Jury staat voor moeilijke keus Zwarte buitenvrouw vertelt over slavernij op Barbados AKO-prijs Austin Clarke woensdag 12 oktober 2005 21 raon Grunberg werd vorig jaar win naar van de AKO-Literatuurprijs. Dit jaar is hij opnieuw genomi neerd. met misschien wel zijn beste boek. Toch is hij nu een outsider. Dan moet het een erg goed jaar zijn geweest voor het proza. De jury staat voor de keuze tussen verle den of toekomst. Literatuurprijzen hebben een eer hoog te houden als het gaat om het negeren van het favoriete boek. Dat begon bij de AKO-Literatuurprijs meteen het eerste jaar, in 1987, toen Bernlef de prijs kreeg voor 'Pu bliek geheim', terwijl Frans Kel- lendonk had moeten worden be kroond voor 'Mystiek lichaam'. In 1993 misgunde niemand Mar cel Möring de prijs, maar een keuze voor 'De ontdekking van de hemel' van Harry Mulisch of 'Heren van de thee' van Hella S. Haasse had meer voor de hand gelegen. De voorbeelden zijn legio. Ook in het buitenland kennen ze het fenomeen. Vorig jaar kreeg Alan Hollinghurst de Booker Prize voor 'The line of beauty' ('De schoonheidslijn'), ook al had Da vid Mitchell met 'Cloud Atlas' ('Wolkenatlas') volgens critici, bookmakers en andere lezers het boek van het jaar geschre ven. Hoe moet het dan dit jaar aflo pen nu het bij de AKO-Litera tuurprijs heet dat de nominaties gelijkwaardig zijn? Heeft de ju ry dan zes verkeerde titels geko zen, zoals ook bij de vorige Li- bris-prijs? Allerminst. Bij de zes nominaties zitten er vijf die er toe doen. Als de schaduwlijst dan ook nog eens imponerend is, mag de conclusie zijn dat in Nederland het proza een onge kend goed jaar achter de rug heeft. Toch is er een boek dat, zo niet met de schouders dan toch in ie der geval met de kop boven de andere uitsteekt. Waardoor dan weer het vreemde mechaniek in werking zou kunnen treden dat de jury liever geen favoriet be kroont. Het boek in kwestie is Knielen op een bed violen van Jan Siebelink, 'Een hartver scheurende roman over gods dienstwaanzin en vaderlands liefde', meent de jury, en zo is het. Siebelink schreef dertig jaar lang aan een breed en diep oeuvre, wist met boeken als 'De herfst zal schitterend zijn' en 'Vera' vaak groot succes te boe ken, maar bij de pracht en kracht van Knielen op een bed violen vergeleken verbleekt al zijn eerdere werk. Het is een dik ke, woeste, aangrijpende, (au- to-)biografische roman over met name zijn vader, die als gelovig bloemist geheel in de ban raakt van een kleine, zeer fanatieke, zwaar gereformeerde sekte. Daar is het calvinisme, dat alou de thema in de vaderlandse lette ren, terug in volle glorie, 't Hart, Wolkers, wie niet? Knielen op een bed violen is een klassieke roman in alle opzichten. Een magnum opus. De bekroning Nominaties: Arnon Grunberg: De joodse messias (Vassallucci); Patricia de Martelaere: Het onverwachte antwoord (Meulen- hoff); Wanda Reisel: Witte liefde (Querido); Jan Siebelink: Knielen op een bed violen (De Bezige Bij); Frank Westerman: El Negro en ik (Atlas); Tommy Wieringa: JoeSpeedboot (De Bezige Bij). Uitreiking: De AKO-Literatuurprijs 2005 wordt overmorgen (vrijdag 14 oktober) uitgereikt in het televisieprogramma RTL Boulevard (RTL4, 18.35 uur). Jury: De jury staat onder voorzitterschap van Hans Dijkstal, oud-mi nister van Binnenlandse Zaken. Leden: Jos Borré, recensent van De Morgen; Johan de Haes, presentator VRT-literair, Els- beth Etty, recensent NRC Handelsblad; Christa Fontein, oud-lerares Nederlands en Rob Schouten, recensent Trouw en Vrij Nederland. Wie wint dit jaar de Ako-Literatuurprijs? Wordt het Frank Westerman (foto links), favoriet Jan Siebelink (foto rechtsboven), toch weer Arnon Grun berg (foto rechtsonder) of één van de drie andere genomineerden? foto's GPD van een begenadigd en gedreven schrijverschap. Maar in dit ge val ook een boek dat niet te ne geren valt. Juist dat maakt Sie belink in de rat-race die AKO-prijs heet kwetsbaar. Zeker als ook Joe Speedboot van Tommy Wieringa bij de laat ste zes zit. Beide boeken contras teren op alle mogelijke manie ren, behalve op dat ene ultieme criterium: kwaliteit. Het oude, gedegen handwerk van Siebe link versus de stilistische krul len waarin Wieringa zijn snaak se verhaal heeft verpakt. Charge rend: moet de AKO-jury verle den of toekomst bekronen? Alsof het alleen om deze twee romans gaat. Wat te denken van De joodse messias van Arnon Grunberg? Vorig jaar was hij no ta bene winnaar van de AKO-prijs met 'De asielzoeker' Gaat er wel eens een nominatie ronde voorbij waarbij Grunberg niet de laatste selectie haalt? Nauwelijks, maar nu is hij zo waar eens de underdog, en dat met zijn beste roman. Het kan verkeren. Outsider lijkt ook Wanda Reisel wier Witte liefde met Siebelinks boek gemeen heeft dat het om een waargebeurd verhaal rond de ouders van de auteur gaat. In Reisels geval haar moeder, wier foto op het omslag staat. Een verzengend verhaal over een al les omverwerpende, overspelige liefde op de Antillen. Mooi van stijl, met pregnante beelden en wisselend perspectief. Maar de jury doet er vooralsnog koeltjes over. Dan krijgt de andere vrouwelij ke auteur uit de lijst, Patricia de Martelaere, vooraf meer compli menten voor Het onverwachte antwoord. 'Indrukwekkend boek met grote diepgang.' Op merkelijk dat De Martelaeres ro man ook al voor de Gouden Uil en de Libris-prijs werd genomi neerd. Die keuze begreep ik toen al niet; nu nog niet. Twee Vlaamse juryleden? Kan ook zomaar zijn dat de prijs niet naar een roman gaat. De AKO bestrijkt ook de non-fictie en, ook al wordt daar bij vermeld dat deze boeken zich moeten onderscheiden dooi de literaire kwaliteit van het proza, dat kan vergelijken en be oordelen lastig maken. Frank Westerman is een schrijver die graag de ruimte tussen waan en werkelijkheid verkent. In El Ne gro en ik vecht hij tegen zijn ei gen cynisme, nadat hij zich heeft verdiept in de mensonte rende geschiedenis van een bos jesman wiens lijk in 1830 wordt opgegraven om opgezet te wor den. Het met stro gevulde kar kas had als voorlaatste halte Barcelona, waar het ondanks protesten van de sokkel werd ge haald om in Botswana te wor den herbegraven. Westerman verheelt zijn tegenstrijdige ge voelens niet. en door die persoon lijke toets is dit non-fictie boek juist een van de meest persoon lijke uit de lijst. Mooi en goed. Maar de enige vraag die er werkelijk toe doet: durft de jury het aan om Jan Sie belink de prijs niet toe te ken nen? Theo Hakkert Militaria van de Tiendaagse Veldtocht van 1831 L1 T Lp 1\TT T TT^"krijg je op de tentoonstelling -L-i -L vJXj -L X\*Broedertwist een ambivalent gevoel. Als een minister die een oorlog moet goedpraten, terwijl hij al een tijdje tot een ander inzicht is gekomen. Hadden wij toen, hon derd vijfenzeventig jaar geleden, wel tegen de Belgen moeten vech ten? Hadden we niet moeten praten over een federatie? Hebben we ons niet te arrogant opgesteld? Hadden we Zeeuws- Vlaanderen en Zuid-Limburg niet aan België moeten geven? Die dingen onder an dere... In de zalen van het Noordbrabants Museum in Den Bosch is dezer dagen een expositie over de kortstondige vereniging van België en Nederland en de scheiding in 1830. In de lange gang naar de ten toonstelling hangen beeldschermen met straatinterviews. Aan voor bijgangers wordt gevraagd hoe ze de scheiding met België beleven. Onze Vlaamse buren, gelouterd door de taalstrijd en de relatie met Wallonië, weten doorgaans serieuzere dingen onder woorden te brengen dan de Hollanders. Ook dat geeft een ambivalent gevoel. In een filmzaaltje wordt in beeld gebracht wat je ten minste moet weten om de tentoonstelling te kunnen volgen. We zien ook de le gers optrekken voor de slag bij Waterloo, gesloten gelederen, fraaie uniformen, witte broeken, pluimen, achter het vaandel, zo komen ze de heuvel op. Mag je dat eigenlijk mooi vinden? Na Waterloo gaat Napoleon naar Sint Helena. De Europese mogend heden die al eerder Nederland en België tot het Verenigd Konink rijk der Nederlanden hadden gevormd, kunnen opgelucht ademha len. Uit Engeland was de zoon van de laatste Oranje-stadhouder ge komen om Koning Willem I te worden. Op de tentoonstelling hangt zijn staatsieportret, met scepter, kroon en hermelijnen mantel, van Joseph Paelinck uit 1819. Er is nog veel meer te zien. Wat te denken van de botsplinters van Willems zoon, toen hij bij Waterloo als le geraanvoerder gewond werd? Ook de zilveren troffel die Willem I ge- 1 QOA bruikte toen hij de eerste steen van IOjU de Gentse Universiteit metselde, ligt er. En mooie uniformen. Nooit geweten dat de weerspannige Bel gen blauwe tunieken droegen bij gebrek aan echte uniformen. Ooit geweten dat het liedje Eén twee drie vier hoedje van papier historisch teruggaat op de papieren sja ko's van deze broedertwist? Er is ook muziek: de Revolutie van 1830 snijdt nog steeds door merg en been als het fameuze lied uit La Muette de Portici, de opera van Auber, klinkt: Amour sacré de la patrie. De opvoering in de Brusselse Muntschouwburg was de aan leiding tot de opstand tegen het wettige Nederlandse gezag. Deze tentoonstelling smaakt naar meer: zowel de kunsthistorische con text als het historische verhaal vraagt om meer ruimte, meer de tails, meer achtergrond. Ondanks alle voorwerpen, stoelen, wapens, gedenktekens ligt op de ze boeiende tentoonstelling het accent toch op de historisch-roman- tische schilderkunst. Totaal vergeten en zelden in musea te zien: Jan Willem Pieneman met een allegorie op het aanvaarden van Wil lems koningschap, Van Cuylenburg met Willems aankomst in Sche- vingen, Moritz met de gewonde prins bij Waterloo. Matthijs van Bree zien we met de plechtigheid van de installatie van de Gentse universiteit. Barend Wijnveld schilderde het tafereel van de oranje prins, ontsnapt aan die verrekte Brusselaars. Jan Adam Krusemans portret van Baron Chassé (die Antwerpen in bezit hield) hangt er. Een mooi anoniem doek van de Brabantse legerkampen waar de Hollanders zich gereedmaken voor de Tiendaagse Veldtocht is er te zien. En nog veel meer - om van de Belgische doeken nog maar te zwijgen. Het is een schilderkunst, academisch, en dienstbaar aan de helden en het vaderland waar we tientallen jaren niets van wilden zien. Ten onrechte - zo zal de komende tijd blijken. Nationalisme, vaderlandsliefde - het is zo negentiende-eeuws als gevoelige roman tiek. Al voel je je er niet altijd gemakkelijk bij. Lo van Drïel Broedertwist België en Nederland en de erfenis van 1830. Noordbrabants Mu seum 's-Hertogenbosch, tot 8 jan 2006. Onder dezelfde titel verscheen een boek bij uitgeverij Waanders: 22,50. Hd was hem in al die jaren niet opgeval len. „Ik schrok ervan." Pas toen Aus- |n Clarke (72) vijf jaar geleden 'Pig Tails 'n readfruït', zijn culinaire memoires aan örbados nog eens las (hij serveerde ooit sardine-omelet aan Norman Mailer). £§fcj in dat hij al vijfentwintig jaar, als ware in zijn onderbewustzijn, bezig ï5Saaneen ander boek. b het hier niet over thematiek, maar fter het karakter van Mary-Mathilda, de J°uw om wie alles draait in mijn roman !ij 'n s°hande. Als ik al de hoop aat zij als een donderslag bij heldere fend tot me was gekomen, dan hielp de ^8 Van ouc' wei'k me uit die droom. heb de zaden van haar karakter al in de Pren zeventig gezaaid." Hij las nog twee dere boeken van eigen hand, 'The Origin Waves' en 'Growing Up Stupid under the fff*, en wist toen zeker dat Ma- .-'lathilda jarenlang rustig, bij hem on- rnmds, op haar kans had zitten wachten, dfü de vrouw °°k naar. Ze is een van sterkste vrouwen uit de literatuur van J laatste jaren. ^'-Mathilda is dertig jaar lang de zwar- de bjllte,nVr0UW Seweest van mr- Belfeels, L d manager van een dorpsplantage taa rGr ^°S' ze^s z^n zoon Se" ra, die inmiddels gerespecteerd huisarts Li. orP; Maar op de eerste pagina van I 1" leven in schande maakt een jonge Austin Clarke: „Mary-Mathilda is niet alleen een vrouw die een rechtbankgetuigenis aflegt, ze schrijft ook het verhaal van de streek, van haar land, van haar tijd." foto Tom King/GPD agent zijn opwachting bij haar. Ze heeft het politiebureau gebeld, want mevrouw wenst een verklaring af te leggen. Meteen is duide lijk dat ze een ernstig misdrijf heeft be gaan, zeer waarschijnlijk heeft ze mr. Bel feels vermoord omdat alle vernederingen haar te veel waren geworden, maar de agent is te bleu om er haar direct naar te vragen. Mary-Mathilda heeft zo veel per soonlijkheid, zo veel charisma, zo veel over wicht, zo veel status, dat ook de hoogste po- litiebaas van het dorp, die zijn onderge schikte later vervangt, niet anders kan dan haar verklaring aanhoren. En daar neemt ze een hele dag en nacht voor. Een biecht van 24 uur, waarin ze de hele geschiedenis van Barbados, inclusief slavernij, onder drukking, kolonialisme meeneemt Een biecht ook van vijfhonderd bladzijden, in een stijl die schatplichtig is aan Joyce en Faulkner en in een beeldende taal die aan Marquez en Arion doet denken. Austin Clarke, die zelf op Barbados werd geboren maar al vijftig jaar in Toronto woont, begon aan de roman op een vrijdag, vlak na de lunch. Op Barbados. Hij nam een taxi naar een oude plantage. Onderweg door de cassavevelden zag hij een eenzame, lange vrouw. „Helemaal in het wit gekleed. Maar wat nog opvallender was: ze droeg on der haar jurk een broek. De pijpen waren om haar enkels gebonden. Om te voorko men dat ze werd gebeten door insecten. Ik dacht: zou ik hier een kort verhaal van kun nen maken?" Na de lunch leende hij een schrijfblok en schreef zes vellen vol. Pas twee jaar later begon hij aan wat nu een ro man van vijfhonderd bladzijden is. „Maar aan die eerste zes vellen is nauwelijk iets veranderd." Cruciaal, zegt Clarke, was zijn keuze om Mary-Mathilda haar verklaring te laten af leggen in haar eigen omgeving, in het huis waar Belfeels haar had ondergebracht en dat haar status verleende. „Ze kon nog niet op het politiebureau of in de gevangenis zit ten. En zeker niet in de rechtbank. Haar waardigheid kon ik het best overeind hou den in haar eigen omgeving, daar waar ze regeert, waar ze met respect wordt behan deld. Haar biecht moest vooraf gaan aan het gerechtelijke proces. Ze mocht alleen het patina van schuld hebben. Zo is zij niet alleen een vrouw die alleen maar een recht bankgetuigenis aflegt, maar ze schrijft ook het verhaal van de streek, van haar land, van haar tijd." Haar status en overwicht heeft Mary-Ma thilda te danken aan haar bijzondere posi- tie in de hiërarchie in dorp en plantage. Uit verkoren als 'favoriete' door de blanke Bel feels ontstijgt ze aan de slaven, die naar haar opkijken, terwijl de blanken nog steeds op haar neerkijken. „Ze is in beide werelden thuis." Komisch en tegelijkertijd aandoenlijk is hoe ze de verblufte agenten versteld doet staan van haar kennis. Geen van beiden heeft door dat ze al die kennis over filosofi sche, politieke en historische kwesties slechts heeft opgepikt als ze het eten bij de blanke heren mocht opdienen. Alleen de le zer lacht om hoe ze namen en feiten ver haspelt. „Ondanks haar leven van onderdrukking, seksuele vernedering en uitbuiting kon ze op sommige momenten optreden als de da me van The Great House. Ze kon de meid commanderen, ze had de zekerheid van de bastaard-zoon die een succesvol arts werd en soms kon ze koken voor mr. Belfeels. Pre cies de ontsnapping die noodzakelijk is. Waar we niet zonder kunnen ook. We kun nen niet voortdurend leven onder onder drukking. Humor helpt daar bij. Even om jezelf kunnen lachen, dat sleept je erdoor." Hij verwijst naar Frantz Fanon, de van Mar tinique afkomstige schrijver die de psycho logie van kolonialisme en racisme onder zocht en daar de boeken 'Black skin, white masks' en 'The Wretched of the Earth' over schreef. „Fanon concludeerde dat kolonia lisme, slavernij en concentratiekampen nooit succesvol kunnen zijn, ondanks de in tensiteit van de onderdrukking in die syste men. De mensen die eronder lijden zijn al tijd in staat een zodanige relatie aan te gaan met de onderdrukker dat er een ver lichting is, al is het maar een uur per dag." Theo Hakkert Austin Clarke: Mijn leven in schande - Vertaling Arthur de Smet, Uitgeverij De Geus, 511 pag., €27,50 (geb

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 21