PZC
Een icoon voor Zeeuws-Vlaanderen
Mannetjeseenden geven kleur aan de herfst
EnnnmoiHH
weerwoord
3iise3i'4460AAGoes
jSÏÏMidd^n'S^iand: 0113-315520;
El Vlaanderen: 0114-372770;
Atonaal: 020-4562500
jaq 15 november 2005
Herstel van de
Staats-Spaanse Li
nies inZeeuws-Vlaande
ren. Er is veel over ge
praat en geschreven. Vol
gend voorjaar komt het er
toch écht van: de eerste
forten en schansen wor
den aangepakt. Piet Goos-
sen, de nieuwe landschaps
architect van de provin
cie, is er blij mee. „Het
moet een icoon worden
voor Zeeuws-Vlaanderen,
net zoiets als de Hollandse
Waterlinie, de Brabantse
Wallinie en de Atlantik-
wal."
Het idee duikt een aantal ja
ren geleden op. De
Staats-Spaanse Linies, het histo
rische verdedigingsstelsel dwars
door Zeeuws-Vlaanderen (en
doorlopend in Vlaanderen) ligt
te verkommeren. Hier en daar
zijn nog restanten van bastions,
forten en schansen te ontdek
ken.
Je moet wel weten waar je naar
zoekt, want vaak gaat het om
een verloren stuk dijk of een ver
hoging in het landschap. Dood
zonde om dit militaire erfgoed
voorgoed in de vergetelheid te
laten zakken. Het herinnert aan
de strijd tussen de Republiek
der Zeven Verenigde Nederlan
den en Spanje tijdens de Tach
tigjarige Oorlog (1568-1648).
Daar kan iets moois mee gedaan
worden. Makkelijker gezegd
dan gedaan, vandaar dat er heel
wat water door de Schelde is ge
stroomd voordat het idee werke
lijkheid wordt. Herstel moet
niet al te letterlijk worden geno
men, legt Piet Goossen uit. Het
is niet de bedoeling overal verde
digingswerken te herbouwen.
Dat is onbetaalbaar. Hij zou het
wel leuk vinden als ergens een
fort en een schans in oude staat
worden teruggebracht, maar in
de meeste gevallen gaat het om
het weer herkenbaar maken in
het landschap van de militaire
objecten. Het is wel de bedoe
ling te zorgen voor informatie,
bij de verdedigingswerken en op
enkele centrale plaatsen. Het
verhaal vertellen, zodat het gaat
leven, noemt Goossen dat.
„Als je Zeeuws-Vlaanderen zo
op de kaart kunt zetten, is dat
een goede zaak uit recreatief en
landschappelijk oogpunt", zegt
hij. „Het eerste wat we volgend
voorjaar oppakken zijn drie for
ten bij Axel: Sint-Joseph,
Sint-Jacob en Sint-Livinus. Die
maakten deel uit van de Linie
van Communicatie tussen Hulst
en Sas van Gent, aangelegd
door de Spanjaarden." De linie
was een zeewerende dijk, met
een militair-strategische func
tie, waarin forten werden opge
nomen. De plekken waar de for
ten liggen zijn in beheer bij
Staatsbosbeheer. Dat maakt
aanpak een stuk makkelijker. In
veel andere situaties gaat het
om particulier terrein en dan is
eerst medewerking van de eige
naar of aankoop gewenst. In op
dracht van de provincie maak
ten twee aankomende land
schapsarchitecten, Esther de
Graaf en Ilva Noorda, vorig jaar
een studie naar de mogelijkhe
den om de herkenbaarheid van
de Linie van Communicatie in
het landschap te vergroten.
Daarop wordt nu voortgebor
duurd door de Dienst Landelijk
Gebied.
Fort Sint-Jacob is in 1634 door
de Spanjaarden aangelegd en
viel in 1645 in Staatse handen.
Een vierkante aarden redoute,
met een gracht om het midden
plein. Tien jaar geleden is het al
eens opgeknapt en zijn er spo
ren gevonden van een toren,
kruitmagazijn en soldatenver-
blijven. De omwalling is nog
deels aanwezig, net als de bin
nengracht. Opzet is de entree te
verbeteren en een informatie
bord aan te brengen. Fort
Sint-Joseph werd ook in 1634
gebouwd. Op het middenplein
stond een bakstenen gebouw,
met rondom wallen en een
gracht. Plan is de grachten
schoon te maken en de wallen
op te knappen. Ook de toeganke
lijkheid wordt verbeterd en er
komt een fietsroute naar het
fort. Op de binnenplaats wordt
een podium geplaatst, ook ge
schikt voor culturele evenemen
ten. Het achthoekige fort
Sint-Livinus, ook uit 1634, is
voor een groot deel afgegraven
en werd als akker gebruikt.
Olieschans
„Daar zie je het minste van",
zegt Goossen. „We gaan het ook
niet helemaal herstellen, de
tand des tijds mag je best zien.
Aan de zuid- en westkant wor
den de grachten uitgegraven.
Ook komt binnenin een verho
ging, begroeid met gras."
In West-Zeeuws-Vlaanderen is
de Olieschans ten westen van
Aardenburg in beeld. Nu een
landbouwkavel, die grotendeels
is aangekocht. Goossen: „Daar
gaan we van een vlak maaiveld
een nieuwe schans maken. Het
gaat hier om herstel van de forti
ficatie zelf. De grond die vrij
komt door het maken van grach
ten, gebruiken we voor de wal
len. De stervorm komt terug. De
wallen worden tussen 3,5 en 5
meter hoog, de schans zal straks
goed te zien zijn. Ook hier komt
in het midden een podium."
Verdwijnt de
boer van de
akker, worden
jager en hond
wakker
foto's Peter Nicolai
Provinciemedewerker Goossen
ziet de werkzaamheden als het
begin van herstel van de histori
sche ketting. „We willen graag
doorgaan. Hoe precies hangt sa
men met eigendom en beheer en
de financiering. Het moet niet
willekeurig gebeuren, dan is het
los zand. Als je binnen vijf jaar
een korte ketting kunt maken
met pareltjes, dan kun je het ver
der uitbouwen. Ook de liniedij-
ken willen we aanpakken. De
verdedigingswerken waar niets
aan gedaan wordt, nemen we
wel op in de route."
Rinus Antonisse
Q/eizzfiiit
Frida Verseput zat te
wachten. Op Trudy
Murre. Vanavond zouden
ze uitgaan. Ze begreep niet
waar ze bleef. Onrustig
ging ze wat internetten. Op
zoek naar een vakantie-
stek. Voor het geval dat.
Laten we even meekijken.
Wie op internet zoekt naar
Verseputten, vindt bijna
honderd families in Neder
land. Zo'n dertig wonen er
onder die naam op Schou
wen en Goeree en Flakkee.
Van daar zijn ze overge
waaid naar het leefbare
Rotterdam. Ze zijn er niet
allemaal gebleven. Voort
planten en verspreiden.
Het ziet er naar uit dat de
naam Verseput een typi
sche naam is van de
Zuid-Hollandse en
Noord-Zeeuwse eilanden.
Het is hier Renesse, Zonne-
maire, Burgh-Haamstede,
Zierikzee - bij elkaar bijna
twintig families. Een enke
le Verseput is uitgehuwe
lijkt aan een ander Zeeuws
gewest. Je moet toch wat.
Volgens de boeken wordt
de eerste Verseput in
Noordgouwe gevonden aan
het begin van de zeventien
de eeuw. Vlaanderen kent
geen Verseput, voor zover
bekend. Maar wat niet is
kan komen.
De naam Verseput bete
kent: een put met vers wa
ter. Het kan de dorpsput ge
weest zijn. Zo gezien lijkt
Verseput op Bij de Vate. De
betekenis van verse in Ver
seput wijst op zoet, drink
baar water. Vergelijk het
woord voor 'zoet water' in
het Engels: freshwater. In
ouder Nederlands komt het
woord ook voor. Bijvoor
beeld in verswaterschip,
verswaterbak, verswater-
verkoper. Vanaf 1500 zo
veel.
Ondertussen zit Frida Ver
seput nog steeds opgetut te
wachten, gereed voor een
avond om nooit te verge
ten. Ze kijkt op de klok en
snapt het werkelijk niet.
Als het nog lang duurt, zal
ze haar ex bellen, Hans
Zoutewelle. Trudy zal toch
niet...
Lo van Driel
£t-, POLDERPEIL
s
Natuurtekenaar Adri Kar
man woont in Colijnsplaat,
op Noord-Beveland. Voor
Buitengebied trekt hij er
elke week op uit. In deze
rubriek vertelt hij in woord
en beeld over de natuur in
de polder.
Blinkend ligt het Veerse
Meer daar op een bladstille
herfstdag, gezien vanaf het
Geersdijkse kaaitje. Vergeleken
met het hoogseizoen is de rust
die er heerst bijna onvoorstel
baar. Geluiden van watervogels
lijken te worden versterkt en
dragen ver over het stille water
oppervlak.
Eens was deze plaats een van de
meest calamiteuze delen van
Noord-Beveland. Ongeveer ter
hoogte van het Geersdijkse kaai
tje lag de zuidelijke monding
van het Wijtvliet, een brede
kreek die het eiland van voor
1532 van zuid naar noord door
sneed en daarmee in tweeën
deelde. De kreek kronkelde van
af het kaaitje in noordelijke rich
ting tussen de schorren door. On
geveer een kilometer landin
waarts, ter hoogte van het tegen
woordige Geersdijk (wat daar
toen nog niet lag), ontmoette de
kreek de bedijking van het oude
eiland. Het overtollige polderwa
ter werd daar via een sluis (de
Sluis ter Loe) geloosd. Binnen
dijks bleef het Wijtvliet een be
hoorlijk brede kreek, waarlangs
vermoedelijk zelfs lage dijkjes
lagen. Direct achter de dijk al
vertakte ze zich in smallere kre
ken met de benamingen Camp-
vliet, Calvliet en Cruyckel-
kreecke. Die zijn in de polder
nog steeds terug te vinden in de
lopen van de huidige afwate
ringsgeulen, zij het voor een
deel verlegd en rechtgetrokken.
Het bedrijventerrein bij Wissen-
kerke is naar de laatste kreek ge
noemd.
Vroeger was de situatie bij de
Sluis ter Loe tijdens stormen,
vooral in het donkere jaargetij
de, behoorlijk gevaarlijk. Door
geldgebrek en ruzies om wie ver
antwoordelijk was voor het on
derhoud aan zeeweringen en
sluizen binnen het in drie water
schappen verdeelde eiland,
bleef dit onderhoud uit. Dat had
als gevolg dat in 1530, tijdens de
Sint Felixvloed, het eerst de
Sluis ter Loe brak en enige tijd
later de meer oostelijk gelegen
Boomvlietsesluis. Noord-Beve
land ging ten onder.
Ongeveer een eeuw later werd
het gebied rond het Wijtvliet op
nieuw ingepolderd. En weer
kwam men de genoemde kreken
tegen, een bewijs van hun grote
invloed op sturing van eb en
vloed. Door ervaring en meer
kennis op het gebied van inpol
deren, wist men de kreken en
illustratie Adri Karman
waterlopen beter te beheersen.
Op de plaats van de vroegere
sluis verscheen een nieuwe vlak
bij Geersdijk. Een nieuw dorp
met haven en spuikom. Het Wijt
vliet vormde de toegangsgeul
tot het haventje. Later werd het
schorgebied voor de Geersdijk-
polder, de tegenwoordige Wil
lempolder, binnengedijkt en ha
ven en sluis werden verplaatst
naar de nieuwe zeewering. De
nieuwste sluis bij het gemaal
Willem ontwatert nu meerdere
polders via het eens zo gevaarlij
ke Wijtvliet. Die kreek is inmid
dels versmald en rechtgetrok
ken langs de Willempolderse-
weg.
Terug naar het huidige, nu zo
rustige, Veerse Meer en het ge
luid van de watervogels. Hoewel
we in de zomermaanden over
het algemeen meer vogels waar
nemen, is de trek- en wintertijd
toch het seizoen waarin de mees
te soorten aanwezig zijn in de
delta. Dat geldt zeker voor het
Veerse Meer. Vooral eendachti-
gen die in noordelijker streken
hun broedgebied hebben, ver
blijven hier tijdens de herfst en
winter. Dicht aan de kust zijn
de temperaturen over het alge
meen wat aangenamer dan meer
landinwaarts en veel vogels blij
ven hier soms de hele winter.
Op het eerste gezicht zijn het
slechts donkere silhouetten op
het water, maar de verrekijker
toont ons ook tijdens grauwe
weersomstandigheden een
prachtig kleurenspel. Vooral de
mannelijke eenden hebben een
kleurrijke outfit en het loont be
slist de moeite eens op zoek te
gaan naar de zaagbek-eenden
die hun voedsel duikend be
machtigen. Het nonnetje (de
kleinste zaagbek-eend) en de
middelste zaagbek zijn steevas
te wintergasten. Dat geldt ook
voor een duikeend als de brildui-
ker, die er eveneens valt waar te
nemen.
Adri Karman