Remi Lobbezoo denkt nu aan zichzelf
RIT'er gaat
ooit terug
naar Phuket
PZC
Zeeuwse hulpverleners, één
jaar na tsunami in Azië
zaterdag 17 december 2005
De tsunami trof hem ne
gen maanden later als
nog. En nog extra hard ook.
Al die tijd heeft hij hele
maal geen tijd gehad om na
te denken. De maanden vul
den zich met regelen, ren
nen, praten en zorgen voor
anderen. De Vlissinger Re-
mi Lobbezoo, hulpverlener
bij toeval, vindt dat het nu
tijd is om aan zichzelf te
denken.
Remi Lobbezoo: „Dat ik zelf
die gekke golf had meege
maakt, was ik even vergeten. In
september heb ik een tik gehad,
precies in de periode dat het
wat rustiger werd. Ik sliep
slecht, droomde veel. Niet dat ik
nachtmerries had, gewoon on
rustige dromen. Ik had nergens
zin meer in, ik begon mensen ir
ritant te vinden. Ik wilde met
rust gelaten worden. En dat is
heel moeilijk in Sri Lanka. Pri
vacy kennen ze daar niet."
„Na de tsunami ben ik in veel
dorpen geweest, ik heb lijken ge
zien, maar vooral ook veel ver
driet en pijn. Ik kan nog steeds
niet bij de plek komen waar al
die mensen zijn omgekomen die
in die trein zaten. Dat heb ik
een dag na de tsunami gezien, ik
heb meegeholpen. Toch had ik
niet zozeer last van die dode li
chamen, meer van het verdriet.
En van het besef dat ik die golf
ook over me heen had kunnen
krijgen. Ik was die nacht eigen
lijk van plan om aan de kust te
blijven slapen."
„In het najaar begon ik me te
realiseren hoeveel tijd ik had ge
stoken in andere mensen, ik
moest constant klaar staan voor
anderen, dat gaf veel druk en
verantwoordelijkheid. Een tijd
lang heb ik geen vertrouwen ge
had in de dingen die ik heb ge
daan."
De knop moest om, besefte Lob
bezoo. „Ik was daar eigenlijk
om iets voor mezelf te beginnen.
De laatste maanden ben ik be
zig met het opzetten van een
strandtent. Aerobicsles aan toe
risten geven kan ik niet meer. Ik
kan mezelf er niet meer toe zet
ten, ik kan er de vreugde niet
meer uithalen."
Weggaan
Het kwam nooit bij hem op om
een vliegtuig te pakken en voor
goed weg te gaan uit de ellende.
Sri Lanka was de plek waar hij
woonde, dus hij bleef, vanzelf
sprekend. Een simpel verzoek
aan wat vrienden om geld voor
noodhulp, leverde de ene dona
tie na de andere op. Nog steeds
is hij ontroerd over de reacties
die hij kreeg. Kinderen die spon
taan inzamelingsacties hielden,
wildvreemden die zomaar geld
stortten, bedrijven die diep in
de buidel tastten en al die men
sen die besloten op het vliegtuig
te stappen om te helpen. „Er
zijn zoveel positieve dingen ge
beurd. Eigenlijk te veel om op te
noemen."
De drie ton die hij kreeg voor
zijn in de haast opgerichte stich
ting is nu bijna op. Het werk is
voor een groot deel gedaan. „We
hebben echt heel veel kunnen
doen. Het is ongelofelijk, het is
op een goede manier uit de hand
gelopen. Ik ben blij dat ik op de
één of andere manier sterk ge
noeg was om de verantwoorde
lijkheid te dragen. Verantwoor
delijkheid ten opzichte van de
Srilankanen, maar ook ten op
zichte van de mensen die geld
gegeven hebben. Het was gigan
tisch zwaar, ook emotioneel,
maar ik ben blij dat ik het heb
kunnen doen."
„Of ik het idee heb dat het geld
van de stichting goed terecht is
gekomen? Ja, het is direct naar
de mensen gegaan die het nodig
hadden. We hebben bijvoor
beeld 160 kleine ondernemers
geholpen, met het opknappen
van hun winkels, het kopen van
nieuwe voorraad. Dat was leuk
om te doen, echt gaaf. En de
scholen, die kids met hun nieu
we uniformpjes, geweldig. Eén
van de mooiste momenten was
direct na de ramp, toen we met
de eerste vrachtwagen vol eten
naar Hikkaduwa reden. We had
den voor drieduizend euro voed
sel, we konden wel tweeduizend
gezinnen te eten geven. Ik zat bo
venop die vrachtwagen te jan
ken. Om alles wat er gebeurd
was. Van verdriet, maar ook om
dat ik zoveel geld gekregen had
en echt iets kon doen."
De stichting heeft een informa
tiecentrum opgezet, om alle
hulp in het dorp in beeld te bren
gen. „Er wordt veel dubbel ge
daan. Ik ben mensen tegengeko
men die nu twee of drie huizen
hebben, daar word je helemaal
niet goed van."
Richtlijnen
Lobbezoo is boos over het feit
dat de grote organisaties heb
ben nagelaten om orde in de
chaos te scheppen. „Ik vind dat
er richtlijnen beschikbaar moe
ten worden gesteld aan particu
liere organisaties. Het Rode
Kruis had informatie moeten ge
ven, in plaats van te zeggen dat
je ze voor de voeten loopt. Ik
vind het treurig dat wij zo'n cen
trum moeten beginnen. Stimu
leer het dan, als iemand anders
iets wil doen. Wat kun je wel ma
ken, wat niet? Wat is de cultuur
van zo'n land?"
Boos is hij ook op het gedrag
van de grote organisaties. Mede
werkers met westerse salarissen
De meeste mensen aan de
zuid-westkust van Sri Lanka
hebben weer een huis, al dan
niet tijdelijk. Het gewone leven
is weer op gang gekomen. ,.Er is
al heel veel werk verricht, de
grote jongens gaan nu echt aan
het werk, met het bouwen van
huizen bijvoorbeeld. De Srilan-
kaanse regering neemt projec-
verblijven in dure hotels. Voor
de hulpverleners zijn massa's
terreinwagens aangerukt.
„Huur een busje. Een terreinwa
gen heb je echt niet nodig. Ik
heb ook een busje gehuurd. Je
hebt vervoer, de jongen van wie
het is, kan zijn auto afbetalen
en hij krijgt ook nog salaris. Dat
is toch dubbel geld."
ten over. Het gebeurt steeds va
ker dat ze zich ermee gaan be
moeien. Ze zijn ook geïnteres
seerd in onze timmervakschool.
Ik vind dat er te veel gezeurd
wordt over de regering. De tsu
nami trof een gigantisch groot
oppervlak, dat los je niet zo
maar even op. Het is niet alsof
Venlo onder water is gelopen. Ik
vind het goed gaan, zeker in Hik
kaduwa en omgeving."
De stichting wederopbouw dor
pen Sri Lanka doet alleen nog
losse kleine projecten. Binnen
kort begint het adoptieproject
voor kinderen. Mensen kunnen
een kind steunen door geld te
storten. Van het geld kan het
naar school, een deel wordt op
zij gezet voor later, om een be
drijfje mee te beginnen of om
van te studeren. „Ik ben wel blij
dat ons geld op is. Omdat we er
echt wat mee gedaan hebben en
omdat het rust geeft. Ik kan nu
gewoon zeggen dat ik niet kan
helpen omdat het geld op is."
Zijn eigen spaargeld is inmid
dels ook op. Lobbezoo was afge
lopen week in Nederland om
zijn bankzaken te regelen. Met
de overwaarde van zijn oude
huis gaat hij deze keer echt een
nieuw leven beginnen. „Als ik
die centen eerder had gehad, wa
ren ze opgegaan aan de tsuna
mi. Ik heb zuinig geleefd, afdin
gen bij winkels hoef ik in ieder
De aanblik van die pilaar
bij het tempelcomplex
van Khao Lak, dat raakte
hem. Op die zuil turfde hij in
januari nog het aantal geïden
tificeerde lichamen, slachtof
fers van de tsunami. In augus
tus was Rinus Jeremiasse te
rug op die plek des doods, de
plaats waar hij samen met tal
van andere leden van verschil
lende Rampen Identificatie
Teams werkte.
Het bewuste gebedshuis, na die
enorme vloedgolf gebruikt als
mortuarium, werd op dat moment af
gebroken. Volgens de Thaise monni
ken doolden daar te veel geesten van
de tsunami-slachtoffers rond. Die pi
laar, zijn pilaar, stond echter nog
overeind. De aanblik daarvan, in
combinatie met de stilte, was heel bij
zonder, herhaalt de chef van de
Zeeuwse recherche.
Jeremiasse vertrok vorig jaar, een
paar dagen na die catastrofale rimpe
ling van de aardkorst, naar het Thai
se eiland Phuket om te helpen bij het
identificeren van de slachtoffers. De
58-jarige inwoner van Westenschou-
wen is inmiddels vier maal terug ge
weest en nog wachten vele honder
den lijken op identificatie. Hij schat
in dat pas over een kleine vier maan
den alle lichamen zijn geïdentifi
ceerd.
De drie weken in november waren
zijn laatste bijdrage aan de identifica
tie van de tsunami-slachtoffers, want
hij keert niet meer terug naar Phu
ket. Zijn Nederlandse collega's zijn
daar nog een week actief en dragen
daarna het werk over aan anderen.
Vooral aan Thaise onderzoekers. Die
gaan door tot het laatste lichaam van
een naam is voorzien. Jeremiasse is
er vrij zeker van dat dat ook zal luk
ken.
Hij heeft vrede met het besluit van de
Nederlandse overheid om na een jaar
het RIT terug te trekken uit Thai
land. „Eens moet je dat doen." Ande
re teams, zoals het Zweedse, Britse
en Duitse, blijven nog een paar maan
den langer onderzoek doen. Dat doen
ze vooral omdat er nog landgenoten
geval niet meer. De pnjzen voor
blanken tellen niet meer voor
mij, dat is wel prettig. Ik heb
ook negen maanden gratis ge
woond, dat was een mooi ge
schenk. Zelf heb ik er nog een
beetje bij gescharreld. Dat heb
ik wel geleerd in Sri Lanka."
Funky de Bar, zijn strandtent,
komt bij een scheve palmboom
op het strand van Hikkaduwa.
„Dat was altijd al één van mijn
favoriete palmbomen. Voor dat
tentje was veel belangstelling,
omdat er een drankvergunning
op zat. De eigenaar wil het
graag aan mij verhuren. 'Je hebt
veel gedaan voor Sri Lanka', zei
hij. 'We doen wat voor je terug'.
Ik kan het huren voor een scher
pe prijs. Mijn vriendin Tamsin
en ik willen er iets speciaals van
maken, iets wat anders is dan de
rest in Hikkaduwa. De nieuw
jaarsparty wordt de opening
van Funky de Bar. Volgend jaar
gaat mijn leven op Sri Lanka
echt beginnen."
Nadia Berkelder
Rinus Jeremiasse
van hen worden vermist. Na een slok
koffie vertelt de politieman hoe hij
tijdens een van de die werkbezoeken
aan Thailand door Khao Lak liep.
Hoe hard daar gewerkt wordt aan de
wederopbouw, de vriendelijkheid
van de plaatselijke bevolking, het res
pect voor de leden van de Rampen
Identificatie Teams, en, met een glim
lach, het heerlijke Thaise eten. Hij
heeft door het werk aldaar en zijn
contacten een band gekregen met dat
land en de bevolking. Hij is dan ook
vast van plan ooit als toerist, samen
met zijn vrouw, een bezoek te bren
gen aan Thailand.
Hij zwijgt even en verhaalt dan over
de nieuwe momenten in Khao Lak;
foto Marijke Folkertsma
de boten die door die verwoestende
golf midden in dat vissersdorp zijn
gesmakt. Die blijven daar liggen als
herinnering aan die vreselijke Twee
de Kerstdag.
Hij weet maar al te goed dat het iden
tificeren zeer belangrijk is voor de na
bestaanden. Dat heeft hij wederom
ervaren toen hij halverwege dit jaar
werd benaderd door de familie van
Monique Boonman uit Kamperland.
Deze 32-jarige vrouw kwam samen
met haar vriend Wim Snoodijk (36)
om in de tsunami op Phuket. On
danks een positieve identificatie van
haar lichaam bleef de twijfel bij de
nabestaanden. Enkele familieleden
vroegen hem dan ook wat aanvullend
onderzoek te doen. Dat heeft hij ge
daan zodat die familie nu extra zeker
heid heeft dat ze wel degelijk hun Mo
nique hebben begraven. Met zachte
stem:: „Dan wordt het werk dat je
doet persoonlijk. Dan krijgt het een
andere dimensie."
Plaquette
Hij is blij dat hij als Zeeuwse politie
man op die manier iets kon doen voor
die familie. „Je weet, je doet dit werk
voor de nabestaanden. Maar door dat
contact met die familie, word je daar
nog eens extra van doordrongen."
Dat gevoel kreeg hij ook bij zijn be
zoeken aan de herdenkingsmuur op
Phuket. Daaraan hangt ook een grote
plaquette voor Monique Snoodijk.
De aanblik daarvan raakte hem per
soonlijk, zo zegt hij terwijl hij terug
blikt op het jaar dat voor hem in het
teken staat van de tsunami.
Hij zit al 25 jaar bij het Rampen Iden
tificatie Team en is dus heel wat ge
wend. In een hoekje van zijn kantoor
aan de Vrijlandstraat in Middelburg
staan en hangen herinneringen aan
eerdere klussen zoals een bijna on
leesbaar straatnaambord uit de Bijl
mer, een poster van een Dakota en
schaalmodellen van andere vliegtui
gen die herinneren aan rampen in
Faro (1992), Paramaribo (1989) en
Moerdijk (1981).
Jeremiasse is met voorsprong de se
nior van de Nederlandse RU
de langste staat van diensten®
meeste ervaring. Hij kan, als b]»
wenst, zo stoppen met het werk:,
het RIT. Hij peinst daar echterM
over, zo maakt hij zonder onw$
duidelijk. Dat werk, dat doet bi
graa§-
Als RIT'er kan hij echt ietsdoen^
de maatschappij. Dus tot hetmon(
van pensionering als politieman,
twee jaar, mogen ze hem oproep®
als ergens op de wereld weereen
ramp heeft plaats gevonden ener
weer lijken geïdentificeerd ifflKj®
worden. „Want het is zulk h* "n
werk."
EnuleCw
Remi Lobbezoo (geheel rechts) terug in Vlissingen: „Volgend jaar gaat mijn leven op Sri Lanka echt beginnen." Achter hem leden van de stichting Wederopbouw Sri Lanka in Nederland, vlnr Mariëlle Boste
laar, Aemout Rijken en Brecht Rijken. foto Ruben Oreel
Identificatie van tsunami-slachtoffers op Phuket.