De ondergang van een fijn dorp PZC Vooral hoogopgeleide vrouwen kicken af via internet Wé Heel veel mensen wilden helemaal niet naar West zaterdag 3 december 2005 Ooit waren er twee Hansweer- ten. Eén aan de westzijde van het Kanaal door Zuid-Beve land, met winkels en gezellig heid, en één aan de oostkant van het kanaal. Daar was het rustig, stond veel groen en hadden alle huizen een voor- en achtertuin. Eigenlijk zijn beide Hansweerten er niet meer. De meeste winkels en het vertier aan de westkant be staan alleen nog in de herinne ring van mensen. En de oost kant... Die is helemaal verdwe nen, en ook bijna vergeten. En kel de mensen die er vele jaren fijn hebben gewoond keren een kwart eeuw na de sloop van hun dorpje in gedachten nog wel eens terug naar Hansweert-Oost. Het begon allemaal op 28 februari 1970 Drie heren van Rijkswater staat werden op het gemeentehuis van Reimerswaal ontvangen door de bur gemeester, de gemeentesecretaris en de chef Algemene Zaken. De bezoe kers benadrukten dat het gesprek bin nen de muren van het gemeentehuis moest blijven. Al snel werd duidelijk waarom: Hansweert-Oost moest ver dwijnen voor de verbreding van het kanaal en de aanleg van sluizen. De dorpsbewoners moesten dat nog maar even niet weten, zo vond het driekop pige gezelschap van Rijkswaterstaat. Het zou alleen maar onrust veroorza ken. Lang bleef het plan met geheim, want amper een maand na het geheime over leg publiceerde de PZC een artikel waarin gewag werd gemaakt van de ophanden zijnde sloop van de twee honderd huizen in Hansweert-Oost. En onrust veroorzaken deed het, al konden de meeste mensen niet gelo ven dat hun dorp echt met de grond gelijk gemaakt zou worden. Vele jaren van onzekerheid volgden. Er werden alternatieven onderzocht. Variant A2 bijvoorbeeld, waarbij 118 van de 200 woningen in Oost gesloopt zouden worden. En variant A3, die voorzag in de sloop van 91 huizen in Hansweert-West. De gemeente, met de toenmalige loco-burgemeester Cees Slabbekoorn voorop, opteerde voor een bocht, zodat het kanaal hele maal ten westen van Hansweert zou uitmonden. Rijkswaterstaat hield ech ter voet bij stuk. Variant Al moest het worden. Slabbekoorn heeft dat later betiteld als politiek spel. „Je stuurt on prettige maatregelen een paar jaar vooraf de wereld in, zodat mensen er aan kunnen wennen. Een uiteindelij ke beslissing valt dan altijd mee." Op 3 juli 1978 maakte minister D. Tuynman van Verkeer en Water staat de definitieve keuze voor tracé Al bekend. En inderdaad: de mensen hadden er aan kunnen wennen. „Ik kan me niet herinneren dat het nog als een schok kwam", zegt Janny Christochowitz, die met haar man en kinderen in een huis aan de Hans- weertsestraatweg woonde. „De jaren lange onzekerheid had de mensen lam- De toenmalige burgemeester, H. Boer, had dat bijna een jaar eerder geconsta teerd. In oktober 1977 zei hij dat Hans weert-Oost al een beetje aan het ster ven was. Annie Jeroense en haar man Jack hadden hun huurhuis in dat jaar al geruild voor een nieuwe woning in de Edisonstraat in Kruiningen. „Het was duidelijk dat we op den duur toch weg moesten", zegt ze. „In Kruinin gen werden mooie huizen gebouwd, dus waarom langer wachten?" Toen stilaan duidelijk werd dat het echt gedaan was met het dorpje werd het comité Hansweert-Oost - dat in het begin van de jaren zeventig al even had bestaan - nieuw leven inge blazen. Huib Stevense was er bij be trokken. Hij weet nog dat het redelijk druk was toen ergens in 1977 een ver- Hansweert-Oost in juni 1982. Bijna alle huizen in het dorp zijn gesloopt. Alleen bejaardenhuis Maria-Oord (links van het midden) staat nog fier overeind. De bewoners verhuisden een paar maanden later naar hun nieuwe onderkomen in Hansweert-West, dat rechtsboven op de foto nog net te zien is. foto Lex de Meester ties verdwenen na verloop van tijd naar de achtergrond. Mensen gingen zich druk maken om de prijs die ze voor hun huis zouden krijgen of, in het geval van de huurders, hoeveel de verhuisvergoeding betrof. Janny Christochowitz, die als enige huurder lid was van het comité Hans weert-Oost, heeft er nogal bittere her inneringen aan overgehouden. „De saamhorigheid was snel verdwenen", zegt ze. „Op een gegeven moment was het ieder voor zich." De huurders ont vingen uiteindelijk zevenduizend gul den. Huib Stevense kreeg een mooie pi-ijs voor zijn huis. Hij had de woning, die Piet Jasperse vertrok begin 1983 als één van de laatste inwoners uit Hansweert-Oost. Hij moest eens een man wegjagen, omdat die dakpannen van het huis aan het stelen was. foto Willem Mieras gadering werd belegd in een zaaltje in bejaardenhuis Maria-Oord, dat ook in Oost lag. „Een man in de zaal riep dat we actie moesten voeren om de plan nen te dwarsbomen, maar hij kreeg weinig bijval", herinnert Stevense zich. „De mensen die hem steunden, waren op één hand te tellen. Iedereen wist dat het moest en ook zou gebeu ren." Gelatenheid Waar Christochowitz stelt dat de ja ren durende onzekerheid de mensen had lamgeslagen, wijt Stevense de ge latenheid van de bewoners aan het feit dat Zeeuwen, zeker in die tijd, nogal gezagsgetrouw waren. Zelf is hij dat helemaal niet zo, want jaren geleden stond hij nog eens op de barri cade om de Zeelandbrug tolvrij te krij gen. Dat zou gebeuren zodra de storm vloedkering klaar was, maar het bleef duren. Stevense: „Toen vond ik dat de mensen belazerd werden, en dan kom ik in actie. Maar de sloop van Hans weert-Oost was onvermijdelijk. Actie voeren had gewoon geen zin." Niet iedere dorpsbewoner kon zo ra tioneel denken, herinnert Hans van Geesbergen zich. Hij werkte eind ja ren zeventig bij de gemeente Reimers waal en bemande een informatiecen trum dat in 1978 werd geopend in een verlaten huis aan de Lekstraat. „De pijn van het weggaan overheerste in de beginperiode", zegt hij. „De meeste mensen waren daar echt wel emotio neel onder, hoor. Ik voelde me in die tijd soms meer een maatschappelijk werker dal een ambtenaar." Janny Christochowitz geeft toe het verschrikkelijk gevonden te hebben dat ze Hansweert-Oost moest verla ten. Het was volgens haar een fijne plek om te wonen „Mijn man moest zijn duiven opruimen. Er was geen plek meer voor bij ons nieuwe huis in Hansweert-West. Het lijkt iets onzin nigs, maar juist die kleine dingen maakten het extra moeilijk." De emo- hij eerst jaren had gehuurd, pas in 1973 gekocht. De sloop van het dorp lag toen al op de loer en dus had ieder een hem voor gek verklaard. Zes jaar later bleek het een gouden zet. Hij kreeg van Rijkswaterstaat het dubbe le van wat hij betaald had. „Ik besef dat ik geluk heb gehad", zegt hij nu. „Mensen die later hebben verkocht of zijn onteigend, kregen veel minder. Toen waren de centen op, hè." Het comité heeft uiteindelijk niet heel veel voor de mensen kunnen beteke nen. Een enquête over waar ze graag heen wilden, was volgens Stevense het grootste wapenfeit. Het hing er een beetje om. Een derde wilde naar Kruiningen, nog eens een derde naar Hansweert-West en de rest verkoos an dere plekken in Zeeland. Aan de ande re kant van het kanaal deed het comi té leefbaarheid zijn best om de men sen naar Hansweert-West te krijgen. 'Oost breken ze af, dan heeft West recht op alles wat daar zit', was de re denatie. Christochowitz kan er wel om lachen. „Ze hebben zich schrome lijk vergist", zegt ze. „Heel veel men sen wilden helemaal niet naar West. Het waren echt twee aparte gemeen schappen, hoor." Eind jaren zeventig begonnen de men sen stilaan te vertrekken, maar er kwa men ook nieuwe bewoners. Piet Jas perse bijvoorbeeld. De jonge twintiger moest zijn huis in Yerseke verlaten en vond Hansweert-Oost een mooi alter natief. Jasperse kwam met drie ande re gasten in een huis aan de Oostha- vendijk te zitten. Krakers werden ze vaak genoemd. Nou hebben die wel in Hansweert-Oost gezeten, maar vol gens Jasperse waren hij en zijn vrien den dat zeker niet. „Wij betaalden ge woon huur." Dat het dorp steeds leger werd, kon de jongens niet zoveel sche len. Ze hadden een popgroepje en kon den tot lekker laat muziek maken. Spookdorp Steeds meer veranderde Hans weert-Oost in een onguur spookdorp. „Huizen stonden enorm te verpaupe ren", zegt Christochowitz. „Ik weet nog dat bij de woning naast ons de rui ten waren ingegooid. Er werd ook veel weggehaald." Zelfs Jasperse, destijds niet bepaald een doetje, vond het er op het laatst niet zo prettig meer wo nen. Zijn hond ging 's nachts een keer blaffen. Er kwam geluid van het dak. Hij naar buiten met zijn luchtbuks. Zat er een man dakpannen weg te ha len. Die dacht kennelijk dat het huis al leeg stond en wilde zijn slag nog even slaan voor de slopers kwamen. „Ik heb hem vriendelijk doch drin gend verzocht te vertrekken", zegt Jas perse. „Ik geloof dat ik mijn buks niet heb gebruikt." Hoe triest moet het ook geweest zijn voor de bewoners van bejaardenhuis Maria-Oord. Pas in oktober 1982 - er woonden nog maar een paar mensen in het dorp - vertrokken zij naar hun nieuwe onderkomen in het 'andere' Hansweert. Ze hebben de sloop van Oost bijna helemaal moeten meema ken. „Nou lag Maria-Oord redelijk in gesloten, dus hoefden ze die trieste ta ferelen niet per se te zien", zegt Annie Jeroense, wiens man Jack destijds voorzitter van de stichting Ma ria-Oord was. „Maar wie weieens een rondje ging lopen, zal niet vrolijk zijn geworden." Annie was er bij toen de mensen werden verhuisd. „Ik heb er veel zien huilen. Ze woonden daar zo fijn." De oud-bewoners van Hans weert-Oost hebben zich in de loop dei- jaren over heel Zeeland verspreid. Jan ny Christochowitz verhuisde met haai man en kinderen naar Hans weert-West. Nu woont de weduwe in een seniorenwoning in Goes. Piet Jas perse bleef heel lang in Oost. „Een beetje om recalcitrant te zijn", geeft hij toe. „Maar ook, omdat ze me niets anders aanboden." Hij vertrok uitein delijk als allerlaatste bewoner aan het begin van 1983. Jasperse heeft nu een gezin en woont in Yerseke. Het oude huis Huib Stevense verliet Hans weert-Oost in 1979. Niet veel later is hij nog eens gaan kijken. Sloopbedrijf De Witte uit Westkapelle was de boel aan het platwalsen, hij weet het nog precies. „Net op het moment dat ik daar reed, hoorde ik op de radio het liedje Het oude huis van Willeke Al- berti. Ik dacht dat ik er nuchter tegen over stond, maar toen kreeg ik tranen in mijn ogen. Op dat moment was het genoeg. Ik ben er niet meer geweest." Annie Jeroense woont nog steeds in de Kruiningse Edisonstraat. Haar man Jack overleed ruim een jaar geleden, een paar weken voor hun vijftigste hu welijksverjaardag. Zijn as is ver strooid in de voorhaven. Precies op de plek waar zijn huis in Hans weert-Oost gestaan moet hebben. Rob Paardekam Steeds meer hoogopgeleide vrouwen met een baan melden zich via internet bij versla vingszorginstelling Tactus Zij willen de al cohol de baas zijn, maar dan wel anoniem. Agnes houdt van wijn. Een gezellige drinkster, vindt zij. Niet iemand die de problemen met alcohol te lijf gaat. Want problemen heeft zij niet. Zij is 57 jaar, is ge lukkig getrouwd en zit lekker in haar vel. Met haar man of vrienden drinkt zij graag een glas wijn. Voor het eten een glaasje. Bij het eten nog eentje. En daarna nog één. Drie glazen wijn per dag was tot voor kort normaal. Bijna dagelijks. Geen probleem. Toch vond Agnes dat zij haar drinkgedrag moest veranderen. „Ik ben geen alcoholist. Ik drink vooral voor de gezelligheid, maar het heeft ook lan ge tijd iets dwangmatigs gehad. Ik moest el ke dag een paar glazen wijn, dikwijls om enig ongenoegen van welke aard ook weg te drinken. Ik doe dit al een jaar of twintig." „Ja, ik had er ook last van. Toen ik nog werkte, had ik de volgende dag regelmatig hoofdpijn Mijn lichaam kan er eigenlijk niet zo goed tegen. Ik merk het de volgende dag steeds meer. Mijn lijf wil het niet, je voelt je niet fris, je wordt vergeetachtig. Je bent minder alert en helder in je hoofd. Ik heb geprobeerd om te minderen, maar dat lukte niet", zegt Agnes. „Pas toen ik op de site van Tactus de informatie gelezen had, aanvaardde ik pas echt dat het niet goed was wat ik deed. Ik heb me aangemeld voor de behandeling op internet. Het was een makkelijke mogelijkheid om mij te helpen. Je gaat uit jezelf niet zo snel naar de huis arts of een hulpverlener. Daarvoor was het probleem niet erg genoeg. Bij Tactus werd het wel erkend als een probleem. Je schuift het zelf liever terzijde, maarzij zijn duide lijk: ik drink te veel. Toen me dat duidelijk werd, voelde ik me rot en schaamde ik me", vertelt Agnes. „Ik heb het op internet heel erg trouw bijge houden. Vragenlijsten, een drinkdagboekje. Dat moest allemaal. Zo moest je ook de ge dachten omschrijven die je voelde als je zin had aan drinken. Ik ontdekte mijn risicomo menten. Ik dacht vaak: anderen drinken, ik niet. Het was jaloezie. Ik moest in de plaats daarvan een helpende gedachte bedenken. Zoals: ik voel me beter, helder, ik hoef niet mee te gaan in het drinkgedrag." De begeleiding van Tactus is nu afgelopen. „Toch denk ik niet aan een terugval nu ik het alleen moet doen. De hulp die zij heb ben geboden, kwam uit je zelf. Ik doe dit niet voor iemand anders, ik doe het voor me zelf. Of anderen er van af weten? Nee! Ik heb het aan niemand verteld, alleen mijn Voor het eten lekker een glaasje. Bij het eten nog eentje. En daarna nog één. Twintig jaar lang. foto Riet Vos/GPD man. Ik vind het te gênant om het met ande ren te delen. Ik doe het liever anoniem." Dat laatste is een drijfveer voor veel cliën ten van de internetbehandeling Alcohol de baaswaarmee Tactus afgelopen voorjaar is begonnen. Daarmee is ook een belangrijk deel van het succes verklaard. „De mensen vinden de anonimiteit prettig. Zij zijn bang dat hun werkgever erachter komt, als zij zich regelmatig zouden moeten vrijmaken voor een bezoekje aan ons. Het is lastig om steeds weer oppas te regelen. Of zij hadden anders geen tijd om overdag naar ons toe te komen", zegt onderzoekster Marloes Postel van Tactus. „Wij hebben de internetbehandeling eerst getest bij de bestaande groep cliënten. Die gaven aan dat zij zich eerder hadden ge meld, als die intemetmogelijkheid er was geweest. Met Alcohol de baas trek je dus niet alleen een nieuwe doelgroep, je bereikt ze ook eerder en voorkomt dat het pro bleem groter wordt." Dat was nou net de bedoeling. Tactus begon met deze vorm van dienstverlening om vat te krijgen op een grote onbereikbare groep probleemdrin kers. Uit landelijke cijfers blijkt dat Neder land 1,2 miljoen mensen telt die acht glazen alcohol per dag of meer nuttigen. Slechts 10 procent van hen is terechtgekomen bij de reguliere hulpverlening. De lageropgeleiden zijn daarin oververte genwoordigd. Hun drankprobleem is al groot voordat zij zich onder behandeling la ten stellen. „Meestal is de aanleiding niet de drank, maar een ander probleem dat daarvan het gevolg is", weet Heieen Westen dorp van Tactus. „Zij zijn bijvoorbeeld hun baan of partner kwijt. Pas dan hebben zij de neiging om er iets aan te doen. Veel men sen willen wel, maar hebben geen handvat. De drempel is te hoog. Zij zijn bang om bij Tactus mensen tegen te komen, bang voor een stempel of bang voor gezichtsverlies. Er rust nu eenmaal een taboe op een drank probleem. Drempelvrees Alcohol de baas moet die drempelvrees weg nemen. Dat lijkt te lukken, zo valt af te lei den uit de eerste resultaten. In ieder geval zijn de verwachtingen van Tactus ruim schoots overtroffen. Het aantal internet- hulpverleners moest in korte tijd worden verdubbeld naar zeventien. Daardoor kon den in het eerste half jaar 550 cliënten uit het hele land worden geholpen. De interes se is echter zo groot dat Tactus een wacht lijst heeft. Opvallend gegeven: het percenta ge vrouwen is bijna twee keer zo hoog als bij de reguliere verslavingszorg. Ook is het opleidingsniveau aanmerkelijk hoger. Deze nieuwe groep Tactus-cliënten geeft aan (meestal 's avonds) te drinken om te ontspannen. Bijvoorbeeld na een drukke werkdag en een druk gezinsleven. Of o: I zij in een moeilijke periode zitten. Vee!) noemde problemen zijn: slecht slapen,! zaamheid, relatieproblemen of een ech! scheiding. Opvallend is het frequente? bruik van antidepressiva en slaapmiddf Eenderde slikte dergelijke middelen re; matig. De aanpak via internet blijkt te werken! zegt Westendorp. „Wij vonden het verrJ send om te zien hoe open de cliënten wij en hoe trouw zij hun drinkgedrag bijhiej den. Aan de andere kant bleek dat de 14 verleners een persoonlijke band methU: klanten kregen. Zij vinden het jammer=j het contact na de behandeling is afgeloj? Daarop willen wij trouwens nog ietsvd nen. We denken erover om nazorg te on'» seren, door lotgenoten met elkaar in ctfj tact te brengen." I Is internetbehandeling dan de aanpak'? de toekomst? Westendorp: „Het is voorJ aanvullend. Wij willen niet dat alle cliéj ten nu opeens overstappen op internet, j het effectiever is, is nog de waag. BovSi dien is deze aanpak niet voor iedereen) schikt. Niet iedereen kan op de comput- zijn gevoelens onder woorden brengen.1 belangrijkste winst is dat wij een nieuw doelgroep bereiken." Marco Krip

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 24