Niemand wil nog
alikruiken rapen
Kokkelvissers gooiden
het roer te laat om
Kokkels met vinaigrette
Je kunt ze nog wel kopen, maar je moet
weten waar. Als een uit de gratie
geraakte acteur speelt de alikruik een
bescheiden bijrolletje in de
schelpdiervisserij.
De binnenlandse productie van de eetbare
zeeslak stelt weinig meer voor, de
vaderlandse consumptie evenmin. De grote
broer van de alikruik, de wulk, is door de
Deltawerken, de afsluiting van het
IJsselmeer en watervervuiling bijna
helemaal van het toneel verdwenen.
Alikruiken en wulken zijn exotisch
geworden en dus prijzig.
In schelpdierdorp Yerseke wa
ren er vToeger vier hande
laren in alikruiken of kreukels.
„Het was kopen voor een kwart
je en verkopen voor dertig cent.
Een handeltje voor een man al
leen. Mijn schoonvader kon er
van leven", zegt de 68-jarige
Sas de Koeijer van de Yersekse
kreukel- en oesterhandel
Kopek BV.
Het familiebedrijf - zijn zoon
staat nu aan het roer - is momen
teel de enige kreukelhandel in
Nederland. Kopek heeft voor de
verwerking van kreukels twee
man in dienst. Qua werkgelegen
heid stelt de bedrijfstak dus wei-
u meer voor.
Hetzelfde geldt voor de binnen
landse aanvoer. De zeeslakjes,
waarvan het huisje zo'n twee tot
vier centimeter groot is, zitten
opstenen van dijkglooiingen,
golfbrekers, schorren of tussen
zeewier, waarvan ze leven. Ze
moeten met de hand worden ge
raapt en voor dat karweitje is
bijna niemand meer te porren.
r;Vroeger, en dan praat ik over
'de tijd voor en na de oorlog, was
het rapen van kreukels voor
veel mensen op Noord-Beve-
knd, Schouwen-Duiveland,
[holen en Goeree-Overflakkee
een bijverdienste. Sommigen
cregen zelfs onbetaald verlof
om bij laag water kreukels te ra
pen, zodat ze hun karige loon
ionden aanvullen. Zo voerden
«duizenden kilo's per week
aan. De handel exporteerde de
creukels vooral naar België,
Kieldrecht in het bijzonder,
brouwen uit dat dorp leurden er
mee in Antwerpen. Ze stonden
met kreukels, wulken en garna
len op de hoek van de straat. Op
;ermissen kon je warme wulken
iet saus krijgen, dat was een
ïackin die tijd."
tegenwoordig worden kreukels
londjesmaat geraapt. Sas de
loeijer heeft net een paar volle
landen staan, die door Yersek-
ftë kinderhanden zijn gevuld.
^Schoolkinderen rapen ze nog
wel eens om een zakcent bij te
'erdienen. In de zomer is het ple-
jierig werk. Je bent lekker bui
ten en wordt dus nog bruin ook.
Alleen als het erg warm is, zijn
ze moeilijk te vinden, want dan
zoeken de kreukels dekking on
der de stenen of onder het wier.
In de winter zie je geen rapers."
De Koeijer blikt goedkeurend in
de manden. De kreukels uit de
Oosterschelde zijn mooi en
groot. Toch is de Nederlandse
aanvoer goed voor slechts tien
procent van de kreukelhandel.
Niet alleen komt geen hond
meer uit de startblokken om
kreukels te rapen, de zeeslakken
zijn ook minder talrijk dan vroe
ger. De Koeijer wijst de strenge
winter van 1963, waarin schelp
dieren en de Zeeuwse oester
massaal stierven, plus de afslui
ting van de Oosterschelde en de
aanleg van de Philips- en Oester-
dam als oorzaken aan. Alikrui
ken gedijen vooral goed in brak
water. Doordat er minder zoet
water vanuit de rivieren de Oos
terschelde instroomt, is het leef
milieu eigenlijk iets te zout voor
de slakken. Voor de handel blij
ven ze gemiddeld te klein. „Al
heb ik de indruk dat de kreukel-
stand in de Oosterschelde zich
aan het herstellen is", zegt De
Koeijer.
Bijvangst
De wulk (of ulk, al naar gelang
het dialect van het dorp) sterft
als product uit. Voor de Tweede
Wereldoorlog waren er nog zes
tig wulkenvissers, vooral op de
Waddenzee. De zeeslak, die wel
vijftien centimeter lang kan wor
den, zat ook vaak in de korren
van mosselvissers. De bijvangst
werd verdeeld onder de beman
ning, die ze verkocht aan de han
del en zo een extraatje opstreek.
De wulk heeft vooral te lijden
gehad van overbevissing (in
1970 werd de wulkenvisserij stil
gelegd) en giftige stoffen.
Uit onderzoek van het Neder
lands Instituut voor Onderzoek
der Zee (NIOZ) blijkt dat de
wulk zeer gevoelig is voor tribu-
tyltin, een gifstof die zit in de
verf waarmee aangroei van orga
nismen op schepen werd tegen
gegaan. Ómdat wulken wel der
tig jaar kunnen worden, hebben
veel zeeslakken langdurig aan
tributyltin blootgestaan en is
hun hormoonhuishouding zoda
nig verstoord, dat ze zich niet of
nauwelijks kunnen voortplan
ten.
Daarnaast is de boomkorvisserij
voor een deel debet aan het kwij
nend bestaan van de wulk. De
zeeslakken leven op de bodem,
waar ze grote kans lopen bescha
digd te worden door de wekker
kettingen van boomkorren. Bo
vendien worden ze als ze zijn los
gewoeld, aangevallen door zee
sterren.
Het slot van het liedje is dat de
wulkenhandel op zijn achterste
ligt. De Koeijer beperkt zich tot
oesters en alikruiken, waarbij
het zeeslakje allang geen
Zeeuws product meer is. Negen
tig procent van zijn kreukels
haalt De Koeijer uit het buiten
land: Ierland, Schotland en de
Amerikaanse staat Maine. In
Schotland en Ierland zijn het
vooral Oost-Europese asielzoe
kers-die'cle ruige kust afstrui
nen. De inheemse bevolking wei
gert voor een paar cent in weer
en wind te rapen. „Het is geen
mooi werkje, hè. Je moet het wa
ter in en dat willen de mensen
niet meer."
De Amerikanen pakken het an
ders aan. Tussen het zeewier,
waar de kreukel graag vertoeft,
leggen ze lijnen waaraan kubus
vormige potjes zijn bevestigd.
De kubusjes worden gevuld met
rotte vis, een onweerstaanbaar
hapje voor de aasetende kreu
kel. Een zeef in de potjes zorgt
ervoor dat de kleine kreukels er
doorvallen. „Voor de verkoop
zijn Amerikaanse kreukels het
beste, want die zijn het
Nabootsen
De vangst gaat in koeldozen en
reist per vliegtuig naar Neder
land, waar ze bij Kopek in een
verwaterbassin belandt. De Koe
ijer: „In het bassin proberen we
de natuur na te bootsen. Elke
vier uur laten we de kreukels
droogvallen door het water weg
Sas de Koeyer van de Yersekse kreukel- en oesterhandel Kopek: „Vroeger was het rapen
van kreukels voor veel mensen een bijverdienste. Sommigen kregen er onbetaald verlof
voor." foto Willem Mieras
te pompen, net zoals bij eb en
vloed. In het bassin liggen plas
tic goten en de levende dieren
kruipen daar op. De dode exem
plaren worden weggespoeld. Na
één tot drie weken verwateren
zijn ze geschikt voor export."
Kopek verwerkt zo'n vijf ton of
wel vijfduizend kilo kreukels
per week. Ze zijn er in drie ma
ten: middel, groot en jumbo. De
binnenlandse afzet is klein, het
gros van de zeeslakken gaat in
tempex koelboxen of nettenzak-
jes naar afnemers in België,
Frankrijk en Spanje. Een kilo
doet tussen de 2,50 en 6,50 euro
per kilo. Een schaarse lekkernij
kent nu eenmaal haar prijs.
In Yerseke is het een traditie om
rond Pasen kreukels, of 'kru-
kels' in dialect, met krenten
brood te eten. Doorgaans zijn
het vooral Belgen die in het vis
sersdorp zilte slakjes komen ver
schalken. Kreukels eten is geen
grote happen, buik vol. Elke
slak moet met een speld uit zijn
donkerbruine huisje worden ge
peuterd. Aangezien sommige
kreukels weigeren aan de huis
uitzetting mee te werken, door
demonstratief in tweeën te bre
ken, kan het nuttigen van een
schaaltje de rookduur van een
goede sigaar benaderen.
Dat is niet erg, want het is net
als met barbecuen, gourmetten
en steengrillen: hoe langer het
duurt, hoe gezelliger we het vin
den. Harry Nolet van restaurant
Nolet in de Yersekse Lepel
straat serveert zijn gasten dan
ook steevast een schaaltje kreu
kels als eetlustopwekkend voor
afje, dat met een glas witte wijn
of een borreltje een hemelse
combinatie schijnt te vormen.
Belgen zijn er gek op. „Als ik ze
een keer niet heb, krijg je geheid
vragen waar de alikruiken blij
ven."
Zoals het een goede kok be
taamt, gooit Nolet zijn recepten
niet op straat. Hij laat zich ont
futselen dat je ze vijf minuten
moet koken en koud moet opdie
nen, maar over de kruiderij
blijft hij gesloten als een oester.
Diplomatiek deelt hij mee: „Er
gaat van alles een beetje in."
Frank Balkenende
Benodigdheden
500 gr kokkels (verwaterd, dus zonder zand)
2 tomaten ontveld zonder zaad en in blokjes gesneden.
1 ui fijn versnipperd
1 bosje bieslook
2 eierdooiers
1 citroen
1 eetlepel mosterd
1 eetlepel sushi azijn
Vz sjalot
3 dl maisolie
Vz dl vocht van kokkels
1 dl witte wijn
10 takjes tijm
Bereiding
Bak de gewassen kokkels aan in olie en kruid met peper,
blus met witte wijn en voeg tijm toe.
Deksel op de pan (30 sec.) en zet af, haal de kokkels uit
de schelp en zeef het kookvocht.
Mix eierdooiers, sjalot, mosterd, citroensap en azijn en
kruid met peper en zout, voeg wat kookvocht van de kok
kels toe.
Meng de vinaigrette met versnipperde sjalot en blokjes
tomaat en fijn gesneden bieslook
Meng deze vinaigrette met de kokkels en serveer.
Sergio Herman
foto Ruben Oreel
De mechanische kokkelvisserij in de
Waddenzee was te redden geweest.
Secretaris Jaap Holstein van de produ
centenorganisatie kokkelvisserij en Mar-
tijn de Jong, drijvende kracht achter ac
tiegroep Wilde Kokkels, zijn het zelden
met elkaar eens, maar zij trekken onaf
hankelijk van elkaar die conclusie. Met
andere argumenten.
Niet één tak van visserij heeft zo onder
vuur gelegen van natuur- en milieuorga
nisaties als de mechanische kokkelvisse
rij. Het was niet zelden een zeer ver
moeiende strijd. Zittingen bij de Raad
van State over visvergunningen duur
den uren en dat waren nog maar de ui
terlijke vertoningen. Hoe kokkelvissers
en ook natuurbeschermers zich voelden,
laat zich raden. Vaak nogal emotioneel
en geladen, overtuigd van hun eigen ge
lijk.
Het zag er eind 2003 op het eerste ge
zicht nog rooskleurig uit voor de mecha
nische kokkel visserij. Minister Cees
Veerman van Landbouw sprak op basis
van groot onderzoek het vertrouwen uit
dat de sector 'op duurzame wijze' zou
kunnen voortbestaan. Hij moest later in
het stof bijten. Een effectieve lobby van
natuur- en milieuorganisaties, geholpen
door regeringspartij D66, had in 2004
succes. Veerman moest zich er in het ka
binet bij neerleggen dat de mechanische
kokkel visserij in de Waddenzee werd
geofferd voor een akkoord over nieuwe
gaswinning in hetzelfde natuurgebied.
Hij had er tijdens een persconferentie
duidelijk moeite mee dit besluit te verde
digen.
De mechanische kokkelvisserij had ver
loren, ondanks steun van een Kamer
meerderheid van CDA, WD en LPF.
Waar is het misgegaan? Heeft de sector
wel genoeg gedaan om aan de eisen van
de tijd, vooral de milieu-eisen van de on
verbiddelijke Europese Vogel- en Habi
tatrichtlijnen, te voldoen?
Martijn de Jong werkt tegenwoordig in
deeltijd bij de Wadden vereniging. Hij
houdt zich met de nieuwe gaswinning
bezig. Eind 2002 was hij als student bio
logie één van de oprichters van actie
groep Wilde Kokkels, die gevoed door
wetenschappers van het Nederlands In
stituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ),
de Wadden vereniging de loef afstak. De
'gezeten' Waddenvereniging had even
eerder met Vogelbescherming Neder
land ingestemd met kokkelvisserij in tij
delijk gesloten visgebieden. Dat was de
druppel die leidde tot de komst van Wil
de Kokkels, een club van vrijwilligers,
die zich veel fanatieker opstelde dan de
Waddenvereniging en geregeld ook over
meer (wetenschappelijke) kennis bleek
te beschikken.
Natuurmonumenten
De rol van Wilde Kokkels in het verzet
tegen de mechanische kokkelvisserij wil
De Jong echter niet overdrijven. Nadat
de Waddenvereniging en Vogelbescher
ming overstag waren gegaan, verscheen
volgens hem de vereniging Natuurmonu
menten prominent op het toneel. Dat
heeft naar zijn idee uiteindelijk de door
slag gegeven en het einde van de mecha
nische kokkelvisserij in de Waddenzee
ingeluid. „Want", stelt De Jong, „wil je
iets in de Haagse politiek bereiken, dan
moet je Natuurmonumenten achter je
hebben staan. Voorzitters van die organi
satie, vroeger Pieter Winsemius (oud-mi
nister van Milieu) en nu Herman Wijf
fels (ex-Rabobank, voorzitter van de So
ciaal Economische Raad), behoren tot
top van invloedrijke mensen in politiek
Nederland."
Vroege Vogels
De kokkelsector heeft de hand over
speeld door in de tijdelijk gesloten visge
bieden te willen vissen, oordeelt De
Jong. Secretaris Jaap Holstein van de
producentenorganisatie kokkelvisserij
is bereid zijn analyse over de kracht van
Natuurmonumenten te onderschrijven,
maar de Waddenvereniging en Vogelbe
scherming maakten naar zijn oordeel
juist een goede keuze door indertijd met
de sector mee te gaan. „In de tijdelijk ge
sloten gebieden lagen grote kokkels. Wij
wilden die opvissen én in een veel groter
deel van de Waddenzee kleinere, voor
vogels interessantere kokkels laten lig
gen. Dat was een vorm van beheerste
kokkelvisserij die voor alle partijen voor
deel bood, alleen is dat jammer genoeg
nooit duidelijk overgekomen."
Naar de mening van Holstein is de me
chanische kokkelvisserij het slachtoffer
geworden van een effectieve lobby die
onder meer via het radioprogramma
Vroege Vogels propaganda kon bedrij
ven - 'terwijl wij werden geboycot' - én
die geen oog wilde hebben voor de voor
uitgang die de kokkelsector boekte in
het beheerst vissen. Zo is er sinds de op
richting van de producentenorganisatie
kokkelvisserij in 1995 met visplannen
gewerkt. De kokkelsector heeft echter
niet de kans gekregen - zoals nu wel de
mosselsector - om de koers te verleggen,
door bijvoorbeeld geleidelijk over te
schakelen op het kweken van kokkels.
Of heeft de bedrijfstak te laat ingezien
dat het politieke tij begon te keren? Hol
stein: „De grondhouding van milieu- en
natuurorganisaties tegenover mossel-
kweek is anders dan tegenover mechani
sche kokkel visserij. De mosselsector
mag blijven, maar de kokkelvloot moest
per se weg."
Wat de kokkelsector in de Waddenzee
niet meer mag, mag zij wel in de Wester-
schelde. De Europese Vogel- en Habitat
richtlijnen zijn zelfs voor het eerst dit
jaar op de visserijactiviteiten losgelaten.
Ze vormden geen obstakel, ook al moet
de Raad van State zich er in een bezwa
renprocedure nog over uitspreken. Hol
stein: „Had het kabinet niet besloten de
visserij in de Waddenzee te verbieden,
dan hadden we daar onder de Europese
richtlijnen nog steeds kunnen werken."
Harmen van der Werf
iet één tak van visserij heeft zo onder vuur gelegen van natuur- en milieuorganisaties als de mecha
nische kokkelvisserijfoto Dirk-Jan Gjeltema