Altijd eerst even naar de zeedijk egenwoordig lijkt iedereen lid te zijn van de Hofstadgroep 23 Okke van der Maas, eeuwig onderwijzer T erreurbestrij ding in de polder zaterdag 28 januari 2006 Zo af en toe kan hij het niet la ten. Okke van der Maas kruipt dan achter het apparaat dat hij jarenlang verafschuwde en surft naar de website van Schoolbank, een ontmoetings plek voor oud-leerlingen van tal van Nederlandse scholen. Dat doet hij uit nieuwsgierigheid, om te kijken wat zijn voormalige leerlingen van hem vonden. En hij mist hen ook. Hun praatjes, hun problemen.de voormalig directeur van basisschool De Stelle in Terneuzen heeft nog re gelmatig heimwee naar de warm te van de klas. Die typische sfeer laat hem negen jaar na zijn laat ste schooldag nog altijd niet los. Maar wat wil je ook, hij zoekt die prikkel zelf op. Als beheerder van het museum Schooltijd ziet, voelt en ruikt Van der Maas im mers nog bijna dagelijks waarin hij ruim veertig jaar zijn ziel en zaligheid stak. Hoe anders had het toch kunnen lopen. Het was enerzijds bijna een vanzelfsprekendheid dat Van dei- Maas (68) voor de klas zou belanden. Onderwijs zit al generaties lang in het bloed van zijn familie en dus was het bijna logisch dat Okke het voorbeeld van zijn vader zou volgen. Totdat scouts van de Brabantse voetbalclubs Willem II en NAC hem op achttienjari ge leeftijd in de smiezen kregen. „We verhuisden naar Wemeldinge, waar mijn vader op een schippersschool ging lesgeven. In die plaats raakte ik verslingerd aan voetbal. Ik was niet echt technisch, maar wel een heel snel le linksbuiten. Willem II en NAC had den mij al een paar keer bekeken, toen het tijdens een partijtje rugby op school 'krak' in mijn rug zei. Hernia, verlammingsverschijnselen... ze heb ben er nog een kalfsbotje ingezet, maar voetbal was voor mij vanaf dat moment een gesloten boek. Ik ben daarna twaalf jaar helemaal niet meer op een voetbalveld geweest", vertelt Van der Maas. Op dertigjarige leeftijd kwam daar in Terneuzen verandering in, toen Johan Scholten hem vroeg eens bij de plaat selijke Boys te komen kijken. Van dei- Maas gaf gehoor aan dat verzoek, zet te een stap op het gras en raakte on middellijk weer besmet met het voet balvirus. Hij balde jarenlang in de la gere elftallen en werd in 1976 voorzit ter van de zaterdagclub. In 1985 slok te zijn werk echter teveel tijd op en legde hij zijn functie als voorzitter neer. Om daarna zelden of nooit meer bij de club te komen. „Een streep is voor mij een streep, hoe wel het in dit geval lange tijd onbe wust een stippellijn is geweest. Ik was een heel eind op weg in de voetbalwe reld, maar daaraan kwam abrupt een einde. Later is die voetbaldrang bij Terneuzense Boys toch nog volledig bevredigd. Nu kom ik er eigenlijk nooit meer." Een streep is een streep, een einde is voor Van der Maas meest al ook echt een einde. Hoofdstuk uit, nieuwe bladzijde en weer verdergaan. Van der Maas: „Ik voel die eigenschap soms als een tekort. Dan heb ik bij voorbeeld spijt dat ik contacten met bepaalde mensen niet beter heb onder houden. Het komt volgens mij omdat ik vroeger zo vaak ben verhuisd. Goes, Bruinisse, Wemeldinge, Wolp- haartsdijk.vanwege het werk van mijn vader heb ik in heel veel verschil lende plaatsen gewoond. Daardoor koppel ik mijzelf niet zo snel aan men sen." Een carrière als profvoetballer zat er dus niet meer in en zocht Van der Maas dan toch zijn heil in de on derwijswereld. Hij stond voor het eerst voor de klas op een school in Yer- seke, als vervanger van een juffrouw die op haar stuitje was gevallen. Honger Een korte periode op een school in We meldinge volgde, maar toen zijn vader een jaar later een baan in Werkendam aannam, volgde hij zijn ouders. „Ik kon in die plaats op een andere school aan de slag. Na zeven jaar had ik het gezien, ik wilde terug naar Zeeland. Ik miste de zee, de rivier de Merwede was niet genoeg om de honger naar het water te stillen. Als wij nu in Ter neuzen terugkomen na een vakantie in Zuid-Frankrijk, rijden we altijd eerst naar de zeedijk. Even een bakje koffie drinken bij paviljoen Westkant op de dijk, dan pas naar huis. Die aan trekkingskracht heeft onherroepelijk met de watersnoodramp te maken. Ik stond in Wemeldinge als zeventienjari ge met de zandzakken op mijn schou ders. Dat soort zaken laat je niet meer los, dat zet onuitwisbare la-assen op je leven." De verhuizing naar Terneu zen, waar Van der Maas directeur van basisschool De Ark en later De Stelle werd, zorgde bovendien vooral ge- Naam: Okke van der Maas Geboren: Goes, 30 mei 1937 Woonplaats: Terneuzen Burgerlijke staat: gehuwd, drie zonen en een kleinzoon Opleiding: kweekschool in Middelburg en beeldende vorming in Utrecht Werk: vrijwillig beheerder museum Schooltijd in Terneuzen voelsmatig voor lucht. „We kwamen uit het strakke, gestructureerde Wer kendam, waar een grote sociale con trole was. Aan de ene kant was dat prettig, we leefden er in een bescherm de wereld. Maar het werkte tegelijker tijd ook benauwend. In Terneuzen was alles wat vrijer, we kregen hier meer de kans om ons eigen leven te lei den. Ik ben een gelovig en vroom mens, maar wil wel graag zelf denken. Ik wil geloven in vrijheid, met eigen verantwoordelijkheid en de mogelijk heid om zelf beslissingen te nemen." Van der Maas zette zich ook vaak in voor de Hei-vormde Kerk, met name als creatieve geest. Zo gaf hij met re gelmaat liturgieën franje, net zoals hij dat voor tal van verenigingen deed. En als er eens geen doelgerichte op dracht was, liet hij zijn fantasieën de vrije loop in eigen werk. Schilderen, gieten, boetseren... Geef Van dei- Maas wat willekeurig materiaal en hij is er zoet mee. „Ik zie vaak dingen in vormen, die andere mensen niet zo snel zien. Daarom kan ik ook niets weggooien, alles is bruikbaar. De laat ste tijd doe ik niet zoveel meer, mijn handen willen niet altijd meer. Het hakken in natuursteen en het slijp werk lukt niet zo best. Maar die kunst- blik blijft natuurlijk wel aanwezig, ik blijf naar voorwerpen kijken. Knutselen Ik heb jaren zo naturalistisch moge lijk gewerkt, maar gaandeweg ben ik het abstracte werk meer gaan waarde ren. Vroeger was een zee voor mij een zee, maar nu kunnen een paar blauwe vlakken net zo goed het water verbeel den. Kunst is voor mij geen dagelijkse zaak meer, al speel ik de laatste tijd wel regelmatig met foto's op de com puter. Kijken wat ik weg kan laten, wat een andere kleur moet krijgen, dat soort dingen. Photoshoppen noe men ze dat, hè?" Van der Maas had lange tijd niet zo'n hoge pet op van computers, maar opvallend genoeg in een ruimte waar oud materiaal in zo veel mogelijk facetten wordt belicht raakte hij vertrouwd met de mogelijk heden van het apparaat. Hij startte het Schoolmuseum in de Terneuzense Vissteeg negen jaar geleden, omdat hij vond dat er teveel kostbaar materiaal verloren ging. Sindsdien struint hij rommelmarkten af en neemt alle schriftjes, tekeningen en ander lesma teriaal van bezoekers met graag in ont vangst. Achter elk object schuilt immers wel een verhaal. En als dat niet zo is, dan durft Van der Maas er zelf nog wel eens op los te fantaseren. „Ik werd eens gebeld door dagblad Trouw, die voor een museumrubriek een stukje wilde hebben over het Fietsje van So- fietje, dat wij pas aan onze collectie hadden toegevoegd. Dat ding, ik denk uit de jaren twintig, heb ik gevonden in Kloetinge. Tegen Trouw vertelde ik een lang verhaal over het fietsje, dat uit Erpe Mere zou komen. Volledig uit mijn duim gezogen natuurlijk. Belden ze een paar dagen later op, om te vra gen of de plek Erpe Mere wel echt be stond. Ze konden het niet in de atlas vinden. Ik zei dat het net over de grens lag, maar ze durfden het toch niet aan. Maar alle overige onzin stond wel keurig in de krant! Van dat soort dingen kan ik echt genieten. Ik vind het fantastisch om verhalen te maken. Als onderwijzer moest ik ook wel. Meestal zat er wel een kern van waarheid in, maar als je iets interes sant wilt maken voor kinderen, moet je nu eenmaal dingen verpakken. Doe ik in het Schoolmuseum ook. Gooi ik de pechvogel naar een jochie, die hij vervolgens weer naar mij moet bren gen. Dan zie je die oogjes al glinste ren, zo van; hij slaat me toch niet met die plak. Doe ik natuurlijk ook niet, maar zo maak je het verleden voor de kinderen wél levend. Op de website van Schoolbank staan ook reacties van oud-leerlingen over hun tijd in mijn klas. Ik stond bekend als een foto Mechteld Jansen strenge meester, maar veel leerlingen herinneren zich ook dat ik boeiend kon vertellen." Het schoolmuseum barst inmiddels bijna uit zijn voegen. Een depot wordt daarom steeds meer noodzaak. Spulletjes weigeren? Geen denken aan, want het materiaal kan later opeens van onschatbare waarde zijn. Van der Maas volgt de ontwikke lingen in het onderwijs ook nog altijd, zij het van een afstand. „Ik las laatst dat ze op een universiteit tot de con clusie waren gekomen dat spelen ook leren is. Echt waar, daar hebben ze op gestudeerd! Je moet kinderen juist la ten bouwen, tekenen en meer van dat soort dingen. Al die toetsen voor klein tjes, ik vind het idioot. Het zijn ook maar momentopnames. Geef een kind toch tijd om zich te ontwikkelen. Twaalf tot vijftien toetsen per jaar is veel te veel. Het heeft mij in de jaren negentig ook gestoken dat vertegen woordigers van pedagogische centra op de scholen kwamen zeggen wat er goed en fout was, zodat het onderwijs in Nederland kon worden geprofessio naliseerd. Toen vroeg ik me echt af wat ik in al die jaren dan had gedaan. Verbeteren kan natuurlijk altijd, maar ze hebben jammer genoeg zoveel veranderd. Klinkt misschien ouder wets, of niet? Dat ben ik zeker niet, maar ik wil wel heel graag al het goe de bewaren." Raymond de Frel il van der Molen-Maesen (Beek, 1945) as ruim tien jaar lang dé belangrijkste rbestrijder van Nederland. Nu vertelt rhet eerst hoe Nederland jarenlang rbestreed. „Terrorisme was heel lang nc opprioriteit. Nu lijkt plotseling ieder- te zijn van de Hofstadgroep." officier van justitie voor terrorismebe- teI np, maar de bestrijding van terroris- s jarenlang gek genoeg niet uw enige dopt. Ik ben in november 1994 begori- terreurofficier. Een jaar na mijn be ng kreeg ik er mensensmokkel bij. as een nieuw fenomeen dat op dat mo- "j opprioriteit moest krijgen. Natuurlijk anpak van mensensmokkel belang- ct laar zoiets is moeilijk te combineren 'bestrijding van terrorisme." nas u toen de Twin Towers vielen? nr is op vakantie in Frankrijk. Op een ge- ,u moment kreeg ik een sms'je met de Vliegtuig in Twin Towers, New York, it: bah wat een flauwe grap en drukte lichtje weg. Alsof er helemaal niets '1S. hand was, ben ik boodschappen )e loen. Pas toen mijn man belde en me 00 le dat er inderdaad sprake was van c Toristische aanslag was de vakantie er." ,xi direct teruggekeerd naar Nederland? Mijn vaste vervanger was de sigaar, mijn vakantieadres heb ik me natuur- Poel van der Molen-Maesen was tien jaar lang de belangrijkste terreurbestrijder van Nederland. lijk zo veel als mogelijk op de hoogte laten stellen van de situatie in de Verenigde Sta ten. Die vakantie was over; voortdurend zat ik aan de telefoon. Er moest van alles en nog wat worden geregeld. Er moesten ambts berichten worden verstuurd. Twee dagen na de aanslagen hebben wij in samenwerking met de Belgen verschillende aanhoudingen laten verrichten. Er broeide iets, waardoor het noodzakelijk was in te grijpen." Kunt u iets meer zeggen over die aanhoudin gen op 13 september 2001? „Dat ging om de groep rond oud-voetballer Trabelsi. We hadden informatie dat er wat speelde. Op diverse plaatsen hebben we toen huiszoeking gedaan. Trabelsi is niet eerder aangehouden, omdat we niet wisten waar hij was. Toen de Belgen hem hadden getraceerd, konden we in actie komen." U kwam twee dagen na de aanslagen op de Tivin Towers en het Pentagon terug. Wat trof u aan? „Wat mij het meeste opviel was dat plotse ling iedereen over terreurbestrijding ging. Er werden allerhande vergaderingen belegd en instanties bij elkaar geroepen. Ik geloof dat er op een gegeven moment wel vijfen twintig mensen rondliepen met allerlei op drachten om terroristische aanslagen te voorkomen. In de weken na 11 september regeerde de chaos, het overzicht ontbrak." „Voor 11 september was het duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk was. Iedereen wist waar hij aan toe was en dat de terreur- officier uiteindelijk de knopen doorhakte. Na de aanslagen kon je als terreurofficier niet meer over alles gaan. Terrorisme bleek veel erger dan we konden bedenken." Voor zover bekend heeft u één keer gezegd: dit is serieus, we moeten nu ingrijpen. Dat was twee weken na de aanslagen in Ameri ka toen een aantal belangrijke tunnels in Amsterdam en Rotterdam voor al het ver keer werd afgesloten. „We hebben vaker gezegd: dit is serieus. Daarover mag ik niets zeggen. Ook over die tunnelkwestie kan ik inhoudelijk niets zeg gen. Terugkijkend zeg ik wel dat we het ook in dat geval goed hebben gedaan." Is dat de kern van terrorismebestrijding in Nederland: een aanslag voorkomen? „Heel duidelijk: ja. Terrorismebestrijding is voorkomen. We proberen een zaak over te houden, maar dat lukt niet altijd. Dat Sa- mir A. al drie keer is opgepakt en ook weer is vrijgelaten kun je niet zien als een neder laag van het openbaar ministerie. Hadden we hem dan zijn gang moeten laten gaan in de hoop op die manier meer informatie te verzamelen? Hadden we het risico moeten lopen dat hij daadwerkelijk een aanslag op Schiphol of de kerncentrale in Borssele zou plegen?" Hoe vindt u dat Nederland op dit moment omspringt met de aanpak van terrorisme? „Ik denk dat we het goed doen. Niet alleen is er een nationale veiligheidscoördinator aangesteld, er is nu ook veel meer openheid dan vroeger. Het principe dat het voorko men van een aanslag belangrijker is dan het voor de rechter brengen van een panklare zaak steun ik van harte." U bent ruim tien jaar terreurofficier. Hoe veel aanslagen heeft u voorkomen? „Ik vind het niet nuttig dat te zeggen. Met opmerkingen over eventuele aanslagen die ooit zijn voorkomen, maak je mensen node loos bang. Die angst is bovendien nergens voor nodig." O nee? Sinds 2 november 2004 hebben we ook in Nederland met terrorisme te maken. „Verklaar u nader. 2 november 2004? De moord op Theo van Gog'h?? O. Is dat ter reur? Tja... Je mag het van mij terreur noe- men, hoor. Ik zie het vooralsnog als een een mansactie die een enorme shock te weeg heeft gebracht. Vooruit, we noemen het een terroristische daad." Minister Donner van Justitie heeft de moord op Van Gogh een soort keerpunt genoemd in de Nederlandse terreurbestrijding. „Dan denk je wel erg nauw. Wij zijn wereld burgers. 11 september, Madrid, Bali, Casa blanca; dat zijn keerpunten. De aanslagen in New York en Washington vormden de om slag, Madrid bracht moslimterrorisme dicht bij. De moord op Theo van Gogh speelt in dat verband geen enkele rol." Volgens het openbaar ministerie was de moord op Van Gogh meer dan een eenmans actie en bestaat er zoiets als de Hofstad groep die serieus werk maakt van het bera men van aanslagen. „Ik heb moeite met de term Hofstadgroep. Het is een naam die een heel eigen leven is gaan leiden. De AIVD heeft hem ooit be dacht, omdat een aantal verdachten uit Den Haag komt. Tegenwoordig lijkt iedereen bij de Hofstadgroep te horen. Het gemak waar mee gezegd wordt: Dat is de Hofstadgroep, stoort mij wel eens." Heeft u ooit een moment echt gevreesd voor een aanslag op Nederlands grondgebied? „Om eerlijk te zijn: nee. Ik heb nooit de over tuiging gehad dat Nederland nog eens aan de beurt zou komen. Veel mensen zeggen: het is niet de vraag óf Nederland ooit slacht offer wordt van een terreuraanslag, maar wanneer. Ik denk dat het zo'n vaart niet zal lopen. Er is wel dreiging, maar ik heb nooit gedacht: nu gaat het fout. Probleem is dat er geen enkele logica inzit. Waarom wordt Bali getroffen? Waarom Spanje wel en Frankrijk nog niet? Is Nederland een poten tieel doelwit, omdat wij de Verenigde Sta ten steunen en troepen hebben in Afghanis tan? Ik denk dat het van toevalligheden aan elkaar hangt." Björn Oostra

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23