Ter adoptie aangeboden: een kerngezonde baby PZC 24 steendruk RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE Fiom bestaat 75 jaar zaterdag 29 oktober 2005 Ongehuwde moeders werden vroeger met de nek aangekeken en aan hun lot overgelaten. Om deze vaak jonge vrouwen bij te staan, werd 75 jaar geleden de Fiom opgericht. Inmiddels is een buitenechtelij ke zwangerschap allang geen schande meer, maar de Fiom bestaat nog steeds. „Er is in de loop der jaren automatisch een hele boel werk bijgekomen." Een vrouw die ongehuwd zwanger raakte was tot aan de jaren zestig vrijwel altijd de klos. Het was niet ongebruikelijk dat de fa milie haar verbood de laatste maanden van de zwangerschap de straat op te gaan. Men schaamde zich voor haar. Zodra het kindje geboren was, werd het haar afgenomen. Zo snel mogelijk, zonder dat ze het had gezien of vastgehouden. Of ze een zoon of dochter had, wist ze niet. Het leven moest gewoon doorgaan; thuis werd nergens over gespro ken. Dat was volgens de familie de beste op lossing. De afstandsmoeders, zoals ze werden ge noemd, bleven vaak met veel vragen en ver driet zitten. In 1930 werd daarom de F.I.O.M. opgericht, de Federatie Instellin gen Ongehuwde Moeders, later Fiom ge noemd. Directe aanleiding was een wetswij ziging in 1929 waardoor ongehuwde wer kende moeders niet langer verplicht verze kerd waren tegen de kosten van bevalling en verpleging. Vijfentwintig verschillende organisaties op het gebied van vrouwen- en kinderbescherming kwamen hiertegen in opstand en bundelden hun krachten binnen de federatie. Het doel van de stichting was het beharti gen van de belangen van zowel moeder als kind. Het streven was moeder en kind bij elkaar te houden. Hiertoe werden speciale tehuizen opgericht. Tot drie maanden na de bevalling konden ongehuwde moeders hier terecht en zelf beginnen met het voeden van hun kind. Toch kozen veel vrouwen er voor hun baby af te staan. Niet op de laat ste plaats omdat er een taboe rustte op het ongehuwde moederschap. In de jaren dertig werden jaarlijks zo'n drie duizend buitenechtelijke geboortes geregis treerd. Via advertenties in kranten gingen de moeders onder druk van hun familie op zoek naar pleegouders voor hun kind. Vaak waren dat kinderloze echtparen die een kind wilden adopteren en zichzelf ook via advertenties bekend maakten. De Fiom is inmiddels uitgegroeid tot een or ganisatie met negen vestigingen verspreid over heel Nederland. „Alle maatschappelij ke golfbewegingen zijn terug te vinden in de geschiedenis van de Fiom", vertelt As- trid Werdmuller van de Fiom. „In de jaren wust voor het ongehuwde moederschap, de zogenaamde Bom-moeders (bewust onge huwde moeders). Ook gingen mensen steeds vaker en sneller scheiden, waardoor meer vrouwen alleen voor de opvoeding kwamen te staan. Door het toenemend gebruik van voorbe hoedsmiddelen en de mogelijkheid tot abor tus begon het aantal ongehuwde moeders dat afstand van hun kind wilde doen, daar- zestig zag je dat het taboe dat rustte op on gehuwde moeders, werd doorbroken. Onge huwd moederschap werd niet langer als sek sueel of moreel probleem gezien maar als een emotioneel probleem dat veel hulpverle ning vereiste." Eind jaren zestig, begin jaren zeventig zorg de de tweede feministische golf voor een nieuwe groep ongehuwde moeders. Vrou wen werden mondiger en kozen soms be na geleidelijk te dalen. In 1974 fuseerden de verschillende instellingen die zich bezig hielden met ongehuwde moeders en werd de naam F.I.O.M. veranderd in Fiom. „De puntjes werden weggehaald om duidelijk te maken dat het voortaan om één organisatie ging." In de jaren tachtig veranderde ook de hulp verlening van karakter. De nadruk kwam niet meer zozeer te liggen op het afstand doen van het kind, maar op de verbonden heid tussen alle paxdijen, ook tussen de adoptie-ouders en de biologische ouders/moeder. Een nieuwe groep die zich bij de Fiom meld de, waren de kinderen die ooit waren afge staan, maar, eenmaal volwassen geworden, op zoek gingen naar hun biologische moe der. Het omgekeerde komt ook voor, maar in het algemeen gaan de kinderen vaker op zoek naar hun moeder dan andersom. Tegenwoordig worden er jaarlijks ongeveer zestig baby's per jaar afgestaan Het aantal binnenlandse adopties is sterk afgenomen, het aantal buitenlandse adopties sterk toe genomen. Hierdoor is het aantal adopties per jaar met twaalfhonderd ongeveer gelijk gebleven. De Fiom heeft haar activiteiten inmiddels behoorlijk uitgebreid. Werdmuller: „Er kwamen steeds meer moeders maar vooral ook kinderen met zoekvragen. Omdat wij de adoptiedossiers in huis hebben, komen deze mensen automatisch bij ons terecht. Meestal hebben wij de mensen zo gevon den. We sturen de betrokkene dan eerstee brief. Als wordt ingestemd met contact, is de eerste ontmoeting bij ons op kantoor. Het is heel bijzonder om daar bij te zijn." „Doordat we in ons werk veel met adop tie-ouders te maken kregen, stuitten we vei volgens ook op de problematiek rondom on gewenste kinderloosheid. En zo zijn er org. nisatorisch in de loop der jaren een hele boel activiteiten bijgekomen. Er zijn ge spreksgroepen voor moeders die afstand hebben gedaan en voor stellen die onge wenst kinderloos zijn. Ook worden er allei lei cursussen gegeven bijvoorbeeld voor adoptie-ouders. Daarnaast bieden we hul] bij arbortuskeuze, bij huiselijk geweiden begeleiden we tienermoeders die hun kind wel willen houden." Nicole Olde Kalt Voor meer informatie over de Stichting Au bulante Fiom: www.fiom.nl. Het landelijk Fiom-bureau is gevestigd in Den Bosch: tel foon 073 - 6128821

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 24