Nederlander gek op boeken
Onder het cynisme gaat liefde schuil
Eigenlijke
Romans het
meest gelezen
woensdag 16 november 2005
Jacob Hobein
r-kende ik zijn naam alleen van een straat.
k.Niet ver van het Vlissingse stadhuis, ach
ter de Badhuisstraat, ligt de Hobein-
straat. Af en toe kom je Hobein elders tegen: in de krant, ook in Phi
lippine met een straat en weg is Hobein weer.
Tot je voor de tweede keer de Rotterdamse Kunsthal bezoekt en
weer getroffen wordt door de vergeten Meesters der Romantiek. Op
weg naar de verdieping met grafisch werk en tekeningen loop je
weer tussen de zeegezichten, de landschappen met ruïnes, de tafere
len van heimwee en verlangen en de portretten. En daar is-t-ie
weer, de jongeman op het schilderij van Pieneman: de Hobein van
de Zeeuwse straten.
Het doek meet een kleine meter in de hoogte en is nog geen zeventig
centimeter breed. Fors van streek. De jonge strijder oogt zelfverze
kerd. Het ordeteken met oranje gestreept lint doet enigszins af
breuk aan de kleurstelling en de vechtersbaas heeft een typisch
mondje. De armen hebben elkaar omvat. Het overgrote deel van de
achtergrond blijkt de nationale driekleur te zijn: een streepje rood
in de rechter bovenhoek, het blauw letterlijk rond de armen, het
vaalwit achter het centrale deel van het portret, de kop zelve. Com
positorisch handig opgelost door de schilder, maar toch geeft zo'n
vlag het portret een hinderlijk tintje. De linkerpartij van lucht en
water, een vaag bergje, een onbestemd bootje - gemakkelijk gevuld.
Maar Jacob Hobein staat zijn mannetje via Pienemans portret.
Willem Pieneman (1779-1853) begon als leerling bij een schilder
van behangselpapier. Daarna kwam de Amsterdamse stadsteken-
school, met medailles voor land
schappen. Hij werd tekenleraar
-pj aan een artillerie- en genieschool.
Jl icnema.ns Vervolgens begint zijn carrière als
bestuurder: directeur van de Am-
J—J f) nPI Tl sterdamse academie met als bekro-
ning een aanstelling tot directeur
van het Rijksmuseum. Een schilder
van portretten en historiestukken
en landschappen, aldus zijn biograaf. Grote indruk maakte zijn gi
gantische schilderij van De slag bij Waterloo. Pieneman had er een
speciaal atelier voor laten maken, waar Willem I het kwam bezichti
gen. Hij kocht het voor 40.000 gulden en gaf het zijn zoon.
Het moet een grote eer geweest zijn dat deze Pieneman het portret
schilderde van Jacob Hobein. Zou iemand hem opdracht gegeven
hebben? De jongeman werd wereldberoemd in de strijd tegen de Bel
gen. Zijn moed toonde hij, 21 jaar oud, op 19 maart 1831 op de
Braakman. Dat water maakte deel uit van de Schelde-defensielinie.
Waren de Belgen niet uit op het Zeeuwse deel van Vlaanderen?
Waakzaamheid was geboden.
In het blad van de 'Vereniging tot behoud van de historie van Philip
pine' heeft in 2002 Willem de Feyter het verhaal gereconsti'ueerd.
Er was een verbod voor Belgische vissers om uit te varen. Toen ze
dat toch deden, stuurde de commandant van een kanonneerboot
een sloep op hen af. Op het Schapenschor (de Grote Stelle) raakte
de sloep bij afgaand water aan de grond. De bemanning moest over
de schorren te voet terug, sloep en vlag achterlatend. Bij opkomen
de water raakte het lege bootje vlot en dreef in de richting van de
Isabellesluis, waar de Belgen het fort bezetten. Vrijwilligers moes
ten proberen de vlag te halen. Uiteindelijk lukte het Jacob Hobein
na een half uur zwemmen, duikend voor vijandelijk vuur, de natio
nale driekleur én de sloep terug te brengen.
Eer en roem, de Militaire Willemsorde, de Nederlandse leeuw, een
zilveren zakhorloge, dito tabaksdoos, drie gouden tientjes en van de
Vlissingse jeugd een Zeeuwse rijksdaalder. Verschillende prenten
en schilderijen legden de heldendaad vast. Pienemans Hobein steelt
de show.
De Belgen zijn ondertussen getemd, Pieneman is niet meer dan een
miskende meester. En Hobein een vergeten zeeheld. En wat is er
van de Braakman?
Lo van Driel
egentien jaar is hij
directeur van de
Stichting voor de
Collectieve Propaganda van
het Nederlandse Boek. Henk
Kraima (55) presenteerde be
gin deze week ter gelegen
heid van 75 jaar collectieve
boekpropaganda de resulta
ten van Het boek in Neder
land 2005, een onderzoek
naar ons leesgedrag.
Wat nou dramatische ontle-
zing? Wat nou het boek
verdwijnt? Van romans tot woor
denboeken tot kookboeken, vol
gens de CPNB is het boek in Ne
derland 'zeer' populair. Dat
komt goed uit bij de viering van
het jubileum, zo'n positief onder
zoeksresultaat.
„We wisten natuurlijk niet wat
eruit zou komen. We hadden
van te voren tegen elkaar ge
zegd: als het resultaat slecht is,
is dat reden te meer om er weer
hard tegenaan te gaan. Maar de
percentages die uit het onder
zoek naar voren komen, zijn spij
kerhard: 87 procent van de on
dervraagden denkt dat het boek
altijd blijft bestaan, twee op de
drie Nederlanders heeft elke
week een boek in handen. Met
zulke hoge cijfers kun je ge
woon niet volhouden dat het
boek uit ons dagelijks leven aan
het verdwijnen is. De trend-
watchers die zeggen dat het
boek plaats maakt voor inter
net, hebben geen enkele aanslui
ting bij hoe de man in de straat
het boek beleeft."
Waarom vond u zo'n eigen on
derzoek eigenlijk nodig?
„Deels uit nieuwsgierigheid:
waar staan we met het boek an
no 2005? Maar anderzijds had ik
ook wel problemen met de eerde
re onderzoeken, waarin een
enorme ontlezing in Nederland
werd gesignaleerd. 'Waar begin
je aan?', zeiden ze negentien
jaar geleden al tegen me toen ik
de overstap maakte naar de
CPNB, 'Het boek bestaat over
tien jaar niet eens meer'. Dat
hoor je in de culturele wandel
gangen, in de media: het boek
Advertentie
Henk Kraima:,,Er wordt te snel geconcludeerd dat het boek passé is."
foto Maartje Blijdenstein
bestaat over tien jaar niet meer.
Maar dat staat zo in contrast
met mijn persoonlijke waarne
ming. Bij Ikea is het meest ver
kochte artikel nog altijd de Bil
ly boekenkast. Een op de drie ge
zinnen is lid van de bibliotheek.
Hoe verhoudt zich dat met het
beeld dat het boek aan het ver
dwijnen is? Dus wij dachten:
stel nou gewoon die vraag.
Heeft u deze week een boek in
handen gehad?
„En een kookboek is ook een
boek, voor dit onderzoek. Alleen
studieboeken deden niet mee.
Kookboeken staan zelfs in de
top drie van meest geraadpleeg
de boeken. „Ja. Je kunt naar de
Libelle-website gaan voor het
recept van de dag. Maar veel
mensen vinden het ook leuk om
in een kookboek te kijken. In de
meeste Nederlandse keukens
van nu vind je meer kookboeken
dan in de jaren vijftig in een Mi-
chelin-restaurant.
Mijn moeder had alleen het Mar
griet-kookboek. Daar zijn wij
allemaal mee groot gegroeid.
Maar als je nu kijkt naar de
november/decembermaanden
die heel belangrijk zijn voor de
boekhandel, op welk boek
wordt dan groot ingezet? Op Ita
lië van Jamie Oliver. En zo zijn
er meer voorbeelden te noemen
uit het recente verleden. Weet u
nog, Montignac?"
Zevenenveertig procent van de
Nederlanders heeft volgens uw
onderzoek een boek op het
nachtkastje liggen. Voor de
hand liggende vraag: wat ligt er
naast uw bed?
„De Nieuwe Bijbelvertaling. Ja,
die net de Publieksprijs heeft ge
wonnen. Ik ben zelf met de bij
bel opgegroeid en ik was heel be
nieuwd. Ik wilde passages herle
zen. Maar ik had 'm al lang in
huis liggen, als zo'n boek uit
komt, koop je het maar dan kom
je er vaak niet toe. Door de dis
cussie over die prijs ben ik er nu
aan begonnen. Het is natuurlijk
een heerlijk boek voor op je
nachtkastje, je kunt het oppak
ken maar ook op elk moment
weer wegleggen. Die discussie
over de manipulatie van de Pu
blieksprijs door de Bible Belt,
ach, volgens mij is dat gewoon
een element van zurigheid bij
de verliezers. Inmiddels zijn er
meer dan 650.000 exemplaren
van verkocht, dat is volgens
mij meer dan van alle genomi
neerde boeken bij elkaar. Het
was ook een van de meest in
drukwekkende boekpresenta
ties ooit met alle mensen die
daar aan hebben meegewerkt.
Dan spreek je van een feno
meen, en moet je je niet verlie
zen in kinnesinne."
Marjolein de Cock
Twee op de drie Nederlanders hebben
tenminste één keer per week een boek
in handen. Dat blijkt uit een onderzoek on
der ruim elfhonderd Nederlanders van 18
jaar en ouder door onderzoeksbureau Mo
tivation in opdracht van de Stichting Col
lectieve Propaganda van het Nederlandse
Boek. Romans worden het meest gelezen,
woordenboeken en kookboeken bezetten
de tweede en derde plaats. Boeken zijn
dus nog steeds zeer populair, concludeert
de CPNB. „Er wordt te snel geconclu
deerd dat het boek passé is", aldus direc
teur Henk Kraima.
In het onderzoek naar het Nederlandse
leesgedrag werden alle boeken betrokken
behalve studieboeken. Lezen geldt voor
veel Nederlanders als ontspanning, zo
blijkt uit de resultaten van 'Het boek in
Nederland 2005'. Twee op de drie Neder
landers lezen vaak tijdens de vakantie en
ook het weekeinde scoort hoog. Bijna 95
procent van de ondervraagden leest meest
al thuis en de helft heeft een boek op het
nachtkastje liggen. Maar boeken scoren
nog hoger als bron van informatie. Krai-
ma: „Het boek heeft nog steeds een aanvul
lende waarde op alle andere bronnen die
er zijn." Met het onderzoek viert de CPNB
het feit dat 75 jaar geleden de eerste collec
tieve campagne voor de promotie van boe
ken werd georganiseerd. Op 15 november
1930 organiseerden boekverkopers en uit
gevers De Dag van het Boek omdat het le
zen van boeken werd 'bedreigd' door de
opkomst van radio, film, grammofoon
plaat en sportwedstrijden. De Dag van het
Boek kreeg vanaf maart 1932 een vervolg
met de jaarlijkse Boekenweek.
Ondanks alle huidige rapportages over
ontlezing, denken negen van de tien onder
vraagde Nederlanders dat het boek altijd
zal blijven bestaan. Meer dan de helft
geeft aan graag meer te willen lezen.
Slechts zeven procent vindt boeken 'voor
al saai'. Volgens Kraima zijn in eerdere on
derzoeken in opdracht van het Sociaal Cul
tureel Planbureau belangrijke factoren als
het lezen op vakantie buiten beschouwing
gelaten. „Niet om het Sociaal Cultureel
Planbureau aan te vallen, maar men heeft
een veel depressiever geluid laten horen
over het boek dan nodig was." Uit het
CPNB-onderzoek blijkt verder onder
meer dat de helft van de ondervraagden
het lezen met andere bezigheden combi
neert, vooral met het luisteren naar mu
ziek (42 procent), maar ook met tv-kijken
(17 procent) en zelfs computeren (5 pro
cent). Volgens CPNB-bestuurslid Maarten
Asscher, directeur van Athenaeum Boek
handel, moet ook daar niet pessimistisch
over worden gedaan. „Het integreren van
lezen met andere parallelle bezigheden is
geen teken van ontlezing, maar van ge
dragsverandering. Het gaat om mondiger,
eigenzinniger jonge burgers en consumen
ten met andere ritmes en gebruikspatro
nen dan hun ouders en grootouders."
GPD
s t r a n d p a i I j o e n
PABABIS*
•llllll
Westkapelle
foossesweg
Duinovergang
Aardappeldal B
T 0118 562101
0118 594872
F 0 118 594872
paradisovv@xs4all. nl
Heerlijk eten
op het strand,
of genieten van een drankje
in een sfeervolle ambiance
met uitzicht op zee en
schepen die voorbijgaan
onder klanken van klassieke
muziek, fado en jazz
en nu ook Tango
Zat. 26/11 Tangosalon
20.00-21.00 Tango workshop
door de Argentijnse danseres
Andrea Uchitel
vanaf 21.00 Tangosalon
De keuken voor diner is
gewoon open tot 21.00 uur.
De menselijke soort zal verdwijnen,
merkt personage Daniel 24,5 en pas
sant op. Alsof hij de lezers van de nieuwe ro
man van Michel Houellebecq (47) daarvan
"°g zou moeten overtuigen. Drie spraakma
kende romans lang - als we de eerste even
buiten beschouwing laten - is de Fransman
inmiddels bezig de mensheid van haar on
vermijdelijke einde te overtuigen. We leven
in een eindtijd, of beter nog: een tijd van
transitie. De overgang van mens naar we
zen.
Werd klonen in Houellebecqs Elementaire
deeltjes (1999) nog als thema geproblemati
seerd, in zijn nieuwste roman Mogelijkheid
®rói een eiland is het een gepasseerd sta
tion. Er is alleen nog een oplosbaar aantal
technische probleempjes en dan leven we
zens, die in hun rudimentaire staat ooit als
de mens' werden aangeduid, voort tot in
lengte en leegte van jaren. Leegte inder
daad, want zoals in zoveel utopische litera
tuur is de toekomst zoals Houellebecq die
in zijn boeken schetst weinig aanlokkelijk.
Geestelijke rust in een samenleving die to
taal gereguleerd is, het lijkt mooi, maar het
is vreselijk. Alleen, zo probeert Houelle
becq aan te tonen, is het leven begin 21e
eeuw al net zo vreselijk.
Hij voert daartoe een serie mannen op die
Daniel heten. Ze dragen een cijfer. Iedere
volgende Daniel is een doorontwikkelde
versie van de vorige. Het contrast tussen
toekomst en nu komt tot uitdrukking in af
wisselend vertelde hoofdstukken van met
name Daniel 25 en Daniel 1. Deze Daniel 1
is een populaire cabaretier in een nabije
tijd. Hoe grover zijn programma's, hoe lui
der hij wordt bejubeld. Hij strooit met vre
selijke opmerkingen over moslims en oproe
pen tot spectaculair geweld - en zijn ster
stijgt. Des te vrouwonvriendelijker zijn
'grappen', des te meer vrouwen zich laten
verleiden. Overigens mag Houellebecq zijn
verzameling vrouwonvriendelijke grappen
Nieuwe roman
Michel Houellebecq
wel eens actualiseren, want die van de
vrouw als randje vet om een vagina is al ze
ker vijftien jaar oud.
Best opmerkelijk dat Daniel 1 een cabare
tier is. Als er in deze tijd nog iemand is die
alles kan en mag zeggen zonder het verwijt
te krijgen dat hij misbruik maakt van de
vrijheid van meningsuiting, is het de caba
retier. Duidelijk is ook dat de grove grap
pen louter op Daniels conto komen. Alsof
Houellebecq nog eens wil benadrukken dat
hij als auteur niet verantwoordelijk is voor
de opinies van zijn hoofdpersonen. Bij Ele
mentaire deeltjes, waar de a-morele opmer
kingen en het dito gedrag kwamen van de
klaplopende genotszoeker Bruno, werd
Houellebecq op Bruno's abjecte ideeen afge
rekend.
„Het kan natuurlijk helemaal niet dat ze
me veroordelen op wat mijn personages zeg
gen", zei de auteur destijds, in 1999 in een
interview. „Zelf heb ik tal van opinies die
voortdurend aan verandering onderhevig
zijn. Als ik sterke, vastliggende opinies
had, schreef ik geen romans, maar essays.
Dan ging ik uitleggen wat ik vind. Maar ik
schrijf romans. Voor mij is de roman een
spel met mijn eigen contradicties. Ik heb
ook de oplossingen niet. Dat claim ik ook
helemaal niet. Maar wie geen oplossingen
heeft, is daarmee nog geen cynicus. Er zit
ondanks alles veel liefde in mijn boek. Je
mag het cynisch vinden; ik vind het roman
tisch."
Romantisch
Iiij spreekt hier dus over Elementaire deel
tjes, maar hij zou hetzelfde over Mogelijk
heid van een eiland kunnen zeggen. Want
het is, voor wie door het kille cynisme en de
perverse, shockerende passages heen kijkt,
een door en door romantisch boek. Over het
verlangen naar liefde, over liefde die niet al
les maar veel overwint. De mooiste pagi
na's gaan juist over een hechte relatie die
Daniel 1 heeft met Isabella. Het eindigt op
het moment dat zij meent te onaantrekke
lijk voor hem te zijn geworden. Zij trekt
zich vrijwillig terug. Dat Daniel haar laat
gaan, zegt alles over hem. Een aantal man-
onvriendelijke opmerkingen had niet mis
staan.
Mogelijkheid van een eiland is een logisch
vervolg op Elementaire deeltjes en Plat
form. De doorontwikkelde versie. De finale
en daarmee het einde van een reeks, zo valt
te hopen. Natuurlijk gaat het denken over
deze thema's door, maar nu liever iets an
ders en nieuws dan straks een Elementaire
deeltjes 24.5.
Theo Hakkert
Michel Houellebecq: Mogelijkheid van een eiland.
Vertaling: Martin de Haan. 425 blz., 21,95 euro
(geb.). Uitgeverij De Arbeiderspers. Michel Houel
lebecq is te gast op Crossing Border in Den Haag
op 19 november.