Alles is gericht op vooruitkomen
frvé-leger van de paus betrouwbaar en zwijgzaam
Het gaat mevrouw Coolsen zeker lukken
25'
Mantelzorg
is zó zwaar
Zwitserse Garde viert 500-jarig bestaan
zaterdag 21 januari 2006
Als Gemmy Coolsen niet toe
vallig een gebekte dame zou
zijn, zat haar man nu nog in een
verpleeghuis weg te kwijnen.
Want zij zag ook wel dat hij, on
danks zijn hersenbeschadiging,
méér kon dan bloemschikken al
leen. Ze haalde hem weg uit elk
centrum en zette haar eigen trai
ning thuis in Oost-Souburg
voort. Het werkt: Marko gaat
hard vooruit. Ze wil haar holisti
sche denken ook op andere pa
tiënten toepassen en is van plan
een eigen hersenletselcentrum te
beginnen in Temeuzen, waar ze
vandaan komt.
No, zegt Marko. Hij lust wel een
kopje cappuccino. „No no no no
no." Is het te heet? „No no no no no no
no no." Oh, het is niet lekker. „No no
no no no no no no no no no no no."
Wil je gewone koffie? „No no no."
Marko wil gewone koffie met een cho
colaatje.
Marko is 51, maar leeft soms als een
kind. Komt nog niet verder dan 'no'.
Maar wél met intonaties, zodat zijn
vrouw precies weet wat hij bedoelt.
„Knijpt hij zijn linkeroog dicht, is dat
ja. Als hij zijn hand als een kwekkend
eendje beweegt, betekent dat dat ik te
veel praat. En een kusje, tja, dat is een
kusje. Het blijft een Griek hè."
Gemmy kwam Marko tegen op Kreta,
waar zij werkte als psychotherapeute
en hij als hotelreceptionist. Ze werden
verliefd en trouwden. Op een zondag
ochtend reed Marko op zijn motor
toen een auto het stopbord negeerde.
Hij schepte Marko, die bleef tollen tot
hij tegen een ijzeren paal tot stilstand
kwam. Zijn helm was gespleten. „De
automobilist heeft hem opgepakt, op
de achterbank gelegd en vijftien kilo
meter verderop gedropt in een zieken
huis. Marko bleek een schedelbasis-
fractuur te hebben. In zijn schedel zat
een scheur van vijf centimeter en zijn
hersenen waren helemaal door elkaar
gehusseld. Drie weken lag hij in coma.
Toen hij wakker werd, wist hij niets
meer. Niet wie ik was, niet wie hij
was. In een ziekenhuis in Heraklion,
de hoofdstad van Kreta, is hij geope
reerd. Buiten mijn medeweten hebben
ze een stukje van zijn linkervoorlob
weggesneden. Weg, zonder opgaaf
van reden. Als ze dat niet hadden ge
daan, kon Marko nu nog praten."
Verwilderd dier
Eén dag oud was Marko na het onge
luk. Het werd steeds erger. Zo kent
Kreta geen bloedbank. „Ik moest zelf
de straat op om bloed te ronselen. En
ze gaven hem alleen bouillon. Hij zag
eruit als iemand van tachtig. Zijn fa
milie kon alleen maar jammeren. Van
een gehandicapte moesten ze niks heb
ben; ze vonden dat hij maar moest
doodgaan. Verplegers staken zonder
het te zeggen een spuit in zijn billen.
Marko gilde het uit. Ik nam een half
verwilderd dier mee naar Nederland."
Marko kwam terecht in het zieken
huis van Terneuzen. Daar zagen art
sen pas dat Marko blind was. Sonde
voeding deed Marko goed. Hij knapte
op. Hoewel de scans verraadden dat
Gemmy Coolsen naast haar man Marko: „Zodra het centrum er staat, heeft het dus wel degelijk nut gehad dat hij dat ongeluk kreeg, dat we deze ellende hebben
meegemaakt." foto Lex de Meester
Dr A.C. Hagedoom is revalidatiearts in Temeuzen. Bij hem werd
Marko Dramitinos vijf jaar geleden in 'zwaar verwaarloosde toe
stand' binnengebracht.
„Deze man had heel erg ernstig hersenletsel. Hij was nauwelijks aan
spreekbaar, had allerlei medische problemen, kon zich zelf niet bewegen
en was nog blind ook. Zoals je dat wel vaker ziet bij hersenletselpatiën
ten, had Marko intensieve gedragsproblemen. Hij was gewend de lakens
uit te delen, vooral naar vrouwen, en dat zorgde voor heel ongelukkige
situaties in verpleeghuizen. Dan had hij ook nog eens een enorm daad
krachtige echtgenote, die op eigenhandige manier Marko zelf onder be
handeling nam. Ze beschikt over een hoge mate van ervaringsdeskundig
heid en dus ook over een grote mondigheid. En daar kunnen wij in Neder
land natuurlijk niet zo goed mee omgaan. Verpleeghuizen kunnen dat er
niet bij hebben. Ze werken al onder een enorme druk. Terwijl ik denk
dat je er dan juist gebruik van moet maken."
„Als deze meneer niet zo'n volhardende echtgenote zou hebben, was hij
in een verschrikkelijke toestand beland. Niet alleen lichamelijk, maar
ook mentaal. Alleen kalmerende middelen zouden dan nog werken. Nu is
hij rustiger, hanteerbaar en bovendien zijn er contactmomenten. Hoewel
die nog steeds heel betrekkelijk zijn. Een centrum, zoals mevrouw dat wil
oprichten, moedig ik alleen maar aan. Al is het maar zodat ze beter in
hun vel zullen zitten. En wellicht dat ze nog vooruitgang boeken ook, mil
limeter voor millimeter. Ik denk dat het mevrouw Coolsen zeker gaat luk
ken. Hij is er een uit duizenden, maar zij zeker."
hij niet zou kunnen revalideren, dach
ten ze daar in Terneuzen anders over.
„Ze zeiden dat er meer mogelijk is.
Marko ging voor negentien maanden
naar een klein verpleeghuis. Maar
daar wist de verpleging zich geen
raad met hem. Iemand met hersenlet
sel, die ook nog eens blind is. Ik was
voor mijn gevoel weduwe."
Daar laat een psycho- en manueelthe-
rapeute het natuurlijk niet zomaar bij
zitten. Ze ging hem zelf trainen.
„Tien uur per dag gaf ik hem de basis
zorg die de verpleging hem niet gaf:
op tijd naar het toilet, verse groenten,
fysiotherapie. Ik keek naar zijn be
hoefte. Ik gaf hem koffie, speciaal
eten, draaide zijn lievelingsmuziek.
Een man van 46 heeft niks aan bloem
schikken om te revalideren. De tv
stond keihard. Een blinde kan daar
niet tegen. Iemand met hersenletsel
zeker niet. Marko verveelde zich zo
dat hij bejaarden ging imiteren. Hij
werd depressief. Ik heb hem daar weg-
Keten
Gemmy ging naar Breda, naar De
Blauwe Kamer, een woonvoorziening
voor blinden. Twee dagen en een
nacht per week mocht hij komen. Op
nieuw ging Marko keten. Hij zat tus
sen zwaar verstandelijk gehandicap
ten en zelf was hij al veel verder. Hij
had keyboard leren spelen, leren zin
gen en hij kon voortaan eten met zijn
'goede' hand. Hij kon zelfs zichzelf
scheren. Marko behoorde dus niet tot
de doelgroep en moest gaan.
„Toen kwam Helio Mare, revalidatie
centrum in Wijk aan Zee. Twee thera
peuten zagen het ook wel zitten met
Marko. Maar de verpleging vond mij
maar een lastpak. Ik zette daar mijn
training voort, gaf hem de aandacht
die verplegers hem niet konden geven.
Ik gaf hem melk met anijs, als hij een
epileptische aanval kreeg. Sloeg een
warme fleecedeken om hem heen en
gaf hem een boterham met een ge
kookt eitje. Ik luisterde naar hem; dat
is de holistische benadering. Marko
maakte sprongen vooruit. Maar art
sen vonden mij gekker dan gek. Zij ke
ken alleen naar een vernietigend rap
port van een externe arts, een neurolo
ge nota bene, die schreef dat de ge
schiedenis bewijst dat mensen als Mar
ko niet kunnen revalideren. Daar
moest ik het dan mee doen."
Omdat Helio Mare geen verblijfhuis
was en Marko er al zeven maanden
zat, moest hij weg. Alleen, waarheen?
Gemmy moest niet denken dat hij
weer geïsoleerd zou worden in een ver
pleeghuis. Ze informeerde bij Via-
Taal, een instituut dat mensen met
een beperking leert communiceren.
Misschien kon Marko terecht in de
Vlasborg, een blindenwoonvoorzie-
ning in Vught. Dat kon niet. „Van de
Vlasborch informeerden ze bij Helio
Mare of Marko op zicht naar Vught
kon komen. Natuurlijk niet, zeiden ze,
die man kan helemaal niks. En toen
stonden we weer met lege handen."
Marko ging terug naar de Blauwe Ka
mer, naar de unit 'zwaar verstandelijk
gehandicapten'. „Daar heb ik hem vre
selijk achteruit zien gaan. Hij werd al
leen in een kamertje opgesloten. Om
vijf uur 's middags ging de deur dicht
en ik wist niet wat er met hem gebeur
de. Meerdere malen per week trof ik
hem 's morgens in zijn eigen ontlas
ting aan. De dokter wilde hem maar
meer antidepressiva voorschrijven.
Daar heb ik tegen geprotesteerd. Mar
ko spuugde zelf elke pil uit. Hij wist
dondersgoed dat hij dat niet wilde.
Dus deden ze het maar in zijn melk.
Dat was mijn grens. En dus heb ik
hem daar maar weggehaald. Vanaf
dat moment zit hij bij mij, thuis."
Ze is inmiddels achtenzeventig dos
siermappen verder. Ze wonen in een
huis in Oost-Souburg waar een draai
maken met Marko's rolstoel erg onge
makkelijk gaat. Waar naar de wc
gaan voor hem soms twintig minuten
kan duren. Enorm veel inspanning
kost. Acht keer per dag. Waar zijn bed
staat op vijf meter afstand van de keu
ken met rammelende pannen. Daarom
dat Gemmy een huis in Terneuzen
heeft gekocht, dat ze helemaal kan la
ten aanpassen. Daar gaat ze verder
met zijn training; ze is er nu ook bijna
achttien uur per dag mee bezig. Hele
maal holistisch. „Het betekent dat je
ingaat op wat de patiënt wil. Wil een
patiënt vooruit, dan ga je met hem oe
fenen. Wil die zijn spieren trainen,
dan ga je zijn spieren trainen. Marko
kan nog veel verder vooruit. Dat doet
hij nu ook. Hij is vrij van medicijnen
en kan al vijf stappen zetten met een
loopwagen en hij maakt nieuwe klan
ken. Regelmatig komt zijn geheugen
terug. Vroeger was hij radioverbin
dingsofficier. Toen Marko laatst luis
terde naar een televisiedocumentaire
over Fokkervliegtuigen, kreeg hij tra
nen in de ogen toen het ging over mor
secodes. Hij herkende het."
„Holistisch denken is nieuw in Neder
land, maar veelgeprezen. Jo Vander-
meulen, een deskundige op het gebied
van hersenletsel, zei tegen me: 'Als u
een hersenletselcentrum op basis van
holistisch denken kunt starten, doe
het dan.' Dat ga ik doen."
De BV is al opgericht, Therapeutisch
Centrum I-Nova moet het gaan heten.
De I is van eerste en nova als eerste
ster. Het concept zit helemaal in Gem
my's hoofd. „Ik wil ongeveer acht
mensen tegelijk in behandeling ne
men. Er komt dagbesteding- en trai
ning in blokken van halve, hele en
driekwart dagen. Met de mogelijkheid
tot respijtzorg, tot overnachten. Alles
is gericht op trainen, vooruitkomen.
Het is zorgvernieuwend. Het moet ko
men in Zeeuws-Vlaanderen, waar we
nu gaan wonen en waar ik vandaan
kom. Daar is mijn netwerk. Ja, het is
mij bloedserieus. Geen gril, absoluut
geen gril. Kom op, ik ben 57. Voor gril
len ben ik te oud. Zodra ons huis
klaar is, ga ik ermee aan de slag."
Zwaar werk
Gemmy gaat het zelf doen. Zij weet
immers hoe het moet. Het zal zwaar
zijn. „Dat is dit leven ook. Mantelzor
gen is zó zwaar, dat kun je je niet voor
stellen. Ik heb al tijden geen moment
je voor mezelf gehad. Gedichten schrij
ven, mijn liefhebberij, doe ik 's
nachts. Van een eigen praktijk is het
nooit meer gekomen. Ik ben alleen
maar met Marko bezig, en de bureau
cratie die rondom zijn stituatie hangt.
Het voelt niet eens meer alsof ik zijn
echtgenote ben. Ik hou van hem als
zijn moeder, ik ben zijn therapeute. Ik
kan hem niet in de steek laten. Zodra
het centrum er staat, heeft het dus wel
degelijk nut gehad dat hij dat ongeluk
kreeg, dat we deze ellende hebben
meegemaakt. Ik ben blij dat we elkaar
hebben ontmoet. Wanneer ik voor me
zelf zou hebben gekozen, had ik aan
het eind van mijn leven niet in de spie
gel durven kijken. Dat kan nu wel."
Wendy van den Hurk
irlingen die tegen betaling de paus wel
Men beschermen: 150 mannen marcheer
dep 22 januari 1506 Rome binnen. Paus
fe II, toen ook een wereldlijk heerser,
Me een lijfwacht en kocht Zwitserse be
nbaarheid. Zo is het gebleven. De we-
Idberoemde Zwitserse Garde viert het 500
Je maken in hun geel-blauw-rode mid
deleeuwse dracht de indruk van operet-
oldaatjes, maar een Zwitserse Gardist is
tóón gegoten. Onverstoorbaar onder de
®tuitzonderlijke omstandigheden - zo-
svorig jaar bij de massahysterie rond het
blijden van paus Johannes Paulus II en
•verkiezing van zijn opvolger Benedictus
"Van verdriet uitzinnige pelgrims wer-
net als opdringerige journalisten door
'gardisten beleefd doch onverbiddelijk
'gepaste afstand gehouden van de kerke-
ke elite.
tóeretfideliter ('dapper en trouw') staat
tóhet vaandel van dit nu 110 man sterke
cvé-leger van de paus. Geen kerkvorst
la over de geloofwaardigheid van deze
vreukklagen. Al twintig jaar na hun in-
!5redden zij het leven van paus Clemens
die belaagd werd door -de plunderende
^nvan keizer Karei V. Door hun eigen
ftnte offeren, schiepen ze de mogelijk-
voor deze paus vanuit het Vaticaan te
gappen naar de Engelenburcht in Rome
■^ernaar Orvieto.
^-■drama, dat 147 gardistenlevens eiste,
*ts op 6 mei 1526. Het wordt sinds-
jaar op een bijzondere manier her-
feelk
Met groot ceremonieel - dus in hun
-'Jniform met de twee meter lange en zes
kilo zware hellebaard - leggen de gardisten
opnieuw de eed van trouw aan de paus af.
Nieuwe leden van het korps worden op die
dag ingezworen. Kenmerkend: bij de eed
worden drie vingers van de rechterhand om
hooggestoken om de verbondenheid met de
Heilige Drie-eenheid te symboliseren.
Dat het legertje misschien wel net zo'n ana
chronisme is als de wereldlijke staat Vati
caan zelf betekent nog niet dat het niet met
de tijd is meegegaan. Bij een bezoek aan de
Garde, twee jaar geleden, was een blik in de
wapenkamer ruim voldoende om de paus,
indien nodig, door het modernste'wapen
tuig beschermd te weten. Het arsenaal liep
van moderne machinegeweren tot handige
en effectieve spuitbusjes met traangas.
Het staat vast dat het spuitbusje tot de uit
rusting behoort van de gardisten die de
meest zichtbare taak vervullen: wacht
dienst bij de verschillende poorten van het
Vaticaan en de pauselijke vertrekken. Ver
halen dat zij in hun pofbroeken een machi
nepistool verborgen houden, hebben echter
waarschijnlijk een even hoog waarheidsge
halte als de bewering dat Michelangelo zelf
de ontwerper is van het gardistenuniform.
Aanslag
Behalve het voor het grote publiek zeer
zichtbare deel van hun taken, vergezellen
de gardisten (maar dan in burger) de paus
op zijn reizen of bij optredens op het Sint
Pietersplein. Johannes Paulus II moet een
veiligheidskwelling voor hen zijn geweest,
omdat hij zich graag onder de gelovigen be
gaf. De aanslag in 1981, toen de Turk Meh-
met Ali Agca zijn pistool op de paus leeg
schoot, is in het geheugen van de Garde ge
Nieuwe rekruten van de Zwitserse Garde
foto Max Rossi/GPD
brand. De aanslag was dan wel mislukt (Jo
hannes Paulus II overleefde met zware ver
wondingen) maar niet verijdeld. Hoe de pau
selijke beveiliging precies is geregeld blijft
een taboe. Zonneklaar is dat de gardisten,
thans onder bevel van de beroepsmilitair
overste Elmar Theodor Maeder, vriendelijk
heid aan zwijgzaamheid paren. Het gaat er
gemoedelijk aan toe, met veel door de com
mandant en enkele ondergeschikten opge
diste anekdotes, maar het informatieve ge
halte is nul.
De gardisten laten zich graag fotograferen -
ze zijn een toeristische attractie - maar mij
den de publiciteit. Wat wel over het voet
licht werd gebracht, is dat ondanks de rela
tief lage betaling (1300 euro belastingvrij
per maand voor een gewoon soldaat) de wer
ving van gardisten niet lijdt onder een ge
brek aan enthousiasme.
„Onze internetsite www.schweizergar-
de.org wordt druk bezocht", vertelt de com
mandant, mede om aan te tonen dat een pro
fessioneel, eigentijds personeelsbeleid
wordt gevoerd. De eisen voor inlijving zijn
strikt. Katholiek, en van onbesproken ge
drag, dat gaat nog.
Moeilijker wordt het na toepassing van deze
voorwaarden: Zwitserse nationaliteit, mili
taire training in het Zwitserse leger achter
de rug, niet kleiner dan 1.74 meter, niet jon
ger dan 19 jaar en niet ouder dan 30, onge
huwd en bereid om uitgaansgedrag te beper
ken tot drie keer per maand, en dan tot ui
terlijk het middernachtelijk uur. Dat alles
op basis van een (verlengbaar) contract van
twee jaar.
Niettemin is het bestaan van de Garde maar
één keer echt in gevaar gekomen. Dat was
rond 1970, toen paus Paulus VI het mes zet
te in de verschillende militaire eenheden
van het Vaticaan. Hij maakte een einde aan
de zogeheten Edele Garde, een erebaantje
sinds 1801 voor de Romeinse adel, en het (ge
wapende) zogenoemde Palatijnse Korps.
Als gevolg van de pauselijke plannen stokte
de recrutering en daalde het aantal actieve
gardisten tot het historisch dieptepunt van
42. Paulus VI maakte daarna snel een eind
aan alle onzekerheid en riep de Zwitserse
Garde uit tot enige militaire eenheid van
het Vaticaan.
Sindsdien is recrutering nooit meer een echt
probleem geweest. Gardist zijn, werd en
wordt als een prestigieuze baan beschouwd,
vaak ook de opstap naar een mooie carrière
in het burgerleven. Het lidmaatschap van
de Garde levert het erkende Zwitserse vak
diploma 'specialist beveiliging' op.
Spartaans
De nadelen van de baan worden voor lief ge
nomen: 24 uur per dag beschikbaar, conti
nue wachtdiensten van negen uur, een man
nelijk samenleven in de weliswaar histori
sche maar ook Spartaanse barakken tussen
de Sint Anna-kerk en de rechter colonnade
van het Sint Pietersplein; voor een gewoon
mens allemaal geen pretje.
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat daar
verandering in komt, ook al omdat conserva
tisme in Vaticaan en Garde troef is. Zo zijn
de enige vrouwen die in de barakken wor
den toegelaten de zeer celibataire zusters
van de Albertinen-orde, hoog en veelvuldig
door de Gardisten geprezen voor hun kook-
en schoonmaakkwaliteiten.
„Toetreding van vrouwelijke gardisten zal
ik niet meemaken", zei commandant Mae
der onlangs.
De selectie is streng en hard, maar deson
danks worden er fouten gemaakt. Dat bleek
in 1998. Gardist Cedric Tornay schoot toen
met zijn dienstpistool commandant Tobi Es-
termann en diens echtgenote Gladys Meza
Romero dood en sloeg daarna de hand aan
zichzelf.
Het incident werd met de verklaring 'over
spannen' in de Vaticaanse doofpot gestopt.
Hans Geleijn1;»1