PZC Soms wil ze wel erg graag haar zin doordrijven Ik vergelijk haar leven vaak met spelen op een spoorlijn rii'ffjnij 11/ U'LCll/l ill 11/1 ILl'lL/ llLl/11! IJI'll •J,I litanie }acky zaterdag 24 december 2005 fotografie Ruden Riemens 2 maart 1999 Rudi werkt 32 uur per week bij bouwmarkt Praxis, terwijl Inge parttime bij zorginstelling AZZ in de weer is. „Op de ze manier hebben we allebei iets anders om ons op te rich ten dan alleen het gezin", geeft Rudi de reden. Omdat ze geen van beiden hele dagen werken, kan het stel de kinderen samen opvoeden. „Dat vinden we heel belang rijk", vertelt Inge. „Bovendien is het ook voor de kinderen goed om te zien dat alles zonder mama ook wel draait." De eerste jaren van Marijes leventje verliepen rustig. ..Wel werd ze drie weken te vroeg geboren en moest daarom tien dagen in het ziekenhuis blijven", weet Inge nog. „Maar over de tijd daarna mogen we niet klagen Toen ze drie jaar was, kreeg Marije een broertje: Micha. Vo rig jaar augustus werd het gezin opnieuw groter, toen zus je Rosalie werd geboren. Tussendoor verhuisde het gezin Baaijens van het drukke centrum van Goes naar de Noordhoek, een wijk in het noordoosten van de stad. Een bewuste keus. „De vorige woning werd gewoon te klein", zegt Inge. „Dit huis is gx-oter. Met drie kinderen heb je zoveel spullen. Ge lukkig hebben we een garage. Die staat daar vol mee. De auto zetten we altijd buiten, die past er niet meer bij." „Bovendien is de wijk erg kindvriendelijk", vult Rudi aan. „Het is nog net geen woonerf, maar toch rijden er maar weinig auto's. Op bijna elke hoek staan speeltoestellen. De kinderen kunnen hier zonder problemen buiten spelen." Marije zit in groep 3 van basisschool De Wingerd, vlakbij haar huis. Ze gaat er graag heen, vertellen haar ouders. „Ze vindt het fijn om mensen om haar heen te hebben weet Inge. „Bovendien leert ze nu lezen en schrijven. Er gaat een wereld voor haar open." Het geloof speelt in het bestaan van de familie Baaijens een belangrijke rol. 'De basis van heel ons leven', noemen de ouders het. Marije krijgt daar dus vaak mee te maken. „We praten veel over het geloof", zegt Rudi. „Maar het uit zich ook in bid den voor het eten en slapengaan, liedjes zingen en in de Bij bel lezen." Dat de samenleving sinds de geboorte van Marije nogal is veranderd, kunnen de ouders niet ontkennen. „Nu probe ren we de kinderen nog een beetje weg te houden van al die ellende en hen een veilig huis te bieden", vertelt Inge. „Maar je ontkomt er natuurlijk niet aan dat ze straks toch in aanraking komen met hoe het er in de wereld echt aan toegaat." Het geloof in God geeft het stel vertrouwen in wat er gaat komen. „Toen onze zoon bijna geboren moest worden, von den de aanslagen in New York plaats", herinnert Rudi zich. „De naam die we hem gegeven hebben, Micha, bete kent 'niemand sterker dan God'. Om aan te geven dat we vertrouwen hebben in de toekomst." Martijn de Koning Tijdens het gesprek met Inge en Rudi Baaijens over Marije ligt een kopie op tafel van het zes jaar oude artikel over hun dochter. Micha, het driejarige broertje van Marije, laat er zijn oog op vallen en ziet de naam van zijn zus. „Hé, daar staat Marije", leest hij opgetogen. Om vervolgens hardop haar naam let ter voor letter te spellen. „Dat komt. door zijn zus", vertelt Inge. „Die leert nu op school lezen en sleurt haar broertje overal bij. Als een echt moedertje." biet tekent het karakter van het zesjarige meisje, vinden haar ouders. Ze noemen haar 'een sociaal en leuk kind, met veel fantasie en een sterke wil'. Vooral het feit dat Marije graag met andere mensen om gaat, vinden ze positief. „Je moet toch maai- afwachten hoe een kind zich ontwikkelt", geeft Inge aan. „Dat ze in een winkel tegen mensen begint te praten, komt natuurlijk deels wel doordat ik dat zelf ook doe. maar ook door haar open karakter." „We stimuleren dat natuurlijk wel", merkt Rudi op. „De maatschappij is tamelijk zelfgericht. We vinden het belang rijk dat ze leert voor anderen klaar te staan." Marije is levenslustig, vult Inge de lijst eigenschappen van haar dochter aan. „Ze ontdekt graag dingen." „Een doorzetter", noemt Rudi haar ook nog. „Op zich is dat positief. Maar soms wil ze wel erg graag haar zin door drijven." „Ze zit nu in een fase dat ze grenzen gaat verkennen", her kent Inge zich in die woorden. „Bij alles is het: 'ja, maar...' en 'waarom dan'." Papa en mama Baaijens hebben drie kinderen. Ze werken allebei. Het duurde dan ook even voordat ze in hun agenda een gezamenlijke lege plek konden vinden om eens rustig over hun oudste te praten. Te druk? „Ach, hele dagen thuis niets zitten doen is ook niet prettig", wuiven ze dat nuch ter weg. Marcel en Wendy Bouwense hebben de afgelo pen zes jaar geleerd hoe fragiel het leven is. Het krijgen van een kind was voor hen toch al niet vanzelfsprekend. Na zeven jaar wachten werden ze op 3 februari 1999 verblijd met de geboorte van hun dochterje Jacky. De afgelopen jaren zijn ze haar een aantal keren op een haar na kwijtgeraakt. „Vrij snel na de geboorte werd Jacky heel erg ziek", vertelt Wendy Bouwense. Het echtpaar woonde toen nog in Hans- weert. „Ze had veel eczeem en werd dikker en dikker, ter wijl ze alleen maar spoog." De huisarts sprak geruststellen de woorden. Wendy zou haar eigen onrust overbrengen op haar kind. „Het was ons eerste kind. We hadden geen erva ring. Dan denk je in eerste instantie dat het misschien wel klopt Maar hoe kan een kind daar dan dik van worden?" Ook het consultatiebureau legde de schuld bij de ouders. Wendy: „Ik zou haar veel te veel te eten geven. Ik zou lie gen. Ik vroeg of ze geen koemelk-allergie zou kunnen heb ben. Welnee mevrouw, kreeg ik te horen, dat is een hype." Intussen werd Jacky zieker en zieker. De weekendarts bij wie Marcel en Wendv uiteindelijk radeloos aanklopten („we wilden een second opinion") stuurde ze onmiddellijk naar het ziekenhuis. De diagnose: koemelk-allergie. Jacky ging op dieet. Ze knapte wel wat op, maar bleef aan komen. Tests wezen uit dat ze voor veel meer allergisch is dan alleen voor melk. Noten, soja, schaal- en schelpdieren, chocola; voor Jacky is het allemaal taboe. Ook kan ze huis stofmijt en de nabijheid van vogels, katten, honden en voor al paarden niet verdragen. En dat is nog zacht uitgedrukt. „We kregen uitgelegd dat ze in een anafylactische shock kan raken", zegt Wendy. „Ik vroeg wat dat precies was. Als dat gebeurt, herken je het wel, kreeg ik te horen." Toen Jacky tweeënhalf was, Wendy was inmiddels in ver wachting van haar nu vierjarige zoontje Mack, gebeurde het. Ze kwam te dicht in de buurt van een paard. Wendy: „Ze zwol helemaal op. Ik wist meteen: dit is niet goed. Ze lag op sterven na dood in mijn armen. Op niijn dikke buik. De huisarts had geen adrenaline. Ik heb Mar cel opgehaald van zijn werk en met de knipperlichten aan zijn we over de linker rijstrook naar de eerste hulp ge scheurd. Het was één grote paniek. Ze ging aan de hartmo- nitor, ze kreeg zuurstof toegediend. Op zo'n moment stort je wereld in." Het leven van het gezin Bouwense wordt bepaald door de ziekte van Jacky. Ze is op een streng dieet. Een etentje in een restaurant is er niet bij. Een snoepje aanpakken in een winkel? Levensgevaarlijk. Vakanties moeten met zorg wor den gepland. Vliegen kan niet, vanwege de hoeveelheid aangepast voedsel die moet worden meegenomen. Blijkt in de buurt van de geboekte camping ondanks navraag toch een paard te staan, dan kunnen de spullen weer worden in gepakt. Het circus, de dierentuin, de intocht van Sinter klaas, de favoriete uitjes van elk kind; Jacky kan er niet naartoe. „Ze is een bommetje dat likt", zegt Wendy. „Ik vergelijk haar leven vaak met spelen op een spoorlijn." Onbegrip van de buitenwereld maakt het er niet makkelijker op. Peu terspeelzalen weigerden haar. Te veel risico op aansprake lijkheid. Wie haar door de kamer ziet rennen, denkt geen moment dat ze iets mankeert. Ze is ook populair op school. Maar spelen bij een vriendje of vriendinnetje? Als ouders weten van haar allergie, houden ze het af. „Ik vraag me af of dat tien jaar geleden ook zo was ge weest", oppert Wendy. „Als een oud vrouwtje viel, kon je erop rekenen dat mensen te hulp schoten. Nu moet ik het 3 februari 1999 nog zien. Ik zie hoe langer hoe meer hoe iedereen voor zich zelf leeft. Hoe zal dat over vijfentwintig jaar zijn?" Zes jaar geleden zeiden Marcel en Wendy in de PZC dat ze goed voor Jacky zouden zorgen: 'Er zijn zoveel verwaar loosde kinderen op de wereld. Daar zal zij niet bijhoren.' Toen konden ze onmogelijk weten hoe hard ze daarvoor aan de bak moesten. Toch komt geen klacht over hun lip pen. „Ik denk wel eens dat kinderen hun ouders uitkie zen", filosofeert Wendy. „Wij hadden zo lang op een kind gewacht. We wilden er met hart en ziel voor zorgen. Dan kan ik nu alleen maar dankbaar zijn dat we dit kind een plekje mogen geven." Marcel en Wendy waken ervoor dat hun zorg Jacky zielig maakt. Als de situatie daarom vraagt, zijn ze hard en streng, zowel voor Jacky als haar broertje Mack. Maar wat nodig is, doen ze ook. Tot verhuizen aan toe. Een jaar gele den is het gezin van Hansweert naar Gouda getrokken. De goede ervaringen daargelaten, vonden ze toch dat Jacky in medische kringen in Zeeland te veel als een uit zonderingsgeval werd beschouwd waarmee men te weinig raad wist. „Hier hebben we artsen en instanties in de nabij heid die niet opkijken van de symptomen van haar ziekte", zegt Marcel. „Dat geeft ons een geruster gevoel." Ernst Jan Ro/.endaal

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 25