Het stokje voelt machtig Hoe zou de Afrikaanse Chris Rea de blues zingen? Doe jij nou maar wat je moet doen: zingen Jaap van Zweden Edsilia Rombley Blue Guitars inds hij dirigeert, heeft hij de viool niet meer aangeraakt. Voor Jaap van Zweden (44) was de aanstelling bij het Or kest van het Oosten een breuk met het verleden. Een bevrijding, zegt hij zelf. De zer dagen neemt hij met een serie Ereconcerten afscheid van 'mijn orkest'. Gedane zaken nemen geen keer, zegt hij enkele ma len, ietwat wrevelig. Hij heeft een Spartaanse opvoeding ge had, waarbij alles in het teken stond van de muziek. Discipli ne, discipline, discipline. Toen hij destijds het prestigieuze Oskar Backconcours won, op 16-jarige leeftijd, volgde hij aan sluitend enkele jaren lessen aan de befaamde Juillardschool in New York. Dat waren jaren van grote eenzaamheid. „Het was al lemaal niet even leuk. Maar echt onaangenaam was het nou ook weer niet. Helemaal niet." Nee, er is geen frustratie of wrok. Hij heeft zijn ouders - ma teloos drijvende krachten ach ter zijn carrière - ook nooit iets kwalijk genomen. „Ik ben ze juist heel dankbaar. Ik denk dat ik ze het kwalijk had genomen als ze het talent dat in me zat, niet hadden ontwikkeld." Drie jaar geleden, gaat hij in een adem verder, na afloop van een bezoek aan het casino in Eindhoven, werden hij en een vriend door twee mannen ge volgd, beschoten, ontvoerd en beroofd. Zeven kogels zaten er in de auto. „Later kwam er zo'n mevrouw van Slachtofferhulp. Die wilde, onder het genot van een kopje koffie, de gebeurtenis nog eens met me door nemen. Niet een keer, niet twee keer, wel achtenveertighonderddui zend keer. Ze ging maar door. Ik heb het gesprek beëindigd. 'Me vrouw, u kunt mij niet helpen'. Zij: 'Dat kan ik wel'. Ik: 'Dat kunt u niet. Het is geweest zoals het is geweest. Die zeven kogels zaten nu eenmaal in de auto. Ik moet dat accepteren. Dat kun je met kletsverhalen en tweeën half jaar therapie niet ongedaan maken'." „Die agenten, op wie door Mohammed B. is geschoten - één kogel - hebben maanden thuis gezeten. Tijdens de rechts zaak zaten ze te huilen. -Nöu ja, zeg. Je bent agent, er wordt op je geschoten en je begint te hui len. Ik begrijp dat niet. Niet om mezelf op de schouders te klop pen, maar ik stond de volgende avond weer gewoon te dirige ren. Wat geweest is, is geweest. Zo was het ook met de opvoe ding. Daar moet je niet meer over zeuren." Successtory Dezer dagen neemt hij met een serie Ereconcerten afscheid als vaste dirigent van het Orkest van het Oosten. Het einde van een glorieus tijdperk. Tien jaar geleden - na zestien jaar concert meester te zijn geweest van het Koninklijk Concertgebouw orkest - begon zijn dirigenten carrière. Wijlen Ferdinand Vrij- ma, de toenmalige artistiek di recteur van het Orkest van het Oosten, stelde hem aan als vaste gastdirigent. Kort daarop werd het contract al opengebroken en omgezet in een officiële benoe ming tot chef-dirigent en artis tiek directeur voor een periode van drie jaar, in te gaan op 1 sep tember 1997. De samenwerking, stelt het or kest in een verklaring, was 'in een woord een successtory'. Jaap van Zweden bewerkstellig de een daverende kwaliteits slag, hij bracht het orkest naar toppen die het zelf niet voor mo gelijk had gehouden. Onder hem beleefde het OvhO vele hoogte punten zoals de tournee door de Verenigde Staten, in 1999, met onder meer een concert in Carne gie Hall in New York, de tv-se- rie Muziekcircus Van Zweden voor de Avro, de jaarlijkse tour nees naar Engeland, Spanje en Zwitserland, de grote successen met symfonieën van Beethoven en Bruckner. Daarnaast bouw de hij door de jaren heen met het orkest een traditie op met uitvoeringen van Mahler. Toen hij kwam, zegt hij, trof hij een wat onzeker orkest aan dat nog niet helemaal was bekomen van reorganisaties in de jaren daarvoor. „Maar ook een orkest met enorme mogelijkheden. Naar mijn mening kon dezelfde energie die het orkest had om te overleven, ook worden gebruikt om zich ongelooflijk te verbete ren. Dat is ook gebeurd. Wat het orkest heeft gepresteerd, heeft het zelf gedaan. Ik heb eigenlijk niet veel anders gedaan dan er uit te halen wat er in zit. Ik was beslist geen tovenaar." - U had nauwelijks ervaring. Had u helemaal geen twijfels? „Ik heb twijfel altijd als een uit daging gezien. Ik had de absolu te intentie om er iets moois van te maken. En ik had een ontzet tend hoop enthousiasme. Ik had wel in mijn hoofd hoe ik het or kest in een andere richting wil de hebben. Ik wilde dat het een internationale uitstraling zou krijgen. Voor mij was het zonne klaar dat het orkest zich interna tionaal moest laten horen. De uitdaging was of dat kon." Hij vertelt van zijn eerste erva ring met 'het stokje'. Leonard Bernstein, gastdirigent bij het Concertgebouworkest, vroeg hem tijdens een repetitie even te dirigeren, zodat hij zelf achter in de zaal kon luisteren naar de muziek. „Dat ging helemaal niet. Dat gebeurt me niet nog een keer, dacht ik. Als ik dit wil, dan zal ik er ook iets aan moe ten doen. Ik ben er toen serieus mee aan de slag gegaan, maar nog helemaal niet met de bedoe ling om zelf dirigent te worden. Later deed ik bij andere orkes ten gecombineerde program ma's: zelf viool spelen, zelf een stukje dirigeren. Dat beviel niet alleen mij, maar anderen ook. Vanaf dat moment ben ik het se rieus gaan doen." Warm bad „Absoluut, absoluut", roept hij uit, bij de vaststelling dat bij het Orkest van het Oosten de di rigent Jaap van Zweden werd geboren. „Zo zie ik het zelf ook. Daar is geen woord van gelogen. Hier heb ik me kunnen ontwik kelen. Dit orkest heeft me de mo gelijkheden gegeven om de moei lijkste stukken te doen. Het was genegen om stukken op het re pertoire te nemen die je niet zo een-twee-drie doet, zoals de Mahler-cyclus bijvoorbeeld. Dat zijn werken waar je ook als dirigent huizenhoog tegenop ziet. Het is moeilijk te doorgron den muziek. De musici waren altijd flexibel genoeg om me te volgen, ook al waren ze het mis schien niet altijd met me eens. Wat dat betreft zijn we samen gegroeid. Dat is iets wat je niet bij veel orkesten zult tegenko men. Die welwillendheid hier heb ik altijd als een warm bad ervaren." De komst naar Enschede bete kende voor hem ook een per soonlijke bevrijding. Een bevrij ding van de last van het verle den: adieu violist Jaap van Zwe den. „Gaandeweg het dirigent schap merkte ik dat ik eigenlijk iets deed wat ik mijn leven lang al had gezocht. Als violist was ik altijd onderdeel van een or kest geweest. Een schakel in het grote geheel. Als dirigent ben je... tja, hoe moet ik dat zeggen? Dirigeren geeft je niet zozeer een gevoel van macht, maar het geeft je wel een machtig gevoel. Het is toch heerlijk dat je een or kest naar je hand kunt zetten op een manier waarmee iedereen het eens is. Dat mensen bij wijze van spreken met je mee gaan ademen en met je mee gaan fra seren. En ook al hebben ze ande re opvattingen en ideeën en wil len ze wat anders, je weet ze toch te overtuigen. Als dat lukt, maakt je dat heel gelukkig." - Het lijkt wel of alles u lukt. „Ik vind het wel een beetje 'überheblich' om dat van jezelf te vinden. Er is wel eens gezegd dat ik een natuurtalent ben. Een wonderkind. Onzin! Ik ben geen wonderkind. Een wonderkind kan iets doen op onverklaarbare wijze. Ik kan alles wat ik doe verklaren: voor wat ik heb be reikt, heb ik als een beest ge werkt. Ik studeer elke dag nog steeds zes, zeven uur. Straks ga ik weer naar mijn hotel. Om te studeren, te studeren, te stude ren. Als er al een talent in me zit, dan is 't het talent om alleen in een kamer te kunnen zitten, me af sluiten en me te concentre ren op mijn werk, urenlang." Sinds dit jaar is hij chef-diri gent van het vernieuwde Radio Filharmonisch Orkest en de nieuwe Radio Kamerfilharmo- nie. Beide orkestformaties zijn de resultante van een forse be zuinigingsoperatie bij het Mu ziekcentrum van de Omroep, waaronder het Radio Filharmo nisch Orkest, het Radio Symphonie Orkest en de Radio Kamerorkest vielen. Negentig banen zijn er verdwenen. Hij voerde zelf de reorganisatie uit, 'een vervelende klus die je je erg ste vijand nog niet gunt'. Hij moppert over het overheidsbe leid betreffende kunst en cul tuur. „Ik vind dat er onderhand wel erg veel Nederlandse cul tuur op de schroothoop wordt gegooid. Nu moet Hilversum 4, de klassieke zender, uit de lucht. En waarom? Om plaats te maken voor een allochtone hip hopzender. Nou ja zeg! Ik vind het te gek voor woorden. Prach tig hoor, al die culturen in dit land, en al die mooie woorden over integratie. Maar mag er als jeblieft een zender zijn waarop klassieke muziek te beluisteren valt? Moet het dan allemaal maar gebonk zijn? Ik heb tegen Medy van der Laan, de staatsse cretaris, gezegd dat ik het een belachelijke zaak vindt. Wat ze zei? Niks natuurlijk." - Het volk wil liever André Rieu dan Jaap van Zweden. „Ik heb laatst nog zo'n hoempa hoempa-avond van André Rieu gezien. Ik vond het gewoon bene den peil. Het was drie keer niks. Ik dacht: hoe is dit mogelijk? Volgens mij is de wereld er lang zamerhand ook wel achter, want je hoort nog maar weinig van die gasten. Ach, iedereen zijn ding. Ik neem het in elk ge val niet meer serieus." - Rieu laat toch maar mooi het grote publiek kennis maken met klassieke muziek. „Het zal wel. Dat doet Frans Bauer ook. Kijk in Muziekcircus Van Zweden en bij Nieuwjaars concerten stond er bij mij ook wel wat populairs op het pro gramma. Maar dat waren ge woon heel goede concerten." „Nee, ik haal nergens mijn neus voor op. Helemaal niet. Maar wat je doet, moet wel goed zijn." Rindert Paalman woensdag 2 november 2005 Jaap van Zweden neemt met een serie Ereconcerten afscheid als vaste dirigent van het Orkest van het Oosten. foto Carlo ter Ellen Als Oleta Adams won ze de Nederlandse en de Europe se Soundmixshow. Ze was een van de weinige Hollanders die het goed deed op het Eurovisie Songfestival. Edsilia Rombley werd vierde in Birmingham. Ze stond met jazzpianist Michiel Borstlap op North Sea Jazz. En nu heeft ze een eigen theaterpro gramma: Van jongs af aan...! Zangeres? Dat was helemaal de bedoeling niet. Edsilia Rombley was van plan accountant te wor den. Daartoe sterk geïnspireerd door Amerikaanse films waarin in rode mantelpakjes gestoken vrouwen uit luxe auto's stapten om vervolgens zelfverzekerd een groot gebouw binnen te lo pen. Dat zag ze zichzelf wel doen. Businesswoman met een koffertje. Trouwens, als kind wa ren haar zangpogingen nog wel eens in de kiem gesmoord met de woorden: hou jij je mond maar, dat klinkt nergens naar. Ze heeft op haar vijftiende nog even in een nachtwinkel ge werkt en in het laatste jaar van haar middelbare economische opleiding heeft ze stage gelopen op de administratie van de toon- kunstenaarsbond. Maar toen ze eenmaal als Oleta Adams de Soundmixshow had gewonnen, was het raak. Op aanraden van de docenten heeft ze de oplei ding maar niet afgemaakt. Van de negen certificaten had ze er zeven. Maar op school hadden ze ook al gezegd: doe jij maar wat je moet doen: zingen. „Af en toe zie ik nog wel eens een do cent in de zaal zitten. Heel leuk." Ze woont aan de rand van het Vondelpark. Met Tjeerd Ooster huis, al vijf jaar haar vriend. Nee. Tjeerd is niet zo'n vriend die elk optreden met haar mee gaat. Moet ze niet aan denken ook. Je moet het thuis toch ook ergens over kunnen hebben. Trouwens, Tjeerd heeft het met zijn productiewerk, zijn compo sities en zijn werk als docent aan de popacademie druk ge noeg. Dus waar heeft ze het over. Tjeerd was de producer van haar laatste cd Face to Face. En hij heeft haar ook stevig bijge staan op het muzikale vlak bij de totstandkoming van haar theaterprogramma Van jo7igs af aan...! „Hij heeft geholpen met de selectie van de liedjes, hij heeft zich met de muziek be moeid. Maar zelf speelt hij niet mee." De tijd dat hij samen met zijn zuster Trijntje de groep To tal Touch op de been hield en dat hij met keyboards liep te sjouwen, is voorbij. In haar theaterprogramma komt ze na de pauze met nieuw Nederlands repertoire, waarvan ze het meeste zelf schreef, al dan niet in samenwerking met haar vriend. De stukken zullen op haar volgend jaar te verschij nen Nederlandstalige album staan. Voor de pauze heeft het pro gramma autobiografische trek jes. „Als ik het dicht bij mezelf hou, hou ik het langer vol, dacht ik. In het programma probeer ik de mensen mee te nemen naar mijn jeugd. Mijn moeder was een alleenstaande vrouw. We hadden allemaal onze schoon- maaktaken, mijn broer, zus en ik. Als ze 's avonds thuiskwam moest het allemaal klaar zijn. Wij zongen veel tijdens dat werk. Veel liedjes van Anita Ba ker, Oleta Adams, Billie Holi day, Gladys Knight. Dat beeld heb ik in het programma. En de stappen die ik daarna heb gezet. De soundmixshow, het songfesti val. Ik probeer dat in een leuk verhaaltje te vertellen en daar zing ik liedjes bij. Ik heb daar voor heel veel hulp gehad van Karin Bloemen. Zij heeft me ge holpen met hoe ik het goed kan vertellen. Maar ik leer geen tek sten uit mijn hoofd. Ik ken me zelf. Ik moet niet proberen te ac teren. Ik ben een gevoelsmens. Ik reageer ook op publiek. Ik zou het niet eens kunnen om bij een optreden exact te doen wat ik ook bij de repetitie deed. Voor mij moet het natuurlijk zijn. Ik hou van grapjes, van ge- zelligheid. Ik ga niet proberen wat ik niet kan. Alle musical sterren moeten alles van tevoren weten. Elk pasje, elke zinswen ding. Voor mij moet het natuur lijk zijn." Toen ze eenmaal op advies van schoonzuster Trijntje Ooster huis de juiste mensen had bena derd voor een theatertour en al les rond was, realiseerde ze zich dat het helemaal niet logisch was dat de zalen direct vol zou den zitten. „Ik was ineens bang dat er helemaal niemand zou ko men. Waar moesten de mensen me van kennen? Als ze toevallig ooit naar het songfestival heb ben gekeken? Of naar de Sound mixshow? Maar Liesbeth List had me ooit al eens gezegd dat ik me daarover niet druk moest maken. Ze zei dat mijn spontani teit, mijn stem, mijn ogen, daar zouden echt wel mensen op afko men. Ik moest me niet druk ma ken. Ze was zelf in het begin ook wel bang geweest dat er nie mand naar shows zou komen." Maar Rombley had zich voor niets druk gemaakt. Tot nu toe zat bijna elke zaal van haar tour stampvol. Ton Ouwehand Theatertour Edsilia Rombley: Van jongs af aan...! Voor meer informa tie: www.edsiliarombley.nl Edsilia Rombley foto GPD Chris Rea foto Marcel Hemelrijk De platenmaatschappij noemt het verza melwerk Blue Guitars van Chris Rea ijn levenswerk'. Zelf vindt hij vooral dat jj lekker bezig is. In 2002 lag de zanger van bekende hits 'Driving home for Christ- as en 'Josephine' op het randje van de |od door een zeldzame vorm van kanker, p het ziekenhuis had ik tijd om na te den- in en besloot ik een verzamelwerk van de nes te maken." Dat verzamelwerk werd jlangs uitgebracht en bestaat uit elf cd's, dvd en foto's van schilderijen van de Pger. Rea was heel even in Amsterdam aar zijn werk tentoongesteld werd voor n select groepje fans. „Ik wil mijn schilde- |en niet verkopen. Ik ben pas zo kort bezig et schilderen dat ik me nog een student iel." Volgens Rea zijn er wel mensen geweest die zijn schilderijen wilden kopen, maar daar ging hij nooit op in. „Misschien wil ik ze wel ruilen als iemand een mooie oude auto in de aanbieding heeft." In de schilderijen komt iedere keer een blau we gitaar voor. „De gitaar is mijn leven, al dertig jaar", zegt Rea. Ook op de elf cd's komt de gitaar telkens terug en staat het symbool voor de diverse stijlen van gitaar spelen. Het gaat over een andere soort blues, zoals de Afrikaanse of de Chica- go-blues. Aan elke plaat is een maand gewerkt. „Ik sloot mijn ogen en dacht hoe ik me zou voe len in bijvoorbeeld Afrika. Hoe zou de Afri kaanse Chris Rea de blues zingen. Op een ge geven moment voelde ik zelfs de zweepsla gen die de Afrikaanse slaven kregen." De prijs voor Blue Guitars is volgens Rea be wust laag gehouden. „Ik maak hier abso luut geen winst op, want ik wilde dat het voor mijn fans betaalbaar zou blijven." In Nederland ligt het boek met de cd's voor maximaal 60 euro in de winkels. Na zijn ziekte noemt Rea geld ook totaal niet meer belangrijk. „Vroeger wilde ik mooie auto's, dure kleren en al dat soort dingen. Nu heb ik dat allemaal niet meer nodig. Muziek en schilderen is eigenlijk het enige waar ik graag mee bezig ben." Rea erkent dat hij ook wel in de luxe positie verkeert dat hij geen geld meer nodig heeft. „Ik heb door de jaren heen 22 miljoen cd's verkocht, dus ik heb voldoende geld." Hij noemt zichzelf een obsessief schrijver. „Ik moet iedere dag schrijven, of dat nu teksten voor muziek zijn of boeken, anders voel ik me niet goed." Rea is momenteel bezig met twee boeken, een roman en een boek over zichzelf. Deze komen waarschijnlijk volgend jaar rond kerst uit. Volgend jaar maart staat de zanger in de Heineken Music Hall in Amsterdam met zijn Farewell Tour. „Volgens mijn dokter is het niet langer verantwoord om veel op te treden." Als nasleep van de ziekte moet de zanger iedere dag injecties zetten en pillen slikken. „Ik slik medicijnen tegen diarree en die zijn niet goed om iedere dag in te ne men. Maar ik moet ze wel hebben als ik op treed, want anders moet ik iedere keer even een pauze nemen tijdens het spelen." Na de Farewell Tour gaat Rea verder onder de naam The Fire Flies. „Dan werken we met een klein gezelschap en kunnen we min der optreden. Dan doen we bijvoorbeeld twee optredens en dan ga ik weer vier da gen naar huis." Helemaal afscheid nemen van de muziek wil hij voorlopig zeker niet. „Ik leef ervoor, ik moet het maken om me goed te voelen." ANP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 27