Strandvonder geen boeman meer Poëzie biedt Ester Perquin de taal voor haar waarheid PZC Objecten vertellen hun verhaal GELICHT 17 ROC-bestuur weer compleet Noord-Beveland spuit gedoseerd Autokraak in Zierikzee Geen prijs Zeeuwse bezorgers donderdag 22 september 2005 doorHenkPostma Ooit was het een ambt dat in hoog aanzien stond. De strandvonder «as gevreesd. Hij moest verhinderen dal jutters er met de buit vandoor jingen. Dat is nog steeds zo. Al morden heden ten dage geen straffen ffleer uitgesproken als vijftig jaar n. Toen stonden nog met enige regelmaat berichten in deze krant aver Zeeuwse landarbeiders die mochten kiezen uit tien gulden boete 0{twintig dagen cel. Omdat ze, zonder de strandvonder daarin te kennen, een balk of plank hadden opgeraapt. De Wet van 1931 dicht burgemeesters van kustgemeenten de functie van strandvonder toe. Maar omdat een bur gemeester tegenwoordig wel wat an- -J te doen heeft dan achter de dui- i te liggen om jutters te betrappen, bn die zich laten vervangen door een functionaris van gewicht: de hulp- strandvonder. In menig gemeentehuis langs de kust wordt daar hartelijk om gelachen. Zoals op Schouwen-Duive- Strandjutten Ambtenaren die daar met het be heer van de stranden zijn belast, be schouwen de hulpstrandvonder als i figuur die op de Efteling thuis hoort: 'een archaïsch beroep'. „Wij los- a dat anders op. Mocht echt iets van waarde aanspoelen, dan alarmeren we lepolitie of Rijkswaterstaat", zeggen de mannen van 't Schouwse strandbe- fceer. Maar in Vlissingen zien ze dat anders, eren ze de strandvonder nog s als een man van bijzonder ge wicht. Zo gewichtig dat de Zeeuwse commissaris van de koningin er woens- aan te pas moest komen om slrandcoördinator A. Dijkstra offi cieel als nieuwe hulpstrandvonder te beëdigen. Dijkstra treedt ermee in de voetsporen van R. Steenaert, die de functie vervulde als onderdeel van zijn werkzaamheden als hoofd van de Jutten mag niet. In Vlissingen moet iedere strandvondst van enige waarde bij de hulpstrandvonder worden aangegeven gemeentelijke afvalverwijderings- dienst. Afgaand op Steenaerts ervaringen, is er voor de jutters op Vlissingse stran den geen reden voor paniek. Schei dend functionaris Steenaert herinnert zich in de afgelopen achttien jaar niet veel meer dan twee keer tot actie te zijn overgegaan. „De ene- ic'êer toen een bruinvis aanspoelde, en de andere keer na de vondst van een oude scheepstros." Niettemin neemt Vlissingen de functie zeer serieus. De gemeentelijke website roept burgers op hun strandvondsten keurig bij cle strandvonder te melden. Het is diens taak, zo licht de website toe, de goederen 'te bergen en aan de rechtmatige eigenaar terug te geven'. Althans wanneer die bereid is te beta len voor de kosten van het bergen en opslaan. In sommige gevallen kan ook nog sprake zijn van vindersloon'. Wrakhout Dijkstra kent die taakomschrijving uit z'n hoofd, maar hij bezweert dat hij er niet op uit is om jutters het leven zuur te maken. „Jazeker, jutten is een strafbaar feit. Daar heeft de politie ook èen taak in. De praktijk is dat ik als strandvonder alleen alert zal zijn wanneer je kan zien aan komen dat kostbare spullen op het strand terecht zullen komen, zoals vorig jaar toen een zeiljacht van Noor se padvinders tot zinken kwam. Als je op zo'n moment mensen ziet graaien in de zakken van een aangespoelde jas, dan treed je op. Maar over wrak hout zal ik niet moeilijk doen. Sommi gen maken daar prachtige meubels van." Op de Waddeneilanden houden ze de Wet op de Strandvonderij als een fraai stuk folklore in ere. Texel houdt er maar liefst zes hulpstrandvonders op na. Met verve spelen die nog het spel van kat en muis. Ernstig dient dat niet te worden genomen. Jutters we ten doorgaans heel goed te voorkomen foto Peter Nicolai dat iets van waarde zo lang aan de vloedlijn blijft liggen dat de strand vonder er de hand op kan leggen. Mocht een jutter onverhoopt toch wor den betrapt, dan is de kans groot dat de strandvonder de snode dader veel geluk wenst met zijn buit. Het ambt van strandvonder floreert dus nog. Maar het biedt niet meer zo veel aanzien als de Scheveningse Adriaen Coenen er in de zestiende eeuw mee verwierf. Hij verdiepte zich zo grondig in aard en herkomst van de 'giften van de zee' dat hij uitgroeide tot marien deskundige, geraadpleegd door geleerden, en op handen gedra gen door de Prins van Oranje. VLISSINGEN - Het College van Bestuur van het Regio naal Opleidingen Centrum Zeeland (ROC) is weer com pleet. Gisteren werd de benoeming bekend van W. Muilenberg. Hij vervult de vacature, die ontstond na het vertrek van M. Verhage-van der Ent. Zij werd benoemd tot wethou der van de gemeente Vlissingen. Muilenburg was de laatste tien jaar werkzaam als zelf standig organisatieadviseur. Hij verrichtte onder meer op- drachten voor de Radboud Universiteit Nijmegen, een aantal ROC's, de stichting Edudelta Onderwijsgroep in Goes en sociale werkvoorzieningen. WISSENKERKE - De gemeente Noord-Beveland wil van- j af volgend jaar onkruid op een minder milieuschadelijke manier bestrijden. Ze voert dan duurzaam onkruidbeheer in. De gemeente werkt daarbij samen met het Groen College in Goes en de Landbouwuniversiteit Wageningen. Beke ken wordt of het haalbaar is zuinig en gedoseerd te spui ten met chemische bestrijdingsmiddelen. Als het weerbe richt regen voorspelt, houdt Noord-Beveland cle spuit bin nen. Na een jaar moet duidelijk zijn of duurzaam onkruid- beheer werkt. De gemeente denkt dat de partners in dit experiment van elkaar kunnen leren. De Landbouwuniversiteit kan een praktijkproef volgen en de gemeente haalt deskundigheid in huis. Op hun beurt doen leerlingen van het Groen Colle-}; ge ervaring op. Hun bijdrage wordt weer gevolgd door stu denten van de Hogeschool Zeeland (richting manage ment, economie en recht). Door de onderwijskundige in steek, komt de proef in aanmerking voor subsidie van het j ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). ZIERIKZEE - In de Fokkerstraat in Zierikzee is woens- 1 dagnacht een auto opengebroken. De dader nam geluids apparatuur ter waarde van enkele honderden euro's weg. De diefstal werd gepleegd tussen één uur 's nachts en acht uur in de ochtend. AMSTELVEEN - De twee Zeeuwse krantenbezorgers die i waren voorgedragen voor Beste Dagbladbezorger zijn niet in de prijzen gevallen. De allerbeste bezorgers komen uit Friesland (Robert Vis ser, 16 jaar) en Drenthe (Derk Beijering, 68 jaar). Dat is gisteren bekendgemaakt in Amstelveen. Zeeland werd vertegenwoordigd door Sydney Emelina (39) uit Aarden-' burg en Harry van den Broeke (53) uit Oost-Souburg. Zij bezorgen de PZC, BN/De Stem en enkele landelijke dag-1 bladen. Emelina en Van den Broeke zijn beiden enkele ja- ren bezorger. De winnaar xn de leeftijdscategorie veertig-plus, Beije ring, bezorgt al 35 jaar kranten. De winnaar bij de bezor gers tot veertig jaar, Visser, fietst elke dag achttien kilo meter om de ki-ant bij 32 abonnees te bezorgen. Ook bij de publieksprijzen ging de eer aan de Zeeuwen voorbij. In die categorie wonnen Ronald de Boer uit Oldeholtpade en j Maarten van der Wagt uit Spijkenisse. kunst Hofman richt zijn wonderkamer in. foto Lex de Meester ®DELBURG - Over elk on- infMp uit het kabinet van faamheden heeft de Vlis- Use schrijver en illustrator 1 Hofman een verhaal. Hij ifft zijn wonderkamer inge st met spullen van hemzelf wet objecten uit het depot Het Zeeuwse Museum. „In t'id van Sinbad de Zeeman Biden de Arabieren hun sche- log. Maar nu vind je daar escheepsnagels. Die laat ik liggen", zegt hij. pveer tachtig procent van de «tie van het Zeeuws Mu- nog nooit vertoond. in het depot liggen onge lijk mooie dingen. Ik ken 'stukken, maar het is goed anderen daar naar kijken, [benoemen en waarderen de ^ten op een andere manier", jt V. Byvanck, directeur van n Reeuwse Museum. „We gaan nog tot 2007 -tot het moment dat het Zeeuwse Museum weer opengaat- door met het inlich ten van wonderkamers." Piepkleine porseleinen potten en schaaltjes staan op een tafel in de veranda van een iets gro ter Indonesisch huis. Op een struisvogelei is een struisvogel geschilderd, een opgezet ijsvo- geltje staat in de buurt van een zeepaardje en inktvis op sterk water. In een pot zitten tiental len stenen en schelpen. „De gro te witte steen vond ik mooi om dat er gaten in zitten, die ge boord zijn door paalwoi'men. De kopjes van de wormen zijn nog zichtbaar. Ik heb de steen gevon den op het Molenstrandje in Vlissingen." Het verhaal van de poreuze steen gaat eeuwen terug. Vol gens Hofman was de steen be stemd voor de bouw van de dwangburcht, oftewel de Cita del. Het was met Pasen in het jaar 1572 en de Vlissingers had den net de Spanjaarden verdre ven. Stenen lagen klaar om de ci tadel verder af te bouwen. Maar de afronding van dat verdedi gingswerk was niet meer nodig. De stenen werden gebruikt om de buurt bij de Oranjemolen af te bouwen. „Het Prinsenhuis werd met de stenen gebouwd. Later werd het huis verwoest. De restanten werden in het wa ter gegooid, waar ik ze jaren la ter heb teruggevonden en waar in de wormen prachtige gaten hebben geknaagd." Vrouw Hofman bewaart allerlei voor werpen. „Soms omdat ik er een gezicht in zie, soms een onderli chaam van een vrouw, soms geef ik het een plaats omdat het me aan iets doet denken. Op dat moment begint het voorwerp te vertellen." In de vitrine ligt een holle stam van een gouden regen. Hofman zaagde de boom om en zag tot zijn verbazing dat de stam hol was. „Ik heb nog gedacht om er een soort trommel van te ma ken, maar de stam op zich is al curieus." Bij de wonderkamer hoort een 'groeiboek', waaraan Hofman een bijdrage heeft verleend. Hij tekende fossielen, vissen en bij zondere stenen. „Een fossiel is vooral aardig als je er iets in kan herkennen." Er liggen voor bezoekers vellen klaar, om het boek tot een boekwerk uit te la ten groeien. „Misschien worden bezoekers wel gestimuleerd door deze expositie om iets op papier te zetten." Met een film van Sander Cijsouw, die Hofman tijdens zijn werk vastlegde, wordt de wonderkamer compleet. De wonderkamer: kabinet van Zeldzaamheden van Wim Hofman in de Bogardstraat 33 in Middel burg. Openingstijden van tot 29 ok tober ivoensdag tot en met zondag van 13.00 tot 17.00 uur. door Ali Pankow ZIERIKZEE - Ester Naomi Per quin (25) wil nu eindelijk wel eens iemand zijn. Wat haar be treft moet het maar over zijn met 'kijk eens hoe leuk ze het al doet, voor haar leeftijd'. Vooral dat laatste stukje achter de kom ma wekt haar weerzin. Ze is lang genoeg een veelbelovend ta lent geweest. Het begint tijd te worden om te oogsten en - fijn voor haar - enkele uitgevers blij ken het daar mee eens. „Dat is dan wel weer een beetje beangstigend", constateert ze als ze deze week de drukproe ven van het literair tijdschrift Tirade zit te corrigeren. Daarin verschijnt zeer binnenkort een selectie van haar gedichten. Een publicatie in het zomernummer van 'De Tweede Ronde' ging daaraan vooraf. Verder staat haar gedicht 'Architecten' straks opgenomen in de Meulen- hoff Poëziekalender voor 2006. Dat alles biedt perspectief voor het uitbrengen van haar eerste gedichtenbundel 'Servetjes half stok'. Perquin heeft het overgrote deel van haar jeugd in Zierikzee doorgebracht. Inmiddels woont ze een jaar of drie in Rotterdam. Ze werkt als cipier in het huis van bewaring De Noordsingel in Rotterdam, maar is hard op weg fulltime dichter te worden. „Noem me alsjeblieft geen dich teres, dat vind ik zo'n lelijk woord. In de gevangenis heet ik toeh ook geen cipres", grapt ze er met ernstige blik tussendoor. Ze heeft nu ruim drie jaar les aan de parttime Schrijversvak school (voorheen 't Colofon) in Amsterdam achter de rug. Dit seizoen hoopt ze af te studeren. Poëzie leek aanvankelijk niet haar ding. Ze ging veel meer voor proza met als aandrift ooit die ultieme, grote roman te gaan schrijven. Haar eerste poëziedo- cent Arie van den Berg probeer de haar direct op andere gedach ten te brengen. Zijn reactie na het lezen van enkele van haar ge dichten: „Je kunt het echt hè?" Toen Perquin zelf daarop blo zend bleef zwijgen, voegde hij eraan toe: „Welcome to the com pany, zeg ik dan maar blij." Lof van docenten garandeei't Ester Perquin: „Noem me alsjeblieft geen dichteres, dat vind ik zo'n lelijk woord." nog geen doortmaak. „Toen ik uiteindelijk eens werk ging in sturen, kreeg ik ook afwijzin gen. Daar word je sterk van", zegt Perquin ferm, maar ze ge niet meer van haar recent suc ces. „Er is nu wel eens een dag dat ik het raam wil openzetten om te zeggen: 'Heden ben ik bril jant. Dank u.' Maar dat duurt maar heel even en in het conse quent besef van nederigheid ten opzichte van de taal." De jonge poëte streeft naar een voud en nauwkeurigheid in haar gedichten. „In een goed ge dicht is elk woord betekenisge vend. Daar houd ik van. Niet van zo'n holdergeboldei-gehalte en ingewikkelde constructies zo als in de gelauwei'de bundel 'Rooshoofd hemelt' van Joost Zwagei'man. Vakwerk wellicht, maar ik vind het vooral effectbe jag ten behoeve van een klanken spel", zegt Perquin. Bewust koos ze dan ook voor Hester Knibbe als haar begeleidster in dit examenjaar. „Zij heeft ook voorkeur voor die eenvoud en weet mij scherp te houden, laat mij vaak motiveren waarom ik een bepaald woord gebruik." Ze zegt ook 'verschiïkkelijk veel' te hebben gehad aan de les sen van docent René Huigen. „Hij heeft eruit gekregen dat ik me te veel door de vorm laat lei den. Als je de vorm weghaalt, moet een goed gedicht overeind blijven zodat er en soort instinc tieve instemming bij de lezer blijft bestaan." Ester Pei'quin was twaalf jaar toen ze haar eerste gedichten be gon te schrijven. „Met veel bo men en dood erin toen, maar nog steeds is weemoed de grond toon in mijn werk. Poëzie is voor mij van belang, omdat er een waarheid is waar geen ande- re taal voor bestaat." Volgens haar liggen bij een dich ter de zintuigen aan de opper vlakte. Zo erg zelfs dat het soms te veel wordt of om het poëtisch te zeggen: 'Vouw dove oren om mijn stem. Er is te veel om stil te maken'. Ze vertoeft nog met re gelmaat in Zeeland. „Ik vind het prettig hier. Sinds ik in Rot terdam woon, duikt het land, de foto Dirk-Jan Gjeltema zee en het zout hier veel meer op in mijn werk. Ik ben een Zeeuw in het diepst van mijn gedach- ten, om Willem Kloos maar eens j- te parafrasei'en", lacht Perquin. i Haar gedicht 'Ten Ruste' be-ij hoort tot de selectie van haar werk die deze maand in Tirade!1 wordt gepubliceerd: Voor wie die sentimenten kent is ook een behouden jas iels dat de ander was, al wint lang- zaamaan weer nuchterheid terrein. Dat mouwen om de hals gesla- gen in slaap geraakt, eenmaal ont- waakt nooit armen zijn, dat het steeds bij vragen blijft, zo 'n trui of overhemd ontlijfd, hoe week de geur nog maakt. Maar alle dagen is er brood en al hetgeen er dient geschre ven, De tafel met het kind daaraan, schone was, dagelijks leven.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 17