Wolfsmelk stelt weinig eisen
PZC
4
Hier stond ooit bierbrouwerij De Gouden Eikel
Nieuwe raadkaart
J^BK\
to
dinsdag 11 oktober 2005
De kracht van de zonne
stralen neemt af. In de
ze tijd van het jaar zien we
daarom weinig planten in
bloei. Er zijn uitzonderin
gen. De herfst geeft ruimte
aan planten die minder ei
sen stellen aan licht en voe
ding. Een plantengroep
waar dat voor geldt, is de fa
milie van de wolfsmelk; een
merkwaardige groep plan
ten. Zij hebben een afwij
kende bloembouw waar
door ze makkelijk van ande
re families te onderscheiden
zijn. Bovendien dragen veel
soorten wolfsmelk aanspre
kende namen.
In Nederland komen dertien
soorten wolfsmelk voor waar
van acht in Zeeland. Vergeleken
met het aantal dat op de hele
aarde voorkomt, is het maar een
schijntje. Het is met 1600 soor
ten een van de meest uitgebrei
de families met verspreiding
over alle soorten milieutypen.
De verscheidenheid in vorm en
structuur is groot. Bomen, strui
ken, heesters, kruidachtige en
zelfs vetplanten behoren er toe.
In Zeeland komen alleen
kruidachtigen voor. Voor wat
betreft hun groeiplaatsen zijn
het karakteristieke planten met
speciale voorkeuren.
Sommige wolfsmelksoorten zijn
zo zeldzaam geworden, dat ze
op de Rode Lijst terecht zijn ge
komen. Een voorbeeld is de klei
ne wolfsmelk. Kleine wolfsmelk
is in Zeeland van vroeger be
kend van akkers. Het is dan ook
verheugend dat stichting Het
Zeeuwse Landschap in een van
haar (zes) akkerplantenreserva-
ten de kleine wolfsmelk weer
heeft aangetroffen. Het betreft
een reservaat op een kreekrug
in de Yerseke Moer. Het blijkt
dat de oliehoudende zaden lang
in de bouwvoor kunnen overle
ven. Gelukkig maar!
Kroontjeskruid
Andere wolfsmelksoorten
groeien ook in de moestuin en
vergelijkbare plaatsen. Deze
soorten zijn helemaal niet zeld
zaam. Tuinwolfsmelk, de naam
zegt het al, komen we er vaak
tegen en kroontjeskruid, ook
een wolfsmelkachtige, is wel de
meest algemene. Deze
wolfsmelk vinden we het meest
in tuinen en akkers. Kroontjes
kruid spreekt tot de verbeel
ding. De kroontjes lijken op de
ouderwetse 'kroon'-luchters
met de matglazen kelken. In
oude kerken kom je ze nog wel
tegen, De wetenschappelijke
aanduiding van kroontjeskruid
(Euphorbia helioscopia) wijst
een heel andere kant op. Helio
scopia is te vertalen met 'naar
de zon kijken'. Het is precies
wat de plant doet. De hele
bloemkroonluchter draait mee
met de richting van de zon.
Reeds in de tijd van onze grote
Nederlandse plantkundige Do-
Het zeldzame kleine wolfsmelk groeit weer in Zeeland.
foto's Ron Brouwer
De PZC sponsort Het Zeeuwse
Landschap. In 'Natuurlijk Zee
land' doen medewerkers van deze
stichting verslag van wat er speelt
in de Zeeuwse natuurgebieden: on
verwachte vondsten en bijzondere
gedragingen passeren wekelijks de
revue. En natuurlijk ook de succes
sen en mislukkingen in het beheer.
Zeewolfsmelk komt zeldzaam voor in de buitenste zeeduinen langs
de Zeeuwse kust.
doneus uit de 16e eeuw, werd
van deze eigenschap gesproken
in de toen aansprekende naam
'sonnewende' wolfsmelk. De
naam Euphorbus zelf was van
een Trojaan, wiens ziel door de
zielsverhuizing was overgegaan
in het lichaam van Pythagoras.
Uit onze tijd is van de toepas
sing van wolfsmelk niet veel be
kend. De melk, die bij een breuk
in de plant tevoorschijn komt, is
van een bijtende en branderige
smaak. Deze smaak moet tot de
naam wolfsmelk geleid hebben.
Hoe het echt is om door een
wolf gebeten te worden, weten
wij allang niet meer. Feit is wel,
dat het wolfsmelksap gebruikt
wordt om wratten te verwijde
ren. Op Texel en op Walcheren
wordt wolfsmelk daarom wrat-
tenkruid genoemd. Om welke
van de acht in Zeeland voorko
mende soorten het precies gaat,
is niet bekend. Waarschijnlijk
is, dat er verschillende soorten
voor dat doel gebruikt werden.
Sommige soorten lijken ook
sprekend op elkaar. Dat is niet
het geval bij zeewolfsmelk en
heksenmelk. Bovendien groeien
zij op totaal verschillende plaat
sen. Zeewolfsmelk komt zeld
zaam voor in de buitenste zee
duinen langs de gehele Zeeuwse
kust. De kleuren zijn grijsblauw
als van de zee. Bij de naam hek
senmelk krijgen we een huiverig
gevoel. Insecten hebben daar zo
te zien geen last van. De nectar
wordt maar al te gretig opgeno
men. De moeraszweefvlieg (Tro-
pidia scita) is daar een vaste be
zoeker. De naam moeras is voor
de standplaatsen van heksen
melk enigszins misleidend, om
dat de plant op schrale open dij
ken en bermen gx-oeit.
Andere soorten zijn min of meer
verwilderde tuinplanten. De cy-
preswolfsmelk en kruisblad-
wolfsmelk behoren daartoe.
Vooral de laatste is met bijna
een meter hoogte een decoratie
ve verschijning. Steeds meer
zien we de plant in siertuinen,
toch ook vaak in verwilderde
staat. Wellicht is het een van de
soorten waarmee volgens Pli-
nius, de Romeinse onderzoeker
en geschiedschrijver, de lijfarts
van Juba II, Koning van
Mauretanië in 54 voor Christus
geneeskundige proeven deed.
De resultaten van zijn onder
zoek vinden we mogelijk terug
in het wrattenkruid. Of dat echt
zo is, is niet te herleiden. In
Zeeuws-Vlaanderen komen we
nog het woord 'sjalappe' tegen.
Het slaat op het gebruik van
wolfsmelk als purgeermiddel. In
het gloednieuwe entomologi
sche woordenboek voor
Zeeuws-Vlaanderen en de aan
sluitende Vlaamse gebiedsdelen
staat sjalappe vermeld. Men ver
wijst er door naar djalappe.
Voor Zeeuws-Vlaanderen alge
meen en Axel in het bijzonder
wordt aangegeven, dat deze
naam inderdaad wordt gebruikt
voor kroontjeskruid.
Als kamerplant bestaat trou
wens ook nog een bekende
wolfsmelk. De plant is enigszins
in onbruik geraakt. Het gaat om
christusdoorn. Of volgens de
overlevering deze houtige door
nige wolfsmelk echt is gebruikt
voor de constructie van de door
nenkroon is nog maar de vraag.
Verschillende andere tropische
acaciasoorten hebben namelijk
vergelijkbare scherpe doornen
en dragen inheemse namen, die
deze aanspraak eveneens doen
opeisen.
Ron Brouwer
Of ik nao de dialectendag
zaoterdag in Kapelle kom?
Het is een stem van iemand die
ik niet direct kan thuisbrengen.
Het lijkt me een vrouw uit het
Land van Cadzand. Aan het dia
lect te horen, dan wel. Jao, gaat
ze verder, en 'k 'èn nog 'n
êêleboel ouwe woorden, die nog
niet in 't regioboek en in 't woor
denboek van judder staon. En
dan vertelt ze, dat ze ruim veer
tig jaar geleden van De Groe is
vertrokken naar Rotterdam en
dat ze al die jaren de Zêêuwse
Dialectverênigieng heeft ge
volgd, al de boeken heeft ge
kocht en gelezen en dat ze ook
een schriftje heeft gekocht.
Daarin heeft ze al die jaren aller
lei woorden en uutstuuksels op
geschreven. Allicht heeft de ver
eniging daar belangstelling
voor. Awè, hoor ik haar zeggen
door de telefoon, dan geve kik
dat schrift an judder, kommen-
de zaoterdag in Kapelle.
Als ik de telefoon neerleg, voel
ik me een gelukkig mens. Een
schrift met allerlei uitdrukkin
gen en oude woorden en dan
nog wel uit het Land van Cad
zand. Dat is echt iets unieks. Ik
herinner me nog dat een aantal
jaren geleden een schriftje op de
mat viel met allerlei woorden
uit de omgeving van Clinge en
Sint-Jansteen. Prachtig geschre
ven, met een potlood, en een
boel oude woorden. Soms ook
tekeningetjes om de zaak te ver
duidelijken. Echt een aanwinst.
En al die woorden zijn ook in
het Supplement gekomen, de
aanvulling op het dikke woor
denboek van een paar jaar gele
den.
En nu een schriftje van De
Groe. En dan dat verhaaltje van
die boerenknecht. Daar was ik
heel blij mee, dat ze juist dat ver
haaltje door de telefoon vertel
de. De knecht had de hele dag
geploegd. Tegen de avond was
de boer op het land gekomen en
die had gezegd: Kees joengen, je
veure lóóp nog a krom. Dat was
Kees niet zo meegevallen. De he
le dag had hij in de mist lopen
ploegen. De dodden slik aan
zijn laarzen hadden zijn voeten
loodzwaar gemaakt. En nu nog
complementen krijgen ook...
Maar hij zou zich niet uit het
veld laten slaan. Hij ging voor
de boer staan en zei gerisle-
veerdBaos, dao groei mêêr tèr
ve in een kromme veure dan in
'n rechten. En ze hadden er
maar 's om gelachen, de baas en
Kees.
En ook het woordje slik was on
ze Rottei'damse Rietje niet onge
merkt gebleven. Vorige weeke
zei ze nog, zag ik daorom onder
Erremuujen nog zo'n bordje
naost de weg staon 'óór, mee
'slik' d'r op. Natuurlijk vond ze
het een belachelijke zaak, toen
een paar jaar geleden die bord
jes vervangen moesten worden
door borden met het woordje
'modder' erop. Als er iets streek
eigen is, dan is het wel het
woordje slik. Nii in de slik
lööpen ee, zie m'n moeder altijd,
als ik m'n hoeie hoed aan had.
Het verhaaltje van die slik en
die veure is me goed bijgeble
ven. En in gedachten fantaseer
ik verder wat er niet allemaal in
dat schriftje zou kunnen staan.
Trouwens, haar verhaaltje van
een misspreking vond ik ook
wel leuk. Toen ze pas in Rotter
dam was gaan wonen en nog
wat moeite had met het netjes
praten, ging dat toch eens fout.
Dat kennen we natuurlijk alle
maal wel. Altijd gedachtenloos
dialect praten en dan ineens op
je woorden moeten letten, as je
Ollands praot. Toen ze een keer
op het kantoor werd aangespro
ken door iemand die haar de
weg vroeg, had ze gezegd: 'Gaat
u maar door die tweede door.'
Op het moment dat ze de zin uit
sprak en 'm hoorde, wist ze het:
het moest deur zijn. Glimla
chend was de man doorgestapt.
Even had hij zich omgedraaid
en gezegd: Ók 'n Zêêuw zeker?
En blozend had ze van jao ge
knikt. Dat vond ik eigenlijk ook
wel een mooi verhaaltje, toen ze
me dat door de telefoon vertel
de. Je doet heel goed je best om
toch Nederlands te praten. Een
hele zin en het lukt, behalve het
laatste woordje. Dan val je door
de mand. Gaat u maar door die
tweede door.
Voordrachten
Zaterdag weer dialectendag in
Kapelle. De dag is al jarenlang
een begrip in Zeeland. Een
groot aantal Zeeuwen die hun
streektaal een warm hart toedra
gen, komen dan samen in de
zaal van Dé Vröone. Dan wordt
er dialect gesproken, zijn ex-
voordrachten en worden er ver
halen verteld. Daor óór je nog 's
wa voor je geld, zei m'n buur
man vorig jaar. Jao, denk ik, en
dao val gêên méns deu de man
de.
Rinus Willemsen
De Zeeuwse dialectendag wordt
komende zaterdag (15 oktober)
gehouden in De Vroone in Ka
pelle. Aanvang: 9.30 uur. Mede
werking wordt verleend door on
der anderen Anja Kopmels, Jo-
pie Minnaard, Pau Heerschap
en Engel Reinhoudt. Deelname
kost €25,-. Opgeven via
0118-629556 (na 18.00 uur).
In het Kerkje van Ellesdiek (El-
lewoutsdijk) wordt zondag (16
oktober) een oecumenische bij
eenkomst in het Zeeuws gehou
den. Hannie Oelc houdt een
overdenking in het dialect van
Zuid-Beveland. Er is een muzi
kale bijdrage van een aantal zan
gers uit Musica Cordis. Aan
vang: 14.30 uur.
Het gebouw dat opvallend
aanwezig is op de raad
kaart van vorige week is nog
niet zo lang geleden gesloopt.
Aan de Brouwerijstraat te Aar
denburg gaapt nu een lege plek,
melden verschillende inzenders.
Uit hun reacties blijkt dat het
pand dienst deed als rooms-ka-
tholieke jongensschool, een huis
houdschool en bakkerij van de
firma Verduijn.
J. Beun uit Aardenburg is gebo
ren in de Brouwerijstraat,
'waar ook echt een brouwerij ge
weest is'. Daarover zendt D. E.
Tollenaar uit Terneuzen uitge
breide gegevens. Het gaat om
bierbrouwerij De Gouden Ei
kel, die voor het eerst in 1739 in
bedrijf kwam, in verval raakte
en in 1839 heropgericht werd.
Een gemeentelijk verslag uit
1843 noemde Abraham van de
Plassche als eigenaar. Met twee
werknemers produceerde hij
710 vaten bier per jaar.
In 1851 bleek de fabriek te zijn
uitgebreid met een azijnbrouwe-
rij. In 1875 kocht Auguste Dae-
nink de brouwerij en twintig
jaar later werd de Belg Jerome
Haverland eigenaar, die in 1925
werd opgevolgd door zijn zoon
Lieven. Die was naast bierbrou
wer ook grossier in dranken. De
brouwerij werd in 1945 gedeel
telijk gesloopt en in 1950 wer
den de percelen waarop een
woonhuis en de brouwerij ston
den gesplitst. „Hiermee kwam
definitief een einde aan brouwe
rij De Gouden Eikel", aldus Tol
lenaar.
Terug naar de raadkaart. V. Gal-
le uit Oostburg schrijft dat de
koekjesfabriek van Verduijn
pas dit jaar naar het industrie
terrein van Eede is vertrokken.
„Aan de linkerkant van de foto
zie je achteraan de Kaaipoort
en het grote huis waar nu me
vrouw Van Leeuwen woont in
de Weststraat. Aan de rechter
kant zie je de katholieke kerk
Maria ten Hemelopneming, die
ook in de Weststraat staat.
Waar de bomen staan, staat nu
het gebouw van Sint-Jan en het
huis van de familie Aernoudts."
Volgens W. P. Woittiez-Zeg-
waard uit Breskens is de foto ge
nomen vanaf het Verloren Kost
je. „In mei 1940 heb ik als der
tienjarige circa drie weken als
evacue gewoond in de woning
naast de school, samen met
meerdere families. Ik weet nog
dat toen in die rij de families
Maas en Dalle woonden en een
aannemer Peijs. De kerk is be
kend door het beeld van Onze
Lieve Vrouwe met de inktpot."
H. Corthals uit Aardenburg
wijst op de twee heren in kos
tuum voor de school. „Dat zijn
de onderwijzers Busscher en
Cuelenaere. Rechts naast het to
rentje van de Kaaipoort het ca
fé Wandelingzicht, tegenwoor
dig bewoond door Marietje van
Leeuwen." R. P. de Vriend uit
Aardenburg bezocht in 1939 de
eerste klas van de jongens
school. „In 1944 is de school
zwaar beschadigd en werden
wij in de openbare lagere school
op de Markt geplaatst." Als ex
ploitant van het café wordt en
kele malen de familie Diericks
genoemd.
C. P. Fase uit Sint-Annaland
merkt op dat de Kaaipoort da
teert uit 1190 en in het midden
van de 17e eeuw is herbouwd.
C. F. Stevense uit Middelburg
gaat in op de geschiedenis van
Aardenburg, waar al 5500 jaar
voor Christus bewoning was.
De oude kern van de stad heeft
het rechthoekige grondplan van
een Romeins castellum. Eind
13e eeuw kreeg de plaats toe
stemming voor aanleg van een
omwalling met dubbele gracht
en vier stadspoorten.
Prins Maurits liet na de inname
van de stad in 1604 nieuwe bol
werken bouwen. Eén ervan
werd Verloren Kostje genoemd.
Stevense weet dat meester Bus
scher bijkluste als winkelier en
werd aangesproken als mon
sieur. Hij attendeert nog op de
Sint-Baafskerk van Aarden
burg, gesticht in 959.
Rinus Antonisse
De waardebonnen gaan naar: C.
Moerman-Verstringhe, Kortge-
ne, A. Mabesoome, Oostburg en
P. Nieskens, Aardenburg.
Uit de collectie van Hans Lindenbergh een afbeel
ding van een dorp dat aanzienlijk jonger is dan
Aardenburg, maar toch al in de eerste helft van de
14e eeuw op de kaart werd gezet. Vraag is natuur
lijk: wat is de naam van dit dorp? Nadere bijzon
derheden over de situatie toen en nu zijn welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag
15 oktober worden gestuurd naar: Redactie PZC,
postbus 31, 4460 .AA Goes; fax 0113-315669;
e-mail redactie@pzc.nl. Onder inzenders van een
goede oplossing worden drie waardebonnen ver
deeld.