De lusten en lasten van de fiscus in het jaar 2006
<3
3
PZC
zaterdag 31 december 2005
(Hoeveel belasting betalen
|tV-ein 2006 en wie krijgen
ijaarop korting van de
üscus? Hoe zit het met de
Ibuitengewone lasten en
bet nieuwe zorgstelsel?
[Een selectie uit de 'Fiscale
k\'ijzigingen 2006' voor
wie het geld goed kunnen
gebruiken.
door Anita de Haas
dit overzicht 'Fiscale wijzigingen' is
oor 2006 een inflatiecorrectie gehan-
wrd van 0.9 In de tekst zijn tussen
■ykjes de bedragen vermeld zoals die
•elden voor 2005.
inkomstenbelasting box 1
Grafiek 1
De belastingtarieven in de eer-
üe 2 schijven stijgen respectie-
ïelijk 0,65 en 0,40 de awbz
premie daalt over de hele linie
aet0.90
Algemene heffingskorting
irafiek 2
Iedere belastingplichtige heeft
recht op de algemene heffings
korting. Partners hebben ieder
zelfstandig recht op deze hef
fingskorting. Als één van de
partners geen of weinig inkom
sten heeft en dus zijn eigen hef-
jngskorting niet (helemaal) ge-
pruikt, kan hij het bedrag recht
sreeks uitbetaald krijgen door
ie Belastingdienst. Voorwaarde
is wel dat het eigen inkomen la
bris dan €5.800 en dat de part
ner voldoende inkomen heeft
a voldoende belasting betaalt.
Arbeidskorting
Een belastingplichtige heeft
iiecht op arbeidskoiting als hij
inkomsten heeft uit loon of sa
laris, winst uit onderneming of
resultaat uit overige werkzaam
heden. De hoogte van de ar-
óeidskorting is afhankelijk van
jhet gezamenlijk bedrag van de
reinkomsten. Voor ouderen
ianaf57 jaar geldt een hogere
kinderkorting
De regeling voor de kinderkor-
jrng is vereenvoudigd,
ioortaan is er nog maar één
nnderkorting. De aanvullende
cnderkorting vervalt. De hoog-
t ran de kinderkorting hangt
E'van het gezamenlijke inko-
■envan de belastingplichtige
azijn partner.
ien belastingplichtige heeft
recht op kinderkorting als
erin 2006 meer dan zes maan-
'en een kind tot het eigen huis-
iouden behoort date bij aan-
«ngvan het kalenderjaar jon-
reris dan 18 jaar en
dit kind tijdens die periode op
:et woonadres van belasting
plichtige of dat van zijn part
ner ingeschreven is en door
fa van beide in belangrijke
ate wordt onderhouden en
ret gezamenlijke verzamelin
gen van de belastingplich-
'4e en zijn partner niet hoger
rian €44.034 (€59.612).
fenneer het verzamelinko-
fcen van de belastingplichtige
azijn partner samen maxi
mal €28.521 is, bedraagt de
jQnder korting €892. Is dit geza
menlijk verzamelinkomen ho
ler dan €28.521, dan neemt het
Kdrag van €892 af met 5,75%
fin het bedrag boven €28.521
wardoor de kinderkorting ge
ldelijk afneemt tot nihil. Van-
ifeen gezamenlijk verzamelin
komen van €44.034 komt men
pet meer in aanmerldng voor
kinderkorting.
htra verhoging
kabinet heeft 9 december
kW5 besloten extra geld uit te
«kken voor gezinnen met kin-
feen. De kinderkorting zal
harom worden verhoogd met
teximaal €32. Deze maatregel
Wrdt opgenomen in een wets-
f-orstel dat nog ingediend
worden bij de Tweede Ka
ter. In de tabel met het over-
tchtvan alle heffingskortin-
tfn is deze verhoging daarom
teigniet meegenomen.
Mibinatiekorting
;tn belastingplichtige heeft
*cht op de combinatiekorting
als:
- hij inkomen uit tegenwoordi
ge arbeid heeft waarvoor meer
dan €4.405 (€4.366) wordt ont
vangen, of als hij in aanmer
king komt voor de zelfstandi
genaftrek voor ondernemers en
- er behoort in 2006 gedurende
tenminste 6 maanden een kind
tot zijn huishouding dat bij aan
vang van het kalenderjaar jon
ger is dan 12 jaar en
- tijdens die periode is dit kind
op hetzelfde woonadres inge
schreven als de belastingplich
tige.
Als beide ouders aan de voor
waarden voldoen, hebben ze
allebei recht op deze korting.
Aanvullende combikorting
De minstverdienende partner
die recht heeft op de combina
tiekorting, heeft ook recht op
de aanvullende combinatiekor
ting. Deze heffingskorting
geldt eveneens voor de werken
de alleenstaande ouder die
recht heeft op de combinatie
korting. De aanvullende combi
natiekorting is in 2006 ver
hoogd en bedraagt €608 (€389).
Alleenstaande-ouderkorting
Een belastingplichtige heeft
recht op de alleenstaan
de-ouderkorting als hij in 2006
meer dan zes maanden:
- geen partner heeft en
- een huishouding op hetzelfde
adres voert met een kind dat
hij in belangrijke mate onder
houdt en
- deze huishouding voert met
geen ander dan kinderen die
op 1 januari nog geen 27 jaar
zijn.
Aanvulling
Een belastingplichtige heeft
recht op de aanvullende alleen
staande-ouderkorting als hij:
- recht heeft op de alleenstaan
de-ouderkorting, werkt en
meer dan 6 maanden een kind
jonger dan 16 jaar bij zich
heeft wonen.
De hoogte van de aanvullende
alleenstaande-ouderkorting be
draagt 4,3% van de inkomsten
uit werkzaamheden buiten de
huishouding, maar maximaal
€1.414 (€1.401).
Jonggehandicaptenkorting
De jonggehandicaptenkorting
geldt voor de belastingplichtige
die recht heeft op een Wajong-
uitkering, tenzij voor hem de
ouderenkorting geldt. Men
komt ook voor de jonggehandi
capten-korting in aanmerking,
als weliswaar recht bestaat op
een Wajong-uitkering maar
niet daadwerkelijk een Wajong-
uitkering wordt ontvangen,
vanwege het hebben van een
andere uitkering of ander inko
men uit arbeid.
Ouderenkorting
Een belastingplichtige heeft
recht op de ouderenkorting als
hij op 31 december 2006 65
jaar of ouder is en een verza
melinkomen heeft van niet
meer dan €31.256 (€30.728).
Alleenstaande ouderen
De alleenstaande ouderenkor
ting komt in 2006 in de plaats
van de aanvullende ouderenkor
ting. Voor de alleenstaande
ouderenkorting geldt geen
maximum inkomensgrens.
Een belastingplichtige heeft
recht op de alleenstaande oude
renkorting als hij recht heeft
op een aow-uitkering voor al
leenstaanden.
Levensloopverlofkorting
In het kader van de invoering
van de levensloopregeling,
wordt met ingang van 2006 de
levensloopverlofkorting geïn
troduceerd. Op deze korting
heeft men recht bij een regulie
re opname van levensloopte
goed. De levensloopverlofkor
ting is gelijk aan het bedrag
van het opgenomen levensloop
tegoed, maar ten hoogste €185
per jaar waarin is gestort in de
levensloopregeling. Bedragen
aan levensloopverlofkorting
die in voorafgaande jaren al
zijn genoten worden in minde
ring gebracht.
Ouderschapsverlofkorting
In verband met de introductie
van de levensloopregeling en
de afschaffing van de afdracht-
vermindering betaald ouder
schapsverlof, wordt met ingang
van 2006 de ouderschapsverlof
korting geïntroduceerd.
De ouderschapsverlofkorting
geldt voor de belastingplichtige
die in 2006 gebruik maakt van
zijn wettelijke recht op ouder-
Tarief Box 1 Belastbaar inkomen uit werk en woning
Belastbaar
inkomen
meer dan
Maarniet
meer dan
Belasting
tarief
Tarief premie
volks
verzekeringen
Totaal
tarief
Heffing over
totaal van
de schijven
<65 jaar
€17.046
2.45%
31,7%
34.15%
€5.821
€17.046
€30.631
9,75%
31,7%
41,45%
€11.451
€30.631
52.228
42%
42%
€20.521
€52.228
52%
52%
>65 jaar
€17.046
2,45%
13,8%
16,25%
€2.769
€17.046
€30.631
9,75%
13.8%
23,55%
5.968
€30.631
€52.228
42%
42%
€15.038
€52.228
52%
52%
Premiepercentages volksverzekeringen:
AOW 17,90%, ANW 1,25%,AWBZ 12,55%. Totaal 31.70% (2005:32,60%)
Voor 65+: 13,80% (was 14.70) omdat 65-plussers geen aow-premie betalen.
(Belastingschijven 1 en 2 in 2005:1,80 en 9,35%)
Reiskosten openbaar vervoer EO Eigenwoningforfait
Enkele
reisafstand
woon
werkverkeer
in km
Aftrek
bedrag in
2006
Aftrek-
bedrag in
2005
0 -10 km
10 -15 km
€396
€392
15 -20 km
€529
€524
20 - 30 km
€888
€880
30 -40 km
€1.101
€1.091
40 - 50 km
€1.437
€1.424
50 -60 km
€1.598
€1.583
60 -70 km
€1.773
€1.757
70 - 80 km
€1.834
€1.817
>80 km
€1.859
€1.842
2006 (onveranderd tov 2005)
WOZ-
maarniet
bedraagt
waarde
meer dan
het forfait
meer is dan
percentage
€12.500
nihil
€12.500
25.000
0,20%
25.000
50.000
0,35%
50.000
75.000
0,45%
75.000
en hoger
0,60%
f0 Heffingskortingen 1
<65 jaar
>65 jaar
2006 2005
€948 €910
Algemene heffingskorting
2006
€1.990
2005
€1.894
Arbeidskorting (max)
tot 57 jaar
€1.357
€1.287
57.58 of 59 jaar
€1.604
€1.532
60 of 61 jaar
€1.849
€1.775
62 jaar of ouder
€2.095
€2.019
€998
€969
Kinderkorting
inkomen <28.521
€892
€425
inkomen 28.521 -44.034
€892-0*
425-0
Combinatiekorting
€146
€228
€70
€110
Aanvullende combinatiekorting
€608
€389
€290
€188
Alleenstaande-ouderkorting
€1.414
€1.401
€674
€673
Aanvullende alleenstaande
ouderkorting (maximaal)
€1.414
€1.401
€674
€673
Jonggehandicaptenkorting
€645
€639
Ouderenkorting
€374
€454
Aanvullende ouderenkorting
€287
Alleenstaande ouderenkorting
€562
-
Levensloopverlofkorting
(per jaar van deelname)
€185
Ouderschapsverlofkorting(per verlofuur)
€3,68
Korting maatschappelijke beleggingen
1.3%***
1.3%***
1.3%*
1.3%**'
Korting beleggingen in direct durfkapitaal
1.3%***
1.3%*
1.3%*
1.3%***
892 - 5.75% van (het gezamenlijke verzamelinkomen minus 28.521
4 €425-2,74% van (het gezamenlijke verzamelinkomen minus €28.521)
van de vrijstelling in box 3
Drempels buitengewone uitgaven 2006
Het berekende eigenwoningforfait kan niet
hoger zijn dan €8.900 8.750).
Verzamelinkomen Verzamelinkomen
van tot
€6.783
€6.783 of meer
Drempel
€780
11,5% van het
verzamelinkomen
Graphic JW/BD. Bron Ministerie van Financiën
Als de belastingplichtige het hele jaar een partner heeft gehad, moeten de
verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner worden
samengevoegd en worden de in de tabel genoemde bedragen verdubbeld.
schapsverlof en deelneemt aan
de levensloopregeling. De kor
ting wordt berekend door het
aantal uren ouderschapsverlof
in het kalenderjaar te vermenig
vuldigen met een bedrag van
50% van het bruto minimum
uurloon per opgenomen verlof
uur. De korting bedraagt niet
meer dan de terugval in het be
lastbare loon in 2006 ten op
zichte van 2005.
Aansiaggrens
De aansiaggrens voor de inkom
stenbelasting wordt in 2006
€41 (€40). Als het verschil tus
sen de verschuldigde inkom
stenbelasting en het saldo van
de gezamenlijke voorheffingen
en de voorlopige teruggaven
meer bedraagt dan €41 (€40)
volgt een aanslag.
T-biljet
De grens voor teruggaaf op ver
zoek. op grond van teveel inge
houden loonbelasting en pre
mie volksverzekering over het
belastingjaar 2006 is €13 (€13).
Naast de voorheffingen moeten
ook in aanmerking worden ge
nomen de voorlopige terugga
ven die uitsluitend met het oog
op de heffingskorting zijn vast
gesteld (gezamenlijk genoemd:
voorheffingssaldo). Als dit voor
heffingssaldo de verschuldigde
belasting niet of met niet meer
dan €13 (€13) overtreft, dan
volgt geen aanslag.
Reisaftrek
Grafiek 3
Voor het regelmatig
woon-werkverkeer met het
openbaar vervoer kan de reisaf
trek van toepassing zijn. Voor
deze aftrek gelden een aantal
voorwaarden:
- de belastingplichtige moet be
schikken over een open-
baar-vervoerverklaring of een
reisverklaring) en
- de per openbaar vervoer afge
legde enkele reisafstand moet
meer dan 10 kilometer bedra
gen en
- de belastingplichtige moet re
gelmatig (doorgaans minimaal
één keer per week of minimaal
40 dagen in 2006) tussen zijn
woning en zijn werkplek heen
en weer reizen per openbaar
vervoer.
Eigenwoningforfait
Grafiek 4
Het forfaitpercentage van de
WOZ-waarde van de eigen wo
ning is niet veranderd ten op
zichte van 2005
Aftrek bij geen schuld
Met ingang van 2005 is er een
aftrek wegens geen of geringe
eigenwoningschuld. Deze af
trek wordt verleend als het sal
do van eigenwoningforfait mi
nus de aftrekbare kosten zoals
hypotheekrente positief is. De
aftrek is gelijk aan het verschil
tussen het eigenwoningforfait
en de aftrekbare kosten.
Door deze aftrek kan de bijtel
ling van het eigenwoningfor
fait nooit leiden tot een positief
inkomensbestanddeel in box 1.
De regeling beoogt een positie
ve prikkel te geven aan de fi
nanciering van de eigen wo
ning uit eigen middelen.
Bijtelling privé-gebruik auto
De bijtelling voor het privé-ge-
bruik van de (bestel)auto door
de werknemer wordt met in
gang van 1 januari 2006 niet
langer in de inkomstenbelas
ting belast, maar in de loonbe
lasting. De ondernemer en de
resultaatgenieter moeten wel
in de inkomstenbelasting hun
privé-gebruik van de auto blij
ven bijtellen.
Buitengewone uitgaven
Grafiek 5
Per 1 januari 2006 wordt het
nieuwe zorgstelsel ingevoerd.
De betaalde of ingehouden in
komensafhankelijke bijdragen
en de aan de ziektekostenverze
keraar betaalde aanvullende
premies zorgverzekeringswet
zijn aftrekbaar als buitengewo
ne uitgaven. De aan de verzeke
raar betaalde nominale pre
mies zijn uitgesloten als buiten
gewone uitgaven. In verband
daarmee wordt het bedrag van
de drempel voor de buitengewo
ne uitgaven verlaagd.
Drempels
De drempel buitengewone uit
gaven gaat van 11,2% naar
11,5% van het verzamelinko
men. Er geldt geen maximum
drempel meer. De kosten voor
ziekte, invaliditeit en dergelij
ke komen voor aftrek in aan
merking voor zover zij meer be
dragen dan een bepaalde drem
pel. Het gaat dan om kosten
van belastingplichtige zelf, zijn
fiscale partner en zijn kinderen
jonger dan 27 jaar en tot het
huishouden van belastingplich
tige behorende ernstig gehandi
capte personen van 27 jaar of
ouder en van tot zijn huishou
ding behorende zorgafhankelij
ke ouders, broers of zusters.
In verband met de invoering
van het nieuwe zorgstelsel
wordt met ingang van 2006
het bedrag van de drempel
verlaagd met de op de belas
tingplichtige drukkende stan
daardpremies voor de Zorg
verzekeringswet (€1.015 per
persoon) en verhoogd met
een herrekende zorgtoeslag.
Kleding en beddengoed
Het bedrag voor extra uitgaven
voor kleding en beddengoed
die als uitgaven ter zake van
ziekte en invaliditeit worden
aangemerkt bedraagt €310
310). Indien wordt aangetoond
dat deze extra uitgaven meer
bedragen dan €620 (€620)
wordt het bedrag van €310
310) verhoogd tot €775 (€775).
Reiskosten ziekenbezoek
Het reiskosten in verband met
het regelmatig bezoeken van
wegens ziekte of invaliditeit
langer dan een maand verpleeg
de personen met wie de bezoe
ker bij de aanvang van de ziek
te of invaliditeit een gezamen
lijke huishouding voerde, is ge
steld op €0,19 (€0,18). Voor
waarde is dat de enkele reisaf
stand meer is dan 10 kilometer.
Arbeidsongeschiktheid
Aftrek voor u arbeidsonge
schiktheid is voor personen jon
ger dan 65 jaar. Het in aanmer
king te nemen bedrag wordt ge
steld op €795 (€787).
Chronische ziekte
De regeling voor chronisch zie
ken wordt met ingang van
2006 verder aangepast. Belas
tingplichtigen met een inko
men tot €30.631 komen hier
door eerder in aanmerldng
voor de aftrek.
Voor de vaste aftrek van €795
787) voor uitgaven wegens chro
nische ziekte komt men in aan
merking indien in het kalender
jaar per persoon voor een be
drag van meer dan €314 (€311)
aan bepaalde specifieke ziekte
kosten werkelijk wordt be
taald. Tot deze specifieke ziek
tekosten behoren geneesmidde
len, dieetkosten, eigen bijdrage
AWBZ voor verzorging en ver
pleging, kosten van hulpmidde
len, extra kosten van vervoer
en van gezinshulp en extra uit
gaven voor kleding en bedden
goed.
Indien het verzamelinkomen
vóór toepassing van de per
soonsgebonden aftrek lager is
dan €30.631 (€30.357), wordt
het werkelijke bedrag van deze
specifieke verhoogd met een
vermenigvuldigingsfactor van
113% (65%). Dit betekent dat
213% (165%) van deze specifie
ke kosten in aftrek kunnen
worden gebracht. Hierdoor
kunnen personen met specifie
ke uitgaven eerder de drempel
buitengewone uitgaven over
schrijden en daardoor in aan
merking komen voor aftrek we
gens buitengewone uitgaven.
De toepassing van de vermenig
vuldigingsfactor telt niet mee
voor het behalen van het mini
male bedrag €314 (€311)aan
specifieke uitgaven dat recht
geeft op het chronisch zieken
forfait.
Chronische ziekte kinderen
Ouders/verzorgers van chro
nisch zieke kinderen kunnen
per chronisch ziek kind in aan
merking komen voor een vaste
aftrek van €795 (€787). Aan de
ze aftrek worden de zelfde ei
sen gesteld als aan die van de
hiervoor genoemde uitgaven
wegens chronische ziekte. In
dien beide ouders/verzorgers
uitgaven voor chronische ziek
te van kinderen in aanmerking
nemen, nemen ze deze ieder
voor de helft
Uitgaven wegens ouderdom
Uitgaven ter zake van ouder
dom gelden voor mensen die
op 1 januari 2006 65 jaar of
ouder zijn. Het vaste aftrekbare
bedrag is €795 (€787).
Iedere persoon kan maar
voor één vaste aftrek in aan
merking komen. Dus óf ar-
beidsongeschiktsheidsaftrek,
óf chronisch ziekenaftrek, of
ouderdomsaftrek.
Levensonderhoud kinderen
Uitgaven voor kosten van le
vensonderhoud voor kinderen
jonger dan 30 jaar zijn aftrek
baar als voor het kind geen
recht bestaat op kinderbijslag
ingevolge de AKW en het kind
geen recht heeft op studiefinan
ciering of een met AKW of stu
diefinanciering vergelijkbare re
geling. Als de kosten in belang
rijke mate(ten minste €386 per
kwartaal) drukken op de belas
tingplichtige, komen deze voor
aftrek in aanmerking tot een
bedrag van:
a. €270 per kalenderkwartaal
indien het kind jonger is dan 6
jaar
b. €330 per kalenderkwartaal
indien het kind 6 jaar of ouder,
maar jonger dan 12 jaar is
c. €399 per kalenderkwartaal in
dien het kind 12 jaar of ouder,
maar jonger dan 18 jaar is
d. €330 per kalenderkwartaal
indien het kind 18 jaar of
ouder is.
d2. €660 als de kosten voor 50%
op de belastingplichtige druk
ken en minstens €660 euro
zijn.
d3. €990 als de 18-plusser niet
tot het huishouden van de be
lastingplichtige behoort maar
deze wel 90 tot 100% van de kos
ten voor zijn rekening neemt
en die kosten minstens €990
per kwartaal zijn.
Er bestaat geen aanspraak op af
trek uitgaven levensonderhoud
als het recht op kinderbijslag is
uitgesloten op grond van de
Wet beperking export uitkerin
gen.
Uitgaven gehandicapten
Als de belastingplichtige een
ernstig gehandicapt kind. broer
of zus van 27 jaar of ouder die
doorgaans in een AWBZ-instel-
ling verblijft thuis verzorgt,
heeft hij recht op een aftrek
post. Ook een mentor als be
doeld in het Burgerlijk Wet
boek kan voor de aftrek in aan
merking komen. De volgende
bedragen komen voor aftrek in
aanmerking:
- €9 per dag van verzorging van
de gehandicapte door de belas
tingplichtige
- €0,19 (€0,18) per kilometer
voor het vervoer van de gehan
dicapte per auto van instelling
naar het weekendverblijf en te
rug-
Uitgaven die in aanmerking
zijn genomen als weekenduitga
ven voor gehandicapten kun
nen niet tevens in aanmerking
worden genomen als uitgaven
voor levensonderhoud voor kin
deren.
Scholingsuitgaven
Scholingsuitgaven zijn uitga
ven voor het door belasting
plichtige zelf volgen van een op
leiding of studie met het oog
op het verwerven van inkomen
uit werk en woning. Voor de af
trek van de uitgaven geldt een
drempel van €500 en een maxi
mum van €15.000. Als belas
tingplichtige recht heeft op af
trek van de vaste bedragen in
het kader van de wet studiefi
nanciering wordt het maxi
mum daarmee verhoogd.
Uitgaven lijfrente en premies
Premies voor lijfrenten zijn on
der bepaalde voorwaarden af
trekbaar. Premies voor een ar
beidsongeschiktheidsverzeke
ring, premies WAZ en premies
van lijfrenten voor meerderjari
ge invalide(klein)kinderen zijn
niet gebonden aan een maxi
maal aftrekbedrag.
De maximale premiegrondslag
bij de berekening van de jaar
ruimte is €148.579 (€147.253).
De in te bouwen aow-franchise
bij de berekening van de jaar
ruimte is €10.816 (€10.719).
Voor tijdelijke oudedagslij ff en
ten is het maximaal bedrag van
de jaaruitkering €19.161
18.990).
Vut/prepensioen/levensloop
In verband met de invoering
van de Wet
Vut/prepensioen/levensloop
zijn premies voor overbrug-
gingslijffenten met ingang van
2006 niet meer aftrekbaar. Er
geldt een overgangsregeling
voor premies die tot en met
2005 zijn afgetrokken. Op
grond daarvan kunnen in de
toekomst nog wel overbrug-
gingslijffenten ingaan.
Voor aftrek van premies voor
tijdelijk oudedagslijffenten
wordt voortaan de eis gesteld
dat de termijnen niet eerder in
gaan dan het jaar waarin de be
lastingplichtige 65 jaar wordt.
Kamerverhuurvrijstelling
De vrijstelling voor kamerver-
huur bedraagt in 2006 €3.902.
Box 3
De belasting op het belastbare
inkomen uit sparen en beleg
gen bedraagt 30%. Als belast
baar inkomen uit sparen en be
leggen geldt een vast rende
ment van 4%. De belastinghef
fing over box 3 is daardoor 1,2%
(30% van 4%).
Heffingvrij vermogen
Bij de berekening van het voor
deel uit sparen en beleggen
heeft een belastingplichtige
recht op een heffingvrij vermo
gen van €19.698 (€19.522). Het
heffïngvrije vermogen kan on
der voorwaarden worden over
gedragen aan de partner.
Toeslag per minderjarige kind:
€2.631 €2.607) per minderja
rig kind.
Het heffingvrije vermogen kan
onder voorwaarden worden ver
hoogd met de ouderentoesl-
Schulden
Voor de berekening van het
voordeel uit sparen en beleg
gen worden schulden in aan
merking genomen voor zover
de gezamenlijke waarde meer
bedraagt dan €2.700; partners
dubbele.
Spaarloon of levensloop
Het bedrag dat de werknemer
in 2006 mag sparen is net als
nu maximaal €613. De werkne
mer mag slechts bij één werkge
ver deelnemen aan de spaar
loonregeling. Voorwaarden:
- de werknemer is sinds 1 janua
ri 2006 bij die werkgever in
dienst en
- die werkgever past de algeme
ne heffingskorting toe.
Als een werknemer na de eer
ste dag van het kalenderjaar bij
een werkgever in dienst treedt
kan hij dus niet van de spaar
loonregeling van die werkgever
gebruik maken.
In de inkomstenbelasting geldt
voor het jaar 2006 een vrijstel
ling in box 3 van maximaal
€17.025 (€17.025) voor geblok
keerde spaartegoeden uit een
spaarloonregeling.
Levensloopregeling
Op 1 januari 2006 wordt de le
vensloopregeling ingevoerd.
Met de levensloopregeling kun
nen werknemers sparen om in
de toekomst een periode van
onbetaald verlof te financieren.
De levensloopregeling kan wor
den gebruikt voor elke vorm
van verlof, zoals zorgverlof, sab
batical, ouderschapsverlof en
educatief verlof. Het spaarsaldo
mag ook gebruikt worden om
eerder met pensioen te gaan.
De huidige verlofspaarregeling
mag worden omgezet in de le
vensloopregeling. Er kan maxi
maal 12% van het loon ge
spaard worden. Is men op 31 de
cember 2005, 51 jaar of ouder,
maar nog geen 56 jaar, dan
geldt er een speciale regeling.
Deze werknemers mogen dan
meer sparen dan 12% van het
brutoloon. Zo kan men in een
kortere periode toch een be
hoorlijk levenslooptegoed op
bouwen.
Vanaf 2006 kan de werknemer
jaarlijks kiezen aan welke rege
ling hij wil deelnemen: spaar
loon of levensloop. Gelijktijdig
in beide regelingen geld inleg
gen is niet mogelijk. Die keuze
hoeft niet vóór
1 januari 2006 gemaakt te wor
den; dit kan het hele jaar. Als
men echter in 2006 een bedrag
heeft ingelegd in de spaarloon
regeling (en dus feitelijk een
keuze heeft gemaakt voor
spaarloon) heeft men nog tot 1
juli 2006 de mogelijkheid om
die keuze te herzien. De stortin
gen in de spaarloonregeling die
in 2006 tot die datum hebben
plaatsgevonden, moeten in dat
geval vóór 1 juli door de bank
teruggestort worden naar de
werkgever. De werkgever moet
vervolgens deze bedragen ook
vóór 1 juli als loon aan de werk
nemer uitbetalen.
Reiskostenvergoeding
De maximale belastingvrije ver
goeding van zakelijke kilome
ters is €0,19 (€0,18) per kilome
ter, ongeacht het vervoermid
del. Woon-werkverkeer is ook
zakelijk verkeer.
Auto van de zaak
Vanaf 1 januari 2006 behoort
de bij telling voor het privé-ge
bruik van de auto van de zaak
tot het loon in plaats van een
bijtelling in de inkomstenbelas
ting. De bijtelling voor privé-ge
bruik is de waarde van het pri
vé-gebruik van een ter beschik
king gestelde personen- of be
stelauto, verminderd met de ei
gen bijdrage van de werknemer
voor het privé-gebruik. De waar
de van het privé-gebruik is een
forfaitair percentage van de ca
talogusprijs van de auto, inclu
sief BPM en omzetbelasting.
Voor het jaar 2006 is dat 22%.
De bij telling geldt per kalender
jaar.
Als een werknemer minder dan
500 kilometer per kalenderjaar
privé rijdt en dit kan bewijzen,
is er geen bijtelling. De werkne
mer kan daartoe een verklaring
aanvragen bij de Belasting
dienst. Het aanvraagformulier
dat hij daarvoor moet gebrui
ken, is te downloaden via www.
belastingdienst.nl.
De overgang van deze bij telling
van de inkomstenbelasting
naar de loonheffing kan gevol
gen hebben voor de Voorlopige
Teruggave.
Successie en schenking
Met ingang van 1 januari 2006
worden nalatenschappen en
schenkingen aan kerkelijke, le
vensbeschouwelijke, charitatie
ve, culturele, wetenschappelij
ke of het algemeen nut beogen
de instellingen geheel vrijge
steld van het successie- en
schenkingsrecht. In 2005 was
het tarief 8%.