jectleiders en commercieel
medewerkers. Vacatures
voor bijvoorbeeld klompen
makers, garnalenpelsters,
wagenmakers, messensnij-
ders, wiegenmakers en
boekbinders kom je niet
meer tegen. Oude ambach
ten worden door een kleine
groep toch nog in ere ge
houden. De PZC gaat op
zoek naar de beoefenaars.
In deze aflevering: potten
bakker Leo Kulker.
Bovendien wordt het zo soepe
ler."
De schopschijf is met een as ver
bonden met een kleinere schijf
op het tafelblad voor Kulkers
neus. Daarop plakt hij met nat
te klei houten plankjes vast. Op
die plankjes verrijzen de kunst
werkjes. Een schaaltje water om
de handen nat te houden staat
binnen handbereik.
Kulker maakt eerst een klein
potje. Dat is te minuscuul om
zonder trucje te maken. „Dit
noemen we van de mast
draaien", licht hij toe. De homp
klei verandert hij op de draai
schijf in een torentje: onderaan
breed, smaller naar boven toe.
Bovenin maakt hij met zijn vin
ger een gaatje. In mum van tijd
verschijnt bovenop het torentje
een klein potje. Met een naald
snijdt hij die van de rest van het
bergje af.
In sneltreinvaart produceert
Kulker vervolgens een grotere
pot. Eerst, als een basis, met
rechte zijkanten. Met simpele
handbewegingen maakt hij het
onderste deel daarna breder en
het bovenste smaller. Zo makke
lijk, het lijkt wel vanzelf te
gaan. Iedereen die ooit een po
ging heeft gedaan om zelf iets
op een draaischijf te fabriceren,
weet wel beter.
De grootste uitdaging voor een
pottenbakker is het produceren
van een theepot, vertelt Kulker.
„In Duitsland werken ze nog
met het systeem van meesters en
leerlingen. Daar ben je pas echt
een pottenbakker als je een goe
de theepot kan maken. Die moe
ten immers aan allerlei voor
waarden voldoen: mooi rond,
licht om op te tillen en voorzien
van een tuit waarmee je goed
kunt schenken." Kulker vervaar
digt af en toe ook een theepot.
Ook weer in allerlei maten.
Na het draaien moet een voor
werp eerst drogen. Dat duurt
een dag of twee, drie. Daarna
gaat het de oven in. „Die stook
ik heel geleidelijk op", geeft Kul
ker aan. „Eerst moet het vocht
langzaam uit de spullen trek
ken. Elk uur gaat hij wat hoger,
foto's Dirk-Jan Gjeltema
tot zo'n 600 graden." De laatste
uren loopt de temperatuur in de
oven op tot 1000 graden. Na
acht uur mag het product er
weer uit. „Het is dan zo'n tien
procent kleiner dan net na het
maken. Tijdens het drogen en
bakken krimpt het nogal door al
dat vochtverlies,"
Kulker voorziet de gebakken
klei, die bijna wit is, vaak van
wat kleur. „Daar gebruik ik oxi
den van koper, ijzer en kobalt
voor. Daarvan maak ik groene,
bruine en blauwe kleuren." Hij
gaat er zuinig mee om. „Meestal
gebruik ik het alleen om te deco
reren. Een streepje of een rand
je, daar blijft het wel bij." Een
enkele keer gaat hij iets verder.
„Kijk naar deze vaas. Daar heb
ik vóór het drogen de afdruk
van een blad in gezet. Na het
bakken heb ik dat met koperoxi
de groen gemaakt."
Tenslotte gaan de spullen naar
het winkeltje vóór de werk
plaats. Waar ze voor een paar
euro per exemplaar aan de man
worden gebracht.
Na de demonstratie vertelt Kul
ker over zijn toekomst. Hij heeft
een plan om de twee beroepen
die hij tot nu toe had, te ver
vlechten. „Ik ben aan het leren
voor kunstzinnig therapeut.
Daarin kan ik mijn sociale ach
tergrond combineren met het
creatieve. Dat lijkt me heel bij
zonder."
Martijn de Koning
Huidige beoefenaars van oude ambachten rolden
vaak op jonge leeftijd in het vak of kwamen er
min of meer toevallig mee in aanraking. Dat gaat niet
op voor Leo Kulker. Die maakte als volwassene wel
overwogen de keuze om pottenbakker te worden. Inmid
dels runt hij in Westkapelle zo'n 25 jaar pottenbakkerij
't Draaiertje.
Af en toe krijgt Kulker groe
pen op visite. Die komen
kijken naar zijn werk en, leuker
nog, mogen zelf met de klei aan
de slag. Gisteren kwam er een
groep kinderen langs, wijst Kul
ker op een tafeltje bij de deur.
Daar liggen onbeholpen pogin
gen om gezichten, bootjes en vis
sen te maken.
Het moet wel eens wat krap zijn
tijdens zo'n bezoek. De werk
plaats van de pottenbakker is
niet groot. Bovendien staat het
bomvol met schalen, borden, va
zen en kopjes in allerlei soorten
en maten. Een gezellige wanor
de.
Kulker koos voor het pottenbak
ken vanwege zijn kinderen.
„Een dikke 25 jaar geleden
woonden mijn vrouw en ik in
Den Haag. Ik werkte daar in een
kindertehuis. Toen we zelf kin
deren kregen, wilde ik vaker bij
hen zijn. Daarom zocht ik iets
dat ik aan huis kon doen. Potten
bakken leek me wel wat, dus
ging ik daarmee aan de slag."
Kulker ging in de leer bij een
Haagse pottenbakker. „Die ver
huisde na verloop van tijd naar
dit plekje in Westkapelle. Hij
bleek meer een stadsmens, dus
al snel wilde hij terug en vroeg
aan mij of ik zijn huurcontract
wilde overnemen." En zo kwam
het Haagse gezin Kulker 25 jaar
geleden in Westkapelle terecht.
Leven van het pottenbakken
was niet altijd even makkelijk.
Grote problemen leverde het
echter nooit op. „We namen al
tijd genoegen met weinig. De
vrijheid die je met een eigen be
drijf hebt, maakt het weer
goed."
Kulker maakt bijna alle produc
ten op een draaischijf. „Het kan
wel zonder, maar dat is erg ar
beidsintensief. De prijs zou dan
te hoog worden." De draaischijf
heet ook wel schopschijf. Het
wiel zit namelijk aan de voeten
van de pottenbakker. Vroeger
schopte hij die met zijn voeten
rond. Dat kan nu nog steeds,
maar hij werkt ook op elek
trisch.
Kulker gaat aan de slag. „Ik
Pottenbakker Leo Kulker
De Westerschelde bij het och
tendgloren. Bitter koud, enkele
graden onder nul en een hoge
luchtvochtigheid. Dat vertaalt
zich op de overgang tussen land
en water. Kleine waterdruppels
op het schor bevriezen. Zo ont
staat een beeld, vergelijkbaar
met rijp op de weilanden. Zijn
de schorren in de bloeiperiode
van de zeeaster paars, nu tonen
ze zich wit. Schorrenrijp dus.
Schijn bedriegt. Van echte ijs-
vorming in de Westerschelde is
geen sprake. Zout water be
vriest pas bij een temperatuur
van -1,8 graden Celsius en de
watertemperatuur ligt deze win
ter tot nog toe steeds boven nul
(circa vier graden).
Het is trouwens al negen jaar ge
leden dat er in de Westerschelde
echte ijsvorming optrad. Winter
1997 (ook een Elfstedentocht)
dreven er overal ijsschotsen.
foto Ludo Goossens