Noorden Pakistan is een grote camping
PZC
Iedereen
probeert de
Pakistaanse
ontheemden
voor zich
te winnen
zaterdag 31 december 2005 30
De aardbeving in Pakistan
was de grootste ramp van
2005. Nu de kou heeft ingezet in
het getroffen gebied, dat zeer
bergachtig en moeilijk toeganke
lijk is, zou je verwachten dat de
overlevenden op het punt staan
om dood te gaan. Pakistan heeft
geluk bij een ongeluk: om politie
ke redenen is de hele wereld toe
gesneld om te helpen. Over de bit
tere kou, het Grote Spel en een
kapper die de bergen voor zich
zelf heeft.
Kapper Muhammad scheert een
klant. Zijn kapperszaak werd
verwoest tijdens de aardbeving,
alleen zijn stoel is nog over.
foto Harald Doornbos/GPD
Het is vijf uur 's middags en bijna
donker. In Pakistans aardbe-
vingsgebied, vlak voor het weggevaag- i
de dorpje Kawai, betekent dat alarm.
Of anders gezegd, zorgen dat je snel
onderdak vindt. Want niemand wil
hier in het donker rijden.
De wegen zijn gedeeltelijk weggesla- i
gen. Overal zitten diepe scheuren in
het wegdek en soms moet je heel voor
zichtig over een uit de bergen gehakt
paadje manoeuvreren. Rechts enorme
rotsblokken, links - en dat is vervelen
der - diepe afgronden die soms tot een
halve kilometer stijl naar beneden
gaan.
Bovendien is dit stammengebied. Dat
betekent dat de hier wonende boeren j
iedereen die zij niet kennen beschou
wen als het andere kamp en daarom
min of meer vogelvrij is. Hotels om de
nacht door te brengen zijn er niet. Hui
zen evenmin. Alles, maar dan ook al
les, is ingestort.
„Niet 99 procent van alle gebouwen,
maar 100 procent is verdwenen", zegt
een plaatselijke hulpverlener. Ik
vraag aan Kashif, mijn Pakistaanse
tolk, of wij wellicht in een tent kun
nen slapen bij de overlevenden van de
aardbeving. Nadat wij de auto langs I
de weg parkeren ter hoogte van het ge
hucht Harka, lopen wij een paar ten
ten af.
Tradities
Iedere keer krijgen wij van de mannen
te horen: „Sorry, we zitten vol." Na
tuurlijk zijn niet alle tenten vol, legt
Kashif uit, „maar ze willen niet dat
we in de tenten slapen, omdat hun
vrouwen daar ook verblijven." In dit
gebied is het streng verboden voor
vrouwen om hun gezicht te tonen aan
niet-familieleden, laat staan dat zij
twee vreemde mannen in hun tent dul
den. Inmiddels smeken wij de tentbe
woners om een plekje voor de nacht.
Maar het heeft geen enkele zin. Tradi
ties zijn tradities; aardbeving of niet.
Een man vertelt dat er iets verderop
een tentenkamp is van het Pakistaan
se leger. In de schemer slaan wij van
de hoofdweg af en wij nemen een
klein bergpaadje, omhoog. Tweehon
derd meter verderop stuiten wij op
nieuw op een tentenkamp. De bewo
ners zeggen dat het nog een half uur
lopen is door de bergen naar het kamp
van het Pakistaanse leger.
Bewapend met een slaapzak, dekens,
een tas met voedsel en een zaklan
taarn, lopen wij over een nauw paadje
door de bergen. Het is nu donker en
ijzig koud. In het maanlicht kun je
echter de besneeuwde top van de berg
zien die we beklimmen. De top heet
Makra en zorgt voor een van de mooi
ste ansichtkaarten die je je kunt voor
stellen.
Zo dicht in de buurt van sneeuw bete-
kent ook dat het hier erg koud wordt,
zeker 's nachts. In het donker passe
ren wij mannen die zeulen met opge
vouwen tenten en dekens. Niemand
loopt hier met lege handen. Na enkele
rivieren te hebben overgestoken - wat
in het donker niet meevalt - bereiken
we het tentenkamp van het Pakistaan
se leger.
We hebben geluk dat de hoogste offi
cier, kapitein Sohail, een zeer hartelij
ke man is. „Thee?", vraagt hij beleefd.
Naast hem klinkt het geruis van een
transistorradiootje. „Pakistan speelt
een belangrijke cricketwedstrijd te
gen Engeland", fluistert hij. Dat we in
het kleine kamp kunnen slapen is niet
meer dan logisch.
Schaapskudde
Nog voordat je het aardbevingsgebied
binnenrijdt, stuit je overal langs de
weg op tentenkampen. Hoe dichter je
Kinderen in Mansehra krijgen les in de open lucht in het kamp van Al Dawa, een fundamentalistische
moslimgroep. Alle kinderen hebben hun huis en familie verloren. foto Harald Doornbos/GPD
Een overlevende van de aardbeving verzamelt brandhout bij het dorp Pieer Chanasi in het Pakistaanse
deel van Kashmir. foto Stefano Rellandini/RTR
perfecte pr-stunt. Al Qaeda deed na
tuurlijk hetzelfde. De islamitische ze
loten hebben hoe dan ook een niet te
stuiten zendingsdrang. Wat is dan fij
ner voor religieuze fanaten als drie
miljoen stumpers huis en haard kwijt
zijn. Duizenden leden van fundamen
talistische organisaties trokken vol
goede moed naar het rampgebied.
Niet alleen de Verenigde Staten en
moslimfundamentalisten proberen de
Pakistanen voor zich te winnen. Om
het politieke spel nog ingewikkelder
te maken, doet het Pakistaanse leger
ook mee. Aangezien veel Pakistanen
weinig moeten hebben van het regime
van president Musharraf, doen de mili
tairen ontzettend hun best om tenten
kampen op te zetten en voedsel naar
de overlevenden te brengen.
„Zonder het leger zou er weinig te
recht zijn gekomen van de hele hulp
verleningsoperatie", zegt een officier
binnen het Pakistaanse leger in de
hoofdstad Islamabad. „We hopen dat
de Pakistaanse bevolking zich dat ook
realiseert."
Cuba
De grote buitenstaander in het politie
ke spel is Cuba. Het communistische
land heeft maar liefst 32 veldhospita
len (inclusief röntgenapparatuur) en
tweeduizend artsen naar het rampge
bied gestuurd. Fidel Castro probeert
hiermee weer een ingang te vinden bij
de pro-Amerikaanse president Mus
harraf. Officieel zegt Pakistan blij te
zijn met zo veel artsen, maar officieus
hoor je het geklaag. „Tweeduizend Cu
baanse artsen, wat moeten we met die
mensen", vraagt een Pakistaanse rege-
ringsfucntionaris zich af. „Doktoren
hadden we nodig vlak na de aardbe
ving. Nu is het niet zinvol meer."
Duizenden sterren staan 's nachts bo
ven de tent van kapitein Sohail, de Pa
kistaanse officier. De sneeuwlijn ligt
iets verderop. „We proberen de men
sen hier te helpen", vertelt hij, terwijl
hij op een deken in zijn tent zit. „Drie
dagen na de aardbeving lukte het ons
om dit gebied te bereiken, lopend en
klimmend." Als er eten en opnieuw
thee is geserveerd door een soldaat,
ziet de kapitein dat we een tiental zak
jes M&M's bij ons hebben. Oooooh,
zegt hij glunderend. „Chocolade, dat
heb ik een tijd niet gehad." 's Nachts
liggen Kashif en ik te rillen in een
klein tentje. Er zijn genoeg dekens,
maar de kou trekt zich nergens wat
van aan.
Gastvrijheid
De volgende ochtend ontbijten wij
met de militairen onder een luifel. Zij
verdienen 1500 roepies (25 euro) per
maand, maar hun gastvrijheid is beter
dan die van een vijfsterrenhotel. Bui
ten het kamp staan tientallen tentbe
woners te wachten op hun hulp.
Driehonderd meter verderop, midden
tussen de bergen, heeft meneer Mu
hammad ondertussen een kapperstoel
neergezet. Hij is begonnen met het
scheren van zijn klanten en het bij
knippen van hun baarden. Dit is zon
der meer de ruimste kapsalon ter we
reld. Kapitein Sohail en zijn man
schappen zijn trouwens de enigen in
de wijde omgeving die het 's nachts
niet koud hebben gehad. „Koud? Nee
hoor, het is juist lekker hier", lacht de
kapitein. Onmiddellijk komt hij met
een verklaring. „Wij hebben net ander
half jaar lang op de Siachen-gletsjer
gezeten." Die gletser is de hoogste
frontlinie ter wereld, op de grens tus
sen Pakistan en India. Hoogte: 7000
meter. Temperatuur: -55. Het kan in
derdaad altijd nog een graadje erger.
Harald Doornbos
het epicentrum nadert, des te meer
tenten opdoemen. In de verte ziet een
tentenkamp eruit als een schaapskud
de, tientallen witte vlekjes, met dit
verschil dat zij niet bewegen. Zij
staan in de velden, langs rivieren,
naast ingestorte woningen en op top
pen van bergen.
Als de aardbeving van 8 oktober niet
had geleid tot tachtigduizend doden
en tweehonderdduizend gewonden,
dan zou het Guinness Book of Records
dit gebied beslist hebben uitgeroepen
tot 's werelds grootste camping. Vol
gens het hoofd coördinatie van het Pa-
kistanse hulpprogramma, generaal
Farooq Ahmed Khan, zijn er in totaal
zevenhonderdduizend tenten uitge
deeld in het gebied. Gemiddeld slapen
er vier tot vijf mensen in een tent. Met
andere woorden: Pakistans 'camping'
telt ongeveer drie miljoen bewoners.
Pakistan is een van de armste landen,
terwijl het aardbevingsgebied geldt
als de armste regio van het land. Je
zou dus kunnen denken dat er van de
hulpverlening weinig terecht is geko
men. Dat blijkt niet het geval te zijn.
Tien weken na de ramp hebben alle
slachtoffers een tent, voedsel en wa
ter.
„De tenten zijn in orde", zegt Muha-
mad Nazir, een 22-jarige verhuurder
van paarden, die in het tentenkamp
woont bij de basis van het leger. „Na
tuurlijk woon ik liever in een huis,
maar alles is ingestort." De wederop
bouw gaat jaren duren, beweert Na
zir. „Zeker nu het winter is, kunnen
we niets doen."
Hulpverlener Tasveer Shah die in het
kamp werkt meent dat niemand hier
van de honger of kou is gestorven. „Ik
maak me zorgen over de voedselvoor
raden die we hebben", zegt hij, „We
zitten hier met ongeveer zestiendui
zend mensen in de bergen. Als de weg
dichtgaat vanwege lawines of sneeuw,
dan hebben we slechts voedselvoorra
den voor vijftien dagen."
Helikopters
Het is druk hier op de top van de we
reld. Amerikaanse helikopters landen
op een stoffig veldje naast een paar
tenten. Tweeduizend Cubaanse dokto
ren zetten veldziekenhuizen op. Al
Qaeda-fundamentalisten bouwen
speeltuintjes voor kinderen. Het Paki
staanse leger helpt bij de constructie
van tenten.
Iedereen lijkt Pakistan te hulp te zijn
gekomen na de verwoestende aardbe
ving. Dat is zeer bijzonder, want Paki
stan - en zeker het gebied dat getrof
fen is - speelt geen enkele rol van bete
kenis in de wereld. De beurzen rea
geerden nauwelijks op de aardbeving
Als Pakistan zelf niet had gemeld dat
er zo veel doden waren gevallen, dan
had de rest van de wereld het waar
schijnlijk niet eens gemerkt.
Dus waarom dan toch zo veel hulp uit
de hele wereld? Het klinkt misschien
merkwaardig, maar de verklaring is
de oorlog tegen het terrorisme. Paki
stan bevindt zich in een lastige posi
tie.
President Musharraf steunt de Vere
nigde Staten in hun strijd tegen het
internationaal terrorisme. De bevol
king echter staat grotendeels achter
Al Qaeda. Net zoals in Afghanistan in
de negentiende eeuw de strijd ging tus
sen Russen en Britten, zo gaat het nu
tussen Amerika en het islamitisch fun
damentalisme.
Direct na de aardbeving zagen beide
partijen hun kans schoon om de sym
pathie van de Pakistanen te winnen.
Amerika stuurde tientallen helicop
ters om gewonden te evacueren en
voedsel te brengen. Dit bleek niet al
leen zeer effectief, maar tevens een
•f