PZC
Het walhalla in
bruikleen
Voor mij is er maar
een plaats op aarde
Antikraak wonen
op Zeeuwse boerderij
Redactie bijlagen: 0113-315680
www.pzc.nl
E-mail:redactie@ pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
zaterdag 3 december 2005
De voordeur biedt toegang tot een woning, maar wat
daar achter schuil gaat, blijft voor velen onzichtbaar.
In deze serie een kijkje achter de voordeuren van
Zeeuwse huizen. Iedere week gaat een andere deur
open en geeft de bewoner een blik in zijn of haar leven.
DE VOORDEUR
foto's Mechteld Jansen
Voor Dries van der Poest-Clement is er eigenlijk
maar een plaats op aarde waar hij zich helemaal
thuis voelt. Hij is er geboren en wil er ook sterven. Het
Bevelandse Nisse. Dries woont er ook op 'de mooiste
plek' zoals hij het zelf omschrijft: het Dorpsplein. Het
bord Te Koop op het huis is ietwat misleidend, want
Dries, zijn echtgenote Julie en de blonde labrador Tess
gaan wel verhuizen, maar niet ver. Slechts een deur
verder. In het huis waar nu nog zijn moeder woont.
Het echtpaar woont sinds eind jaren negentig weer op
het dorp.
Na jaren Noord-Brabant was de tijd rijp voor terug
keer naar Zeeland. „Ik ben tot mijn pensioen vlieger
geweest bij de luchtmacht." Daarmee trad hij in de
voetsporen van zijn vader Dries senior. Grinnikend ver
telt junior: „Ik ben de zevende generatie met exact de
zelfde naam." In die generaties 'Driesen' zat ook een
oud-burgemeester van Nisse. Hij was een grootvader
van de huidige Dries, die overigens geen politieke aspi
raties heeft. Het vliegen zit hem te veel in het bloed.
Dat was voor hem ook de reden om weer les te gaan ge
ven. Niet aan toekomstige luchtmachtpiloten, maar
aan amateur-vliegers op vliegveld Midden-Zeeland.
„Na een tijdje thuis kwamen de muren op me af. Je
gaat op je vijfenvijftigste met pensioen bij de lucht
macht. Als je dan alleen maar achter de geraniums
blijft zitten... Niets voor mij."
Dries heeft een afwisselende carrière achter de rug.
Met gepaste trots vertelt hij over zijn jaren met Prins
Bernard. „Ik ben zeventien jaar zijn piloot geweest.
We hadden een goed contact." Hij herinnert zich tal
van anekdotes met zijn flamboyante passagier, maal
laat daar liever niet te veel over los. Zijn glimlach
spreekt echter boekdelen.
„Ik heb ook Willem-Alexander leren vliegen. Hij is nog
wel eens bij ons thuis geweest. In Brabant. De kinde
ren, allang volwassen, weten dat nog. We hebben toen
mosselen gegeten. Julie en ik zijn op zijn huwelijk ge
weest. Maar we zaten achter een pilaar in de kerk, dus
we hebben helemaal niets kunnen zien."
Het echtpaar Van der Poest-Clement heeft jarenlang
in Noord-Brabant gewoond. „Ik werkte daar bij de
vliegbasis in Heze." Maar Zeeland bleef trekken. Hoe
wel zijn vrouw Julie een echte Brabantse is, heeft ze
haar draai hier ook gevonden. Ze is actief als vrijwillig
ster bij de schaapskooi. „Ach, af en toe mis ik de bos
sen wel eens, maar verder niet. Het is hier een mooie
stek. En we hebben een prachtig uitzicht op het plein."
Boven de trap in de gang hangen elf squadronschild
jes, die getuigen van de loopbaan van Dries. Uiteenlo
pend van zijn 25-jarig jubileum bij de luchtmacht tot
een herinnering aan zijn periode als eerste luitenant
aan het opleidingsinstituut in Canada. In de woonka
mer staan verschillende modellen van vliegtuigen.
„Kijk, dit is een Fokker 600. Daar ben ik wel aan ge
hecht. Ik heb er testvluchten mee uitgevoerd. Het was
de laatste Fokker voordat het bedrijf failliet ging. Ik
heb dit model zelf in elkaar gezet."
Hij kijkt naar buiten met een blik vol weemoed Tja,
hoe mooi het Dorpsplein ook is, vliegtuigen zullen er
nooit landen. Berustend steekt hij nog een shaggie op.
Annemarie Zevenbergen
Wonen op een boerde
rij, tegen minimale
lasten. Een droomplek met
veel ruimte en vrijheid.
Maar dan moet je niet zeu
ren over de muizen, de kou,
het onkruid en het feit dat
je behuizing tijdelijk is.
De leegstaande boerderij in
Oostkapelle wordt tijdelijk be
woond. foto's Ruben Oreel
vragen een bijdrage in de servi
cekosten. Het maakt niet uit om
hoeveel vierkante meters het
gaat, de bewoners betalen een
gemiddelde all in-prijs van 150
euro per maand. Voor dat geld
wonen ze op fantastische loca
ties, die anders vaak onbereik
baar voor ze zijn."
Landelijk
Verspreid over het hele land
heeft Camelot het beheer in han
den van leegstaande panden.
Het aanbod in Zeeland is ver
houdingsgewijs gelijk aan de
rest van het land. Het gaat hier
echter wat vaker om landelijk
gelegen objecten.
Camelot werkt ook in het Vere
nigd Koninkrijk en België. Afge
lopen maand ontving Camelot
Europe de Special Award 2005
voor Best Export van de Neder
lands-Britse Kamer van Koop
handel. „We bestaan inmiddels
twaalf jaar, dat zouden we niet
volhouden als ons concept niet
zou deugen", aldus Van Olst.
Dat blijkt ook wel uit de reac
ties die binnenkomen op een
aangeboden woonplek. Daaruit
moet vaak geselecteerd worden.
„Voor woonhuizen en apparte
menten geven wij veelal de voor
keur aan een echtpaar of een sa
menwonend koppel. Voor grote
re panden zoals kantoren of
scholen, zoeken wij liever meer
bewoners. Wij proberen er in
dat geval altijd voor te zorgen
dat verschillende type mensen
een pand delen. Dus werkende
en studerende mensen, jong en
oud, man en vrouw, enzovoort."
Dat bewoning wel degelijk ande
ren buiten de deur houdt, blijkt
uit de ervaringen van Camelot.
Zolang er maar leven in een
pand is, gaat het goed. Freddy
en Hendrikje weten dat in het
verleden ook in 'hun' boerderij
tje dingen zijn gebeurd die het
daglicht niet konden verdragen.
Calamiteiten, zoals lekkage en
inbraak, moeten ze direct bij Ca
melot te melden. Klein onder
houd moeten de bewoners zelf
kunnen verrichten, evenals het
bijhouden van het erf. „Dat
moet ook wel anders wordt het
echt een zooitje."
Nog een belangrijke voorwaar
de is dat ze geen overlast mogen
veroorzaken voor omwonenden
of medebewoners. Met twintig
hectare grond om zich heen,
moet het eerste geen punt zijn.
En wat betreft die medebewo
ners kan Freddy kort zijn:
„Voor de katten is dit het wal
halla... En voor ons ook!"
Anita Janse
Tegen de struiken, achter een
nummerloze brievenbus
aan de Oostkapelse Wijkhuis-
weg, staat een bordje van Monu
mentenzorg. Een stille aankondi
ging dat aan het eind van de op
rit een pand schuilt van bijna
driehonderd jaar oud. Dit unie
ke boerderijtje is het tijdelijk on
derkomen van Freddy Blaas en
zijn vriendin Hendrikje de
Backer (beiden 27 jaar). „Een
vriendin in Utrecht was 'antikra
ker' en ik had ook wel interes
se", vertelt Hendrikje. „Toen
bleek dat dit boerderijtje leeg
stond, was ik meteen enthou
siast." Freddy had wat meer
overredingskracht nodig: „Toen
ik het woord kraakpand hoorde,
was ik in eerste instantie argwa
nend. Totdat ik het had gezien;
toen was ik ook verkocht." Bei
den zijn nog student en beschik
ken niet over een dikke beurs,
toch was hetTiun droom om bui
ten te wonen. „Dat zijn we van
huis uit ook allebei gewend",
verklaart Hendrikje.
Het boerderijtje is eigendom
van een bank en heeft nog geen
duidelijke bestemming sinds de
laatste bewoner er jaren geleden
vertrok. Om te voorkomen dat
het wordt vernield, gekraakt of
compleet verpaupert, heeft de
eigenaar het beheer in handen
gegeven van Camelot, een orga
nisatie die zorgt voor tijdelijke
bewoners.
Ondanks hun enthousiasme was
het toch wel even slikken toen
Freddy en Hendrikje de sleutel
van hun onderkomen kregen.
De muren en de vloeren zaten
onder een dikke laag schimmel
en de deuren hingen los in de
scharnieren, dus het tochtte aan
alle kanten. In de muizenval zat
om de vijf minuten een muis en
het achterhuis was zo slecht dat
Freddy er bijna door het pla
fond zakte. Als je hen vraagt
naar die eerste tijd, komen de
verhalen los. Over het onkruid
dat zo hoog stond dat je alleen
hef dak van de auto nog zag. Of
over de kauwen die één voor één
de stenen uit de schoorsteen
werkten.
„Het lijkt nu heel wat, maar we
zijn flink met de kwast bezig ge
weest", vertelt Freddy. Samen
Bewoning moet de eeuwenoude boerderij voor verval en andere ellende behoeden.
met zijn broer plaatste hij voor
zetramen tegen de kozijnen, dat
scheelt aanzienlijk. Wat betreft
de zolder en het achterhuis;
daar komen ze maar niet teveel.
„Je kijkt er zo door de pannen
naar buiten. Je moet niet zeuren
als het een beetje tocht, dat
hoort erbij", zegt Freddy nuch
ter. „Maar wij gaan niet opknap
pen, want dan kunnen we niet
meer stoppen. En dat is het niet
waard, want het is niet van
ons."
Onzekerheid
Dat zou je bijna vergeten als je
de foto's ziet van Hendrikje die
vol overgave de tuin aanharkt.
Ook de woonvertrekken ven-a
den niet dat hier anti-krakei-s
wonen. Toch is de onzekerheid
groot, want in het contract staat
zwart op wit dat de bewoners
binnen twee weken uit hun huis
gezet kunnen woi-den. Vooral
Hendrikje had daar in het begin
best moeite mee. „Je maakt er
toch je eigen plekje van; dat
moet ook wel als je jezelf ergens
thuis wilt voelen. Maar het zit
altijd in je hoofd dat je een tele
foontje kunt ki'ijgen."
Inmiddels woont het stel alweer
vier jaar op de boerderij. Als ze
weg moeten, hebben ze wel de
garantie dat Camelot iets an-
dex-s voor ze zoekt. „We kunnen
niet garanderen dat we vervan
gende woonruimte hebben,
maar meestal lukt dat wel",
zegt Remco van Olst, directeur
van Camelot Beheer. „Die onze
kerheid hoort erbij. We noemen
de bewoners geen huurders,
maar bewoners in bruikleen. Ze
hebben geen huurrechten. Al
leen onder die vooi-waarde is
het voor eigenai-en aantrekke-
lijk om hun pand tijdelijk te la
ten bewonen."
In de meeste gevallen gaat het
om overheidsgebouwen waar-
van de bestemming nog niet ze
ker is, maar ook banken, make
laars, paiiiculiei-en en project
ontwikkelaars gaan regelmatig
met Camelot in zee. „Kórtom,
iedereen die vastgoed beheert,
je kunt het zo gek niet beden
ken", aldus Van Olst.
Avontuurlijk
De bewoners stellen met de be
heerder een contract op. De be
woners moeten ouder dan 18
jaar zijn, ze mogen geen kinde
ren hebben en moeten over een
'regelmatig' inkomen beschik
ken. Maar het belangrijkste is
dat ze flexibel en avontuurlijk
zijn. „Anti-kraak wonen is heel
iets anders dan huren. Bewo
ning van onze panden is altijd
tijdelijk. Dit kan variëren van
een maand tot enkele jaren.
Meestal is vooraf niet bekend
hoe lang je ergens kunt wonen",
vertelt Van Olst. Tegenover die
onzekerheid staat een lage
maandelijkse woonlast. „Wij