Fineren is het leukst met beenderlijm Als een ram zin heeft, smakt hij met zijn lippen 23 dinsdag 22 november 2005 ©itbe .Ambachten In personeelsadvertenties wordt tegenwoordig ge vraagd om managers, pro jectleiders en commercieel medewerkers. Vacatures voor bijvoorbeeld klompen makers, garnalenpelsters, wagenmakers, messensnij- ders, wiegenmakers en boekbinders kom je niet meer tegen. Oude ambach ten worden door een kleine groep toch nog in ere gehou den. De PZC gaat op zoek naar de beoefenaars. In de ze aflevering: meubelma ker Gon de Hooge. staat te pruttelen. „Dit is been derlijm", legt hij uit. „Gemaakt van dierenbotten." Hij smeert een beetje van het spul op een blok hout en plakt er vervolgens een stukje fineer op. Met een al even oud strijk ijzer gaat hij over het blok heen. Alsof het zijn overhemd is. „Zo, dat zit muurvast", concludeert hij tenslotte. Hoewel De Hooge zweert bij de beenderlijmmethode, kan die niet in alle gevallen worden toe gepast. „Als de vorm van het hout ingewikkeld is, bijvoor beeld in een bocht loopt, ge bruik ik de vacuümpers", wijst hij naar een groot apparaat in de hoek. Muurvast Ook dat is een wonderlijk geval. De pers is pakweg anderhalve meter lang en net zo breed. Over de platte bovenkant zit een gro te plastic zak. De Hooge lijmt een stuk fineer op een blok en legt het onder het plastic. Ver volgens zet hij het apparaat aan. Meteen trekt de zak strak om de machine heen. Het fineer wordt met veel kracht tegen het blok gedrukt. Ook in dit geval zit het dunne laagje hout muur vast. „Maar de methode met de beenderlijm is natuurlijk veel leuker", vindt de Middelburger. De Hooge mag dan meubelma ker zijn, zijn werkgebied is bre der. „Laatst was hier een Duit ser met een oude naaimachine van zijn moeder. Daar was ooit een granaatscherf doorheen ge gaan. Of ik er nog wat van kon maken. Ik heb ook al schilderij lijsten, deuren en barometers voor mijn neus gehad. Als er maar hout in zit, dan mogen mensen met alles komen." De Hooge produceert ook nieu we meubels. Soms maakt hij be staande exemplaren na. „Maar vaak wel in een kleinere maat", geeft hij aan. „Dan hebben men sen een prachtige kast gezien, maar past die niet in hun woon kamer." Andere keren bouwt hij een nieuw meubel dat past bij het al bestaande interieur. „Laatst kwam er iemand die een flat- screentelevisie had gekocht. In zijn antieke kast kon hij die niet kwijt. Toen heb ik er een apart kastje in dezelfde stijl bij ont worpen." Volgens De Hooge zijn de klan ten meestal dik tevreden over zijn werk. Voor hemzelf geldt dat lang niet altijd. „Eigenlijk zie ik altijd wel verbeterpuntjes. Ach, dat houdt me scherp. En het maakt de uitdaging des te groter." Martijn de Koning Gon de Hooge is meubel maker en antiquair. Dat zie je terug in zijn Mid delburgse bedrijfje. Voorin staat een twintigtal meu bels te koop. Achterin is een werkplaats. Wat hij leuker vindt? De Hooge laat er geen twijfel over bestaan. Om zich heen gebarend in zijn werkruimte: „Hier ben ik veel liever dan van vo ren." De 59-jarige De Hooge kwam vroeg in aanraking met het vak. „Op mijn zestiende was ik al aan het keutelen en rommelen voor plaatselijke han delaren", herinnert hij zich. In 1968 begon de meubelmaker in een oud pakhuis voor zichzelf. Twee jaar later kocht hij zijn huidige stekje aan de Kinder dijk in Middelburg. „In eerste instantie deed ik al leen aan restauratie", vertelt hij. „Later kwamen daar ook de handel en het zelf maken van meubels bij." De handel kreeg even de overhand, maar dat ver anderde snel weer. „Ik vond dat op den duur niet leuk meer. Al dat gereis en geregel. Ik ben veel liever lekker in mijn werkplaats bezig." Er zijn allerlei redenen om een oud meubel naar een meubelma ker te brengen. „Allereerst kan het zijn dat het hout krom trekt", steekt De Hooge van wal. „Dat komt door de centrale verwarming. Die hadden ze in de 17e eeuw nog niet." Soms is een meubel gewoon ver sleten. „Dat is het leukste", vindt De Hooge. „Hoe kapotter, hoe beter. De uitdaging er nog iets moois van te maken, is dan Gon de Hooge: „Hoe kapotter een meubel is, hoe beter. De uitdaging er nog iets moois van te maken, is dan het grootst." foto's Dirk-Jan Gjeltema om met fineer meubels te ver fraaien. In zijn eigen woonka mer staat een kast, waarin de structuur van de boomstam nog te zien is. Alsof er later een pa troon op getekend is. De manier waarop dat fineren in zijn werk gaat, geeft aan het begrip 'oude ambacht' een nieu we dimensie. Als De Hooge het gaat voordoen, grijpt hij eerst naar een ketel met een stinkend goedje, dat in de hoek van de werkplaats op een oud fornuisje het grootst." Over het aanbod aan afgeleefde meubelen heeft hij niet te klagen. „Mensen gaan er tegenwoordig anders mee om dan vroeger. Toen leefden men sen in de keuken en werden de mooie meubels alleen op zondag gebruikt. Als je kijkt wat er nu allemaal aan en rond een tafel gebeurt..." Het is niet het enige verschil tus sen vroeger en nu. „Zie je die ta fel? Daar moeten langere poten onder. Van 78 in plaats van 70 centimeter. Tja, eeuwen geleden waren de mensen kleiner, hè." Traditionele technieken hebben de voorkeur van de Middelbur ger „Het leukste vind ik het fine ren. Daarbij worden dunne laag jes hout over het meubel ge lijmd. Dure soorten vooral, zo als mahonie of rozenhout." De Hooge laat zijn kelder zien. Honderden stukken en stukjes hout in alle soorten en maten staan en liggen er door elkaar. „Geloof het of niet, ik kan dit allemaal nog wel eens gebrui ken", zegt hij verontschuldi gend. Het merendeel bestaat uit plakken fineer. De oude zijn wat dikker dan de nieuwere. „Vroeger gebruikten ze nog een zaag", legt De Hooge uit. „Te genwoordig kappen ze het van de stam af." De plakjes zijn daardoor zo dun dat ze aanvoelen als knisperend papier. „Andere mensen zouden dit misschien weggooien", meent De Hooge, terwijl hij een velletje hout laat zien. „Maar dit is wel bloemmahonie. Die is honderd euro per vierkante me ter waard." Pure kunst Het gebruik van fineer kan tot prachtige resultaten leiden. De Hooge laat een kastje zien, waar van het bovenblad belegd is met een mozaïek van verschillende houtsoorten. Pure kunst. De meubelmaker heeft meer aparte manieren onder de knie De Hooge fineert een stuk hout met beenderlijm en een oude strijkbout. Zeeuws kastje Hij wist niet hoe snel hij na binnenkomst op de boerde rij de wei in moest rennen. Man, KINDERBOERDERIJ De kinderboerderij aan de Evertsenlaan in Terneuzen is een drukbezochte plek. Even brood brengen voor de dieren, even eruit met de kinderen, even een om metje maken. Verstande lijk gehandicapten van de stichting Tragel verzorgen de dieren en onderhouden de stallen. In deze rubriek wordt wekelijks bericht over het wel en wee op de Terneuzense kinderboerde rij. man, man, wat een mooie vrou wen! Daar is toch geen enkele ram tegen bestand? Althans, Jack in elk geval niet. Hij was nog geen dag op de boerderij of hij had al drie ooien van een gele stempel op hun konten voorzien. Jack is een twee jaar jonge leaseram, oftewel een mannetje dat is in gehuurd om lammetjes te knut selen. Eerst mocht hij zich thuis bij beheerster Andrea inwerken op zeven ooien, nu is het de beurt aan twaalf schapen op de kinderboerderij. „Jack is een echte man, zo eentje die voor zijn vrouwen schermt", vertelt Andrea. „Dat betekent dat de beheerders goed moeten oppas sen. Zolang we eten geven is er niets aan de hand, want Jack is een veelvraat. Maar als je zo maar in de wei staat, probeert hij je weg te jagen door tegen je benen te stoten. Eerst doet hij dat zachtjes, maar op een gege ven moment schakelt hij meer krachten in. Linke soep, want voor je het weet scheuren je kruisbanden. Ik heb hem laatst een dekblok aangedaan. Be- gon-ie met zijn poot te slaan. Nou, dat was echt geen pretje." Jack is herkenbaar door zijn dektuig, maar vooral door zijn gestalte. Jack is een statige, bruine ram, met lange poten, een witte bles, vier witte voetjes en een wit puntje aan zijn staart. Andrea: „Hij blijft drie cyclussen van zeventien dagen op de boerderij. Nu heeft hij een geel dekblok om, straks vol gen nog een rode en blauwe. Als een ram zin heeft, smakt hij met zijn lippen. Hij trekt dan heel gekke bekken. Aan de urine van een ooi ruikt hij of ze klaar voor hem is. Vervolgens loopt hij rondjes om haar heen en duwt haar van de kudde af. Als ze daarna stil blijft staan, weet hij dat het zover is en klimt hij op haar. We houden per dag scherp in de gaten of hij heeft gedekt. Zo weten we dat hij op 7 november voor het eerst zijn kunstje heeft gedaan. Een dracht duurt 148 dagen, dus Beheerster Andrea met ram Jack. kunnen we vrij precies uitreke nen wanneer op zijn vroegst het eerste lammetje wordt geboren. We houden rekening met twee dagen speling, maar als het goed is, bevalt het eerste schaap foto Peter Nicolai op 2 april." Dat is allemaal hart stikke leuk en lief, maar daar waar de schapen zich alleen met elkaar hoeven bezig te hou den, hebben de schapeneigena ren heel wat meer zorgen aan hun hoofd. Achter de wereld van wol en geblaat gaat name lijk ook een heel zakelijke kant schuil. Dat heeft alles te maken met de vrees voor de schapen ziekte scrapie, een aan bse ver want virus. Andrea: „Deze ram is getest en gezond bevonden. Daarom heeft hij van de Ge zondheidsdienst voor Dieren een paspoort gekregen. Elk schaap moet worden gecontro leerd. Blijkt bij inspectie dat je dat niet hebt laten doen, dan ris keer je een fikse boete. De re gels zijn sinds de uitbraak van mond- en klauwzeer ontzettend aangescherpt. Zo mag er bij voorbeeld sinds de komst van Jack drie weken lang geen schaap of geit van de boerderij worden gehaald. In die tijd moet namelijk worden bekeken of er toch geen mkz-symptomen optreden bij de dieren. Alle schapen op de boerderij zijn ge controleerd en dragen daarom een oormerk. Dat is misschien niet zo'n mooi zicht, maar het is nu eenmaal verplicht." Al die regelgeving zal Jack worst wezen. Hij leeft zich met plezier uit op zijn twaalf ooien. Met een beetje geluk had hij ove rigens nog twee extra schapen onder zijn hoede gehad. Daar hebben de medewerkers van de boerderij echter een stokje voor gestoken. „Wij hebben twee Hampshire Down schaapjes, Dop en Nootje, die zijn geadopteerd door de Zonne- school in Terneuzen. Zij zijn nog te klein van stuk om gedekt te worden. Daarom logeren Dop en Nootje een tijdje op een ande re boerderij." Raymond de Frel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 23