Beelden uit een nachtmerrie
PZC
Liederen ter bemoediging, troost en ondersteuning
Voor Wim Sonneveld
was een tekst nooit af
otograaf Roger Bal
len is vooral bekend
van de tweeling Dre-
sie en Casie, twee broers uit
het Zuid-Afrikaanse Trans
vaal.Met hun bijna dierlijke
koppen, grote flaporen en
kwijlmonden zijn ze door Bal
len op de plaat gezet. Ze beho
ren tot de 'white trash' - de
kansarme blanken uit
Zuid-Afrika, verbannen naar
de rand van de samenleving.
Op Ballens expositie Kamer
van duisternis in De Hallen
in Haarlem is een groot aan
tal van deze verschoppelin
gen te zien, afgebeeld in situa
ties die nog het meest lijken
op beelden uit nachtmerries.
Roger Ballen
fotografeerde
tweedehands
levens
woensdag 5 oktober 2005 27
Toen een Franse journalist
eens aan de in 1950 in Ame
rika geboren, maar al meer dan
twintig jaar in Zuid-Afrika wo
nende Ballen vroeg of hij mocht
weten wat de titel van zijn vol
gende fotoboek was, antwoord
de de fotograaf: „Die heb ik al
leen aan mijn hond verteld."
„En", vroeg de journalist, „vond
hij het een goede titel?" „Dat
weet ik niet", zei Ballen, „hij is
vlak nadat ik het hem heb ver
teld gestorven. Nu weet alleen
mijn nieuwe hond hem. Maar
die is nog te jong om hem te be
grijpen."
Of Ballen hier een loopje neemt
met de interviewer, is niet na te
gaan. Maar het gesprekje zegt
iets over de manier van kijken
en denken van deze ooit in de
mijnindustrie werkzame geo
loog. Wie zijn foto's in De Hal
len ziet, heeft het idee dat hij
door hem wordt meegenomen
naar een surrealistische wereld,
maar dan wel een hele huive
ringwekkende. Francis Bacon
en Franz Kafka zijn er vrolijke
jongens bij. Zelf heeft Ballen
over zijn foto's gezegd: „Ik foto
grafeer scènes die zich bevinden
tussen de realiteit en de fanta
sie. Veel mensen worden onrus
tig als ze mijn foto's zien. Als je
mijn werk ziet, denk je niet met
een: ha, Zuid-Afrika, daar moet
ik nu eens naar toe in de vakan
tie."
Misvormd
De taferelen die hij heeft vastge
legd, lijken zich af te spelen in
een afgesloten ruimte. Op de mu
ren zijn vaak krijt- of potloodte
keningetjes te zien van menselij
ke figuurtjes, misvormd, zoals
die worden gemaakt door kinde
ren en later nog door volwasse
nen die de tekenkunst niet mach
tig zijn. Daaronder liggen de ha-
ve-nots, mannen met vieze gebit
ten en begroeide voeten, kinde
ren die er verwaarloosd uitzien,
gekleed in grauwe broeken en
wil Ballen duidelijk maken dat
deze mensen, in een tijd waarin
communicatie een industrie is
geworden, afgesneden zijn van
de rest van de wereld.
In het Nederlands kennen we de
uitdrukking: 'Je kunt wel zien
waar je vandaan komt'. We heb
ben het dan over een omgeving
die niet hoog in aanzien staat.
Aan de mensen die Ballen heeft
gefotografeerd kun je dat ook
meteen aflezen, maar het is voor
al de illusieloosheid die ernaar
verwijst. Het meisje dat met ge
biologeerde blik kijkt naar een
muis op de tafel heeft een mooi
gezichtje, waarmee niets aan de
hand is. Heel subtiel zijn wel
haar vuile nagels in beeld ge
bracht.
Materiaal
Maar ondanks de respectvolle
benadering van Ballen zijn deze
mensen ook materiaal voor hem.
Dat zie je heel goed bij de foto
die hij 'Gebogen rug' heeft ge
noemd. De rug van de man die
voorovergebogen boven een
plant staat heeft dezelfde curve
als die van de pootjes van de
console. Wat wil Ballen hier nu
mee zeggen? Dat de mensen die
hij fotografeert niet meer zijn
dan rekwisieten voor zijn depri
merende tableaux vivants? Het
blijft een raadsel. Maar intrige
rend is het wel.
Ballen fotografeert zijn model
len rokend; met hun hoofd on
der hun trui; zich vasthoudend
aan een armzalige plant; in zich
zelf weggekropen op een vies
bed, de rug naar de camera. Hoe
langer je naar zijn foto's kijkt,
hoe minder vat je erop krijgt.
Hij laat een kakkerlak naar het
oog van een pop toe kruipen,
een jongetje ligt op de harde
vloerbedekking in foetushou
ding tegen een plint aan.
Het zijn van die beelden uit een
angstdroom, waar hout zinkt en
steen blijft drijven. Wat de bo
ventoon voert in de foto's is de
uitzichtloosheid, de schennis
van deze levens.
Vroeger zag je nog wel eens van
die kleine matrasjes vol urine-
kringen bij de vuilnisbak liggen.
Met een verveloze box ernaast
en een plastic potje. En dan wist
je meteen in wat voor wijk je
liep. In een buurt waar de kinde
ren met godverdommes werden
opgevoed en er 's nachts een gat
in het ledikantje werd getrapt.
Tweedehands levens heeft Bal
len hier gefotografeerd. Levens
die bij de vuilnisbak zijn wegge
haald. Ze doen het nog, deze
mensen, net als oude radio's.
Maar dat is dan ook alles.
Cees van Hoore
Roger Ballen: Kamer van duisternis
(Shadow Chamber). Fotowerken
1994-2004. Te zien: De Hallen, Grote
Markt 16, Haarlem. Open: t/m 4 de
cember, di t/m za 11-17, zo en feest
dagen 12-17 u.
Ze was een jaar of zes toen
cabaretier Wim Sonneveld
in 1974 overleed. Hilde Scholten
heeft hem dus nooit meege
maakt. Vandaar dat ze met een
frisse kijk op diens werk kon be
ginnen aan het 'bezorgen' van
zijn 'verzameld werk op'.
Begin deze week werd het gepre
senteerd: een doos met zestien
schijfjes onder de titel Ik zou
nooit iets anders willen zijn.
Dat gebeurde uiteraard in het
Amsterdamse Nieuwe de la Mar
Theater, het theater dat Son
neveld overnam van Fien de la
Mar, om daar vervolgens met
zijn cabaret en solovoorstellin
gen Nederlandse kleinkunstge-
schiedenis te schrijven. Het was
ook al even vanzelfsprekend dat
de eerste exemplaren van het
oeuvre werden uitgereikt aan
Friso Wiegersma, partner van
Sonneveld, ontwerper van zijn
voorstellingen, auteur van veel
van zijn teksten en vormgever
van deze nieuwe doos.
Prachtig project, maar waar blij
ven de dvd's? Scholten: „Die zul
len vast nog komen, maar wat
op de cd's staat is afkomstig uit
de periode 1934-1974. Dat bete
kent dat er uit de eerste twintig
jaar geen beelden zijn. Die ko
men pas in de jaren vijftig met
zijn televisieshows, twee speel
films en de theaterregistraties.
Bovendien was het nadrukke
lijk de wens van de erven om
zijn werk via de cd zo compleet
mogelijk klaar te maken voor
een volgende eeuw."
„Sonneveld heeft in de jaren
veertig en vijftig al erg veel op
genomen: op single, ep en uitein
delijk op lp. Veel liedjes zijn ja
ren later opnieuw opgenomen in
eigentijdse arrangementen van
Ruud Bos, maar op de cd's staan
toch vooral de authentieke opna
men met onder anderen gitarist
Jan Blok. Die gaf aan liedjes als
'Juffrouw van Dam' een heel ei
gen klank. Niemand heeft dat
ooit kunnen nadoen."
Lang niet alles staat op de cd's.
Hilde Scholten: „Daarvoor is er
te veel materiaal. Bovendien is
van zijn shows te veel puur visu
eel. Bij liedjes waarvan meer
dan één versie bestaat kozen we
voor de kwaliteit van de opna
me. Tenzij het om iets bijzon
ders ging, zoals 'Hup UW', een
lied dat hij in 1934 opnam voor
een voetbalclub in Utrecht."
Die plaat werd onlangs met een
hele stapel andere oude opna
men bij toeval ontdekt op de zol
der van Friso Wiegersma.
Het leeftijdsverschil met de Son-
neveld-generatie mag dan groot
zijn, de bewondering van Hilde
Scholten voor de artiest, die met
Kan en Hermans behoorde tot
'De grote drie van het Neder
landse cabaret' is groot. „Het
valt me op dat hij rond 1950 zo
ontzettend mooi Franse chan
sons kon zingen. Zo vonden we
een opname van 'Douce France'
waarop hij ook nog wonderlijk
mooi blijkt te kunnen fluiten.
En dan 'Ma belle Marguerite'.
Friso vertelde me hoe hij dat
vaak zong voor Petra en Merel
Laseur, de kinderen van Mary
Dresselhuys."
Propaganda
„Ook kon hij in het theater zo
mooi een liedje inleiden. Dat
groeide dan soms uit tot een ech
te conference, zoals bij 'Mijn dis
cotheek'. Dat liedje verscheen
destijds op een singletje ter pro
paganda van grammofoonpla
ten. Op de A-kant van het plaat
je staat de briljante dolkomi
sche dialoog met schrijver God
fried Bomans. Sonneveld speelt
daar de rol van een irritante in
terviewer in gesprek met een
zelfingenomen componist. Ook
die opname zit er bij."
Opmerkelijk noemt ze zijn grote
zorg voor teksten. „Als je de ver
schillende opnamen van een lied
je naast elkaar hoort, merk je
dat hij voortdurend aan het ver
anderen is geweest. Neem 'Het
Dorp'. Dankzij een opname uit
Haarlem weten we nu dat hij
aanvankelijk zong over 'Ons
dorp' en dat hij zong met zijn 'la
ge boerderijen'. Ook met 'Mar
gootje' van Annie M.G. Schmidt
is hij enorm bezig geweest. Hele
passages heeft hij omgegooid.
Net als in 'Tearoomtango' van
Michel van der Plas. Altijd was
hij bezig teksten en ideeën. Dat
blijkt dan weer uit de dagboe
ken en agenda's waarin hij
voortdurend van alles noteerde.
Dat valt me ook op nu ik werk
aan een volgend project: een
boek met de teksten van Son
neveld."
Hans Visser
Wim Sonneveld als frater Venantius tijdens het Grand Gala du Disque
1963 foto ANP
foto Roger Ballen
ren. Overal zie je kabels en tele
foonsnoeren lopen. Meestal zijn
ze zijn losgetrokken. Daarmee
hemden. De onschuld van de
jeugd tegenover een leven dat
geen stuiver waard is voor ande-
Gebogen figuur, 2001
jjnder liefhebbers was het duo At The
/Close Of Everyday al enkele jaren één
de best bewaarde geheimen van de Ne-
fondse popmuziek. Nu, met hun derde
iflto-album lijken ze naar een breder pu
ik door te gaan breken, Nederlandstalig,
pnotiserend zoals psalmen dat kunnen
balancerend in het schemergebied tus-
rock en folk en verpakt in een schitte-
d'liedboek'. Een ontmoeting met drum-
7zanger en songschrijver Minco Eggers-
ïkans is zeer gering dat er dit jaar een ei-
einniger en authentieker Nederlands
'album verschijnt dan De Geluiden van
w van het duo At The Close Of
May. De CD, verpakt in een fraai
"geschreven en geïllustreerd tekstboek,
op met een Friese ouder-
die psalmen zingt en daarbij het tradi
tie kamer-harmoniumpje heeft vervan-
door een stug en vaak monotoon folk-
s-arrangement. Muziek die spiritueel,
Ifs religieus klinkt zonder dat ook
één keer het woord 'God' gebruikt
tal.
Minderdaad minimaal, oud-Hollands,
Mcholisch en soms ook psalmachtig",
drummer en songschrijver Min-
„Die sfeer heb ik heel be-
pen. Ik wilde in de huid krui-
iemand die in de jaren veertig of
Minco Eggersman foto Lex van Rossen/GPD
vijftig in zo'n Hollands dorpje leefde, zoals
Uffelte in Drenthe, waar ik zelf gewoond
heb. Iemand die nu een jaar of tachtig is en
voortdurend het gevoel heeft dat vroeger al
les beter was. Die terugdenkt aan de tijd
dat hij iedere zondag op z'n fiets naar de
kerk ging, tegen de straffe wind in. Een tijd
die veel mensen wellicht ook vergeten
zijn."
'Een Liedboek voor de Mensen' luidt de on
dertitel van het boek/album. „Dat verwijst
naar het 'Liedboek voor de Kerken'", zegt
Eggersman. „Maar dat vond ik te beperkt.
Ik wil mij tot alle mensen richten. Maar net
als bij het kerkelijke liedboek schrijf ook ik
ter bemoediging, troost, ondersteuning. Je
hoort vaak dat mensen zich afzetten tegen
hun religieuze opvoeding. Maar evenzove-
len hebben hele goede herinneringen aan
de tijd dat ze aan de hand van hun ouders
iedere zondag mee gingen naar de kerk. Ik
zelf ook, al ga ik niet meer naar diezelfde
kerk. Wat ik met deze liedjes eveneens wil
is mensen eens een moment laten stilstaan
bij de belevingswereld van hun grootouders
die deze tijd eigenlijk niet meer kunnen bij
houden."
Hebben we het hier nog over rockmuziek?
Wis en waarachtig wel. At The Close Of
Everyday, aan het begin van dit nieuwe mil
lennium opgericht door Eggersman en mul-
ti-instrumentalist Axel Kabboord, vindt in
muzikaal opzicht aansluiting bij enkele van
de progressiefste popstromingen van het af
gelopen decennium: De 'postrock' van groe
pen als Mogwai en Low, de 'lo-fi' van song
schrijvers als Smog en Pedro The Lion, en
niet te vergeten de nieuwe, trendy 'freak-
folk'-beweging.
Estonia
Het in 2002 verschenen en internationaal
goed ontvangen debuutalbum Zalig zijn de
Armen van Geest telde in de vorm van de ti
telsong reeds één Nederlandstalige tekst.
De opvolger, The Silja Symphony uit 2004
was weer geheel engelstalig. Dat album,
het archaïsche taalgebruik in de liedjes die
soms hypnotiserend dreinerig worden ge
zongen en daardoor weer fascineren. Het
herinnert aan het Calvinistische Nederland
waarin je nog houvast had, licht de zelf ge
reformeerd - „Maar niet streng!- opgevoe
de Eggersman toe. „Ik geef eerlijk toe dat
ik de zekerheid van vaste normen en waar
den, die er nu niet meer zijn, wel eens mis.
Ik wil met mijn liedjes géén religieuze dis
cussie aanzwengelen. Alsjeblieft niet! Dit
De missie van Minco Eggersman
waarmee de groep Vpro's '3voorl2 Award'
won, was thematisch opgehangen aan het
drama rond het gezonken veerschip Esto
nia in 1994. Een plaat over 'verlies' waarbij
Eggersman de lijn automatisch doortrok
naar het overlijden van zijn moeder, onge
veer in dezelfde periode.
Ook De Geluiden van Weleer, waaraan in
één liedje werd meegewerkt door Spinvis,
gaat in zekere zin over 'verlies'. Over een
Nederland dat er niet meer is. Vandaar ook
nieuwe album is in feite niet meer dan de il
lustratie van een sfeer die in de wereld van
vandaag niet meer bestaat, nu zoveel ker
ken zijn omgebouwd tot winkels, apparte
menten of hotels."
Een van de opmerkelijkste liederen van het
album is 'Welk een Vreugde', dat nauwe
lijks vreugdevol klinkt maar de luisteraar
bindt met de ontroerende refreinregels:
'Wanneer mijn stem verstomt en mijn wan
hoop nader komt, zend ons dan de adem.
Want wij sterven, want wij sterven.' „Ja,
dat is héél Bijbels", zegt Eggersman. „Maar
als ik melancholisch ben, dan heb ik werke
lijk iets aan zulke teksten. Dan moet je niet
bij mij aankomen met: 'Kop op, morgen
wordt alles weer beter!' Dan wil ik mij ook
in mijn melancholie begrepen voelen. En
uit emails die ik als reactie op onze platen
krijg, blijkt dat dat voor heel veel mensen
geldt."
Hij heeft géén religieuze plaat gemaakt, be
nadrukt de nu achtentwintigjarige zanger
nog eens. Wèl een cd waarop hij in bedekte
termen zijn zorg over de wereld uitspreekt.
„We leven in een maatschappij die miljar
den uitgeeft aan allerhande prestigeprojec
ten, maar géén oplossing heeft voor mensen
die hier op de hoek van de straat uit de af
valbak staan te eten. Een wereld waarin
Amerika teveel voedsel en Afrika te weinig
heeft. Ik ben geen muzikant die van die Bo-
no-achtige toestanden houdt. Maar ik wil
wèl graag laten horen dat ik de vooruit
gang niet altijd een stap vooruit vindt."
En op de opmerking dat een enkeling zijn
liedjes wèl erg serieus en humorloos vindt:
„Het laatste waar ik zelf op zoek naar ben
als ik een plaat draai is humor. Ik wil echt
heid. Authenticiteit. Ik wil een verhaal ho
ren en daardoor geraakt worden."
Peter Bruyn
De tweelingbroers Dresie en
foto Roger Ballen