Het is niet allemaal gloria, halleluj a Thuis op het platteland iierdag 21 januari 2006 Tienerseks wordt kouder en grover p*§5» Veel gezinnen op het platteland bezitten meerdere auto's. te schrijven. „Op zaterdag zie je een enkele en op zondag helemaal geen bus", weet Breur. Toch kan hij er niet mee zitten. „Als je hier woont, ben je wel verplicht een auto te hebben. Heb je een acuut tandprobleem, dan moet je zeven kilometer rijden. Dat is verve lend. Maar ben je eenmaal bij de tand arts, dan hoef je waarschijnlijk niet zo lang te wachten als in Rotterdam, waar er zeven patiënten voor je zijn. Dus zo verdien je de tijd weer terug." Natuurlijk noopt het gebrek aan voor zieningen tot meer autoritten. Maar dat zijn wel leuke tripjes, vindt Breur. Het SCP stelt vast dat veel gezinnen op het platteland meerdere auto's be zitten. Van Dixhoorn kan er over mee praten. „Iedereen heeft hier een auto, of twee. Het is heel gewoon om de au to te nemen als je de kinderen tien me ter weg moet brengen", zegt hij cy nisch. Het SCP stelt vast dat bewo ners van het platteland, in tegenstel ling tot stedelingen, het autorijden minder vaak associëren met ergernis sen en vertragingen. „Die Hollanders ergeren zich groen en geel aan de fi les", weet Van Dixhoorn. „Dat heb je hier natuurlijk niet." Jeugd En hoe zit het met de jeugd op Dreischor? Breur weet niets dan goeds te melden. Hangt er een groepje jonge ren rond bij de bushalte, dan gaat hij er niet in een wijde boog omheen maar vraagt hij of ze een lift willen hebben. Bang? „Welnee." Het SCP geeft aan dat jongeren op het platteland zich nogal eens vervelen. 'Ouderen zouden bij rust en ruimte aan gezelligheid en gemoedelijkheid denken en dit ook positief waarderen. Jongeren zijn meer geneigd rust als saaiheid te duiden en gemoedelijkheid als bemoeizucht.' Het drugsgebruik is op het platteland weliswaar minder dan in de stad, on getwijfeld vanwege de geringe be schikbaarheid van stimulerende of verdovende middelen, maar onder plattelandsjongeren is het alcoholge bruik aanmerkelijk hoger dan onder die in stedelijke gebieden. Berucht zijn de drinkketen waarin grote hoe veelheden alcohol achterover worden geslagen. In Zeeland schijnen dat vooral caravans te zijn. Het zegt Breur helemaal niets. „Na tuurlijk zit er wel een boef ie tussen de jongeren. Het is niet allemaal gloria, halleluja." Maar misstanden? Nee, hoor. In het SCP-rapport worden zorgen geuit over de toekomst van het platte land. De afnemende werkgelegenheid en het gebrek aan hoger opgeleide wer kenden vormen een bedreiging voor de vitaliteit van dorpsgemeenschap pen. Ook de verschraling van de voor zieningen is bedreigend. Als mensen geen genoegen nemen met B-kwalitei ten, kan dat tot gevolg hebben dat het platteland wordt verlaten, aldus het SCP. Her en der gebeurt dat al. Zie West-Zeeuws-Vlaanderen. In Dreischor is het voorlopig niet zo ver, schat Breur in. „Ik ben nu drieën zestig. De komende twintig jaar voor zie ik geen opzienbarende veranderin gen. Tegen die tijd heb ik het wel zo'n beetje gehad. Ik heb maar één ding fout gedaan toen ik hier kwam wo nen. Ik ben vijftien jaar te laat naar Dreischor gekomen. Ernst Jan Rozendaal «idyllische beeld van het platteland blijft bestaan. Het leven op het platteland is beter dan in de stad, concludeert het Sociaal en Cul tureel Planbureau. Ook in Dreischor is het rustig, veilig en gemoedelijk. Geen stank, geen verkeerslichten, geen fi les, geen stress, stress, stress. Maar ook nauwelijks voorzie ningen. Het gedicht 'Het kleine dorp' van Jacob Israël de Haan (1881-1924) begint als volgt: Laat ik u schrijven, vriend, hoe zalig stil Het dorpjen is waar ik nu woon, gevlucht Voor de schrille stad en havenend ge rucht, Heelend mijn ziel en mijn ver woesten wil. Het zou kunnen gaan over Dreischor, anno 2006. Het is doodstil op de ring rond de kerk. Door het gras bij de vaart schui felen wat ganzen, uit een zijstraat komt een man aangefietst, bril en grijs haar, kinderzitje voor en achter. Opa heeft de kleinkinderen naar school gebracht, is de eerste gedachte. Maar nee. „Ik heb hem gewoon even geleend", zegt Willem Breur. Dat is in Dreischor de gewoonste zaak van de wereld. De ene dag leen je een fiets bij de buurvrouw, de volgende dag geef je haar met de auto een lift naar Zierikzee. Samen opgegroeid ze ker? Welnee. Hij woont pas sinds okto ber in Dreischor. „Ik heb mijn hele le ven in Rotterdam gewoond. Ik kwam hier wel vaak, speel al jaren in de bil jartvereniging in Zierikzee. Ik had hier vrienden wonen, vandaar. Na een jachtig leven in de grote stad, tweeën veertig jaar in de horeca, ben ik hier naartoe verhuisd. Plet is een verade ming. Waanzinnig lekker." De voormalige Rotterdammer is het levende voorbeeld bij het rapport Thuis op het platteland, dat afgelopen donderdag werd gepresenteerd door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dat heeft op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Het onderzoek bevestigt grotendeels het traditionele idyllische beeld van het platteland dat ook wordt opgeroe pen in het gedicht van Jacob Israël de Haan, constateert het SCP. 'Het platte land is gezond, veilig en rustig, de hui zen zijn er ruim, evenals de kavels waarop ze zijn gebouwd. Om die re den kiezen nogal wat mensen voor het platteland om er te wonen, waarbij ze langere afstanden om noodzakelijke voorzieningen als winkels en scholen te bereiken voor lief nemen.' Het zijn vooral oudere (vroegtijdig) ge pensioneerde stedelingen die naar het Cor van Dixhoorn: „Het saamhorigheidsgevoel is niet meer wat het geweest is." foto's Lex de Meester platteland trekken. Zoals de drieënzes- tigjarige Breur. Hij heeft het Oude Westen in Rotterdam verruild voor Dreischor. Het voelt alsof hij in het pa radijs is beland. „Ik heb me nooit ge realiseerd dat je wel duizend kleuren groen hebt. Als ik hier 's morgens door de polder fiets, dan zie ik ze. Kijk eens om je heen. De kerk hier, die huizen. Iedereen maakt zijn straat je schoon en als het nodig is, wordt dat van de buurman meteen meegeno men. Mijn auto zet ik hier nooit op slot. Denk je dat er ooit iets uit gesto len is? Ik kijk wel eens naar Zeeland- net. Als er hier in de buurt is ingebro ken, zetten ze een bericht op de tekst-tv. Als ze dat in Rotterdam zou den doen, hadden ze wel vierduizend televisiepagina's nodig. Ik vind hier terug wat vijftig jaar geleden allemaal uit Rotterdam is verdwenen." Rapport Ruim zes miljoen Nederlanders wo nen in weinig of niet verstedelijkt ge bied, zeg maar: op het platteland. Dat is achtendertig procent van de bevol king op eenenzeventig procent van de oppervlakte van Nederland. Ze voelen zich gelukkiger dan mensen in de ver stedelijkte gebieden (in Zeeland wor den door het SCP alleen Goes, Middel burg, Terneuzen, Vlissingen en Zierik zee daartoe gerekend). Plattelanders hebben minder stress, zijn tevreden met hun inkomen, hebben betere con tacten met hun buren en zijn gezon der. Of voelen zich in ieder geval ge zonder, want het SCP sluit niet uit dat sommige van de verschillen tussen stad en platteland niet echt zijn, maar bijvoorbeeld 'voortkomen uit een ver schillende perceptie en waardering van gezondheid'. Zo blijkt uit het rap port ook dat het idee dat bewoners op het platteland elkaar sneller te hulp schieten niet op feiten gestoeld. En terwijl Breur het gevoel heeft dat in Dreischor in menig opzicht de tijd stil is blijven staan, is volgens Cor van Dixhoorn de afgelopen halve eeuw juist veel veranderd. Sinds 1956 runt hij de dorpswinkel die zijn ouders in 1929 aanschaften. Wie er binnenstapt, waant zich door een tijdmachine naar de jaren zestig vervoerd. En ook weer niet, want de prominent op de toon bank uitgestalde dvd over Rembrandt is dan wel enorm misplaatst. Saamhorigheidsgevoel „Het saamhorigheidsgevoel is niet meer wat het in de jaren vijftig en zes tig was", meent Van Dixhoorn. „Er zijn hier veel mensen van buiten ko men wonen. Dat heeft toch de sfeer in het dorp bepaald. Die mensen hebben een andere achtergrond, ze kennen de geschiedenis niet, ze zijn in minder dingen geïnteresseerd." Hij vindt het niet erg, hoor, maar het is anders dan vijftig jaar geleden. Veel van de 'Hollanders' die in Dreischor zijn komen wonen, ploffen 's avonds op de bank en kijken tv. Of ze kruipen achter hun computer. In het dorp zie je ze niet. Geeft niks, maar de saamho righeid van vroeger is verdwenen. Van Dixhoorn kan zich goed voorstel len dat stedelingen in Dreischor wil len wonen. „Het is hier natuurlijk veel prettiger. Geen stank, geen verkeers lichten, geen files, niet allemaal stress, stress, stress." Maar de keerzij de kent hij ook. Het SCP geeft aan dat het aantal ouderen dat naar het platte land trekt ongeveer gelijk is aan het aantal jongeren dat zich in de steden vestigt. De ontgroening gaat hand in hand met de vergrijzing. De vraag is of de jeugd die nu vertrekt, ooit nog terugkeert. Van Dixhoorn: „Starters hebben hier weinig mogelijkheden. Wie wil studeren, moet naar Breda of Rotterdam. Hoe groot is de kans dat ze nog terugkeren? En jonge mensen die willen gaan samenwonen, kunnen hier vaak niet terecht. Dat is wel een gemis." Als de bejaarde Van Dixhoorn er straks mee stopt, is Dreischor zijn eni ge winkel kwijt. „Van de verkoop van een pak koffie en suiker kun je niet meer leven", beseft hij als zijn opvol ging ter sprake komt. Zo is ook de kroeg verdwenen. „Je hebt toch geen inkomen aan een biertje en een oude klare?" Een huisarts en een tandarts zijn in Dreischor niet te vinden. En het open baar vervoer is niet om over naar huis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 21