üumïÈ De oesters groeien nu langzamer Zegt het voort: het is lekkerder én gezond ma. Canneloni van Zeeuwse oesters en venkel, champagne-sabayon Erwtenmousseline met Zeeuwse kreeft en tomatenbouillon donderdag 8 september 2005 Wat hebben de Yersekse oesterkwekers in de jaren zestig van de vorige eeuw een geluk gehad. Na de strenge winter van 1962-'63 was het afgelopen met de platte Zeeuwse oesters. Ze waren allemaal doodgevroren. Verschillende ondernemers waren zo kien direct op zoek te gaan naar een vervanger, de Japanse oester. Anno 2005 hadden ze dat met de bescherming van de Oosterschelde als nationaal park nooit meer voor elkaar gekregen. De komst van de uitheemse soort betekende de redding van de oestersector, maar ongewild ook de introductie van een plaag. Aan boord van de Yerseke 60 zijn de oesters gesorteerd. Dennis Minnard zet de kratten met grote oesters weg; de kleintjes gaan in het ruim en worden later teruggezaaid. foto Ronald de Dekker Oesterkweker Aard Comelis- se is er in de laatste week van augustus nog niet al te vroeg bij. 's Ochtends om acht uur ligt zijn schip, de Yerseke 60, nog voor de kant bij het bedrijf Barbé Aquamossel aan de Korringa- weg in Yerseke. Het oestersei zoen begint officieel pas 30 sep tember. De producentenorgani satie Nederlandse oestercultuur en -visserij houdt dan voor met name de Belgische media een persdag. België is voor Zeeuwse schelpdieren - oesters én mosse len - nog steeds de belangrijkste bestemming. Vandaar. Met z'n vieren zijn ze aan boord van de Yerseke 60, schipper Aard Cornelisse en de drie jonge opvarenden Dennis Minnaard, Pieter Nijsse en Jaap Baaij. In het ruim ligt een partij oesters. „,Die zijn nog te klein", vertelt Dennis Minnaard. „Straks gaan we die verzaaien op één van de percelen." Cornelisse heeft de motor inmiddels gestart. Met een kalm gangetje koerst hij richting Yerseke Bank, waar zich het merendeel van de oes terpercelen in de Oosterschelde bevindt. In de Kom van de Oos terschelde, het gebied ten oos ten van de lijn Yerseke-Goris- hoek (Tholen) tot de Oesterdam, huren oesterkwekers 1.550 hec tare grond van de rijksoverheid. Cornelisse vergelijkt oesterkwe kers met natte boeren. „We zaaien oesterbroed, kweken dat op en oogsten wat we hebben ge kweekt. Alleen, op het land is alles veel beter beheersbaar. Wij kunnen in het water geen bestrij dingsmiddelen of meststoffen gebruiken." Het begint al met het 'pootgoed'. Oesterkwekers zijn voor het inzamelen van jong oesterbroed volledig afhan kelijk van de natuur. Ze doen dat door schone, lege mossel schelpen op speciale percelen in de Kom van Oosterschelde te storten. Oesterlarfjes zetten zich daarop vast. Als die zich ontwikkeld hebben tot mini-oes ters, worden ze met mossel schelp en al door kwekers ver- zaaid op kweekpercelen. Als het goed is, overgroeien de oesters de mosselschelp vanzelf. „Dat inzamelen is nooit een pro bleem geweest", weet Cornelis se die sinds 1991 een zelfstandig bedrijf heeft, „maar nu wel. Het aantal oesterlarven is sterk te ruggelopen." Japanse oester Hij wijt dat aan de wilde Japan se oesters, waarvan er in de Oos terschelde veel meer zijn dan ge kweekte. „Wij produceren jaar lijks vierduizend ton oesters, zo'n vijfendertig miljoen exem plaren. Over de hele Oosterschel de ligt driehonderdduizend ton aan wilde oesters. Veel zwakke moederoesters zitten daartussen en die brengen zwakke larven voort die te weinig voedsel mee krijgen om zich verder te ont wikkelen." Het weer speelt ook een rol. De superwarme zomer van 2003 dreef de watertemperatuur op tot ruim 22 graden en gaf een he le goede broedval. Vorig jaar was niet best en ook dit jaar met z'n matige zomer belooft weinig goeds, voorspelt Cornelisse op basis van zijn jarenlange erva ring. De wilde Japanse oesters, dat probleem kan op reis met een oesterkweker niet onbesproken blijven. Na de strenge winter van 1962-'63 waren alle platte Zeeuwse oesters doodgevroren. De meeste oesterkwekers gooi den de handdoek in de ring. De Oosterschelde zou in het kader van de Deltawerken in 1978 toch dichtgaan. Ze kozen voor een vroegtijdig einde. Tien be drijven zetten door en haalden Japanse importoesters uit Frankrijk, Engeland en Ierland. Ze zagen er geen gevaar voor de natuur in, als daar al over werd nagedacht. Japanse oesters zou den zich toch niet in de koudere Oosterschelde kunnen voort planten, was het idee, maar in de warme zomers van 1975 en 1976 bleek het tegendeel waar. Het is sindsdien hard gegaan met de uitheemse schelpdier soort. Japanse oesters hebben de Zeeuwse oestercultuur gered, maar de wilde soortgenoten ge dijen in de - opengebleven - Oos terschelde zo goed dat ze zijn uitgegroeid tot een plaag voor vissers, zwemmers en duikers. Onkruid De Yerseke 60 is aangekomen op één van de kweekpercelen van Cornelisse op de Yerseke Bank. Takken in het water ge ven de locatie aan. Voor een exacte plaatsbepaling heeft Cor nelisse een computer bij de hand waarop hij precies kan zien of hij binnen zijn vak blijft. Vijf hectare groot is elk perceel. Cornelisse spreekt over het 'be boeren' van zijn gronden en 'het ideaal maken van de kweekom- standigheden'. Veel erop vissen is dé methode. „Anders vervui len ze, want ook op het water kun je last hebben van on kruid." Dat blijkt. De korren waarmee de oesters worden op gevist, komen helemaal groen uitgeslagen van de zeesla naar boven. „Soms heb je dat erg in deze tijd." Cornelisse bedient het vistuig vanaf de brug. Zijn bemannings leden halen op het dek de kor ren met een haak naar binnen en zoeken de opgeviste oesters uit op een lopende band. De exemplaren die groot genoeg zijn, gaan in oranje kratten. De andere verdwijnen in het ruim en worden later op het perceel teruggezaaid. Dat zijn er nogal wat. „Ze groeien langzamer de laatste twee, drie jaar", ver klaart Cornelisse. „Waren kweekoesters vroeger binnen drie jaar aan de maat, ze doen er nu vijf jaar over. Onze oesters zijn vorig jaar bijvoorbeeld bijna niks gegroeid, dit jaar weer wel." Veel hangt van het voedsel in het water af. „Het voorjaar was goed dit jaar, lekker warm, maar ja, als het om voedsel gaat, hebben we natuurlijk nogal wat concurrenten." Cornelisse doelt op het grote wilde oesterbe stand. Hij hoopt dat de proeven slagen die de provincie deze win ter wil uitvoeren om het be stand uit te dunnen, al verwacht hij er niet direct iets van. „Er zullen nog wel heel wat studies moeten gebeuren voordat er wer kelijk iets gebeurt. Onderzoeks bureaus varen er wel bij. Het is niet in hun belang het probleem snel aan te pakken." Op zijn perceel is hij klaar. Op goed geluk volgen nog enkele trekken op vrije oestergronden, aan de rand van de Yerseke Bank. Het is te zien dat het 'be boeren' van de vakken niet voor niets is. De korren komen vol blubber boven water en tussen de opgeviste oesters zitten veel lege schelpen, maar elk eetbaar schelpdier is er weer één. Oester- kweek is geen vetpot, laat Corne lisse doorschemeren. „Toen ik in 1991 voor mezelf begon, lever de één oester een kwartje op en nu tien eurocent." De concurren tie is groot, vooral vanuit Frank rijk. De Zeeuwse jaarproductie van zo'n vijfendertig miljoen oesters valt in het niet bij de Franse van anderhalf miljard exemplaren. Met speciale ver pakkingen probeert de Neder landse oesterhandel zich met na me in België te onderscheiden. Grote supermarktketens als Car- refour zijn belangrijke afne mers, weet Cornelisse. „Ze doen vooral in december oesters in de reclame om klanten te trekken." Zelf lust hij er ook wel één of meer. „In de oven met wat ge raspte kaas en kruidenboter. Je blijft er dan van eten." Harmen van der Werf Benodigdheden 12 Zeeuwse platte oesters 5o 2 bosjes lente-ui snufje garam masala 2 sjalotten 1 theelepel gekonfijte citroen Vz teentje knoflook 1 eetlepel citroensap 5 eetlepels olijfolie 1 eetlepel korianderblaadjes kruimels van zuurdesembrood 2 eetlepels boter Vzfles champagne 4 pastavellen gekookt superdun Benodigdheden sabayon 3 eierdooiers 150 gr gesmolten boter 1 eetlepel opgeklopte room 1 eetlepel citroensap V/2 eetlepel champagne scheutje dragonazijn Benodigdheden venkelmousseline 2 venkel 1 ui 3 dl gevogeltebouillon 1 dl room 1 teentje knoflook Bereidingswijze Stoof versneden ui en venkel aan in boter, voeg gevogeltefond toe en kook gaar. Steek de oesters open en haal ze uit de schelp, giet het j vocht erover en zet koud weg, snij er vier in tartaar, Klop de eierdooiers op met dragonazijn, champagne, monteer met gesmolten boter en voeg de geklopte room jj toe, breng op smaak met citroensap. Stoof versnipperde sjalotten met knoflook aan in boter, II voeg fijngesneden lenteui toe, gekonfijte citroen en mespunt garam masala, besprenkel met olijfolie en voeg?) korianderblaadjes toe. Voeg nu oestertartaar toe en verfris met citroensap. Rol van dit mengsel vier canneloni's in de voorgekookte pasta. Pocheer de overgebleven oester in een beetje vocht raet boteren scheutje champagne. Stoom de canneloni's minuut in de stoomoven. Dresseer de gepocheerde oester op de canneloni en 1 ernaast, bestrooi met zuurdesemkruim, trek strepen van venkelmousseline en j champagne-sabayon. Sergio Hem Het is voor hem zo klaar als een klontje: we moeten met z'n allen terug naar de echte smaak. Fastfood de rug toekeren en slowfood om armen. En onze trots op zilte Zeeuwse streekpro ducten als mosselen, oesters, kreeft en zeekraal uitdragen. Aan Robert Zonnevyle, notaris van beroep, oermens van nature en lekkerbek van in borst, zal het niet liggen. Zonnevyle, voorzitter van de Stichting Promotie Oosterscheldekreeft, acht de Zeeuwen vaak te bescheiden. „Ik denk dat we veel meer lawaai moeten maken." Dat lawaai maken werkt, staat voor Zonnevyle als een paal boven water. De kreeftenpromotiestichting timmert inmiddels een paar jaar stevig aan de weg en dat heeft zijn vruchten afgeworpen. En wat voor kreeft werkt, werkt voor andere producten ook, redeneert Zon nevyle. „Zeeland heeft culinair heel veel te bie den. En het is mijn overtuiging dat je dat waar je goed in bent, moet uitbuiten. Dat gebeurt nu naar mijn idee nog veel te weinig." Pronk met je veren, is zijn boodschap. Want dat is niet alleen goed voor het product dat je aan prijst, maar voor heel Zeeland. Journalisten die vanwege de kreeftenpromotie afreizen naar de provincie, maken kennis met het zilte Zeeuwse product, maar ook met Zeeland. En van het een komt het ander. Publicaties in het Belgische blad Knack hebben, stelt Zonnevyle, een gestage stroom Belgische bezoekers op gang gebracht. En in het Duitse blad Stern werden elf pagina's aan Zeeland en haar zilte producten gewijd. Dat soort publiciteit moet je koesteren en uitbui ten. Netwerken, lobbyen tot je erbij neervalt. Totdat iedereen weet hoe lekker oesters zijn, tot dat meer mensen zilte zeegroenten als zeekraal en lamsoor waarderen en totdat de culinaire mo gelijkheden van schelpdieren als mesheften en venusschelpen breed zijn ontdekt. Zonnevyle: „En natuurlijk inspelen op culinaire trends. Ver nieuwend bezig zijn." Als voorbeeld van dat vernieuwend bezig zijn noemt Zonnevyle de zogeheten lobsterbox. „Dat Zeeland moet zijn zilte product beter promoten, vindt Robert Zonnevyle. „Waar je goed in bent, moet je uitbuiten." foto Willem Mieras is een uitvinding die het mogelijk maakt om kreeft veel langer vers te houden. Daardoor kun je het nu vrij korte kreeftenseizoen een stuk lan ger maken en dat biedt veel mogelijkheden." Slowfood Vernieuwend bezig zijn en tegelijkertijd terugke ren naar ouderwets lekker. Dat is ook het credo van de slowfoodbeweging, een organisatie die zich inzet voor behoud van traditionele streek producten. Zonnevyle is er vast van overtuigd dat wie eenmaal kennis heeft gemaakt met die 'ouderwetse' producten, er hopeloos verslaafd aan raakt. En dan hoeft het niet te gaan over 'du re' delicatessen als oester en kreeft. Het kan ook de Walcherse schapenkaas betreffen, of de West- kappelse blauwe aardappel. Om deze en ontelbare andere streekproducten te behouden, startte Slow Food in 1996 het project 'Ark van de Smaak'. Een project waarbij weten schappers, journalisten en slowfoodleden de he le wereld afstruinen op zoek naar vergeten au thentieke streekproducten. Ze beschrijven de productietechnieken, de historische achtergrond en proberen makers ervan te vinden. Niets min der dan cultureel erfgoed, vindt Zonnevyle. Boe renkazen, ambachtelijke vleeswaren, broodsoor ten, oude groente- en fruitsoorten maar ook zeld zame veerassen en schier vergeten vissen en schelpdieren zijn het waard om aan de vergetel heid ontrukt te worden. Want naast cultureel erf goed betreft het ook gastronomische rijkdom. De Oosterscheldekreeft is al toegelaten tot de Ark van de Smaak, net als de Texelse schapenkaas en Maastrichtse kalfspastei. Maar er kan nog meer bij. Idiote regels Bovendien zijn al die lekkere streekproducten ook nog eens heel gezond, betoogt Zonnevyle - die zelf paling rookt, een zeekraalvergunning heeft en ook graag een fuik uitzet. „Het grijpt al lemaal in elkaar en toch hebben we nog een heel lange weg te gaan. Neem nou bijvoorbeeld het vlees van koeien uit de Yerseke Moer, dat heeft echt een geweldige smaak. Geloof me, je weet echt niet wat je proeft. Hoe verser, hoe beter. Maar dan krijg je te maken met van die idiote EU-regels die het ambachtelijk slachten in de ei gen omgeving onmogelijk maken. Moeten die die ren eerst honderden kilometers worden vervoerd om vervolgens ergens anders geslacht te worden. En dan moet het eindproduct weer terug naar Zeeland gebracht worden. Erg belemmerend alle maal. Het werkt echt ontzettend contra-produc tief." Zonnevyle haast zich te zeggen dat het gelukkig niet allemaal kommer en kwel is. Hij ziet met ge noegen dat er toch steeds mensen zijn die tegen de regelstroom in durven roeien om hun idealen te verwezenlijken. Volhouders die zich niet laten ontmoedigen door ellenlange procedures en an dere tegenslagen. En die uiteindelijk toch vaak hun eigen plekje weten te veroveren. „Bijvoor beeld de comsumptieve bloemen en planten van de kwekerij van Dieneke Klompe. Jongens, wat een smaak. Dat zijn dingen waar we trots op moeten zijn en die trots moeten we uitdragen. Uiteindelijk wordt iedereen er beter van." Piet Kleemans Benodigdheden 1 kreeft van 800 gr 6 eetlepel dubbelgedopte tuinbonen 1 eetlepel boter 2 eetlepel room 1 dl gevogeltebouillon 1 eetlepel fijngesneden munt 1 theelepel Sergio's specerijenmix 4 bosjes jonge tuinkruiden 4 zuurdesemtoast 8 blokjes mozzarella Benodigdheden mousseline 250 g erwten 1 ui 1 teentje knoflook 4 dl gevogeltebouillon 2 eetlepel boter 75 gr spinazie Benodigdheden tomatenbouillon Vz dl olijfolie 15 tomaten Vz bos bleekselderij Vz bol knoflook 8 takjes tijm 2 takjes rozemarijn Vz bos verse oregano 5 dl gevogeltebouillon Bereiding Kook de kreeft 2 minuten in bouillon en laat erin afkoelen. Stoof de tomaten, knoflook en bleekseldei (alles grof gesneden) aan in olijfolie, voeg de kruide) en bevochtig met de gevogeltebouillon. Voeg nog wat water toe en laat twee uur trekken Zeef alles en clarifieer op de klassieke manier. Stoof de uien en knoflook aan in boter, bevochtig metj gevogeltebouillon en breng aan de kook, voeg de er1 toe en laat drie minuten doorkoken, voeg spinazie toi Giet af en blender alles tot een zalvige massa, zet koud weg. Kook de tuinbonen kort in boter, room en bouiHj peper en zout. Giet af en voeg de munt toe. Afwerking Schik de tuinbonen onderin een diep bordje met das de erwtencrème, daarop de kreeft en kruiden en stt daarop wat specerijen. Giet de warme bouillon voorzichtig in de borden. Serveer de zuurdesemtc mozzarella en eventueel tomatencompote en olijven apart. Sergio HenW

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 26