'Hij wordt
146e, ofzo'
Anthony
van Assche
25
Foto boven: Anthony van Assche aan de rekstok tijdens zijn
WK-kwalificatiepoging in Heerenveen in oktober 2005.
Foto rechts: De pas achtjarige turner uit Sas van Gent
zwaait aan de ringen bij een wedstrijd in Halsteren in 1997.
Inzetje: Anthony van Assche is twee jaar en kan amper pra
ten, maar klimt al steels bovenin een lantaarnpaal.
foto's Robin Utrecht/ANP, Willem Mieras, archief familie
Van Assche
Tijdens het wereldkampioenschap turnen, van 21 tot 27 november in Mel
bourne, is Anthony van Assche actief op vijf toestellen: rekstok, vloer,
sprong, voltige en brug. Omdat hij niet aan de ringen zal hangen, zit een goede no
tering op de meerkamp er niet in. Trainer Rob Stout: „Hij zal wel iets van 146e
worden, ofzo. De ranglijst is voor hem ook helemaal niet interessant."
De turner uit Sas van Gent, die vandaag naar Melbourne vertrekt, weet ook dat hij
op de afzonderlijke disciplines geen potten zal breken. „Ik ga mijn eigen wedstrijd
turnen", verzekert hij. „Ik heb niet het idee dat ik turners van 23 of 24 jaar kan ver
slaan. Die zijn al zo veel verder. Alleen in spieropbouw al. Zij zijn bovendien profes
sional, terwijl ik nog naar school ga."
Voor Van Assche is het WK een belangrijk leermoment. „Tijdens de afgelopen WK's
zat ik op de bank en dacht ik: daar wil ook een keer aan meedoen. Nu ben ik er zelf
bij. En er wordt in Melbourne geturnd in het tennisstadion waar altijd de Australian
Open wordt gehouden. Dat is nu al uitverkocht, heb ik gehoord." Stout: „Vijftiendui
zend man. Reken maar dat dat indruk maakt. Ik ben benieuwd hoe hij zich houdt."
De Zeeuws-Vlaming maakte al enige jaren geleden bekend dat hij er in 2005
bij wilde zijn op WK en in 2008 tijdens de Olympische Spelen. Het eer
ste is gelukt, het tweede lijkt bij voorbaat al een utopie. Stout:
„Vanwege de moeilijke kwalificatieprocedure lijkt het me
bijna uitgesloten dat een Nederlander naar Peking
mag. De kans dat Anthony gaat, is nihil." Van
Assche: „Maar in 2012 ben ik nog pas 23. Mis
schien lukt het dan."
zag ik dat Anthony duidelijk wat in
zich had. Nu heb ik in de loop der ja
ren meerdere talentjes onder mijn hoe
de gehad, maar ze breken niet alle
maal door."
Dat Anthony van Assche dat wel luk
te, komt door zijn vastberadenheid én
het feit dat hij de kans kreeg om zich
elders verder te ontplooien. „Ik kon
wel heel eigenwijs zijn en Van Assche
voor Thor willen behouden, maar je
moet als trainer ook weten wat nu het
beste voor zo'n jongen is", vertelt Ver-
mandel, die in deze tijd extra trots is
dat hij als de ontdekker van Van As
sche wordt gezien. „Bij Thor kon
Anthony geen uren maken. En dat had
hij juist nodig, veel trainingsarbeid."
Talent
Aan het begin van zijn zevende levens
jaar, kort na zijn eerste NK, sloeg Van
Assche daarom zijn vleugels al uit.
Rob Stout, destijds turntrainer in Slie-
drecht, had eerder aan Bennie Verman
dei gevraagd of hij in Zeeland nog ta
lent had rondlopen. Die had daarop ge
antwoord: „Ik heb een goede jongen.
Wacht maar af, op het NK zal je hem
wel zien." Na dat NK, waarop Van As
sche meteen zesde werd, was Stout
overtuigd van diens klasse. „Bennie
bood mij een ruwe diamant aan. Ik
hoefde hem alleen nog maar te slij
pen", herinnert Stout zich.
In het begin trainde Van Assche alleen
op de zondag bij Stout in Sliedrecht.
Doordeweeks was hij nog wel bij Thor
in de weer op de toestellen. Na verloop
van tijd ging de Zeeuws-Vlaming va
ker trainen bij Stout en liet hij de club
uit Sas van Gent achter zich.
Stout verwondert zich nog altijd over
zijn eerste kennismaking met de tur
ner die hij nog immer onderzijn hoede
heeft. „Hij had zulke dunne armpjes
(hij maakt een rondje met z'n duim en
wijsvinger), zulke dunne beentjes en
zulke grote ogen. En je zag meteen dat
het een leuk jochie was. Als hij een oe
fening had gedaan, liep hij niet op de
gewone manier terug naar het begin.
Hij deed dat met koprollen en radsla
gen. Anthony was écht altijd met tur
nen bezig. Het was ook een doorzetter
vanaf het eerste begin."
Nog voor Van Assche twaalf werd,
was hij er volledig aan gewend dat hij
vijf keer in de week naar Rotterdam
moest voor trainingen, dat hij met eni
ge regelmaat bondstrainingen volgde
in Amsterdam en dat hij actief was op
internationale toernooien. Een door
snee dag kende destijds het volgende
verloop voor hem: op zes uur op, om
tien over zeven op de fiets naar school
in Terneuzen, tussen de middag een
wanne maaltijd, om tien over twee
met de auto - de fiets achterop - naar
Rotterdam, vervolgens een aantal uren
trainen bij Rob Stout en daarna weer
met de auto naar huis, om uiteindelijk
pas rond kwart voor tien 's avonds
weer thuis te zijn. „Op de heenweg
deed ik mijn huiswerk, op de terugweg
sliep ik."
Bijbaantjes
Een normaal mens zou aan het einde
van één week uitgeblust zijn, maar
voor Van Assche was dit doodnor
maal. Week in, week uit. Jaar in, jaar
uit. Zijn vader en moeder, Hubert en
Christine, hadden het wel eens zwaar,
vaak ook op financieel terrein. In de
tijd dat de sponsors afhaakten of moei
lijk te vinden waren, moesten alle eind
jes aan elkaar geknoopt worden. De
andere kinderen in het gezin namen
zelfs bijbaantjes om de sportcarrière
van hun broer een vervolg te kunnen
geven. Vader Hubert zei in 2001 in de
PZC: „Toen we hoorden dat Anthony
bij Rob Stout kon gaan trainen, zijn
we met z'n allen rond de tafel gaan zit
ten. Nadat Christine en ik de conse
quenties voor ons allen hadden uitge
legd, hebben we unaniem besloten er
volledig voor te gaan. Sinds die dag is
daar niets aan veranderd."
Anthony van Assche, later wel weer
verzekerd van diverse geldschieters,
kon daarom blijven volharden in het
nastreven van zijn droom: topturner
worden. Met Rob Stout als trainer en
als lid van SDS Rotterdam werd de
Zeeuws-Vlaming een heuse turnper-
soonlijkheid in Nederland. Rob Stout:
„Ik moest hem op het juiste moment
de juiste elementen aanleren. Per tur
ner verschilt het wanneer die een stap
je omhoog kan maken. Bij Anthony
kon dat vrij snel, omdat hij al op z'n
zevende bij mij kwam. Onze filosofie
is: jong geleerd, oud gedaan. Wij heb
ben hem een goede basis gegeven.
Daar heeft hij later veel profijt van ge
had."
Van Assche, die een groot deel van
zijn middelbare-schooltijd bij een gast
gezin in Rotterdam woonde en in die
stad ook op school zat, werd in juni
van dit jaar voor de tiende keer op rij
Nederlands kampioen op de meer
kamp in zijn leeftijdscategorie. En net
als in de voorgaande jaren was hij bij
de toestelfinales ook het goudhaantje.
Wederom keerde hij omhangen met
plakken terug naar Sas van Gent. Op
andere toernooien zette hij ook al pri
ma scores neer. Onder meer in Ljublja
na, waar vorig jaar het EK voor jeugd
werd gehouden.
Breedtehang
Dat Anthony van Assche de afgelopen
tien jaar zo hard heeft gewerkt, is aan
hem af te zien. De rustige, coole tiener
- in zijn haar zijn een aantal snelle
streepjes geschoren - is nog steeds
klein van stuk, maar ziet er al tamelijk
gespierd uit. De breedtehang in de rin
gen, een uitermate zwaar element in
de oefening, houdt hij, als het moet,
tien seconden vol. „Vorige week vroeg
een fotograaf tijdens een training of ik
even zo wilde blijven hangen. Dat ging
met gemak", vertelt hij vlak voor zijn
afreis naar Mebourne.
„Ik merk echt dat ik sterk ben gewor
den. Dat komt door al die trainingen.
Het heeft allemaal gewerkt. Rob en ik
hebben in al die jaren best wat ruzie
gehad. Echt veel. Maar uiteindelijk
komt er wel iets moois uit. Maar ik
weet ook dat ik nu pas op de helft ben
van waar ik uiteindelijk zijn wil."
Van Assche is dus nog een rijzende
ster. Na zijn geslaagde WK-kwalifica-
tie, net na het herstel van een rugbles
sure, is hij ook een nationale bekend
heid aan het worden. Meisjes willen
met hem op de foto en de vaderlandse
pers meldt zich massaal voor hem.
Zijn trainer geniet ervan. „Hoeveel
jongens van zestien lopen er straks
rond op het WK?", vraagt hij zich
hardop af. „Vier of vijf, vermoed ik.
Misschien ook maar één, hoor. Het
geeft maar aan hoe mooi de deelname
van Anthony is."
Roeland van Vliet
bijlagen: 0113-315680
.pzc.nl
il redactie o-pzc nl
us 31,4460 AA Goes
entie-exploitatie:
en Midden-Zeeland: 0113-315520;
uws-Vlaanderen: 0114-372770;
nnaal: 020-4562500.
12 november 2005
Wij zijn
niet anders
dan apen
Voor zijn ouders was hij als peuter
en later als kleuter een ware
plaag. De piepjonge Van Assche, in
1989 geboren op de zuidpunt van In
dia en in 1990 naar Nederland geko
men, kon niet stilzitten en wilde nooit
slapen. Op het moment dat hij eraan
terugdenkt, verschijnt er een glimlach
op zijn gezicht. „In de huiskamer deed
ik handstands en stond ik veel op m'n
kop. Ik was altijd zeer actief."
Ook buitenshuis was Van Assche al
vroeg aan het zwieren en zwaaien. Hij
bouwde hutten met buurtvriendjes en
voerde toen al, zoals hij het zelf om
schrijft, gevaarlijke en uitdagende
stunts uit. Er is een foto van hem dat
hij boven in een lantaarnpaal is ge
klommen. Moeder Christine van As
sche moet er nog om lachen. „We ston
den buiten met de buren te kletsen",
vertelt ze. „Anthony was pas twee, hij
kon net praten. We wisten wel dat hij
al heel sterk was. En toen hoorden we
vanuit de hoogte: 'Mama'. We schrok
ken ons rot." De jonge Van Assche zag
het gevaar in het geheel niet, hij durf
de alles.
Kleutergroep
Bij Thor, de turnvereniging in Sas van
Gent, viel de vierjarige Van Assche
vanzelfsprekend gelijk op. Trainer
Bennie Vermandei, die begin jaren zes
tig drie keer Nederlands kampioen
werd, bemerkte al vrij snel dat Van As
sche het in de kleutergroep niet naar
z'n zin had. „Het was te gemakkelijk
voor hem. Hij was zijn leeftijdsgenoot
jes al een aardig stuk vooruit. Toen
heb ik Anthony maar meteen bij de se
lectie gehaald. De jongensgroep, die er
nog tussen zat, mocht hij zelfs van mij
overslaan. Anthony was nog maar een
klein, licht manneke, maar hij was al
wel heel sterk. En hij bezat een natuur
lijke lenigheid en een uitstekende coör
dinatie. Dat jochie vrat alle oefenstof
gelijk. Met mijn ervaring in het turnen
De afgelopen tien jaar waren
slopend voor Anthony van
Assche. De pas zestienjarige tur
ner uit Sas van Gent trainde zich
een slag in de rondte en zat meer
in de auto dan hem eigenlijk lief
was. „Ik heb wel eens gedacht: ik
stop ermee. Maar dan boekte ik
weer een mooi resultaat en was
de hoop terug."
Over anderhalve week doet Van
Assche mee aan het wereldkampi
oenschap in Melbourne. Daar
heeft hij het dus allemaal voor ge
daan. Een verhaal over de lange
weg van ruwe diamant naar
WK-debutant.