Ik zal nooit een Vlaming worden
Donkere gedichten krijgen vrolijke melodieën
Feit en fictie mengen op
filmset Wild Romance
Stef Bos reist
langs de
plaatsen
van zijn leven
woensdag 16 november 2005
ijftien jaar geleden
kwam de eerste
plaat van Stef Bos
uit, de opmaat voor een suc
cesvolle carrière in Neder
land, Vlaanderen én
Zuid-Afrika. Nu ligt een
boek met liedteksten van de
tekstschrijver en zanger in de
winkels en toert hij weer
langs de Nederlandse thea
ters. Morgen treedt hij op in
Bergen op Zoom.
Interviews zijn toch ergens
goed voor, lacht Stef Bos
(1961). We zitten aan de Schelde
in Antwerpen en nemen de be
langrijkste plaatsen van zijn le
ven door. Een reis die, toeval of
niet, van noord naar zuid gaat.
„Over sommige dingen heb ik
nooit nagedacht. Aan de andere
kant: pas nu kan ik alles in de
juiste context zien."
Terug naar Veenendaal, zijn ge
boortedorp. „Ja, ik ben een jon
gen van de Gelderse Vallei. Het
laat je nooit los, laat ik dat voor
opstellen. Maar een dorp heeft
natuurlijk nooit dezelfde uitstra
ling als een stad. Een stad is een
soort vader aan wie je je identi
teit scherpt, een dorp is een moe
der, blijft op de achtergrond.
Veenendaal behoort tot de
'bible belt', maar zelf kom ik
niet uit zo'n streng nest. Wel pro
testant, maar links van het mid
den. In Veenendaal heb ik ook
gezien dat godsdienst een voor
mij niet te belopen pad was. Bij
ons achter was de gereformeer
de gemeente. Als wij jongetjes
op zondag gingen voetballen -
tachtig procent van het dorp
mocht dat niet - moesten we
langs de kerk lopen. Dan hoor
den we zo'n hel- en verdoemenis-
preek. Dwars door de muren
heen hoorde je het gescheld.
Lange tijd had ik een hekel aan
Veenendaal, ingekakt boeren
dorp. Nu vind ik het een aange
name plek, vind ik vooral de om
geving erg mooi. Dat heb ik toen
nooit gezien. Veenendaal was
voor een jongetje als ik in elk ge
val een veilige plek om op te
groeien. Mijn ouders hadden
een juwelierszaak. Het was al
tijd: 'Hé, ben jij er een van Bos
uit de straat? Kun je dat horloge
even meenemen om te repare
ren?' Daar had ik zó'n hekel
aan. Daarom wilde ik Veenen
daal ontvluchten. Ik wilde
graag ergens anders opnieuw
kunnen beginnen."
Thuisbasis
In Ede zat Stef Bos op de mid
delbare school. „Nu ik erover na
denk, met Ede heb ik misschien
wel meer dan met Veenendaal.
Daar was veel meer te doen. Tus
sen de lessen door ging je de
stad in, naar de kroegen. In Wa-
geningen kwam ik ook regelma
tig, om platen te kopen. Elpee
was de beste platenzaak in de
verre omgeving. In Arnhem ging
ik uit. De Korenmarkt, bioscoop
Rembrandt. Veenendaal was
dan wel mijn thuisbasis, met het
dorp had ik niet zo veel. Het
duurde ook erg lang voordat ik
in de Lampegiet heb gespeeld.
De mensen wisten ook helemaal
niet dat ik daar vandaan kwam.
Als ik Ede in het theater sta, of
in Arnhem, gebeurt er wat met
Stef Bos: „Vlaanderen heeft een enorme invloed op mijn artistieke, ontwikkeling gehad."
mij. Waarschijnlijk omdat ik op
die plekken het gevoel had dat
ik leefde. Ik kom er thuis."
„Ik had een leuke klas op de
.middelbare school, een beetje
ondeugend. Voor een bonte
avond hebben we een cabaret
groep opgericht, Veluapo ge
naamd naar voorbeeld van de
Swapo. Het moest de bevrij
dingsbeweging van de school
zijn. Ik schreef teksten en zong.
Dat was een eclatant succes.
Vanaf dat moment repeteerden
we een keer per week. Maar ik
had nooit het idee dat ik daar
mee door zou gaan. Pas in 1981
werd het serieus, maar toen zat
ik al in Utrecht. Utrecht is be
langrijk voor mij geweest. Op
m'n achttiende ging ik er naar
toe om te studeren. Ik zat er op
kamers en zag het echte leven
aan me voorbijtrekken. Het zijn
de essentiële jaren van je leven:
de muziek die je dan hoort,
vormt je smaak. Je wordt voor
het eerst echt verliefd. Utrecht
zit onder mijn huid."
Na zijn studie afgemaakt te heb
ben, vertrok Stef Bos naar Ant
werpen, naar Studio Herman
Teirlinck, toentertijd de beste
theater- en kleinkunstopleiding
van de Lage Landen. „Mijn ca
baretkameraad Chiel van Ber-
kel zat al in Antwerpen. Chiel
durfde alles. Ik niet. Ik was onze
ker. Chiel haalde vroeger altijd
al de kastanjes voor me uit het
vuur. Nu dus eigenlijk weer.
Herman Teirlinck was een zwa
re opleiding. Zes dagen in de
week hadden we les. En erg ge
disciplineerd. Klassieke dans,
jazzballet, schermen, paardrij
den, tappen, veel toneel, veel
theorie. Het was de weg die ik
moest volgen. Ik was verliefd op
Antwerpen, de stad was een fe
nomenaal mooie wouw. De moti
vatie voor de school was voor
een-deel de stad. Ik wilde sowie
so in Antwerpen wonen. Maar
ik was er zo verliefd op, dat ik
mezelf vergat. In het begin doe
je alles om geaccepteerd te wor
den. Pas later kom je erachter
dat je altijd een Hollander
blijft. En dat is ook een veel
reëlere basis om onderdeel uit te
maken van een cultuur. Na de
opleiding heb ik anderhalf jaar
als acteur op het toneel gestaan.
Maar ik was altijd liedjes aan
het. schrijven. Ook toen heb ik
weer een ander de kastanjes uit
het vuur laten halen; mijn toen
malige geliefde Ingeborg. Ze
was zangeres en wilde solo het
theater in. Om promotie te
doen, schreef ze zich met een
liedje van mij in voor de Bel
gische voorronde van het Eurovi
sie Songfestival - en won. Toen
ik eenmaal die wereld zag, wil
de ik meer. Het cabaret had ik
inmiddels achter me gelaten. Ik
wilde gaan zingen. Liedjes die
het verlengstuk zijn van wie ik
ben en wat ik denk. Vlaanderen
heeft een enorme invloed op
mijn artistieke ontwikkeling ge
had. Ik had al die liedjes nooit
geschreven als ik niet in Vlaan
deren gewoond had. 'Papa',
mijn grote hit uit 1991, is eigen
lijk een chanson. Het is mis
schien niet honderd procent per
soonlijk, maar heeft mezelf wel
als vertrekpunt. Boven de rivie
ren kent men dat eigenlijk niet.
Ik zal natuurlijk nooit een Vla
ming worden. Als er echt iets ge
beurt in Nederland, zoals de
moord op Theo van Gogh, dan
merk ik dat het me raakt, meer
dan wanneer zoiets in België ge
beurt."
Johannes Kerkorrel
Halverwege de jaren negentig
zoekt Stef Bos het nog verder
naar het zuiden en 'ontdekt'
Zuid-Afrika. „Je moet begrij
pen dat ik in België van de ene
op de andere dag een Bekende
Vlaming was. Mijn eerste album
werd hier dubbelplatina. In Ne
derland kennen de meeste men
sen me niet, in Vlaanderen zit ik
in het collectieve onderbewust
zijn. Ik begon te reizen om te
ontsnappen aan de schijnwer
pers in België. Op een van die
reizen ontmoette ik Johannes
Kerkorrel, een Zuid-Afi'ikaanse
singer-songwriter. Door hem
ben ik in Johannesburg terecht
gekomen. De boycot was net
voorbij en ik viel met mijn neus
in de boter. Kerkorrel was dé
cultfiguur in Zuid-Afrika. Ik be
landde in een cultuur die aan
het begin van alles stond. Er
was een enorm optimisme, alles
leek mogelijk. En omdat ik met
Kerkorrel een nummer had ge
maakt, raakte men ook geïnte
foto Thomas Legrève/GPD
resseerd in Bos. Zuid-Afrika
was mijn tweede Antwerpen,
mijn tweede liefde. Het verschil
was dat ik er nu klaar voor was.
Ik dook in de cultuur, ga er nog
steeds regelmatig naar toe en
werk graag met zwarte muzikan
ten omdat ik daar iets van kan
leren. Zuid-Afrika heeft een
Vlaamse kant, het nationalisti
sche, het voorzichtige. Maar het
land is protestants en daarin
lijkt het weer op Nederland. In
Zuid-Afrika herkende ik veel
meer van mijn eigen achter
grond dan in Vlaanderen."
Twintig jaar woont Stef Bos nu
in Vlaanderen. Al geruime tijd
op een groot stuk grond in de
buurt van Gent. Maar nu, aan
de oever van de Schelde met de
stad Antwerpen onder handbe
reik, overweegt hij een terug
keer naar de stad. „Ik wil van
mijn spullen af. Ik heb een
kant-en-klare opnamestudio.
Dat bezwaart alleen maar. Als
je je vrijheid omzet in bezit
moet je met dat bezit bezig zijn.
Dat levert weer minder vrijheid
op. Ik wil juist lichter worden.
Als je een album maakt dat
Ruimtevaarder heet, wat moet
je dan met 6000 vierkante meter
grond en half bos? In de toe
komst wil ik thuis alleen nog
maar nummers schrijven. Dan
zijn pen en papier genoeg. Ge
woon een klein apartementje,
een piano en een gitaar."
Hans Walraven
Stef Bos geeft morgen een concert in
Stadsschouwburg De Maagd in Ber
gen op Zoom, aanvang 20.15 uur.
De cd 'Ruimtevaarder' is uit bij
HKM/CNR. Het boek 'Alles wat ivas'
(songteksten, foto's en brieven) is uit
gegeven door Lannoo, prijs 24,50
Pauze tijdens de opnames.
Op het podium van Paradi-
so staan twee kale mannen
naast elkaar. De ene heet Koos
van Dijk. Hij was jarenlang de
manager van Herman Brood. De
andere heet Marcel Hensema.
Hij speelt Koos van Dijk. Op de
set van de film Wild Romance lo
pen fictie en werkelijkheid
voortdurend door elkaar.
Paradiso Amsterdam, 1977.
Showtime! Herman Brood moet
het podium op, de band speelt
al. Maar Herman heeft het iets
te druk met een meisje in de
kleedkamer. Manager Koos van
Dijk brult dat het nu genoeg is
geweest. Hij sleurt Herman mee,
die in zijn haast de veel te nau
we strstchbroek van het meisje
aantrekt. 'Saturday Night' da
vert door de zaal, waar inmid
dels het kookpunt is bereikt.
Herman rent met halfopen
broek het podium op, laat zijn
handen over de pianotoetsen
stuiteren en zingt over 'the neon-
light of the open-all-night'.
Een scèné uit de film Wild Ro
mance van regisseur Jean van
de Velde. Het wordt een weerga
ve van het leven van Herman
Brood his Wild Romance,
eind jaren zeventig. Van de ont
moeting tussen kroegbaas Koos
van Dijk en de merkwaardige
zanger-pianist Brood in
Winschoten, tot de rampzalig
verlopen Amerikaanse tournee
in 1979. Op 5 november volgend
jaar, cle dag dat Brood zestig
zou zijn geworden, is de premiè
re.
Na een aantal draaidagen in
Groningen is de set voor één dag
in Paradiso opgebouwd. In de
zaal honderden figuranten in ja
ren zeventig outfit. Al vanaf zes
uur in de ochtend zijn ze in
touw. Hoofdrolspeler Daniël
Boissevain en de band verma
ken het publiek tijdens de pau
zes met het spelen van 'Another
one bites the dust', 'Hit the road
jack' en Broods grootste hit 'Ne
ver be clever'. Boissevain moet
tijdens het filmen Brood play
backen, maar hier zingt hij even
echt.
Zo'n dertig keer wordt 'Satur
day Night' deels gedraaid. Het
publiek en de muzikanten op
het podium worden in de pauzes
natgehouden met plantenspui
ten voor de juiste zweterige at
mosfeer. Vooraan in het publiek
een groep rolstoelers, die 'Her
man' uit zijn zicht wil hebben,
omdat hij niet wil zien hoe hij er
zelf over tien jaar bijzit. 'Koos'
regelt als de bliksem dat de ge
handicapten met rolstoel en al
op het podium komen.
De echte Koos van Dijk, die het
initiatief nam voor de film,
vindt het maar vreemd dat hij
hier niet alles zelf hoeft te rege
len. „En voor mij is het ook héél
raar dat er 's ochtends al zo veel
actie is. Want rock-'n-roll, dat
is 's nachts." Acteur Marcel Hen
sema: „Voor mij is het vreemd
om iemand te spelen die nog
leeft. Om Koos te spelen moet ik
voortdurend pieken, want zelf
ben ik véél rustiger dan hij." Da
niël Boissevain heeft erg goed
naar Brood gekeken en geluis
terd. „Zijn loopje, de manier
waarop hij sprak en bewoog, ik
heb het allemaal bestudeerd",
zegt hij. „Ik ben er achter geko
men dat hij wel ingewikkelder
in elkaar zat dan ik dacht. Ik
kende hem van de optredens, ik
realiseerde me nooit dat hij bij
voorbeeld heel verlegen was.
Waar ik ook achter ben geko
men is dat hij écht leefde voor
zijn muziek."
Nieuwe scène. 'I love you like I
love myself wordt hard ge
draaid. Acteur Maarten Ri-
schen, die gitarist Dany Ladema-
cher speelt, valt tijdens de solo
op zijn knieën. Achter in de zaal
loopt de echte Dany Ladema-
cher binnen. Hij hoort en ziet
zichzelf spelen, maar dan dertig
jaar geleden. „Dit is héél raar",
zucht hij en hij gaat er even bij
zitten. Vlak naast hem staan de
échte zoon van Koos van Dijk
en de échte dochter van Herman
Brood met elkaar te praten.
Terwijl het nummer doorden
dert wordt er water over het pu
bliek gesmeten. „Tieten! Tieten!
Tieten!", brult de regieassistent
over de muziek heen, om meis
jes die op schouders van jongens
zitten te stimuleren hun borsten
te laten zien. Daar zijn de tie
ten.
Het is bloedheet, vochtig en ro
kerig in de zaal. Een meisje
wordt onwel en wordt door
twee man naar buiten gedragen.
Er staan geen camera's omheen.
Dan moet het echt zijn.
Jaap Stiemer
Opnamen voor de film 'Wild Romance', over het leven van Herman
Brood. foto Joop Boek/GPD
De Zuid-Afrikaanse popzanger
Chris Chameleon zette veertien
tochten van Ingrid Jonker op mu-
De beroemde dichter maakte in
55 op 31-jarige leeftijd een einde
naar leven. De cd van Chame-
groeide in zijn eigen land uit tot
regelrechte hit. Zaterdag treedt
op in café De Vlinder in Zierik-
Uk voel affiniteit met Ingrid Jon-
zeêl de Zuid-Afrikaanse zan-
Thris Chameleon. „Net al zij ben
F' bipolair en kan mijn stem-
ineens van heel licht naar heel
omslaan. Zo spreekt ook die
öt)elzinnigheid aan stemmingen
™a| gedichten mij aan. Als een
oie met een handgranaat speelt,
owjl het er uitziet alsof het een bol-
'lewol is."
Render dan in die metafoor kan
werk van Ingrid Jonker amper
gedrukt worden. Ze is de beroemcl-
m of .ansta lige dichter - het
dichteres' verafschuwde ze -
e laatste halve eeuw, hoewel ze
et afgelopen decennium min of
r mternationaal herontdekt en
waarde geschat werd.
ei Was een getormenteerde
w. heen en weer geslingerd tus-
stemmingen, die in 1965 een eind
«naar leven maakte. Eenendertig
lnng. Haar gemoedsworstelin
De Zuid-Afrikaanse zanger Chris Chameleon: „Ja, ik voel affiniteit met Ingrid Jon
ker. De dubbelzinnigheid aan stemmingen in haar gedichten spreekt mij aan."
foto Lex van Rossen/GPD
gen zijn terug te vinden in de twee
bundels poëzie die er van haar hand
verschenen en tientallen nagelaten
gedichten.
Een veertiental daarvan is op mu
ziek gezet door de jonge Zuid-Afri
kaan Chameleon en verzameld op de
onlangs verschenen cd Ek herhaal
jou. Dezelfde titel als die waaronder
Gerrit Komrij in 2000 zijn Jon
ker-vertalingen bundelde.
'Bitterbessie dagbreek, bitterbessie
son. 'N spieël het gebreek tussen my
en hom', zingt Chameleon. Gerrit
Komrij vertaalde de regels enkele ja
ren geleden als: 'Bittervrucht van da
geraad, bittervrucht van zon; een
spiegel is gebroken tussen mij en
hem.' Ook prachtig, maar juist het
spanningsveld tussen een beetje wél
en een beetje niet verstaan maakt
het origineel voor Nederlandse oren
zo bijzonder.
Zoals alle kinderen die op een Afri-
kaanstalige school in Zuid-Afrika
hebben gezeten, vertelt Chameleon,
had hij wel van Ingrid Jonker ge
hoord. „Maar ik had er nooit veel no
titie van genomen." Tot hij een jaar
of vier geleden met zijn rockgroep
Boo! op tournee was in Nederland en
toevallig 'Korreltje niks is my dood',
de prijswinnende documentaire over
Jonker van Saskia van Schaik (Zilve
ren Roos Montreux) op televisie zag.
„Opeens viel alles op z'n plaats en be
greep ik wie Ingrid Jonker precies
was. Daar moest ik tienduizend kilo
meter voor naar het noorden rei
zen..."
In 'Ontvluchting', het openingsge
dicht van haar gelijknamige debuut
bundel uit 1956 - ze is dan drieënt
wintig - voorspelt Jonker in feite
reeds haar eigen zelfgekozen verdrin
kingsdood, negen jaar later: 'My lyk
lè uitgespoel in wier en gras'. 'Mijn
lijk ligt uitgespoeld in wier en gras'.
„Het is tekenend voor Ingrid Jonker
dat dat gedicht 'Ontvluchting' heet
en geen 'Gevangenis'", zegt Chame
leon bij wijze van verklaring voor de
vele opmerkelijk vrolijke melodieën
waarop hij de donkere gedichten
toonzette. „Zo was Jonker zelf ook.
Kijk naar een gedicht als 'Korreltje
Sand'. Daarin heeft ze het over de
zandkorreltjes in haar handen, steen
tjes, blauwe madeliefjes. Stuk voor
stuk schattige verkleinwoordjes.
Maar het eindigt toch weer heel don
ker: 'Ik maak mij gereed voor het
Chris Chameleon
zingt Ingrid Jonker
Niks'. Dat geeft haar werk ook zo'n
kracht. Bloed op een rood tapijt
heeft heel wat minder tragiek dan
bloed op witte sneeuw. Dan voel je
de pijn veel meer."
Chris Chameleon begon zijn carrière
een jaar of vijftien geleden als acteur
in films, televisieseries en soaps. In
de jaren negentig kreeg hij succes als
zanger van Boo!, een groep die
speels springerige, engelstalige pop
maakte. Toen die band twee jaar ge
leden uiteen viel en Chameleon zich
op zijn muzikale toekomst bezon,
kreeg hij het aanbod om voor een te
levisieserie een gedicht op muziek te
zetten.
Ingrid Jonker, wier werk hij juist her
ontdekt had, lag voor de hand. En
van een enkel liedje kwam een heel
album. De selectie van veertien tek
sten uit het oeuvre van de dichter
ging bijna vanzelf. „Het interessante
van de gedichten van Jonker is juist
dat ze lijken op songteksten. Ik las
ze en als ze als liedjes op mij af kwa
men dan koos ik ze." Dat is ook sim
pelweg de reden dat Jonkers be
roemdste gedicht, 'Die kind wat
doodgeskiet is deur soldate by Nyan-
ga', niet op de 'cd voorkomt. Het is
Jonkers meest politieke tekst, ge
schreven naar aanleiding van de op
stand in Sharpville in 1960. Nelson
Mandela haalde het gedicht aan in
zijn openingstoespraak bij het eerste
democratisch gekozen Zuid-Afri
kaanse parlement in 1994, wat in fei
te ook de renaissance van Jonker in
luidde.
„Ik was onlangs op een bijeenkomst
waai-iemand 'Die kind' voorlas", ver
telt Chameleon. „En opeens hoorde
ik hoe dat gedicht wel degelijk als
muziek kon klinken. Maar toen was
mijn plaat al opgenomen. Wellicht
bij een volgende gelegenheid nog
eens." Ek herhaal jou is ondertussen
in Zuid-Afrika erg goed ontvangen.
Van de cd zijn in een paar maanden
tijd al meer exemplaren verkocht
dan van alle Boo!-albums in de loop
der jaren bij elkaar. „Het is overwel
digend", zegt de zanger. „Ik had ver
wacht dat iets voor de marge van de
muziekmarkt zou zijn. Het tegendeel
is waar. Ik hoorde een vrouw zeggen:
'Dit is de enige cd waar ik samen
met mijn kinderen in de auto naar
kan luisteren'. En jongeren nemen
hun ouders mee naar mijn concerten.
Maar het mooiste compliment kwam
van iemand die zei: 'Jij hebt de poë
zie voor mij weer toegankelijk ge
maakt'."
Volgend jaar verschijnt er ook een
Nederlandstalige versie van het al
bum, op basis van de vertalingen van
Komrij. „Zijn bewerkingen zijn voor
al ritmisch ontzettend mooi", vertelt
Chameleon. „Zo muzikaal. Toen hij
mij een mail stuurde met toestem
ming om zijn vertalingen te gebrui
ken, heb ik hem teruggeschreven:
'Als je als dichter ooit geen succes
meer mocht hebben, dan kun je al
tijd nog muzikant worden'."
Peter Bruyn
Chris Chameleon: zaterdag in café De Vlin
der Zierikzee.