fZC Devi is niet te benaderen en toch dichtbij Vietnamese schatten in Parijs ictie bijlagen: 0113-315680 f.pzc.nl iil:redactie@ pzc.nl dus 314460 AA Goes irtentie-exploitatie: Midden-Zeeland: 0113-315520; 0114-372770; 020-4562500. ensdag 30 november 2005 De menselijkste goden op de tentoon stelling zijn dieren. Niemand kan een glimlach onderdrukken bij het beeld van Ganesja, Sjiva's zoon, combinatie van man en olifant, hoeder van kennis en wijsheid. Hij wordt op deze sculp tuur uit omstreeks de zevende eeuw voorgesteld als de gezelligste god van de wereld, z'n slurf eeuwig in de schaal met snoepjes, met diepe min achting voor ieder die ooit aan afslan ken denkt. Het dier was een geliefd onderwerp in de kunst van de Cham, desnoods een verzonnen beest. Ik was zelden op een tentoonstelling die zo tot de verbeel ding van kinderen sprak. Hun favo riet was duidelijk het verrukkelijke beeld waarin olifant en leeuw versmel ten tot een wezen dat gajasimha heet. Stevig, geestig, geknipt als held voor een vrolijke tekenfilm. Er is een weer galoze Nandin, de witte stier. In de ca talogus signaleert men zijn 'rare ma- jesté'. Hij ligt te wachten op Sjiva, zijn berijder, in de zaal waar ook Zij troont, Devi, de onbetwiste Diva van de tentoonstelling. Zelfs in de geleerde boeken schrijft men over haar met een merkwaardige vervoering. De catalogusnotitie over het beeld eindigt met de verliefde ver zuchting: 'inaccessible et pourtant si proche'. Niet te benaderen en toch zo dichtbij, dat is misschien haar groot ste geheim. Wereldberoemd en toch onmogelijk te ontraadselen. Je hoeft niets van haar te weten om alles te we ten. Bij haar zijn, dat is het enige wat je nog verlangt. Jaloezie is niet nodig. Er vereren haar velen, maar je hoeft haar niet te delen. Je hebt haar voor altijd en je zult haar nooit krijgen. Een godin, de godin, om haar draait het leven, de wereld, het al. Mario Molegraaf Expositie: La sculpture du Champa. Trésors d'art du Vietnam - tot en met 9 ja nuari 2006 te zien in Musée Guimet, 6 Place d'Iéna, Parijs - open dagelijks behalve dins dag 10.00 tot 18.00 uur - toegang 6,50 euro (op zondag 4,50 euro) - de catalogus kost 49 euro. Devi, een godin als ambassadrice van een verzonken rijk Boeddhabeeld, gevonden in Vietnam, onbekende makelij Visjnoe en Sjiva vereerd, met prachti ge kunst. Sjiva is het meest nadrukke lijk aanwezig, met sculptuur van onge kende schoonheid zoals het staande beeld uit My Son en de zittende god heid die al in de negentiende eeuw in Frankrijk belandde. Wat een indruk moet het beeld hebben gemaakt, een verfijnd sonnet in zandsteen, de god van de elegantie. De Sjiva van My Son lijkt uit een andere wereld te komen, een wantrouwende veroveraar in plaats van een geraffineerde char meur. oit bestond er in de kust- vlakten van Vietnam een geheimzinnig koninkrijk. Het verdween even ongemerkt als het eeuwen eerder verscheen. Het koninkrijk Champa, bevolkt door de Cham. Op de tentoonstelling La sculpture du Champa, te zien in Musée Guimet in Parijs, herleeft het vergeten rijk. Nieuwe ogen kij ken naar oude goden. Linga, een abstract weergegeven penis, het teken bij uitstek van Sjiva's scheppen de kracht. Het draait allemaal om een godin. Het draait altijd om een godin. Haar beeltenis hangt op alle pleinen, langs alle boulevards van Parijs. Het affiche is nauwelijks te weerstaan. Kom naar mij, kom naar mij, fluiste ren die lippen van wellust. En dan sta je voor het beeld, een nogal gemuti leerde buste. Verdrink in mij, ver drink in mij, gebieden de ogen, grote meren in het gezicht dat aarzelt tus sen jongen en meisje. En je vertrouwt je aan haar toe, onmiddellijk en on voorwaardelijk. Zij laat je zien wat nooit te zien is, niet met jouw mensenblik, laat staan op een foto. Je wilt in haar armen lig gen, armen die er niet eens meer zijn. Ze vraagt de hoogste prijs. Of nee, zij hoeft niets te vragen. Ze krijgt het zon der meer, jouw geloof, jouw diepste geloof, jouw overgave, jouw volledige overgave, alles wie je bent. En het gek ke is, je verliest daardoor niets en je wint veel. Bij haar zul je eindelijk je zelf vinden. Thuis, thuis, eindelijk thuis. Ik voel me altijd op een wonderbaarlij ke manier thuis als ik in Parijs op me trostation Iéna uitstap en de trap be klim naar Musée Guimet. Een heel prettige instelling, er is een behoorlijk oosters restaurant, alles wordt voor beeldig gepresenteerd, steeds kan men spectaculaire aanwinsten tonen. Ter wijl dit al jaren het rijkste museum voor Aziatische kunst ter wereld is. Je hoeft nergens anders naar toe om meesterwerken te zien uit Afghani stan, Cambodja, China, India. Ja, het is als thuiskomen om weer oog in oog te staan met al die aimabele konin gen, fatale danseressen en vooral go den, goden,goden. Tijdelijk herbergt dit weergaloze mu seum een verzameling kunstschatten uit Vietnam, La sculpture du Champa heet de tentoonstelling. Een logisch onderkomen, gezien de historische banden tussen Indo-China en Frank rijk. De Fransen deden veel opgravin gen en verrichtten belangrijk onder zoek in Vietnam. De expositie is een openbaring, ook voor wie Angkor en Khmer magische termen zijn. Nieuw licht op een oude wereld. Een geschenk van de goden, en geen godin straalt in de zalen zoals Zij. Het zandstenen beeld van de affiches, meer dan duizend jaar oud, in 1911 aangetroffen in een modern heiligdom in het dorp Huong Que. Dit is het be kendste beeld uit Champa. Een godin Gajasimha, kruising van olifant en leeuw als ambassadrice van een verzonken rijk. Haar naam is Devi, wat simpel weg 'Godin' betekent. Maar de be schouwer had dat al in de gaten: dit is niet een godin, dat is dé godin. Zij is de vrouw van Sjiva, de vernieler én de hersteller. Maar zij is voor haar ver voerde vereerders ook Sjiva zelf. In elk geval is Sjiva op de expositie dicht in de buurt. En wel in de vorm van een linga, wat zoveel wil zeggen als 'te ken'. Het lijkt een paaltje, maar het is een abstract weergegeven penis, het teken bij uitstek van Sjiva's scheppen de kracht. Champa De goden van Champa, maar zeker niet alleen van dit koninkrijk. De naam Champa valt pas voor het eerst in 629, maar het bijbehorende land be stond al eerder. Een land zonder ge schiedenis lijkt het, ooit langzaam ver bonden, ooit geleidelijk ontbonden. Er bestaan zelfs nog Cham, ongeveer honderdduizend in Vietnam, een paar duizend in Cambodja. Er is een aantal inscripties, je vindt berichten in Chi nese annalen, maar de chronologische en ook de geografische grenzen zijn vaag. Zo blijft Champa een soort sprookje: er was eens, ergens. Zoals de kunst iets sprookjesachtig heeft, al is het maar vanwege de vele fabeldieren. Zo als de bouwwerken, in baksteen opge richte dromen, aan een sprookjespark doen denken. Een vruchtbare en rijke streek, om het sproookje compleet te maken. Op een paar fascinerende voor werpen na, zoals hulzen die om een linga werden gedaan, condooms voor de goden, schittert er trouwens weinig goud en zilver op de tentoonstelling. Maar de koningsschatten van Cham pa waren en zijn befaamd. Het was geen groot gebied, veel kust en weinig land. Een handelsnatie, af hankelijk van het lot en de welwillend heid van de buren. Een natie voor nieuwkomers, gewenste en ongewens te. Betwist territorium, een oorlogszo ne, herbouwen en vernielen. De groot ste verwoestingen lijken trouwens door de Amerikaanse bommenwer pers te zijn aangericht. Import en export, een druk kruispunt, ook van ideeën, religie en kunst. Van een boeiend bronzen boeddhabeeld, gevonden in het tempelcomplex Dong Duong, is het onduidelijk of het in Champa zelf is vervaardigd dan wel het van elders werd aangevoerd. Er waren contacten met Java, Sri Lanka, India. De godsdiensten kwamen uit India. Het boeddhisme dus, naar het schijnt in Champa betrekkelijk kort maar uit bundig beleden. Het boeddhisme van het 'grote voertuig', met een reidans van heiligen en godheden. Uit het hin doeïstische pantheon werden vooral VOF de Kunst laat sint sprankelen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 25