Ben jij - ook - Niemand? PZC 24 Gedichten Emily Dickinson De kunst van het verliezen In haar schoenen woensdag 21 december 2005 proza H.A. Lorentz: Zwarte mensen - witte bergen - Broodjenuchter is hij in de beschrijving van zijn val door een rotsspleet, op de te rugweg van de beklimming van de eeuwige sneeuw op de Wilhel- minaberg op Nieuw-Guinea, waarbij hij een rib breekt en aan alle 'uitstekende lichaams delen verwondingen heeft beko men'. Eeuwige sneeuw op Nieuw-Gui nea? Wel degelijk, althans in ver vlogen tijden, en de Nederlan der Hendrikus Albertus Lorentz (1871-1944) leidde in 1909 de eerste expeditie naar dit feno meen in het gezelschap van en kele andere Nederlanders en in heemse Dajaks. De Wilhelminaberg, tegenwoor dig de Puncak Trikora, is 4750 meter hoog en de sneeuwgrens lag bij 4400 meter, maar ergens tussen 1939 en 1962 is de eens zo overvloedige sneeuw nage noeg verdwenen. Terwijl de meeste blanke bezoe kers van Nieuw-Guinea - én ze ker in die tijd - een neiging had den om verslag te doen van hun avonturen in de trant van 'een jaar onder de kannibalen', doet Lorentz het anders, zoals bio loog Tijs Goldschmidt Darwins hofvijverhet treffend in diens wervende inleiding zegt bij het boek Zwarte mensen - witte ber gen: „Bij hem geen stuitende first contact romantiek, blanken in de kookpot, of geforceerd dra ma, maar een documentair ver slag dat juist door het ontbre ken van literaire pretentie nog altijd erg de moeite waard is." Uitgeverij Atlas, 271 pag. geïll., 22,50 euro. Deflo: Weerloos - Mechelen is een lief stadje in Vlaanderen met 76.000 inwoners waar je 'keitof' kunt winkelen, een zali ge Croque Madame kunt eten of een Historische Vrouwenwande ling kunt maken. In 1958 werd Luc Deflo er geboren. Inmiddels woont hij met vrouw en kinde ren in Brussel, maar de misdaad auteur gebruikt nog steeds Me chelen als setting voor zijn thril lers, waarvan sommige werden genomineerd voor de Hercule Poirot-prijs. De Mechelaars dra gen hem op handen: hij heeft zelfs een wachtlijst van mensen die in zijn boek willen figure ren. Zijn achtste thriller heet Weer loos en ziet er op het eerste ge zicht al angstaanjagend uit. De cover toont een klein meisje op een bospad en je voelt aan je wa ter: dit gaat verkeerd. Weerloos is het eerste deel van een nieuwe reeks met werktitel 'Cel 5', laat Deflo vanuit Brussel weten. Uitgeverij De Boekerij, 332 pag., 18,95 euro. een groter raadsel in de literatuurge schiedenis dan de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson. Terwijl er tijdens haar leven niet meer dan een handjevol verzen van haar hand werden gepubliceerd, veelal zonder dat ze daar zelf om had gevraagd, werd ze na haar dood almaar beroemder. Vandaag de dag geniet Dick inson brede erkenning als spiritueel baken, filosofe, scepti sche godzoeker en niet in de laat ste plaats als eigengereide vrouw. Veel van haar regels heb ben het gebracht tot gevleugel de woorden en tot ver buiten de grenzen van de Verenigde Sta ten citeert men haar, te pas en vaker nog te onpas. Ook bij ons vormt ze het middelpunt van een cultus. Er bestaat inmiddels een keur aan vertalingen, onder meer van Vestdijk, Eijkelboom en Wil mink. En sinds kort is er het eerste deel van een monumentale, twee- - talige editie, bezorgd door Peter Verstegen, dé expert op het ter rein van vertaalde poëzie. Dick inson is wat je noemt een legen de, en daarover is het goed spe culeren, zeker wanneer er maar weinig feiten bekend zijn. Hoe minder gegevens, des te wilder de gissingen. We weten bijvoor beeld dat ze na haar veertigste nauwelijks nog de drempel pas seerde van het huis waar ze in 1830 was geboren en in 1886 als onbestorven maagd zou overlij den. Wel zagen de bewoners van het dorpje Amherst dat ze onver anderlijk in het wit gekleed ging, bloemen in de hand, een bruid die een leven lang wacht op een bruidegom die niet wil komen opdagen. In dat schijnsel lichten strofen als de volgende op: Ik zei - dat het - iets plech- Emily Dickinson (1830-1886) tigs was - Een vrouw - in 't wit - te zijn Als God mij waardig acht - trek ik Haar schuldloos raadsel aan - Diverse biografen die zich recen telijk over het raadsel Dickin son hebben gebogen, menen te weten dat ze leed aan een met incontinentie gepaard gaande nierziekte. Het zou een verkla ring kunnen zijn voor het ge- illustratie Martien Bos bruik van kleding die dagelijks in de kookwas moest en de voor liefde voor geurende bloemen. Toch hoeft de oplossing van dit deeltje van de puzzel andere dui dingen niet in de weg te staan. Misschien heeft Dickinson het gedwongen dan wel vrijwillige isolement wel veredeld tot de eenzaamheid van een in zichzelf gekeerde mystica die smacht naar een goddelijke geliefde. Of die man vereenzelvigd moet wor den met een verre Jezus of met iemand van vlees en bloed uit Dickinsons onmiddellijke nabij heid doet er eigenlijk niet zoveel toe. Al valt wel op met hoeveel pas sie ze haar verlangen uitspreekt: Nachten Wild - Nachten Wild! Mocht ik bij U zijn Wilde Nach ten zouden Onze weelde zijn! Niets - vermag storm - Ligt het Hart gemeerd Weg met Kompas - en Weg met de Kaart! Roeien in Eden - Ach - de Zee! Mocht ik toch - hedennacht - Meren in u! Grillig Een kenmerk van grote poëzie is haar weerbarstigheid, de weige ring om zich helemaal aan de le zer uit te leveren. Wie er op uit is om eindeloos veel moeite voor een dichter te doen, zonder de hoop om in alle hoeken en gaten van het oeuvre te worden toege laten, komt bij Emily Dickinson volop aan zijn trekken. Haar ge dichten zijn soms meisjesachtig qua onderwerp en uitdrukking, en tegelijk van een springerige grilligheid. Ze lijken eenvoudig, maar niet zelden herbergen ze cryptogram men. Ze spreken van geloof, hoop en liefde, maar die verke ren ogenblikkelijk in twijfel, angst en pijn. Het leven wordt er gevierd in een ware verheerlij king van de natuur, maar elke wandeling door de dreven van Amerst eindigt op het kerkhof waar de dichteres ons confron teert met het graniet van de zer ken en haar in graniet gebeitel de versregels. Toch komt vanachter die stugge facade telkens weer een ondeu gend en plagerig kind te voor schijn, een brutaaltje dat niet aarzelt om God zelf te interrum peren of met Jezus in discussie te gaan. Het is een Emily die er van houdt verstoppertje te spe len, niet alleen in gewrochte raadselspreuken, maar ook als een speelmaatje dat je uitdaagt en aantrekt. 'k Ben Niemand! Wie ben jij? Ben jij - ook - Niemand? Wel - Dan zijn we een stel! Maar hou Het stil! Of het wordt doorver teld! Daar ga ik, ook na honderdtwin tig jaar, nog graag voor door de knieën. Jaap Goedegebuure Emily Dickinson: Gedichten I - Ver taald door Peter Verstegen. Uitgeve rij G.A. van Oorschot, 650 blz., 34,95 The art of losing isn't hard to master; so many things seem filled with the intent to be lost that their loss is no disaster. Elizabeth Bishop (1911-1979) De kunst van het verliezen valt te leren; veel dingen lijken zo vol vuur om weg te raken dat hun verlies ons niet behoeft te de ren. vertaling Bernlef Verliezen is een kunst die zich simpel leren laat; zoveel dingen lijken zich zo graag te verliezen dat bij hun verlies de wereld niet vergaat. vertaling Guus Luijters De film is beter dan het boek. De verfilming van de roman In her shoes van Jennifer Weiner bedoel ik. Zo'n boek dat alleen in de Libelle en de Ma- rie-Claire wordt geprezen. Zo'n film die vooral door meisjes van dertien wordt bezocht. De histo rie van twee zussen, het lelijke succesnummer Rose en de sexy mislukkeling Maggie. De laatste wordt gespeeld door Cameron Diaz, alleen al een reden om te gaan. Maar vooral onthullen film en roman wat poëzie met je doet. In het boek gebeurt het gewoon in een collegezaal. In de film is het verhaal veel mooier. Maggie verzorgt zieke bejaarden, onder anderen een blinde professor. Het is deze blinde die haar laat zien, zien wie ze is, zien wat ze kan. Daar komt het beroemde 'One Art' van de Amerikaanse dichteres Elizabeth Bishop aan te pas. Het voorlezen lukt nau welijks door haar dyslexie, maar met wat tips van hem over wint Maggie haar probleem. Dit gedicht, het begrijpen van dit vers zorgt voor een ommekeer in haar bestaan. De kunst van het verliezen, die wordt in de loop van het gedicht steeds verder opgevoerd. Het verlies van concrete voorwer pen, het verlies van sentimente le dingen, het verlies van een compleet continent: het heet al lemaal geen ramp te zijn. En dan de laatste strofe, naar Mag gie vermoedt over het verlies, van een vriend of vriendin, 'stem met een lach, een gebaar waarvan ik hou.' Ook over dit verlies wordt gezegd: 'the art of losing's not too hard to master though it may look like Write it!) like disaster.' In het Neder lands valt dit nauwelijks te ver talen. Probeer het sinister-laco- nieke effect van 'master' dat rijmt op 'disaster' maar eens te benaderen. Ik ken geen gedicht waar zo uit bundig het omgekeerde staat van wat er staat. Verliezen is juist gruwelijk moeilijk. Het is wat het leven volkomen onleef baar maakt. Verliezen en verlie zen. Het woord kan, zoals in het I gedicht, betekenen dat je iets kwijtraakt. Maar het kan ook be tekenen dat je een nederlaag lijdt. Deze twee soorten van ver liezen hebben een merkwaarde verband met elkaar. Wie altijd wil winnen, zou wel eens hee kostbare dingen kwijt kunne raken. Ik zat in de bioscoop tussen d« meisjes van dertien om mijn ma lende gedachtestroom een ande re richting op te sturen. Gedach ten over de beste, de fijnste, ce liefste vriendin die ik ooit had We dreigen elkaar te verliezer omdat we geen van beiden ui len verliezen. Kniel, lijd een ne derlaag, maar verlies haar me: Maar de trots, die stomme trots De ander, die moet nu eens doo: de knieën. Door de overwinniK straks alles kwijt. Disaster, dis aster. Ons bestaan is erger dan een boek. Marlo Molegraaf Jennifer Weiner: In haar schoenen - Uitgeverij Prometheus, 392 pag., 12,50. Rudy Kousbroek fotosynthese Posthume vermenselijking Wat is het mysterie van deze foto? Mensen die vertrouwd zijn met de eigenaardig heden van katten zien het denk ik meteen: kat ten hebben er meestal een hekel aan om zo in gepakt te worden; ze nemen dan de benen en gaan ergens zitten waar je niet bij ze kunt. Het feit dat deze het zich laat welgevallen is het onomstotelijke bewijs dat er wonderen in de wereld zijn, zoals katten die eindeloos met zich laten sollen. Vooral door kleine kinderen. Het is mij meer dan eens opgevallen dat katten zich van peu ters en kleuters vaak dingen laten welgevallen die zij van grotere kinderen, laat staan van een volwassene, niet zouden dulden. Ze laten ze begaan en tonen dan geen agressiviteit, als of er iets was dat ze ontwapent, iets waardoor ze weten dat ze niet bedreigd worden, on danks het feit dat een kind een veel groter dier is dan een kat. Het kan natuurlijk ook dat een kat echt ziek is, te ziek om zich te verzetten, maar ik denk niet dat dat hier het geval is. Kattenliefde, dat is wat deze foto - een recente amateurfoto - in beeld brengt; ik bedoel liefde van kat tot mens, een onbegrijpelijk mirakel dat ons dooi de Natuur in de schoot, of betergezegd op schoot wordt geworpen. Helaas, de beelden van een kat die wel echt ziek was staan nog op mijn netvlies gebrand: een van onze eigen dieren, een rode kater ge naamd Ginger, werd opeens ziek en ging dood. Een week geleden. Het lijkt onmogelijk, mijn verstand verzet zich, het stuit steeds weer op ongeloof in mijn hoofd. En zo bekijk ik wanhopig deze foto, verteerd door jaloezie en een soort spijt, alsof het leven van onze kat ons door de vingers was geglipt. Hij was pas dertien, niet oud voor een kat. We hebben hem nooit oud gekend, denk ik bitter, en nu is hij er niet meer om nog oud te kunnen worden. Ach, kon ik hem maar eens zo inpakken als de poes op deze foto, dat zou ook een vorm van bescherming zijn, een bepantsering die zou verhinderen dat de Dood hem weghaalde. Er is nogal wat literatuur over de dood van katten. Zoals het onvergetelijke gedicht van Chodasevitsj over zijn kater Murr, maar ook een opmerkelijk gedicht in onze eigen vader landse literatuur, namelijk 'De dood van mijn poes' van Jac. van Looy (ik heb het nu niet over het gelijknamige verhaal, maar over het gedicht), dat misschien veel meer bewonderd zou worden als het een buitenlands gedicht was. Het bevat door merg en been gaande re gels als: O, mijn kleine, koningskat, als ge zó dood zijt, als ge zó moet verdwijnen, dan zal ik u bouwen uit mijn harteschat, een ruim rein graf, een mausoleumf...) met dons van rijp en met briljanten van ijs, kom ik u dekken, in mijn dodenpaleis. Daar is 't gewulfvan blauw kristallijn, en daar zullen sterren en doodsvlammen zijn... Motieven als die doodsvlammen komen ook voor in het gedicht van Chodasevitsj, over zijn geliefde kater Murr, die 's avonds altijd met hem meeging naar het café, waar hij een scho teltje melk kreeg, en dan weer met hem terug wandelde naar huis; hij situeert hem in een hiernamaals 'achter de vlammende rivier'. Een hiernamaals! Als dat toch eens bestond, als we daar onze geliefde dieren konden terug zien - maar er is vreemd genoeg niet één reli gie die dat belooft; wel het tegendeel, dat die ren spoorloos in het niets verdwijnen, omdat zij niet zoals mensen een onsterfelijke ziel be zitten: de harteloze doctrine die maakte dat ik als kind al atheïst werd. Het overbruggen van de kloof tussen mens en dier is het vermenselijken, waar alle ortho- Foto Noor Hellmann 2005 doxie, ook die van de biologen, altijd zo tegen is. Chodasevitsj wachtte net als ik op iets dat je posthume vermenselijking zou kunnen noe men, de ontmoeting tussen oude vrienden in het hiernamaals, een elegante uitweg uit het troosteloze wereldbeeld van de religie. Nu is hij in de tuinen achter de vlammende ri vier waar Catullus met een mus is en Derzjavin met een zwaluw. O, goed zijn de tuinen achter de vlammende rivier, Waar geen laag gepeupel is, waar in gezegen de luiheid de geliefde schaduwen van dichters en dieren de verdiende rust der eeuwigheid genieten. Jac. van Looy (1855 - 1930): 'De dood van mijn poes' Vladislav Chodasevitsj (1886-1939): 'Op de dood van ka ter Murr'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 24