De lusten en lasten van de fiscus in het jaar 2006 <3 3 PZC zaterdag 31 december 2005 (Hoeveel belasting betalen |tV-ein 2006 en wie krijgen ijaarop korting van de üscus? Hoe zit het met de Ibuitengewone lasten en bet nieuwe zorgstelsel? [Een selectie uit de 'Fiscale k\'ijzigingen 2006' voor wie het geld goed kunnen gebruiken. door Anita de Haas dit overzicht 'Fiscale wijzigingen' is oor 2006 een inflatiecorrectie gehan- wrd van 0.9 In de tekst zijn tussen ■ykjes de bedragen vermeld zoals die •elden voor 2005. inkomstenbelasting box 1 Grafiek 1 De belastingtarieven in de eer- üe 2 schijven stijgen respectie- ïelijk 0,65 en 0,40 de awbz premie daalt over de hele linie aet0.90 Algemene heffingskorting irafiek 2 Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffings korting. Partners hebben ieder zelfstandig recht op deze hef fingskorting. Als één van de partners geen of weinig inkom sten heeft en dus zijn eigen hef- jngskorting niet (helemaal) ge- pruikt, kan hij het bedrag recht sreeks uitbetaald krijgen door ie Belastingdienst. Voorwaarde is wel dat het eigen inkomen la bris dan €5.800 en dat de part ner voldoende inkomen heeft a voldoende belasting betaalt. Arbeidskorting Een belastingplichtige heeft iiecht op arbeidskoiting als hij inkomsten heeft uit loon of sa laris, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaam heden. De hoogte van de ar- óeidskorting is afhankelijk van jhet gezamenlijk bedrag van de reinkomsten. Voor ouderen ianaf57 jaar geldt een hogere kinderkorting De regeling voor de kinderkor- jrng is vereenvoudigd, ioortaan is er nog maar één nnderkorting. De aanvullende cnderkorting vervalt. De hoog- t ran de kinderkorting hangt E'van het gezamenlijke inko- ■envan de belastingplichtige azijn partner. ien belastingplichtige heeft recht op kinderkorting als erin 2006 meer dan zes maan- 'en een kind tot het eigen huis- iouden behoort date bij aan- «ngvan het kalenderjaar jon- reris dan 18 jaar en dit kind tijdens die periode op :et woonadres van belasting plichtige of dat van zijn part ner ingeschreven is en door fa van beide in belangrijke ate wordt onderhouden en ret gezamenlijke verzamelin gen van de belastingplich- '4e en zijn partner niet hoger rian €44.034 (€59.612). fenneer het verzamelinko- fcen van de belastingplichtige azijn partner samen maxi mal €28.521 is, bedraagt de jQnder korting €892. Is dit geza menlijk verzamelinkomen ho ler dan €28.521, dan neemt het Kdrag van €892 af met 5,75% fin het bedrag boven €28.521 wardoor de kinderkorting ge ldelijk afneemt tot nihil. Van- ifeen gezamenlijk verzamelin komen van €44.034 komt men pet meer in aanmerldng voor kinderkorting. htra verhoging kabinet heeft 9 december kW5 besloten extra geld uit te «kken voor gezinnen met kin- feen. De kinderkorting zal harom worden verhoogd met teximaal €32. Deze maatregel Wrdt opgenomen in een wets- f-orstel dat nog ingediend worden bij de Tweede Ka ter. In de tabel met het over- tchtvan alle heffingskortin- tfn is deze verhoging daarom teigniet meegenomen. Mibinatiekorting ;tn belastingplichtige heeft *cht op de combinatiekorting als: - hij inkomen uit tegenwoordi ge arbeid heeft waarvoor meer dan €4.405 (€4.366) wordt ont vangen, of als hij in aanmer king komt voor de zelfstandi genaftrek voor ondernemers en - er behoort in 2006 gedurende tenminste 6 maanden een kind tot zijn huishouding dat bij aan vang van het kalenderjaar jon ger is dan 12 jaar en - tijdens die periode is dit kind op hetzelfde woonadres inge schreven als de belastingplich tige. Als beide ouders aan de voor waarden voldoen, hebben ze allebei recht op deze korting. Aanvullende combikorting De minstverdienende partner die recht heeft op de combina tiekorting, heeft ook recht op de aanvullende combinatiekor ting. Deze heffingskorting geldt eveneens voor de werken de alleenstaande ouder die recht heeft op de combinatie korting. De aanvullende combi natiekorting is in 2006 ver hoogd en bedraagt €608 (€389). Alleenstaande-ouderkorting Een belastingplichtige heeft recht op de alleenstaan de-ouderkorting als hij in 2006 meer dan zes maanden: - geen partner heeft en - een huishouding op hetzelfde adres voert met een kind dat hij in belangrijke mate onder houdt en - deze huishouding voert met geen ander dan kinderen die op 1 januari nog geen 27 jaar zijn. Aanvulling Een belastingplichtige heeft recht op de aanvullende alleen staande-ouderkorting als hij: - recht heeft op de alleenstaan de-ouderkorting, werkt en meer dan 6 maanden een kind jonger dan 16 jaar bij zich heeft wonen. De hoogte van de aanvullende alleenstaande-ouderkorting be draagt 4,3% van de inkomsten uit werkzaamheden buiten de huishouding, maar maximaal €1.414 (€1.401). Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting geldt voor de belastingplichtige die recht heeft op een Wajong- uitkering, tenzij voor hem de ouderenkorting geldt. Men komt ook voor de jonggehandi capten-korting in aanmerking, als weliswaar recht bestaat op een Wajong-uitkering maar niet daadwerkelijk een Wajong- uitkering wordt ontvangen, vanwege het hebben van een andere uitkering of ander inko men uit arbeid. Ouderenkorting Een belastingplichtige heeft recht op de ouderenkorting als hij op 31 december 2006 65 jaar of ouder is en een verza melinkomen heeft van niet meer dan €31.256 (€30.728). Alleenstaande ouderen De alleenstaande ouderenkor ting komt in 2006 in de plaats van de aanvullende ouderenkor ting. Voor de alleenstaande ouderenkorting geldt geen maximum inkomensgrens. Een belastingplichtige heeft recht op de alleenstaande oude renkorting als hij recht heeft op een aow-uitkering voor al leenstaanden. Levensloopverlofkorting In het kader van de invoering van de levensloopregeling, wordt met ingang van 2006 de levensloopverlofkorting geïn troduceerd. Op deze korting heeft men recht bij een regulie re opname van levensloopte goed. De levensloopverlofkor ting is gelijk aan het bedrag van het opgenomen levensloop tegoed, maar ten hoogste €185 per jaar waarin is gestort in de levensloopregeling. Bedragen aan levensloopverlofkorting die in voorafgaande jaren al zijn genoten worden in minde ring gebracht. Ouderschapsverlofkorting In verband met de introductie van de levensloopregeling en de afschaffing van de afdracht- vermindering betaald ouder schapsverlof, wordt met ingang van 2006 de ouderschapsverlof korting geïntroduceerd. De ouderschapsverlofkorting geldt voor de belastingplichtige die in 2006 gebruik maakt van zijn wettelijke recht op ouder- Tarief Box 1 Belastbaar inkomen uit werk en woning Belastbaar inkomen meer dan Maarniet meer dan Belasting tarief Tarief premie volks verzekeringen Totaal tarief Heffing over totaal van de schijven <65 jaar €17.046 2.45% 31,7% 34.15% €5.821 €17.046 €30.631 9,75% 31,7% 41,45% €11.451 €30.631 52.228 42% 42% €20.521 €52.228 52% 52% >65 jaar €17.046 2,45% 13,8% 16,25% €2.769 €17.046 €30.631 9,75% 13.8% 23,55% 5.968 €30.631 €52.228 42% 42% €15.038 €52.228 52% 52% Premiepercentages volksverzekeringen: AOW 17,90%, ANW 1,25%,AWBZ 12,55%. Totaal 31.70% (2005:32,60%) Voor 65+: 13,80% (was 14.70) omdat 65-plussers geen aow-premie betalen. (Belastingschijven 1 en 2 in 2005:1,80 en 9,35%) Reiskosten openbaar vervoer EO Eigenwoningforfait Enkele reisafstand woon werkverkeer in km Aftrek bedrag in 2006 Aftrek- bedrag in 2005 0 -10 km 10 -15 km €396 €392 15 -20 km €529 €524 20 - 30 km €888 €880 30 -40 km €1.101 €1.091 40 - 50 km €1.437 €1.424 50 -60 km €1.598 €1.583 60 -70 km €1.773 €1.757 70 - 80 km €1.834 €1.817 >80 km €1.859 €1.842 2006 (onveranderd tov 2005) WOZ- maarniet bedraagt waarde meer dan het forfait meer is dan percentage €12.500 nihil €12.500 25.000 0,20% 25.000 50.000 0,35% 50.000 75.000 0,45% 75.000 en hoger 0,60% f0 Heffingskortingen 1 <65 jaar >65 jaar 2006 2005 €948 €910 Algemene heffingskorting 2006 €1.990 2005 €1.894 Arbeidskorting (max) tot 57 jaar €1.357 €1.287 57.58 of 59 jaar €1.604 €1.532 60 of 61 jaar €1.849 €1.775 62 jaar of ouder €2.095 €2.019 €998 €969 Kinderkorting inkomen <28.521 €892 €425 inkomen 28.521 -44.034 €892-0* 425-0 Combinatiekorting €146 €228 €70 €110 Aanvullende combinatiekorting €608 €389 €290 €188 Alleenstaande-ouderkorting €1.414 €1.401 €674 €673 Aanvullende alleenstaande ouderkorting (maximaal) €1.414 €1.401 €674 €673 Jonggehandicaptenkorting €645 €639 Ouderenkorting €374 €454 Aanvullende ouderenkorting €287 Alleenstaande ouderenkorting €562 - Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname) €185 Ouderschapsverlofkorting(per verlofuur) €3,68 Korting maatschappelijke beleggingen 1.3%*** 1.3%*** 1.3%* 1.3%**' Korting beleggingen in direct durfkapitaal 1.3%*** 1.3%* 1.3%* 1.3%*** 892 - 5.75% van (het gezamenlijke verzamelinkomen minus 28.521 4 €425-2,74% van (het gezamenlijke verzamelinkomen minus €28.521) van de vrijstelling in box 3 Drempels buitengewone uitgaven 2006 Het berekende eigenwoningforfait kan niet hoger zijn dan €8.900 8.750). Verzamelinkomen Verzamelinkomen van tot €6.783 €6.783 of meer Drempel €780 11,5% van het verzamelinkomen Graphic JW/BD. Bron Ministerie van Financiën Als de belastingplichtige het hele jaar een partner heeft gehad, moeten de verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner worden samengevoegd en worden de in de tabel genoemde bedragen verdubbeld. schapsverlof en deelneemt aan de levensloopregeling. De kor ting wordt berekend door het aantal uren ouderschapsverlof in het kalenderjaar te vermenig vuldigen met een bedrag van 50% van het bruto minimum uurloon per opgenomen verlof uur. De korting bedraagt niet meer dan de terugval in het be lastbare loon in 2006 ten op zichte van 2005. Aansiaggrens De aansiaggrens voor de inkom stenbelasting wordt in 2006 €41 (€40). Als het verschil tus sen de verschuldigde inkom stenbelasting en het saldo van de gezamenlijke voorheffingen en de voorlopige teruggaven meer bedraagt dan €41 (€40) volgt een aanslag. T-biljet De grens voor teruggaaf op ver zoek. op grond van teveel inge houden loonbelasting en pre mie volksverzekering over het belastingjaar 2006 is €13 (€13). Naast de voorheffingen moeten ook in aanmerking worden ge nomen de voorlopige terugga ven die uitsluitend met het oog op de heffingskorting zijn vast gesteld (gezamenlijk genoemd: voorheffingssaldo). Als dit voor heffingssaldo de verschuldigde belasting niet of met niet meer dan €13 (€13) overtreft, dan volgt geen aanslag. Reisaftrek Grafiek 3 Voor het regelmatig woon-werkverkeer met het openbaar vervoer kan de reisaf trek van toepassing zijn. Voor deze aftrek gelden een aantal voorwaarden: - de belastingplichtige moet be schikken over een open- baar-vervoerverklaring of een reisverklaring) en - de per openbaar vervoer afge legde enkele reisafstand moet meer dan 10 kilometer bedra gen en - de belastingplichtige moet re gelmatig (doorgaans minimaal één keer per week of minimaal 40 dagen in 2006) tussen zijn woning en zijn werkplek heen en weer reizen per openbaar vervoer. Eigenwoningforfait Grafiek 4 Het forfaitpercentage van de WOZ-waarde van de eigen wo ning is niet veranderd ten op zichte van 2005 Aftrek bij geen schuld Met ingang van 2005 is er een aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze af trek wordt verleend als het sal do van eigenwoningforfait mi nus de aftrekbare kosten zoals hypotheekrente positief is. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Door deze aftrek kan de bijtel ling van het eigenwoningfor fait nooit leiden tot een positief inkomensbestanddeel in box 1. De regeling beoogt een positie ve prikkel te geven aan de fi nanciering van de eigen wo ning uit eigen middelen. Bijtelling privé-gebruik auto De bijtelling voor het privé-ge- bruik van de (bestel)auto door de werknemer wordt met in gang van 1 januari 2006 niet langer in de inkomstenbelas ting belast, maar in de loonbe lasting. De ondernemer en de resultaatgenieter moeten wel in de inkomstenbelasting hun privé-gebruik van de auto blij ven bijtellen. Buitengewone uitgaven Grafiek 5 Per 1 januari 2006 wordt het nieuwe zorgstelsel ingevoerd. De betaalde of ingehouden in komensafhankelijke bijdragen en de aan de ziektekostenverze keraar betaalde aanvullende premies zorgverzekeringswet zijn aftrekbaar als buitengewo ne uitgaven. De aan de verzeke raar betaalde nominale pre mies zijn uitgesloten als buiten gewone uitgaven. In verband daarmee wordt het bedrag van de drempel voor de buitengewo ne uitgaven verlaagd. Drempels De drempel buitengewone uit gaven gaat van 11,2% naar 11,5% van het verzamelinko men. Er geldt geen maximum drempel meer. De kosten voor ziekte, invaliditeit en dergelij ke komen voor aftrek in aan merking voor zover zij meer be dragen dan een bepaalde drem pel. Het gaat dan om kosten van belastingplichtige zelf, zijn fiscale partner en zijn kinderen jonger dan 27 jaar en tot het huishouden van belastingplich tige behorende ernstig gehandi capte personen van 27 jaar of ouder en van tot zijn huishou ding behorende zorgafhankelij ke ouders, broers of zusters. In verband met de invoering van het nieuwe zorgstelsel wordt met ingang van 2006 het bedrag van de drempel verlaagd met de op de belas tingplichtige drukkende stan daardpremies voor de Zorg verzekeringswet (€1.015 per persoon) en verhoogd met een herrekende zorgtoeslag. Kleding en beddengoed Het bedrag voor extra uitgaven voor kleding en beddengoed die als uitgaven ter zake van ziekte en invaliditeit worden aangemerkt bedraagt €310 310). Indien wordt aangetoond dat deze extra uitgaven meer bedragen dan €620 (€620) wordt het bedrag van €310 310) verhoogd tot €775 (€775). Reiskosten ziekenbezoek Het reiskosten in verband met het regelmatig bezoeken van wegens ziekte of invaliditeit langer dan een maand verpleeg de personen met wie de bezoe ker bij de aanvang van de ziek te of invaliditeit een gezamen lijke huishouding voerde, is ge steld op €0,19 (€0,18). Voor waarde is dat de enkele reisaf stand meer is dan 10 kilometer. Arbeidsongeschiktheid Aftrek voor u arbeidsonge schiktheid is voor personen jon ger dan 65 jaar. Het in aanmer king te nemen bedrag wordt ge steld op €795 (€787). Chronische ziekte De regeling voor chronisch zie ken wordt met ingang van 2006 verder aangepast. Belas tingplichtigen met een inko men tot €30.631 komen hier door eerder in aanmerldng voor de aftrek. Voor de vaste aftrek van €795 787) voor uitgaven wegens chro nische ziekte komt men in aan merking indien in het kalender jaar per persoon voor een be drag van meer dan €314 (€311) aan bepaalde specifieke ziekte kosten werkelijk wordt be taald. Tot deze specifieke ziek tekosten behoren geneesmidde len, dieetkosten, eigen bijdrage AWBZ voor verzorging en ver pleging, kosten van hulpmidde len, extra kosten van vervoer en van gezinshulp en extra uit gaven voor kleding en bedden goed. Indien het verzamelinkomen vóór toepassing van de per soonsgebonden aftrek lager is dan €30.631 (€30.357), wordt het werkelijke bedrag van deze specifieke verhoogd met een vermenigvuldigingsfactor van 113% (65%). Dit betekent dat 213% (165%) van deze specifie ke kosten in aftrek kunnen worden gebracht. Hierdoor kunnen personen met specifie ke uitgaven eerder de drempel buitengewone uitgaven over schrijden en daardoor in aan merking komen voor aftrek we gens buitengewone uitgaven. De toepassing van de vermenig vuldigingsfactor telt niet mee voor het behalen van het mini male bedrag €314 (€311)aan specifieke uitgaven dat recht geeft op het chronisch zieken forfait. Chronische ziekte kinderen Ouders/verzorgers van chro nisch zieke kinderen kunnen per chronisch ziek kind in aan merking komen voor een vaste aftrek van €795 (€787). Aan de ze aftrek worden de zelfde ei sen gesteld als aan die van de hiervoor genoemde uitgaven wegens chronische ziekte. In dien beide ouders/verzorgers uitgaven voor chronische ziek te van kinderen in aanmerking nemen, nemen ze deze ieder voor de helft Uitgaven wegens ouderdom Uitgaven ter zake van ouder dom gelden voor mensen die op 1 januari 2006 65 jaar of ouder zijn. Het vaste aftrekbare bedrag is €795 (€787). Iedere persoon kan maar voor één vaste aftrek in aan merking komen. Dus óf ar- beidsongeschiktsheidsaftrek, óf chronisch ziekenaftrek, of ouderdomsaftrek. Levensonderhoud kinderen Uitgaven voor kosten van le vensonderhoud voor kinderen jonger dan 30 jaar zijn aftrek baar als voor het kind geen recht bestaat op kinderbijslag ingevolge de AKW en het kind geen recht heeft op studiefinan ciering of een met AKW of stu diefinanciering vergelijkbare re geling. Als de kosten in belang rijke mate(ten minste €386 per kwartaal) drukken op de belas tingplichtige, komen deze voor aftrek in aanmerking tot een bedrag van: a. €270 per kalenderkwartaal indien het kind jonger is dan 6 jaar b. €330 per kalenderkwartaal indien het kind 6 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar is c. €399 per kalenderkwartaal in dien het kind 12 jaar of ouder, maar jonger dan 18 jaar is d. €330 per kalenderkwartaal indien het kind 18 jaar of ouder is. d2. €660 als de kosten voor 50% op de belastingplichtige druk ken en minstens €660 euro zijn. d3. €990 als de 18-plusser niet tot het huishouden van de be lastingplichtige behoort maar deze wel 90 tot 100% van de kos ten voor zijn rekening neemt en die kosten minstens €990 per kwartaal zijn. Er bestaat geen aanspraak op af trek uitgaven levensonderhoud als het recht op kinderbijslag is uitgesloten op grond van de Wet beperking export uitkerin gen. Uitgaven gehandicapten Als de belastingplichtige een ernstig gehandicapt kind. broer of zus van 27 jaar of ouder die doorgaans in een AWBZ-instel- ling verblijft thuis verzorgt, heeft hij recht op een aftrek post. Ook een mentor als be doeld in het Burgerlijk Wet boek kan voor de aftrek in aan merking komen. De volgende bedragen komen voor aftrek in aanmerking: - €9 per dag van verzorging van de gehandicapte door de belas tingplichtige - €0,19 (€0,18) per kilometer voor het vervoer van de gehan dicapte per auto van instelling naar het weekendverblijf en te rug- Uitgaven die in aanmerking zijn genomen als weekenduitga ven voor gehandicapten kun nen niet tevens in aanmerking worden genomen als uitgaven voor levensonderhoud voor kin deren. Scholingsuitgaven Scholingsuitgaven zijn uitga ven voor het door belasting plichtige zelf volgen van een op leiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Voor de af trek van de uitgaven geldt een drempel van €500 en een maxi mum van €15.000. Als belas tingplichtige recht heeft op af trek van de vaste bedragen in het kader van de wet studiefi nanciering wordt het maxi mum daarmee verhoogd. Uitgaven lijfrente en premies Premies voor lijfrenten zijn on der bepaalde voorwaarden af trekbaar. Premies voor een ar beidsongeschiktheidsverzeke ring, premies WAZ en premies van lijfrenten voor meerderjari ge invalide(klein)kinderen zijn niet gebonden aan een maxi maal aftrekbedrag. De maximale premiegrondslag bij de berekening van de jaar ruimte is €148.579 (€147.253). De in te bouwen aow-franchise bij de berekening van de jaar ruimte is €10.816 (€10.719). Voor tijdelijke oudedagslij ff en ten is het maximaal bedrag van de jaaruitkering €19.161 18.990). Vut/prepensioen/levensloop In verband met de invoering van de Wet Vut/prepensioen/levensloop zijn premies voor overbrug- gingslijffenten met ingang van 2006 niet meer aftrekbaar. Er geldt een overgangsregeling voor premies die tot en met 2005 zijn afgetrokken. Op grond daarvan kunnen in de toekomst nog wel overbrug- gingslijffenten ingaan. Voor aftrek van premies voor tijdelijk oudedagslijffenten wordt voortaan de eis gesteld dat de termijnen niet eerder in gaan dan het jaar waarin de be lastingplichtige 65 jaar wordt. Kamerverhuurvrijstelling De vrijstelling voor kamerver- huur bedraagt in 2006 €3.902. Box 3 De belasting op het belastbare inkomen uit sparen en beleg gen bedraagt 30%. Als belast baar inkomen uit sparen en be leggen geldt een vast rende ment van 4%. De belastinghef fing over box 3 is daardoor 1,2% (30% van 4%). Heffingvrij vermogen Bij de berekening van het voor deel uit sparen en beleggen heeft een belastingplichtige recht op een heffingvrij vermo gen van €19.698 (€19.522). Het heffïngvrije vermogen kan on der voorwaarden worden over gedragen aan de partner. Toeslag per minderjarige kind: €2.631 €2.607) per minderja rig kind. Het heffingvrije vermogen kan onder voorwaarden worden ver hoogd met de ouderentoesl- Schulden Voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleg gen worden schulden in aan merking genomen voor zover de gezamenlijke waarde meer bedraagt dan €2.700; partners dubbele. Spaarloon of levensloop Het bedrag dat de werknemer in 2006 mag sparen is net als nu maximaal €613. De werkne mer mag slechts bij één werkge ver deelnemen aan de spaar loonregeling. Voorwaarden: - de werknemer is sinds 1 janua ri 2006 bij die werkgever in dienst en - die werkgever past de algeme ne heffingskorting toe. Als een werknemer na de eer ste dag van het kalenderjaar bij een werkgever in dienst treedt kan hij dus niet van de spaar loonregeling van die werkgever gebruik maken. In de inkomstenbelasting geldt voor het jaar 2006 een vrijstel ling in box 3 van maximaal €17.025 (€17.025) voor geblok keerde spaartegoeden uit een spaarloonregeling. Levensloopregeling Op 1 januari 2006 wordt de le vensloopregeling ingevoerd. Met de levensloopregeling kun nen werknemers sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren. De levensloopregeling kan wor den gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals zorgverlof, sab batical, ouderschapsverlof en educatief verlof. Het spaarsaldo mag ook gebruikt worden om eerder met pensioen te gaan. De huidige verlofspaarregeling mag worden omgezet in de le vensloopregeling. Er kan maxi maal 12% van het loon ge spaard worden. Is men op 31 de cember 2005, 51 jaar of ouder, maar nog geen 56 jaar, dan geldt er een speciale regeling. Deze werknemers mogen dan meer sparen dan 12% van het brutoloon. Zo kan men in een kortere periode toch een be hoorlijk levenslooptegoed op bouwen. Vanaf 2006 kan de werknemer jaarlijks kiezen aan welke rege ling hij wil deelnemen: spaar loon of levensloop. Gelijktijdig in beide regelingen geld inleg gen is niet mogelijk. Die keuze hoeft niet vóór 1 januari 2006 gemaakt te wor den; dit kan het hele jaar. Als men echter in 2006 een bedrag heeft ingelegd in de spaarloon regeling (en dus feitelijk een keuze heeft gemaakt voor spaarloon) heeft men nog tot 1 juli 2006 de mogelijkheid om die keuze te herzien. De stortin gen in de spaarloonregeling die in 2006 tot die datum hebben plaatsgevonden, moeten in dat geval vóór 1 juli door de bank teruggestort worden naar de werkgever. De werkgever moet vervolgens deze bedragen ook vóór 1 juli als loon aan de werk nemer uitbetalen. Reiskostenvergoeding De maximale belastingvrije ver goeding van zakelijke kilome ters is €0,19 (€0,18) per kilome ter, ongeacht het vervoermid del. Woon-werkverkeer is ook zakelijk verkeer. Auto van de zaak Vanaf 1 januari 2006 behoort de bij telling voor het privé-ge bruik van de auto van de zaak tot het loon in plaats van een bijtelling in de inkomstenbelas ting. De bijtelling voor privé-ge bruik is de waarde van het pri vé-gebruik van een ter beschik king gestelde personen- of be stelauto, verminderd met de ei gen bijdrage van de werknemer voor het privé-gebruik. De waar de van het privé-gebruik is een forfaitair percentage van de ca talogusprijs van de auto, inclu sief BPM en omzetbelasting. Voor het jaar 2006 is dat 22%. De bij telling geldt per kalender jaar. Als een werknemer minder dan 500 kilometer per kalenderjaar privé rijdt en dit kan bewijzen, is er geen bijtelling. De werkne mer kan daartoe een verklaring aanvragen bij de Belasting dienst. Het aanvraagformulier dat hij daarvoor moet gebrui ken, is te downloaden via www. belastingdienst.nl. De overgang van deze bij telling van de inkomstenbelasting naar de loonheffing kan gevol gen hebben voor de Voorlopige Teruggave. Successie en schenking Met ingang van 1 januari 2006 worden nalatenschappen en schenkingen aan kerkelijke, le vensbeschouwelijke, charitatie ve, culturele, wetenschappelij ke of het algemeen nut beogen de instellingen geheel vrijge steld van het successie- en schenkingsrecht. In 2005 was het tarief 8%.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 9