Het zuivere enerzijds, het wilde anderzijds H.C. ten Berge XRedactie bijlagen: 0113-315680 Uwww.pzc.nl 'E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 314460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. ord ^woensdag 4 januari 2006 Toots speelt in Terneuzen errassend en hartverwarmend. Zo noemt de dichter en schrijver Hans C. ten Berge (Alkmaar, 1938) de reacties die hij ontving nadat hem ruim een week ge leden de PC Hooftprijs 2006 werd toegekend, de hoogste lite raire onderscheiding van het land. Het is de kroon op het rijke oeuvre van een 'wilde asceet'. De prijs, waaraan een geld bedrag van 57.000 euro is verbonden, is een grote opsteker voor de auteur die een rumoerig jaar achter de rug heeft. Niet eens zozeer vanwege een verhui zing en een ondeugdelijke nieu we computer zodat hij al twee maanden niet fatsoenlijk kan (door)werken, maar vooral door de manier waarop hij door zijn voormalige uitgever aan de dijk is gezet. „Zo doet zich het op merkelijke feit voor dat het werk van een schrijver die zo juist met de PC Hooftprijs is be kroond nergens te krijgen is", zegt de laureaat op rustige toon, maar met bedwongen woede. Hans ten Berge kan zich er nog altijd over opwinden, over de in zijn ogen schandelijke manier waarop hij en vele andere schrij vers en dichters door het noodlij dende, eens zo gerespecteerde uitgeef huis Meulenhoff (onder deel van concern PCM Uitge vers) werd gedumpt. „En wij, de auteurs, moesten onze mond houden, hoewel ons werk vernie tigd werd. Dat kun je rustig stel len." In de zomer werd werk van Ten Berge verramsjt, waar onder zijn veel geprezen roman Blauwbaards ontwaken (2003) - genomineerd voor de Libris Lite ratuurprijs 2004 - en zijn beju belde jongste dichtbundel Het vertrapte mysterie (2004). „Een heel fonds is naar de knoppen geholpen. Alleen de mensen van de andere kant kwamen aan het woord. Heel kwalijk allemaal. Wij, de auteurs, waren geheel onschuldig in deze zaak, want wat ben je? Een machteloze toe schouwer van de onttakeling van een bedrijf waarvan wij de grondstoffenleveranciers wa ren." Maar de bekroning en de vele loftuitingen en hartverwarmen de reacties daarop, maken veel goed. „Jazeker. Ik had ook niet verwacht dat er zoveel reacties op zouden komen", zegt de dich ter. „Dat was voor mij een zeer grote verrassing. Dat was ik he lemaal niet gewend. Behalve dat je bij boekpublicaties recensies krijgt, hoor je voor de rest wei nig. Wel ontving ik nu een brief van een lezer die mijn werk al tijd gevolgd blijkt te hebben. Dat vind ik nou ontzettend leuk. Kijk, daar doe je het alle maal voor." „Zelf stuur ik zo nu en dan ook een briefje naar een schrijver wiens werk ik bewonder. Ik weet hoe plezierig het voor een auteur is om een reactie uit on verwachte hoek te krijgen, waar in je iets zinvols probeert te zeg gen over dat werk. Een publicist die ik bijvoorbeeld erg goed vind, is Bas Heijne. Hij schrijft hele rake en scherpe dingen over de lompheid van onze cul tuur en tegen de neergang van de omgangsvormen. Ook over de kwestie Theo van Gogh/Ayaan Hirsi Ali heeft hij treffende din gen gezegd. Want wanneer houdt het nu eens op met dat ge schrijf over deze mensen? Heij ne is iemand die er teiioops aan herinnert dat Van Gogh een website had die een rioolput vol gore aanvallen op Jan en alle man was. Oké, hij had de moed om dat ook nog eens hardop te zeggen en het heeft natuurlijk niets te maken met of je iemand wel of niet moet doodmaken. Maar dan hoef je hem nu toch niet ineens als een heilige te be handelen? Nu blijkt zo'n beetje half Nederland ineens bevriend met hem te zijn geweest:"" De bekroonde schrijver blaast even uit in zijn schrijvershuisje in Zutphen, waar hij ongestoord en rustig kan werken. „Thuis is het soms wat al te druk en ru moerig", zegt hij minzaam. „Dat zal iedereen kunnen begrij pen die opgroeiende kinderen heeft." Verhuisdozen staan klaar; hij vertrekt namelijk naai de rand van de stad. Voor de deur hangt een roodfluwelen gordijn om de vorst buiten te houden. Voor wie het (vroege) dichtwerk van Ten Berge kent is dit het ideale weertype. „Kijk eens door het raam naar bui ten", wijst de dichter naar het met poedersneeuw bestrooide Was dit het leven dat zou verder gaan? Ook toen grepen de schurken de macht of de wapens En schreeuwde de wereld uit. Maar hij moest behoeden wat ooit zou verdwijnen: de tuin, Het terras, de schuur in het gras en verweerde gezichten Onder de linden. Daar, zo te staan, geknot, verbeend, Elkaar omarmend met winterse gewrichten.. landschap. „Lichte vorst, alles wit, het besef van helderheid! Het doet denken aan het streven naar arctische zuiverheid waar van veel van zijn werk is door trokken. „Ik woonde vroeger in Bergen in een houten huisje op een klein landgoed van een we duwe. Het was als een klooster tuin omdat er nooit iemand kwam. Het was er 's winters ont zaglijk koud. Het was niet warm te stoken, geen isolatie, een kachel die niet trok. En 's avonds haalde ik bij de oude dame een emmer water dat 's morgens bevroren was. Het was Spartaans ja, maar het was van een enorme zuiverheid die ik daar als jongen van achttien er voer. Die hang naar het zuivere enerzijds en het wilde ander zijds heb ik bij de middeleeu wen ontdekt. Met de mystiek aan de ene kant, zoals ik die bij een grote dichteres als Hade- wych leerde kennen, en de va ganten aan de andere kant. Dat waren de zwervende dichters en intellectuelen die de bloemetjes buiten zetten. Het was iets wat jonge mensen vaak in zichzelf verenigen, het ascetische én het wilde. De atmosfeer in dat huis je is me altijd bijgebleven en heeft veel invloed gehad op mijn werk." En dat heeft het nog steeds, ge tuige de lange novelle waaraan Ten Berge nu de laatste hand legt. Hierin ontmoet een acht tienjarige jongen allerlei intrige rende figuren en keren terloops verscheidene elementen uit zijn vroegere werk terug. Het boek zal waarschijnlijk in of na de zo mer verschijnen bij zijn nieuwe uitgeverij Athenaeum - Polak Van Gennep, waar recentelijk zijn prachtige bloemlezing Op een mat van gele veren ver scheen. Dit boek bevat een keu foto Evert-Jan Daniëls/GPD ze uit door hem vertaalde poëzie van dichters met wie hij zich ver want voelt, onder wie de Ameri kaan Ezra Pound en de Schot Kenneth White. De bloemlezing zegt tegelijker tijd iets over het werk van de sa mensteller zelf, die al vier decen nia onverstoorbaar zijn eigen weg gaat. In die periode schreef de dichter, romancier, essayist, vertaler en verzamelaar van my then van verre volken een vol strekt eigenzinnig en veelzijdig oeuvre bij elkaar waarin alles met alles samenhangt. Uit zijn vitale dichtwerk blijkt boven dien een stex-ke vei-bondenheid met poëzie uit andere tijden en culturen. Hoewel Ten Berges werk (nog) geen grote oplagen haalt, heeft hij over officiële er kenning nooit te klagen gehad. Hij ontving vele literaii-e prij zen, waaronder de Constantijn Huygensprijs (1996) en de Adriaan Roland Holst Penning (2003). Zijn wei'k is wel eens 'moeilijk' genoemd. Wat vindt hij daar zelf van? „Dat vind ik heel verve lend. Ik kan er ook weinig mee. Tijdens lezingen blijkt dat het publiek mijn werk helemaal niet moeilijk vindt. Ik vermoed dat dit stempel op mij gedrukt is in de jaren zestig toen de Ne derlandse literatuur een vrij ex- pei-imentele inslag had. Ook het publiek vond dat toen interes sant. Dat beeld is in de jaren ze ventig gekanteld. Als je nu naar mijn poëziedebuut Poolsneeuw (1964) kijkt, blijkt dat helemaal geen moeilijke gedichten te be vatten. Dat je als auteur in de taal verder gaat dan het alle daags spraakgebruik is niet meer dan normaal. Dat is je taak als schrijver. Je volgt als kunstenaar of als schrijver niet de gemakkelijkste weg. Je pro beert iets te ontwikkelen dat zo wel voor de maker als de lezer interessant kan zijn. De ene keer is dat wat toegankelijker dan de andei-e. Maar als je de moeite neemt om te kijken wat er staat, valt het met de moeilijk heidsgraad van mijn werk reuze mee." Roman „Dat geldt zeker voor mijn ro mans en vei-halen. Net als in een film kan in een roman de tijd- structuur afwijkend zijn of inge wikkeld omdat je anders meteen piijs geeft waar je het over hebt. Het is toch leuker om van een spannende film, een thiïller, tot aan het laatste moment niet te weten wie het gedaan heeft? Zo houd ik als schiïjver ook graag wat troeven achter de hand. De structuur van een boek is soms ingewikkeld. Maar dat is in het hoofd van een mens niet andei's. Een mens gaat in zijn geest voor- en achteruit in de tijd zon der dat hij het doorheeft." Uit Ten Bei-ges werk blijkt een grote maatschappelijke betrok kenheid, een verzet tegen de aan tasting van (oude) beschavingen en (culturele en ecologische) kaalslag. „Het gaat met die af braak tegenwoordig wel heel erg snel. Voor een groot deel is dat het gevolg van de technolo gie. Aan de ene kant kun je die toejuichen, aan de andere kant zorgt die voor een verkokerde manier van denken. De commu nicatiemiddelen nemen met sprongen toe. Tegelijkertijd staan ze het werkelijke contact tussen mensen in de weg. Men ziet elkaar niet meer staan. Men communiceert via e-mail en internet. De mensen die daar vanaf hun tiende mee opgroeien kunnen alleen nog maar naar het beeldscherm kijken. Of ze echt geïnteresseerd zijn in hun omgeving, in de mensen met wie ze omgaan, is de vraag. Hetzelf de geldt voor het huidige onder wijs. Er moesten verschuivingen ontstaan om nieuwe vakken te krijgen, maar dat is gepaard ge gaan met een veiiies aan onder wijs in culturele vakken. Enig historisch besef is afwezig. Dat merken we aan onze eigen kinde ren. Het is moeilijk om ze tijds besef bij te brengen. Wat verder teruggaat dan gisteren of van daag bestaat al niet meer. Ik be grijp wel dat het niet meer kan zoals vroeger, maar het had toch wel een onsje minder ge kund?" Nico de Boer H.C. ten Berge: Op een mat van gele veren. Poëzievertalingen 1968-2003 - Uitgeverij Athenaeum - Polak Van Gennep284 blz., 21,95. De PC Hooftprijs wordt op 19 mei uitgereikt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 19