PZC Iedereen heeft verdriet Erdal gaf ons een veilig gevoel Het had nooit mogen gebeuren Redactie bijlagen: 0113-315680 www.pzc.nl E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 314460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 1 oktober 2005 22 Op naar het eeuwige leven 23 Een beminnelijke bemoeial 2 7 Amazones van Allah Maandag 22 augustus: politieonderzoek op de Seisbinnenbrug in Middelburg, de plek waar Erdal Asil dood werd aangetroffen. foto Lex de Meester De ouders van Erdal Asil weten nog steeds niet waarom hun zoon is vermoord. Ze weten alleen dat hij dood is. En begraven bij de Zwarte Zee. „Erdal gaf ons een veilig gevoel. Hij zou ons wel bescher men. Nu is ons thuis ons thuis niet meer. Tolerantie, het is al lemaal een leugen." Als vader Asil naar de pruttelen de waterkoker sloft, valt het stil in de huiskamer. Moeder brengt een zakdoek naar haar gezicht. Staart zwijgend voor zich uit. „Sinds de begrafenis ligt ze ziek op de bank", vertelt haar zoon. Hij wendt zijn gezicht af. Kijkt naar buiten, pakt zijn mobieltje. Hij belt waar ze blijft, zijn oudste zus. Zij moet maar praten, vindt hij. „Ik 'kan het niet." (Zijn zus wel. Soms met moeite, met feen traan, soms met meer dan een traan, maar ze doet het toch. Vast beraden. „Het was niet: op de verkeerde plek, op het verkeerde moment. Het was voorbedachten rade. Hoe kan het anders dat iemand in een paar fminuten bedenkt om een ander te vermoorden? Zoiets komt niet plot seling in je op. Dat kan niet. Hij had het ook bij één messteek kun nen laten. Je hoort verhalen over ru zie op de Vlasmarkt. Maar daar heb- pen wij Erdal nog nooit over ge- [hoord. De naam van de dader is ook nooit gevallen. Ik weet niet wie het is. Op de dag zelf nam Erdal zijn (neefje nog mee bij het koerieren. Dat zou hij nooit hebben gedaan als jhij wist dat hem iets zou gebeuren. jVlak voordat hij werd doodgesto ken stuurde hij zijn zusje een sms' je. 'Nog niet gaan slapen, ik heb een film gehuurd. Een komedie, gaan We lachen', schreef hij. Dat zeg je toch niet als je voelt dat je iets staat te gebeuren?" Verhalen. De familie wil er niets meer van weten. Dat Erdal de keel zou zijn doorgesneden, bijvoor beeld. „Onzin", prevelt zijn oudste zus. „Toen ik dat hoorde, heb ik ge lijk de politie gebeld. Het bleek niet (waar. Ik kan ermee omgaan, maar mijn ouders kunnen zulke details niet aan. Ik vertel het ze niet eens. Ik wil niet dat ze alles horen. Mijn moeder zit nu al helemaal onder de kalmeringsmiddelen. Niet voor niets hangt nergens een foto van Er dal. Ze kan het niet aan." Ondertussen roept moeder allerlei dingen vanonder haar deken. Ze huilt ook. Haar oudste dochter zegt iets terug. Kennelijk iets afdoends, want moeder gaat weer liggen. De Turkse woorden worden niet ver taald. „Mijn moeder kan nu even niet reëel zijn." Erdal was een lieve jongen, vertelt ze. „Erdal kon, hoe noem je dat, voe len met mensen. Hij kon zich inle ven. Soms sprak je hem maar vijf minuten per week. Maar die vijf mi nuten waren waardevoller dan de uren die je soms dagelijks met ie mand doorbrengt. Een gesprek met Erdal was intensief. Mensen von den dat hij agressief was. Maar Er dal had gewoon een luide stem. Hij praatte snel, maakte veel bewegin- Familie van het slachtoffer gen. Dat was de stoere buitenkant. Vanbinnen was hij gevoelig. Hij kon kwaad zijn en na vijf minuten opbellen en grapjes maken. Typisch Erdal. Hij hield van humor. Hij kwam een keertje met een katje thuis. Weet je hoe hij het beestje heeft genoemd? Gangster." Opvallen Ook typisch Erdal: opvallen. Met zijn zwarte Mercedes, gouden ket tingen en een wit pak van zuiver zij de. „Ja, daar hield hij van. Nou en? Ik begrijp niet waar mensen zich zo druk om maken. Iedereen wil weten hoe Erdal die auto kon betalen. Ze staan er niet bij stil dat hij veel werkte, 's Avonds bracht hij shoar ma rond, maar overdag werkte hij in het naaiatelier van zijn zwager. Mijn broertje is dood en zelfs dan houden mensen zich bezig met zijn Mercedes. Ze praten over hem alsof hij de moordenaar is. Ook in zijn le ven is hij altijd tegengewerkt. Hij heeft twee keer vastgezeten. Allebei de keren is hij vrijgesproken. En nog praten mensen over zijn gevan genschap. Had hij te hard gereden, dan stonden gelijk zeven agenten op de stoep. Met honden en al. Mis schien heeft Erdal inderdaad slech te dingen gedaan. Ik weet het niet. Wil het ook niet weten. Maar zijn karakter bleef goed. Hij was tenmin ste eerlijk. De dader had wekenlang een moord op zijn geweten, zonder thuis iets te vertellen. Toen wij tij dens de stille tocht stilhielden bij de shoarmazaak, stonden alle ca fé-eigenaren voor het raam te kij ken. De dader vast ook, zijn café zat er recht tegenover. Hoe kun je dan toekijken? Ben je dan echt zo lief, als mensen beweren? Volgens mij niet." Voor de oudste zus is één ding dui delijk als wat: van die tolerante sa menleving is niets waar. Het is een leugen, zegt ze. „Ik voel me zó bela zerd. Dat ons dit overkomt in het land, waar we ons zo thuis voelden. In Middelburg nota bene. Middel burg, dat voor ons altijd zo heilig was. Alles is veranderd. Nu Erdal dood is, voelen wij ons minder thuis. Ons oogappeltje is weg. Het enige wat wij nu nog kunnen doen, is hopen dat de dader straf krijgt. Ook als hij weer vrijkomt. Daar zal God voor zorgen, daar geloven wij in. Hij zal zijn leven lang boeten voor wat hij gedaan heeft. Dat zal niet meevallen. Daarom hebben we ook best medelijden met hem. Met zijn ouders ook. Het moet vreselijk zijn voor die mensen. Maar hun zoon leeft tenminste nog. Zij kun nen hem elke week opzoeken. Ik heb gehoord dat ze met ons willen praten. Op den duur zal dat best gaan. Ik wil ook met de dader pra ten. Ik wil van hem horen waarom hij het heeft gedaan. Wat Erdals laatste woorden waren, wat hij nog heeft gedaan op het eind." De Mercedes, die is verkocht. In het buitenland, zodat ze hem nooit meer hoeven te zien. „Het geld gaat naar een goed doel. Een moskee, een arm kind of iemand die zijn ope ratie niet kan betalen. Zijn kamer heb ik leeggehaald, voordat mijn ouders terugkwamen van de begra fenis in Turkije. Zijn spulletjes heb ik bewaard. Als je je broertje niet kunt bewaren, moet je zijn spulle tjes bewaren, toch?" Wendy van den Hurk Zondagnacht 21 augus tus, even over twee. Een van de shoarmazaken aan de Vlasmarkt in Mid delburg gaat dicht. Erdal Asil (21) is klaar met koerieren en loopt naar zijn auto bij de Seisbin nenbrug. Hij zal niet meer met zijn auto weg rijden: doodgestoken. Twee weken later wordt een 37-jarige café-eige naar uit Middelburg aan gehouden. Eerst als getui ge, later blijkt hij met de zaak te maken te hebben. Vrij snel bekende hij dat hij de dader is. Zijn fami lie kan het niet begrij pen. De familie van Asil evenmin. Iedereen heeft verdriet. Een steekpartij valt niet goed te praten. Dat wil len de ouders van de verdach te ook niet. „Onze zoon doet dat evenmin. Hij praat er he lemaal niet over met ons. Hij zegt alleen maar dat het nooit had mogen gebeuren. Dat zinnetje blijft hij herha len." Het is inmiddels zes weken gele den dat Erdal Asil met een mes is doodgestoken. En een week of vier geleden dat ze erachter kwa men dat hun zoon werd verdacht. De ouders van de 37-jarige Middel burger konden niet geloven wat hen werd verteld. „De vriendin van onze zoon belde dat ze wilde langskomen. Meteen. Terwijl het al laat was. 'Hun oude hond', schoot door ons hoofd. Maar dat was het niet. Ze zei dat onze zoon was opgepakt. Hij zou iets te maken hebben met de steekpartij. Het werd doodstil in huis." Hun zoon heeft inmiddels bekend Asil te hebben doodgestoken. Over het motief is officieel nog niets be kend. Daarom mag het woord 'moord' niet vallen in de huiskamer van de ouders. „Een moord is het pas, als dat juridisch bewezen is. Wij spreken liever van een steekpar tij." In de dagen na de steekpartij was hij nog verschillende keren bij zijn ouders geweest. Met de honden, zo als altijd. Meneer merkte niks vreemds aan zijn zoon. „Totaal niks. Hij kwam koffie drinken, even helpen met de computer. We hebben het zelfs nog over de steek partij gehad. 'Er zal wel meer aan de hand zijn geweest', zei hij nog. Ook thuis, tegen zijn vriendin, heeft hij het niet verteld. Zo gek, in wat voor geestelijke toestand hij toch moet hebben verkeerd. Hij heeft tegen zichzelf gezegd: 'klik, ik zet die knop om.' Onbegrijpelijk dat dat kan." En die knop staat nog altijd om. Tot nu toe laat hun zoon geen woord los over wat er die fatale nacht is gebeurd. Alleen dat het nooit had mogen gebeuren. „Elke week zoeken we hem op, maar hij wil er niet met ons over praten. Hij heeft het er zo moeilijk mee. Liever hoort hij hoe het met ons gaat, en met de honden. Hij is onzeker, maar houdt zich flink voor ons. En wij voor hem. Huilen doen we thuis wel. Wat die avond is gebeurd, heeft hij simpelweg geblokkeerd." Als het echtpaar het kon, zou het de tijd terugdraaien. Naar zes weken geleden, en dan alles opnieuw. Hun zoon ook. „Hij heeft spijt. Dat kan niet anders. Wat er is gebeurd, dat vindt hij ontzettend erg. Ook voor de ouders van die jongen. Dat durf ik zeker te zeggen. Maar of hij zich schaamt? Ik weet het niet. Schamen doe je je, als je iets bewust verkeerd hebt gedaan. Als je zegt: 'Dat had ik niet moeten doen.' Dat zegt onze zoon ook, maar in een andere con text. Hij wilde waarschijnlijk het gevaar uitschakelen." Voor hun zoon was Erdal Asil ken nelijk een gevaar. „In politierappor ten hebben we gelezen wat er zou Familie van de dader zijn gebeurd. Na zijn werk liep on ze zoon met zijn honden op het paadje langs de gracht. Daar stond de zwarte Mercedes van Asil gepar keerd. Die jongen heeft toen geroe pen dat hij moest oprotten met zijn honden. Hij heeft onze zoon be dreigd. Op dat moment moet er iets in hem zijn geknapt. Zo vreemd, dat het ineens tot uitbarsting kwam. Mensen zeggen wel eens dat hij een binnenvetter is. Maar zo ken nen wij hem niet. Eigenlijk is het een heel rustige jongen. Heel sta biel, heel beheerst. Hij nam het ook altijd op voor de zwakkeren. Hij ving altijd mensen op. Ik meen het als ik zeg dat het een goede jongen is. Hij was alleen op de verkeerde plek, op het verkeerde moment." Dat hun zoon op een keer zijn be heersing zou verliezen, hadden zijn ouders nooit verwacht. En toch, er gens kunnen ze het begrijpen. „Her inner je je de affaire-Tjoelker? Iets dergelijks is onze zoon ook overko men, een paar jaar geleden. In het straatje tegenover zijn café stond een stel jongens een fiets in elkaar te trappen. Daar was Asil overigens niet bij. Toen onze zoon iets van hun baldadigheid zei, hebben ze hem in zijn kruis getrapt. En hard ook. Zo hard, dat het was ge scheurd. Hij heeft een half jaar pijn geleden." Frustraties De Vlasmarkt kent meer voorval len. Woordenwisselingen, vechtpar tijen. Café-eigenaren, ondernemers, bewoners en bezoekers; ze stoorden zich eraan dat jongeren met hun au to het smalle straatje in reden. Als shoarmakoerier mocht Erdal Asil dat namelijk wel - de rest niet. „En als zo'n jongen dan in zijn dikke Mercedes met bonkende muziek langs terrassen scheurt, dan frus treert dat. De straat is er nog voor bij de gemeente geweest. Meerdere keren zelfs. Ze hebben gewaar schuwd voor escalatie. Gezegd dat het wel eens uit de hand kon lopen. Onze zoon moet van alles bang zijn geworden." De ouders zeggen iets wat colle ga-buren eerder ook al zeiden: dat het ook hen had kunnen gebeuren. Ze vinden dat de steekpartij hun zoon is overkomen. Dat hij even goed slachtoffer is. „Asil la-eeg te veel ruimte. Dat is hem fataal ge worden. Maar onze zoon ook. Ge lukkig krijgen we veel steun. Er ko men veel mensen langs, ook uit de Turkse gemeenschap. Ze zeggen dat het te vroeg is om met de ouders van Asil te gaan praten. Dat zouden we graag doen. Vertellen dat we het betreuren. Dat we met ze meeleven. En zeggen dat wij geen haatgevoe lens dragen naar de Turkse gemeen schap. Ook niet naar Asil. We ken nen die jongen niet eens. We krij gen reacties uit rechtse hoek. Maar wat zij schrijven, daar willen wij niets van weten. Ik durf het niet eens te herhalen." Het café, dat is dicht. Het gaat niet meer open ook. „We zetten het te koop. Eén schilderijtje, dat van mijn moeder, haal ik eruit en dat is het. Dat café is verleden tijd. Het gaat ons er nu om dat onze zoon de beste verdediging krijgt. Dat hij zo snel mogelijk vrij komt. Die jongen is nu al zo zwaar gestraft." Wendy van den Hurk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 21