Eerste president Suriname: Johan Ferrier
Hypergevoelige natie van dode mussen en negerzoenen
25
Ik ervoer het toen niet
als een staatsgreep
zaterdag 3 december 2005
Het is uniek in de we
reld: bij de onafhanke
lijkheid in 1975 bleef de
gouverneur van Suriname
aan als president van de
nieuwe republiek. Johan
Ferrier bleef zelfs aan toen
vijf jaar later militairen de
macht in het land overna
men. Onlangs verscheen een
bundel gesprekken van
John Jansen van Galen met
Johan Ferrier (12 mei 1910).
Johan Ferrier wilde eigenlijk
dokter worden. „Ik had het
beeld voor ogen van dokters die
dienstbaar waren aan de ge
meenschap. Daarvoor moest je
naar de Hendrikschool, waar je
wiskunde kreeg. Na de lagere
school zei mijn vader, die boek
houder was, dat hij daarvoor
het schoolgeld niet kon betalen,
omdat mijn zes broertjes en zus
jes ook recht hadden op onder
wijs. Die avond in bed heb ik
lang gehuild. Toen hij dat hoor
de, kwam hij bij mij: Laat mij je
uitleggen dat je niet alleen als
dokter mensen kunt helpen,
maar ook als onderwijzer. Op
mijn zestiende stond ik voor de
klas in Paramaribo."
En, kon u mensen helpen?
„Later, in het district, zeker. Je
deed alles. We hielden de burger
lijke stand bij, hielpen met ak
ten van geboorte en overlijden.
Dagelijks druppelden we de
ogen van de kinderen tegen
trachoom, en ik plantte rijst met
hen langs de rivier."
Met uw diploma had u uw toe
komst huiten Suriname kunnen
zoeken.
„Een vriend en ik lazen in 1930
dat onderwijzers die uitgezon
den wilden worden naar Neder-
lands-Indië van het ministerie
van Koloniën een toelage van
maar liefst 2400 gulden ineens
kregen. We gingen dus cursus
sen volgen voor de hoofdakte
om in Nederland examen te kun
nen doen. Toen ik dat aan mijn
vader vertelde, zei die prompt:
Geen sprake van. Als je zo veel
geleerd hebt dat je anderen
kunt onderwijzen, blijf je dat in
Suriname doen."
Suriname was een erg Holland
se kolonie.
„Nederlanders maakten de top
van Suriname uit, bij de over
heid, in het onderwijs. Wij kre
gen les volgens Nederlandse me
thoden uit Nederlandse boeken.
Net als wijlen Soekarno kan ik
nog alle stations aan de spoor
lijn naar Rodeschool opzeggen."
Vond u dat niet raar, als jongen?
„We vonden het niet vreemd,
want we behoorden bij Neder
land. De koningin was onze
'moeder Wilhelmina'. Er was
veel genegenheid voor Neder
land."
Hollanders waren de kolonialen
en slavenhouders in Suriname
„Tegen Surinamers die Neder
landers de schuld gaven van de
slavernij, zei ik: Ze brachten de
slaven hier, maar hoe kwamen
ze aan slaven? Door ze van Afri
kanen te kopen! De Nederlan
ders met wie wij te maken had
den, droegen nooit het idee uit
dat ze meer waren dan wij."
Wat staat u het meest bij van uw
Johan Ferrier: „De Nederlanders met wie wij te maken hadden, droegen nooit het idee uit dat ze meer waren dan wij."
studietijd in Nederland?
„De troonsaanvaarding van
Juliana! Suriname was ge
vraagd een delegatie te sturen
en wees daarvoor Surinamers
aan die al in Nederland waren,
onder wie ik. De plechtigheid
maakte grote indruk, omdat de
koningin zo liet merken hoezeer
zij haar eed ter harte nam."
U bent met haar bevriend ge
raakt.
„Met de hele koninklijke fami
lie, maar speciaal met haar. Ze
bezocht Suriname toen ik minis
ter-president was. De oogkwaal
van haar jongste dochter greep
haar in die tijd erg aan en daar
heeft ze lang en indringend met
mij over gesproken."
Waarde
Uw koningsgezindheid is spreek
woordelijk.
„De Oranjes lieten ons in Suri
name de ruimte om Surinamer
te zijn. Ze lieten ons in onze
waarde en waardeerden onze
standpunten, ook als die afwe
ken van wat zij als standpunt
uit Den Haag meekregen."
U was gouverneur van Surina
me toen premier Den Uyl in
1973 verklaarde dat het land in
vier jaar onafhankelijk moest
zijn.
„Ik was verbijsterd en teleurge
steld. Geen Nederlandse politi
cus had er met mij over gespro
ken; en wij waren altijd loyaal
geweest aan het Koninkrijk!
Wat zat erachter?
„Nederland wilde geen kolonia
le mogendheid meer zijn. Wij be
schouwden onszelf niet als kolo
nie. In 1955 heb ik zelf als pre
mier voor de Verenigde Naties
in New York verdedigd dat we
door het Statuut nu een gelijk
waardig rijksdeel waren, geen
kolonie meer."
Hoe was uw reactie in 1973?
„Ik zei: we laten ons niet uit het
Koninkrijk trappen, we moeten
de eer aan onszelf houden en
zelf beslissen eruit te gaan. Zo
heb je ook meer te eisen dan
wanneer men je eruit zet."
Ruim een halfjaar later kondig
de de Surinaamse premier Ar-
ron de onafhankelijkheid aan
voor eind 1975.
„Dat had hij niet met mij bespro
ken. Aan zo'n korte termijn had
ik nooit gedacht. Ik vroeg hem:
Kun je in zo korte tijd alles rege
len? Door zich op een datum
vast te leggen, bracht hij Surina
me bovendien in een nadelige
positie. Ik denk dat Den Uyl
hem steun had toegezegd mits
hij er vaart achter zette."
Vlucht
Veel Surinamers sloegen op de
vlucht voor onafhankelijkheid.
„Dagelijks kwamen oud-leerlin
gen bij mij om hun vertrek te
rechtvaardigen: We komen te
rug zodra het beter gaat. Ik zei:
Dan krijg je te maken met de na
ijver van degenen die gebleven
zijn. Zo is het ook gegaan. Als
ze mij vroegen wat ze moesten
doen, zei ik altijd: Blijf."
Oppositieleider Lachmon bleef
namens de Hindoestanen, de
grootste bevolkingsgroep, tegen
onafhankelijkheid.
„Slechts een paar weken voor
de datum van 25 november 1975
belt premier Arron mij: De
grondwet is er nu bijna, alleen
moet ik Lachmon nog over de
streep trekken. Ik zeg: Probeer
hem bij mij te krijgen. Lachmon
wil echter de straat niet over, an
ders ziet iedereen dat hij naar
de gouverneur gaat. Hij belt mij
op en ik zeg hem: Arron belooft,
zien! De volgende ochtend ben
ik beëdigd als president. Ik voel
de mij als Juliana bij haar kro
ning: wie ben ik dat ik dit doen
mag? Toen we uit de kerk kwa
men, liep ik oudergewoonte een
pasje achter prinses Beatrix,
maar zij corrigeerde mij: de pre
sident hoort voorop te gaan."
Stabiliteit
Had u er vertrouwen in?
„Met 21 jaar wordt men meer
derjarig, al kom je nog niet hele-
als de grondwet er is, spoedig
verkiezingen. Hij: Dan moet u
president worden om daarbij lei
ding te geven, want wij vertrou
wen niemand anders. Ik weer:
Als het dan niet anders kan, als
dat jullie eis is om 25 november
te halen, dan moet het maar."
Ferrier vervolgt: „Ons boeltje
was gepakt, want meteen na de
soevereiniteitsoverdracht zou ik
het paleis ontruimen en met va
kantie naar Nederland gaan. Al
les moest worden uitgepakt."
En toen: de grote dag?
„In het stadion, om midder
nacht op 24 november, omhels
den Arron en Lachmon mij alle
bei. Daarna gaf ik ze een duwtje
in de rug: laat de mensen jullie
brasa (omhelzing, red.) nog eens
maal los van je ouders. Al bleef
er een band met Nederland, 21
jaar na het Statuut zou Surina
me volwassen worden. Er was
een goede basis voor economi
sche stabiliteit: voortreffelijke
bosbouw, machinale rijstbouw,
grote bauxietvoorraden, veel na
tuurlijke rijkdommen. Surina
me was een voorbeeld voor het
hele Caribische gebied op so
ciaal en medisch gebied. Het
ging te haastig, maar we waren
er rijp voor. We moesten het nu
bewijzen."
Dat is niet gelukt. Had Surina
me wel onafhankelijk moeten
worden?
„We hebben in 1975 de goede
keuze gemaakt. De ontwikkelin
gen die ons in de problemen
brachten, konden we toen niet
voorzien.
Toen sergeants in februari 1980
een staatsgreep pleegden, bleef
u president.
„Twee dagen na die ongewisse
nacht vol geweld vroegen ze be
let bij mij. Sommigen kende ik
uit de padvinderij en Bouterse
had ik jarenlang bij de snelloop
de eerste prijs mogen uitreiken.
Ze vroegen mij aan te blijven en
ik zegde toe, mits op grondslag
van grondwet en democratie."
Het was een staatsgreep
„Ik ervoer het toen niet als een
staatsgreep. De stad werd opge
ruimd, ambtenaren moesten de
hele dag werken in plaats van
even om zeven uur. Dat werd
breed gedragen door de bevol
king. Als het inhumaan werd,
sprak ik daar mijn verontrus
ting over uit.
Kwalijk
Uw aanblijven wordt u achteraf
kwalijk genomen.
„De aanhankelijkheid van de be
volking overwon elke keer weer
mijn aarzeling. Nooit zo veel rui
kers gehad als toen ik in mei
1980 zeventig werd: van mensen
die mij aanspoorden om, door
aan te blijven, de democratie te
behouden. Mensen kwamen da
gelijks naar het Onafhankelijk
heidsplein om te kijken of de
president er nog was! Ik kon
hen niet in de steek laten."
Wanneer was de maat vol?
„Op 14 augustus 1980 kwamen
Bouterse en Horb (majoor, red.)
ten paleize en vroegen mij de
grondwet buiten werking te stel
foto Peter Elenbaas/GPD
len en het parlement te ontbin
den, anders konden de militai
ren hun idealen niet verwezenlij
ken. Ze bezwoeren mij dat over
drie jaar de democratie hersteld
zou worden, maar ik zei: Daar
werk ik niet aan mee. Dat is dan
het einde van president Ferrier.
Mijn ontslag werd aanvaard."
U vertrok naar Nederland. Voor
goed, zoals zovelen?
„Toen de democratie in 1987
hersteld werd, heb ik de rege
ring direct laten weten: wij ko
men. Ik had vertrouwen in Suri
name, we gingen. We probeer
den ons oude huis terug te krij
gen, vergaarden ons opgeslagen
huisraad, toen opeens bleek dat
de knieën van mijn vrouw ver
gaan waren en ze naar Neder
land moest voor een spoedopera
tie. Daarna bleek het onmoge
lijk haar naar Suriname te bren
gen. Ze is later hier gestorven."
En nu?
„Ik zeg altijd: ik verblijf in Ne
derland. Als ik in Suriname
kom en langs de plek rijd waar
het parlementsgebouw stond,
durf ik niet te kijken: men stort
er nu vuil. Ik blijf Surinamer, in
hart en nieren. Ik kan het als eer
ste president niet over mijn hart
verkrijgen mijn nationaliteit te
verloochenen."
John Jansen van Galen
John Jansen van Galen, Laatste
gouverneur, eerste president,
De eeuw van Johan Ferrier, Su
rinamer. Uitg. KITLV Uitgeverij
Leiden. Prijs: 15 euro
De duif is dood, zei Toon Hermans en wij
tonden er om lachen. In Leeuwarden is een
I m,us gevallen, neergeschoten met een lucht-
buks. Polderland in rep en roep. Daarna
kfaoam de ophef over de negerzoen. Het
Machten is op het protest tegen jodenvet en
^.kletskoppen. Liefst van verminderd-jeugdi-
j 9en die geen bejaarden willen heten.
-.TI Tie het mededogen in zich eens flink
V V wil aanspreken, moet maar eens
j www.dodemus.nl aanklikken, de herden-
kmgsite voor de ongelukkige Leeuwarder
j .todsfladderaar die Domino Day verstoor
de. Heel, heel triest.
>|Het begon eens als een dopje, nog geen vo
id, maar een dooier. Hij werd een spranke
lende persoonlijkheid en zijn leven nam een
.vlucht. Nu zoveel later, toch weer dooier."
jilodern Nederland treurt. De site werd al
|j snel gekraakt door lui die er harde porno
dumpten. Dat is ook modern Nederland.
De gymnastiek nam even het zicht weg op
grappen en verwensingen die er ook op
site gemaakt werden
Ahoop dat ze jou kapot rijden", schreef
Ontere ziel, geroerd door het lot van de
®us, aan iemand die de ophef onzinnig
i v°nd. Iemand bood aan om het Wilhel-mus
lezingen op de bijzetting van het vogeltje.
Humor.
■Jerwijl de Leeuwarder burgemeester op de
radio de stampij over de zinloze vogel -
I rn°ord als onbenullige flauwekul afdeed,
j.tfokken actiegroepjes de sporen aan en be
gonnen officiële instanties te overwegen of
zij de schutter moesten vervolgen. Het zal
wel doodbloeden, dit relletje. Intussen is
ook een muis gesneuveld, lid van de con
tra-attaque op Domino Day.
Zo hield Nederland zich even bezig. Straks
doen wij weer iets anders. Vandaag een rel,
morgen de emoties die alle kanten op vlie
gen, overmorgen treedt de stilte weer in.
Volgende zaak.
Opwinden
Nederland is een hypergevoelige natie aan
de Noordzee geworden. Wij winden ons op
over de kleinste dingen. De emotie moet er
uit, niks opkroppen, daar krijg je maar puk
kels van. De media werpen zich op als ven
tiel. De ene keer leggen Nederlanders mas
saal knuffels, bloemen en beren neer bij in
stant-monumentjes voor omgekomen mede
burgers die wij volstrekt niet persoonlijk
kennen.
De volgende keer maken wij ons druk over
de vraag of de negerzoen wel of niet een ra
cistische lekkernij is. Kun je wel een goed
mens zijn als je daar je gebit in zet? De ne
gerzoen stamt uit een tijd waarin de men
sen heel wat nuchterder waren dan nu. Je
hapte in zo'n brokje opgeklopt eiwit met
chocolalaagje en je dacht er niet over na,
laat staan dat je de negerzoen in verband
bracht met de hut van Oom Tom.
Wat niet goed is verdwijnt meestal vanzelf.
Het woord neger (als je het omkeert, krijg
je regen, grapte Freek de Jonge ooit) is in
De negerzoen is al decennia een lekkernij. In dit hypergevoelige land van nu krijgt het in
eens een racistische smaak. foto Cor Viveen/GPD
onbruik geraakt. Dat hoef je niet te laten De brede maatschappelijke discussie is nog
schrappen uit de Van Dale, zoals Surina- niet uitgebroken, maar er hoeft maar een
mer Greenberg bepleit. Jodenvet, kletskop? vlammetje bij gehouden te worden en er is
ophef. Kortstondig, ongetwijfeld. Heel ty
pisch Nederlands is het niet. In de Verenig
de Staten bestaan sportclubs die indianen-
namen voeren. De Redskins in Washington,
de Cleveland Indians, de Atlanta Braves
met fans die met tomahawks zwaaien. Een
lobby van indianen wil dat die namen ver
dwijnen, omdat ze een smet zijn op hun his
torie. Om dezelfde reden ligt ook de terrein
wagen Cherokee Jeep op de werkbrug van
anti-racisten.
Niet alle indianen ervaren die namen overi
gens als beledigend. Uit een peiling van de
Universiteit van Pennsylvania bleek dat 90
procent van de indianen zich niet gekwetst
voelde als de Redskins over de buis dende
ren.
In de Nederlandse politiek gaat het er niet
veel anders aan toe. De keten met kwesties,
incidenten, discussies-om-de-discussies en
ruzietjes is lang. Wij rijgen er elk jaar weel
een paar doffe parels bij. Wie een beladen
portefeuille aanvaardt, zoals Rita Verdonk,
weet dat hij/zij tackles op de enkels kan ver
wachten.
Het gehakketak leidt wel af van de echte
vraagstukken. Globalisering, vergrijzing en
onderwijs zijn blijkbaar saaier. Flauw en
hypergevoelig zijn wij vaak ook met onze
taal. Onder druk van welzijnsinstellingen
zijn duidelijke woorden veranderd in vage,
met zijde omklede aanduidingen.
Wie, bijvoorbeeld, vroeger 65 jaar werd
wist dat hij voortaan door het leven ging
als bejaarde. Eigenlijk is er niks mis met
dat woord. Iemand is op jaren gekomen,
kun je dat nog duidelijker zeggen? De be
jaarde werd echter een oudere. De oudere
werd een senior. Het wachten is op het mo
ment waarop wij een 75-jarige een vermin-
derd-jeugdige gaan noemen.
Abattoirs
Zo oud werd de mus van Domino Day niet.
Hij is luid betreurd. Vraag blijft waarom
zo'n incidentje zo veel oproept en het feit
dat er dagelijks duizenden kippen, varkens
en koeien de dood vinden in abattoirs geen
enkele reden tot pamflettisme is.
Misschien wel omdat de moderne mens de
echte band met het consumptiedier kwijt
is. Een dier voor de consumptie is een pakje
bleke kipfilet in het koelvak bij Albert
Heijn. Daar voel je niks bij. In Thailand
koop je een levende kip op de markt, die je
thuis de kop afhakt, uitkleedt en verwerkt
tot een gerecht.
Hoe kort is het nog maar geleden dat we
dat in Nederland ook deden. Pa mestte in
de ren achter het schuurtje konijnen voor
de kerst, slachtte ze zelf in het fietsenhok
en ma braadde ze bruin in de pan. Als Rita
Verdonk een kip uit het hok achter haar
huis plukt, de bijl laat vallen, het beestje
uitkleedt en de pan in doet zou er onmiddel
lijk een condoleance-website voor het arme
dier opgericht worden. Dan zou het haar
dit keer ook zelf de kop kosten.
Henk van Weerf