Vergeten statige
dame in Veere
Een heer van stand staat wel gekleed
l(Mllf
25
Ina Rahusen
Bommel in
citaat en lexicon
Canetti
Pierre Audi filmt
opera Debussy
FAIABIS»
woensdag 21 december 2005
ithografe en tekena-
res Ina Rahusen
(1895-1977) verhuis
de regelmatig en reisde veel
over de wereld. Een voor
naam gedeelte van haar leven
heeft zich in Veere afge
speeld. Met een overzichtsten
toonstelling in de Zeeuwse Bi
bliotheek in Middelburg én
een uitgave in de serie Zeeuw
se Katernen worden leven en
werk van een vrijwel verge
ten kunstenares opnieuw in
herinnering geroepen.
Al bij haar kennismaking
met Veere, in 1928, werd
Ina Rahusen bevangen door 'de
begeerte'om tussen de rust en de
schoonheid van dit historische
plaatsje te wonen'. Het kwam
ervan in 1936, toen ze met al
haar bezittingen haar intrek
nam in huis Den Wolsack aan
de Kaai; enkele jaren later ver
huisde ze naar het naastgelegen
De Ghulden Hooren, een royaal
bemeten pand voor een dame al
leen, tegenwoordig het onderko
men van de Rabobank.
In Veere maakte ze haar bekend
ste werk, voluit Het stedeke
Veere zoals het is in het jaar
1938 geheten. Het is een litho
van de stad vanuit de lucht ge
zien, met veel oog voor details
afgebeeld in zeventiende-eeuw-
se stijl. Rahusen kleurde de in
lijncliché vermenigvuldigde
exemplaren veelal zelf in met
waterverf. Anderen mochten
dat ook doen, op de nadrukkelij
ke voorwaarde dat zij zich aan
de voorgeschreven kleuren hiel
den. De kaart werd een blijvend
succes en betekende een aanhou
dende bron van inkomsten.
Lydia Wolterbeek-van der
Vlerk stelde de overzichtsten
toonstelling van Rahusens werk
samen en schreef het boekje
over haar, waarin vooral het le
ven van de kunstenares centraal
staat. De bronnen daarvoor wa
ren schaars, zegt Wolterbeek.
„Ik had wel een boekje uit de
oorlogsjaren, een zogeheten five
year diary. Daarin staan niet zo
zeer haar gedachten, maar ze
schreef er wel precies in op wat
ze per dag deed en met wie ze
had gesproken. Daar heb ik veel
aan gehad. Ze moet haar hele le
ven dergelijke aantekeningen
hebben gemaakt, maar de ande
re boekjes zijn helaas waar
schijnlijk weggegooid."
Boudewina Rahusen werd op 8
maart 1895 geboren in Nieu-
wer-Amstel (tegenwoordig de
gemeente Amstelveen), als
oudste dochter van een gezin
dat vijf kinderen zou tellen. De
opvoeding was streng, in Victo
riaanse stijl. Strikte regels en
discipline stonden centraal. Het
aanleren van sociale vaardighe
den werd belangrijker geacht
dan een gedegen opleiding.
Rahusen wist al vroeg dat de
beeldende kunst haar terrein
was. Na de hbs ging ze naar de
School voor Kunstnijverheid in
Haarlem, waar het gezin in 1905
naartoe was verhuisd. Ze be
kwaamde zich vooral in de te
kenkunst en lithografie, maar
ook in andere disciplines. Na de
dood van haar vader in 1920 ver
huisde moeder Rahusen met
Moederkonijn, 1950, lithografie
Portret van Boudewientje Kluwer, 1937, potlood op papier
Het stedeke Veere, 1938, lithografie
haar vier dochters naar Italië.
De zomermaanden werden in
Hattem doorgebracht.
Enige bekendheid kreeg Ina Ra
husen met het prentenboek De
Wonderen van Kevelham. dat in
1923 verscheen, met illustraties
in de vorm van silhouetten van
zwart papier. In dezelfde perio
de ging zij meer reizen en ver
bleef geruime tijd in onder meer
Tunis, Peking, Java en Egypte,
een bijzondere onderneming
voor een alleenstaande vrouw in
die tijd
In 1930 schreef ze zich in bij de
Haagse Academie van Beelden
de Kunsten, waar docent Domi-
nicus de Ruiter haar verder in
wijdde in de lithografie. Het
werd samen met tekenen de
kunstvorm die haar het meest
zou liggen en waarmee ze vooral
bekend werd.
In Veere ging Rahusen om met
gekende kunstenaars zoals Jan
Ina Rahusen in Spanje, 1937
Heyse en Dirk van Gelder. Tij
dens de oorlogsjaren gaf ze zich
op voor de Kultuurkamer, moge
lijk uit angst dat haar werk niet
meer in het openbaar kon wor
den verkocht. Het werd haar
niet door iedereen in dank afge
nomen. Tussen 1942 en 1948
moet ze tijdelijk elders, in Hat
tem, verblijven omdat haar huis
in Veere was gevorderd.
Om gezondheidsredenen nam ze
in 1954 het rigoureuze besluit
Veere te verlaten en in Haarlem
te gaan wonen, waar ze net als
elders allerlei tekenclubjes op
richtte. Vanaf 1968 verbleef ze
in een verzorgingsflat in Ooster
beek, waar ze een elf jaar oude
re gepensioneerde arts ontmoet
te. De innige band groeide uit
tot haar enige openlijke relatie.
Op 9 juli 1977 overleed ze plotse
ling in haar flat, 82 jaar oud.
Ina Rahusen was geen gemakke
lijke vrouw, blijkt uit het boek.
Ze werd ook in Veere gezien als
een gedistingeerde, statige maar
ook eigenzinnige dame. Wolter
beek sprak ook met enkele naza
ten. „Als tante Ina op bezoek
kwam, waren ze toch wel be
ducht. Ze had kritiek op allerlei
zaken. Ze had ook leuke kanten,
maar maakte vooral de dienst
uit. Ze liet zich ook weinig gele
gen liggen aan hoe het moest.
Als ze iets had bedacht, dan
moest het ook zo gebeuren."
Veere lag haar na aan het hart,
denkt Wolterbeek. „Het was
voor haar een boeiende omge
ving. Er woonden veel kunste
naarsfamilies, de lijnen waren
kort en er gebeurde echt wat.
Toen ze in 1942 uit haar huis
werd gezet, had ze daar ook
echt de pest in. Ik vermoed dat
ze er later ook spijt van heeft ge
had dat ze in 1954 zo snel be
sloot weg te gaan."
Veere komt op menig werk te
rug, zoals op een mooie litho
van een reiger uit 1951, waarbij
op de achtergrond de Grote
Kerk herkenbaar is. Ook maak
te ze er veel kinderportretten,
zoals van de kinderen van domi
nee Fagel, aannemer Kodde en
later burgemeester Den Beer
Poortugael. „Als je de mensen
nu terugziet, dan bespeur je nog
steeds een duidelijke gelijke
nis", aldus Wolterbeek. „Kenne
lijk heeft ze steeds de juiste toon
weten te treffen."
Het vakmanschap van Rahusen
is onmiskenbaar, zo blijkt uit de
expositie. Het werk is echter
niet vernieuwend, eerder am
bachtelijk, waardoor het nu wat
gedateerd aandoet. Wolterbeek
concludeert in De statige dame
dat de kunstenares tot meer in
staat moet zijn geweest, maar
ondanks haar sterke persoonlijk
heid zich geremd voelde door ar
tistieke conventies. „Als ze ooit
de geestkracht had gehad zich
los te maken van het keurslijf
van haar opvoeding en het 'keu
rige' leven dat ze leidde, had zij
waarschijnlijk een minder verge
ten plaats kunnen innemen in
de geschiedenis van de Neder
landse grafici."
Rolf Bosboom
Overzichtstentoonstelling van werk
Ina Rahusen, van 22 december tot en
met 28 januari m de Zeeuwse Biblio
theek in Middelburg Geopendma.
17.30-21 uur, di.-vr. 10-21 uur, za.
10-13 uur.
Boek: 'De statige dame. Ina Rahusen
1895-1977', door Lydia Wolter-
beek-van der Vlerk. Zeeuwse Kater
nen deel 17, 72 blz Het boekje wordt
morgenmiddag bij de officiële ope
ning van de expositie (16.30 uur) ge
presenteerd.
Iron Toonder, kleinzoon van de
m juli overleden striptekenaar
Marten Toonder, nam eind vorige
*eek in Den Haag temidden van
num honderd Bommelfans het eer
ste exemplaar van het boek Bom-
mkitaten in ontvangst. Tegelijker
tijd werd in het Letterkundig Mu
seum ook het Bommellexicon gepre
senteerd. De twee standaardwer
ken, samengesteld door Pim Ooster-
keert, bevatten de mooiste en origi
neelste taalvondsten uit de verha
len van Olivier B. Bommel.
Tenslotte gaat het er niet om wie er
ereburger wordt', sprak de burge
rmeester. 'De hoofdzaak is, dat de
stad er een krijgt, want het staat
reel gekleed.
Met standaardwerk Bommelcita-
ten; citaten en bevlogen uitspraken
staat vol met dit soort voorbeelden
•an ironisch taalgebruik dat Mar
ten Toonder bezigde in zijn Bom-
rmeherhalen - 246 pagina's 'Bom-
rmeltaal', verdeeld over 34 hoofd
stukken met thema's als Kunst, Ma
li's en Ambtenarij
De 'heer van stand' Bommel bena
drukte graag zijn status met een ge
zwollen toon en deftige woordkeus.
Dat levert prachtige hooghartige
zinnen op als: „De beschaving is
iets moois, dat maakt, dat een heer
een heer is, als je begrijpt wat ik be
doel. En dat moet verdedigd wor
den."
Irwin Toonder: „Ik heb echt met al
le Bommelverhalen gelezen, wist ei
genlijk weinig van het werk van
mijn opa. Pas het afgelopen jaar is
mij duidelijk geworden hoe groot
de impact van zijn verhalen is."
Marten Toonder begon in 1938 een
kinderstripverhaal met Tom Poes
als hoofdfiguur. Aanvankelijk dook
Olivier B. Bommel hierin op als fi
gurant, maar uiteindelijk werd hij
hoofdrolspeler in de Bommelstrip,
het beeldverhaal voor volwassenen
dat voor het eerst verscheen in 1941
in De Telegraaf. De 177 Bommelver
halen die Toonder tekende werden
in eerste instantie in dagbladen ge
publiceerd, maar zijn later ook in
boekvorm uitgebracht.
Typerend voor Toonder is dat hij
zijn teksten niet in ballonnen no
teerde zoals gebruikelijk bij een
strip, maar het verhaal apart
schreef onder te tekeningen. Dat
bood ruimte voor literaire uitspat
tingen. Toonder wordt over het alge
meen beschouwd als iemand die gro
te invloed heeft uitgeoefend op de
Nederlandse taal. Woorden als 'min
kukel', 'denkraam' en 'zielenknij
per' en uitspraken zoals 'een een-
voudige doch voedzame maaltijd'
vinden allemaal hun oorsprong in
de Bommelsaga.
Het andere standaardwerk dat gis
termiddag werd gepresenteerd, het
Bommellexicon, belicht die woord
vondsten. Het lexicon bevat vijfdui
zend woorden die door Toonder
zijn bedacht. Taalvondsten als 'af-
valonvriendelijke samenscholing',
'luisboep' en 'betonwoners' worden
uitgelegd met behulp van voorbeeld
zinnen, afkomstig uit de strip.
Samensteller Pim Oosterheert was
drie maanden bezig met het citaten
boek, het samenstellen van het Bom
mellexicon kostte hem vijf jaar. „Ik
ben om te beginnen alle 177 verha
len gaan doorlezen, met een aante-
keningenvel ernaast", legt hij uit.
„Vervolgens ben ik van alle woor
den de oorsprong gaan uitzoeken,
door allerlei woordenboeken, ency
clopedieën en andere taalkundige
naslagwerken te raadplegen." Oos
terheert is in die vijf jaar nooit bij
de maker zelf te rade gegaan.
„Toonder wist wel dat ik met het
lexicon bezig was. Via de uitgever
hoorde ik dat hij het een leuk idee
vond. Maar voor de betekenissen
van woorden heb ik hem nooit ge
raadpleegd. Daar wilde hij ook
niets over kwijt. Een goede chefkok
verklapt nooit zijn recept."
Anneke Stoffelen
Canetti met zijn jonge vrouw Hera Buschor in de jaren zeventig
77* T TT* ATT T TT^"is er in de biografie van Elias
-Cj .L vJT J. >1 1 1 IJ X\.Canetti na vele honderden blad
zijden één treffend beeld. De schrijver Sven Hanuschek vertelt hoe
de bewoners van Hampstead in het noorden van Londen zich hun
beroemde buurman Elias Canetti herinneren: een klein, nogal dik
mannetje, zeulend met een immense koffer. Wat zat er in die koffer?
Boeken of kleding voor een reisje naar Zürich? Canetti's verleden,
zijn vele onuitgegeven manuscripten?
Canetti's voorouders kwamen uit Spanje: het waren joden die daar
in 1492 verdreven waren. Ze hadden hun eigen taal. Zoals het jid-
disch de taal van de Oost-Europese joden was, zo namen de Sephar-
dische het Ladino mee. Ze streken neer in een uithoek van Bulga
rije. In de joodse gemeenschap van het tegenwoordige Ruse, het
oude Roetschoek aan de Donau, werd daarom een soort Spaans ge
sproken.
Canetti's familie zat in de textiel. Daardoor waren de Canetti's niet
alleen gericht op Wenen, de metropool van het keizerlijke en ko
ninklijke rijk gericht, maar ook op Engeland. Toen de jonge Elias
daar met zijn ouders en twee kleine broertjes woonde, overleed zijn
vader. Nog tijdens zijn opleiding tot chemicus besloot hij schrijver
te worden. In 1935 verschijnt zijn eerste en enige roman. Die Blen-
dung. In die tijd leert hij Veza kennen, met wie hij in het huwelijk
treedt en Ladino spreekt. Het wordt een merkwaardige relatie.
Canetti besluit zich in de jaren dertig volledig te wijden aan een on
derzoek naar de verhouding tussen individu en de macht van de
massa, gefascineerd als hij was door de grote betogingen van die ja
ren. In 1960 verschijnt Massa und Macht
De Anschluss van Oostenrijk bij het grote Nazi-rijk is voor hem en
Veza reden naar Engeland uit te wijken Ze wonen doorgaans niet
samen. Aan het eind van elke dag maakt Canetti zijn Aufzeichnun-
gen, notities in de vorm van aforis
men. Veel daarvan is ook in het Ne
derlands verschenen. Ze worden be
wonderd om de rijkdom en de
scherpzinnigheid. Onder de opper
vlakte van de marmeren formule
ringen lijken echter heel wat spreu
ken niet meer dan tegeltjeswijshe
den, trivialiteiten. Neem deze uit Slotsom - Aantekeningen
1992-1993: 'Termietenkoningin in Oxford'. Meer niet. bladzijde
109. Een rijke gedachte?
In de jaren zeventig begon Canetti aan een indrukwekkende reeks
autobiografische geschriften. De behouden tong vertelt over zijn
jeugd in Ruse en de dood vanüdjn vader. In De fakkel in het oor ver
volgt hij zijn jaren in Wenen en Berlijn van 1921-1931. Daarna
kwam Het ogenspel. Het moeten vooral deze boeken geweest zijn op
grond waarvan Canetti in 1981 de Nobelprijs kreeg. Na zijn dood in
1994 verscheen nog een deeltje over de jaren in Londen: Party tij
dens de blitz. Dat laatste is scherp van toon ten opzichte van de En
gelse kennissen. Onder andere de schrijfster Iris Murdoch met wie
Canetti een verhouding had, krijgt er ongenadig van langs. Mur
doch was jarenlang filosofieprofessor in Oxford. Canetti's opmer
king over de Oxfordse termietenkoningin kan de lezer met anders
dan met haar in verband brengen.
Canetti's leven en werk laten in de biografie van Hanuschek een
enorme discrepantie zien. In zijn werk manifesteert hij zich als een
klassiek schrijvende denker uit de joods-humamstische traditie. De
erotiek is in zijn werk Vrijwel afwezig, terwijl zijn leven op een ver
bijsterende manier doortrokken is van twee- en driedubbele verhou
dingen met vooral jonge vrouwen die veelal door Veza aangemoe
digd werden. In een zojuist verschenen fotoboek worden die verhou
dingen af en toe vastgelegd. De relatie met Veza krijgt in zekere zin
een mythische dimensie. Zelfs na haar dood is hij haar toegewijd
Ondertussen bereidt Canetti pendelend tussen Londen en Zürich
zich op hoge leeftijd voor op een leven als Ehemann met een jonge
Zwitserse, Hera Buschor. Canetti en de vrouwen - je kunt er een kof
fer meevullen.
Lo van Driel
Sven Hanuschek, Elias Canetti. Biographie Carl Hanser Verlag Miin-
chen-Wien, 2005
Elias Canetti, Bilder aus seinem Leben Herausgegeb. Knstian Wachinger.
Carl Hanser Verlag 2005
Pierre Audi gaat een film ma
ken op basis van de opera
Pelléas et Méhsande van Claude
Debussy.
Audi is onder meer artistiek lei
der van het Holland Festival en
De Nederlandse Opera, waar hij
geschiedenis schreef met zijn vi
sie op Wagners Ring des Nibe-
lungen. In 2001 maakte hij zijn
filmdebuut met For Birth or
Death? (two canticles by B. Brit
ten).
Debussy baseerde zijn opera op
het gelijknamige toneelstuk van
Maurice Maeterlinck, dat nu
ook de basis vormt voor het sce
nario.
De verfilming is een co-produc
tie van IdtV Arts Documenta
ries en de NPS, die ook veel pro
ducties van De Nederlandse
Opera op televisie bracht en
brengt. De orkestmuziek wordt
uitgevoerd door het Radio Fil
harmonisch Orkest onder Ed
Spanjaard, die eerder dit jaar
bij De Nationale Reisopera deze
muziek dirigeerde.
De opera vertelt het verhaal van
een driehoeksverhouding in het
kader van een soort sprookje.
Audi staat een film voor ogen
die doet denken aan de film noir
waarin alle ruimte is voor psy
chologische details en een ero
tisch geladen sfeer.
Financier is het Stimulerings
fonds Nederlandse Culturele
Omroepproducties. GPD
••tra n il a v i I j c n
'llllll
Westka pelle
loossesweg
Duinovergang
Aardappeldal B
T 0118 562101
0118 594872
F 0118 594872
paradiso\v@xs4all nl
Heerlijk eten
op het strand,
of genieten van een drankje
in een sfeervolle ambiance
met uitzicht op zee en
schepen die voorbijgaan
onder klanken van klassieke
muziek, fado en jazz
Vanaf vr. 23/12 t/m zo. 1/1
dagelijks open vanaf 11.00 uur
Ie kerstdag dicht
2e kerstdag diner
reserveren gewenst
oudjaarsavond open in
samenwerking met
tangoclub El Placer