iVie naar
lieren kijkt
riet de mens
Drank maakte ook in de Gouden Eeuw veel kapot
Beestachtig
mooi
Frans van Mieris
eeuw enorm en dat resulteerde
in het thema 'rondkijken'. In de
ze sectie staan vader en zoon
Forster op een doek van John
Francis Rigaud uit 1789. Vader
Johann Reinhold en zoon Georg
gingen in 1772 met de grote ont
dekkingsreiziger James Cook
mee op zijn tweede wereldreis.
Op het schilderij tekent Georg
een vogel die zijn vader zojuist
heeft gedood. Op de voorgrond
liggen nog meer dode vogels.
Biologen hebben kort geleden
ontdekt dat de vogel in de hand
van de vader een maori-belho-
ningvogel uit Nieuw-Zeeland is.
Ook de andere vogels komen
daar vandaan.
De toegenomen kennis van de
anatomie, fysiologie en het ge
drag van dieren aan het begin
van de negentiende eeuw, is op
de tentoonstelling onderge
bracht in het thema 'naar bin
nen kijken'. John James Audu
bon (1827-1838) wilde het com
pleetste, nauwkeurigste, mooi
ste en meest informatieve boek
over Amerikaanse vogels uitge
ven. Zijn Birds of America
(1827-1838), nu ook te zien, is
nog steeds een wonder van
kleurrijke perfectie en geldt als
het startpunt van de moderne
ornithologie.
George Stubbs (1724-1806)
'keek naar binnen' bij paard, tij
ger, kip én mens en tekende de
prachtige skeletten waarvan op
deze expositie voorbeelden han
gen. Hoe regelde Stubbs de ske
letten van mensen? Waarschijn
streeks 1875 maakte van een
landschap vol dinosauriërs, was
er met Jurassic Park van Steven
Spielberg niets nieuws onder de
zon.
De Engelse natuuronderzoeker
Charles Darwin (1809-1882) pu
bliceerde in 1859 zijn spectacu
laire studie over de evolutietheo
rie: On the Origin of Species by
Means of Natural Selection. De
onomstotelijke waarheid van
het bijbelse scheppingsverhaal
waar ook de net gevonden ske
letten van dinosauriërs al aan
hadden gemorreld, stond voor
goed niet langer vast. Of ze het
nou leuk vonden of niet, de
mens bleek deel uit te maken
van hetzelfde evolutieproces als
de dieren.
In de jaren vijftig van de vorige
eeuw liet de zoöloog Desmond
Morris de chimpansee Congo
schilderijen maken waarvan er
nu een paar op de expositie han
gen in de sectie 'in de spiegel kij
ken'. Niks geen lukraak geklad-
der: Congo maakte abstracte
ontwei-pen en herhaalde bepaal
de favoriete patronen. Vlakbij
staat de spiegel met de geschil
derde contouren van een aap.
Maar gauw een kijkje gaan ne
men en om onszelf lachen. Kun
nen dieren dat ook?
Frangoise Ledeboer
Expositie: Beestachtig mooi Kijken
naar dieren, 1750-1900 - Van Gogh
Museum Amsterdam, t/m 5 februari.
Geopend dagelijks 10-18 uur, vrijdag
tot 22 uur. Catalogus 24,50.
ijn dieren thans beter af dan vroeger? Tijdens 'Katri-
na' bleven in New Orleans genoeg baasjes van hon
den en katten met gevaar voor eigen leven achter om
dat te vermoeden. Op de expositie Beestachtig Mooi in het
Van Gogh Museum in Amsterdam ontbreken indolente mens
apen in dierentuinen en neurotische honden op drie hoog als
bewijs van het tegendeel. Op deze tentoonstelling over kijken
naar dieren in de periode 1750-1900 vallen verleden en heden
samen. Kijk maar in de spiegel met de geschilderde contouren
van een aap.
Edward Hicks: Het vreedzame Koninkrijk, circa 1837
lijk bezocht hij een ontleedses-
sie op een van de Londense scho
len voor geneeskunde waar de
lijken van misdadigers werden
ontleed. Of kreeg hij de licha
men klandestien door het inhu
ren van grafrovers? Ook dat was
niet ongebruikelijk in die da
gen.
De Victoriaanse auteur Charles
Dickens vroeg zich in 1852 af:
„Zou het niet geweldig zijn om
een megalosaurus van zo'n
twaalf meter tegen het lijf te lo-
pen, die als een mammoethage
dis Holborn Hill opwaggelt?" In
de eerste helft van de negentien
de eeuw waren de eerste di
nosauriërs ontdekt en dat leidde
tot een storm aan controverses
omdat wetenschap noch religie
in die tijd een eensluidende ver
klaring voor hun ouderdom en
uiterlijk konden vinden.
Ook kunstenaars raakten gefas
cineerd door de geologische en
paleontologische geschiedenis
van de aarde. Getuige het schil
derij op deze expositie dat Ben
jamin Waterhouse Hawkins om
Ook heeft de hedendaagse mens
anders dan vroeger nogal eens
de neiging dieren te romantise
ren en er menselijke eigenschap
pen in te stoppen. Honden en
katten fungeren niet zelden als
plaatsvervangers voor kinderen
waarmee eindeloos wordt rond-
getut. En leuk toch, zo'n koetsje
bij een trouwpartij of een toeris
tisch ritje, maar weet iemand
nog hoe straten vol paarden-
mest stonken?
Blühm - voorheen Van Gogh Mu
seum, nu directeur van het Wall-
raf-Richartz Museum - en Lip-
pincott - conservator Carnegie
Museum of Art in Pittsburgh -
waren in 2000 ook verantwoor
delijk voor de multidiscplinaire
expositie 'Licht' in het Van
Gogh Museum. Die samenwer
king beviel zo goed dat ze beslo
ten tot dit nieuwe project, op
nieuw multidisciplinair en ook
geschikt voor kinderen vanaf
vier jaar. Van een memoriespel
tot het ontwerpen van een eigen
hondenhok, er is op originele
wijze alles aan gedaan kinderen
op deze expositie een Alice in
Wonderland-gevoel mee te ge
ven.
Geen zin in kinderstemmen?
Dan is er voor volwassenen de
audiotour met kunsthistorische
informatie. Of anders gaan ze
Edwin Landsheer: Waardigheid en Onbeschaamdheid, 1893
Dat de verhouding tussen
mens in dier in 1750 heel
anders was dan in 1900 was een
gevolg van de industriële revolu
tie. Spierkracht van dieren bij
productie of transport was daar
door steeds minder nodig. Vol
gens samenstellers Andreas
Blühm en Louise Lippincott is
misschien wel het opvallendste
verschil met vroeger dagen dat
we sindsdien niet meer samenle
ven met dieren die groter zijn
dan een hond of wilder dan een
parkiet.
Onze praktische kennis over die
ren zakte tegelijkertijd naar een
dieptepunt. Dat het melken van
koeien allang geen wijd versprei
de vaardigheid meer is, is uiter
aard geen verlies. Maar of dat
ook geldt voor ons gebrek aan
kennis over de minder aangena
me aspecten van dieren, is de
vraag. Zo wordt volgens Blühm
en Lippincott helaas ook hun
'wildheid' onderschat. Minder
kwalijke voorbeelden zijn niet
moeilijk te bedenken, maar zij
noemen bozig een inderdaad
heel abjecte uitwas: „Hoe onge
looflijk het ook mag lijken, het
is in sommige kringen 'bon ton'
om een leeuwenwelp als huis
dier voor een kind aan te schaf
fen."
maar naar het schilderij waarop
Emile-Edouard Mouchy in 1832
de vivisectie op een levende
hond verbeeldde. Dat is zo ake
lig levensecht dat er een bordje
'verboden voor kinderen' bij
had moeten staan.
Bij de voorbereidingen teken
den zich voor Blühm en Lippin
cott vier thema's af. Door over
zeese expedities expandeerde de
dierenwereld in de achttiende
oensdag 12 oktober 2005
Wallace en Gromit in speelfilm 25
L verschil in kwaliteit tussen de eerste
laatste zaal van de expositie van
fcvan Miens (1635-1681) in het Maurits-
jjm Den Haag is opvallend. De geniale
fijnschilder die bestellingen kreeg
groothertog Cosimo III de Medici van
jane en de Habsburgse aartshertog Leo-
ïlhelm, zakte af naar een niveau van
Aspireerde pronkzucht. De precieze
va't na zoveel eeuwen niet te achter
st maar zijn drankzucht zal op zijn
van en'ge invloed zijn geweest.
"Mieris beeldde zichzelf in 1670 vol hu-
'en zelfspot af als drinkebroer in de ge
stie van zjjn vrjenci jan steen.
J, .j ast onmogelijk dat er tussen de-
g verfde schijn en de dagelijkse realiteit
contrast bestond. Zo verdiende Van
geld als water, maar toch kampte hij
^conservator Quentin Buvelot altijd
gedgebrek. Documenten uit 1666 wij-
i i h a om c'ie rec*en een deel van
n oedel in onderpand moest geven,
i uAim 6r schulden bij een col-
'm 72 enorme huurschulden en daar-
Bordeelscène, circa 1658-1659
na stond hij voor een flink bedrag in het
krijt bij zijn herbergier. Of het hem zelf iets
kon schelen is niet bekend, maar zijn omge
ving moet heel wat last hebben gehad van
zijn onmatigheid.
Uit bronnen dringt zich het beeld op dat
ook zaken doen steeds stroever ging. Toen
Cosimo's agent Guasconi in 1674 een af
spraak met Van Mieris had in Amsterdam
trof hij de kunstenaar zo stomdronken dat
hij hem eerst een aantal uren met rust
moest laten.
Het schilderijtje De oude minnaar dat Guas
coni voor de groothertog kwam ophalen,
had Van Mieris achtergelaten in een her
berg en daar moest Guasconi het maar gaan
ophalen. Veelbetekenend is ook het verzoek
van zijn echtgenote Cunera van der Cock
dat ze een deel van het honorarium zelf in
ontvangst wilde komen nemen. Door erva
ring wijs geworden werd als reden opgege
ven dat het honorarium anders toch maar
zou verdwijnen 'als zuur op een etsplaat'.
Het kostte Guasconi de nodige overredings
kracht om Van Mieris voor weer een andere
opdracht bij de les te houden, maar toen het
af was, betaalde hij de kunstenaar in 1675
maar liefst 2500 gulden. De stijvige figuren
op dit werk onder de titel Het Familiecon
cert zijn maar een flauwe afspiegeling van
de verfijnde detaillering en kleurenpracht
op bijvoorbeeld de Stoffenwinkel. Daar be
taalde de Weense aartshertog in 1660 maar
liefst 2000 gulden voor. Illustratief voor de
roem van Van Mieris: een huis in de Gouden
Eeuw kostte gemiddeld 2000 gulden en zo
hoog was ook het bedrag dat Rembrandt
voor zijn enorm veel grotere Nachtwacht
kreeg.
Preutsheid
Psychologiseren over door alcoholische ver
snaperingen gevoede gemakzucht is op deze
expositie van 38 schilderijen en zeven teke
ningen verleidelijk omdat het contrast wel
heel opvallend is. Conservator en kunsthis
toricus Buvelot kan zich daar in de catalo
gus natuurlijk niet in laten gaan omdat er
geen 'harde' bewijzen voor zijn. Hij plaatst
de laatste werken wetenschappelijk verant
woord in de contemporaine ontwikkeling
onder genreschilders als Van Mieris om figu
ren voortaan evenveel gratie en elegantie
mee te geven als de 'antieke' op historiestuk
ken. Hedendaagse ogen vinden die trend ge
kunsteld, maar de bewondering van tijdge
noten bleef op een enkele rimpeling na con
stant.
Onderweg naar de laatste zaal valt er in het
Mauritshuis intussen meer dan genoeg te be
wonderen aan het werk van deze geniale
leerling van Gerrit Dou. Deze grondlegger
van de Hollandse fijnschilders, aan wie het
Mauritshuis in 2000 ook een tentoonstelling
wijdde, noemde Van Mieris volgens de kun-
stenaarsbiograaf Houbraken 'den Prins van
zyne Leerlingen'. Dat was niet voor niets, al
leen al de perfectie waarmee Van Mieris
stoffen als fluweel en zijde op zijn doeken
zette, werd in de Gouden Eeuw zelden geë
venaard, met meesterwerken als 'De dok
tersvisite' en 'Bordeelscène' uit de periode
1657-1668 als hoogtepunten.
Het realisme van de twee parende honden
op zijn 'Bordeelscène' was de negentiende
eeuw overigens te gortig: de dieren werden
weg geschilderd en kwamen pas bij een res
tauratie in 1949 weer tevoorschijn. De hedo
nistische kunstenaar die met zijn vriend Jan
Steen de Leidse kroegen frequenteerde, zal
er waarschijnlijk om gelachen hebben. De
catalogus van Waanders Uitgevers is helaas
een kwalitatief bedroevende uitgave waarin
de virtuoze details op de werken van Van
Mieris slechts een flauwe afspiegeling van
de realiteit op deze expositie zijn. Niet ko
pen, zonde van het geld.
Frangoise Ledeboer
Expositie: Frans van Mieris (1635-1681) - Maurits
huis (Korte Vijverberg 8) Den Haag, t/m 22 janua
ri. Geopend dinsdag tot en met zaterdag 10.00 tot
17.00 uur en zon- en feestdagen 11.00 tot 17.00
Voor meer informatie www.mauritshuis.nl
hel Max: DeApenjury, 1889