zc Levend monument voor houtbewerking Leeg schetst onthutsend beeld van overbevissing Soms staat de schuur vol met schoolkinderen 25 dinsdag 6 september 2005 Tijdens Open Monumen tendag is zaterdag ook een monument in aanbouw te bezichtigen. Kees Wes- dorp werkt bij Geersdijk aan een levend museum voor houtbewerking en houtzagerijen van weleer. Een museum dat een bijdra ge kan gaan leveren aan het behoud van het Zeeuwse culturele erfgoed. Kees Wesdorp woont en werkt aan de Oud Kortge- nedijk. De naam doet vermoe den dat de plek vlakbij Kortge- ne is, maar niets is minder waar. Zo'n twee kilometer voorbij Kortgene doemt aan de rechter kant van de Provincialeweg het complex van coöperatie CZAV op. Wesdorp is de directe buurman. Vier jaar geleden kocht hij er een woning en een grote loods. De loods maakte deel uit van de aardappelhandel van de familie Valkier. Hoe omvangrijk de op slag ook was, vanaf de Oud Kort- genedijk is er bijna niets van te zien. Zo bosrijk is alles. Het doet on-Noord-Bevelands aan. Wesdorp heeft er niet al te veel voor betaald. De woning was aan onderhoud toe en het dak van de loods stond op instorten. „Ik ben gelukkig een handige jongen", zegt Wesdorp. Hij is van beroep meubelmaker, een vak dat hij eerst in de kern van Geersdijk uitoefende. Aan de Oud Kortgenedijk kon hij de ruimte krijgen voor zijn werk én doen wat hij al lang in zijn hoofd had: bouwen aan een le vend monument voor houtbe werking en houtzagerijen uit een nog niet eens zo grijs verle den. Van heinde en verre heeft Wes dorp oude houtbewerking- en houtzaagmachines en gereed schappen gehaald. Uit Silezië (dat ooit Duits was, nu Pools), uit het noorden van Frankrijk, uit België, maar ook uit de na bije omgeving, ui* Wissenkerke. Zijn drijfveer was in eerste in stantie vrij eenvoudig: redden wat er te redden valt uit handen van oud ijzerboeren. „Als ik de spullen niet had gekocht, waren ze in smelterijen verdwenen. Dat zou een regelrechte vernieti ging van een mooi cultureel erf goed zijn." Inventaris Het begin lag dicht bij huis, in Wissenkerke. Het aannemings bedrijf Slotema stopte ermee. De hele inventaris kwam te koop. Het kwam Wesdorp ter ore. Hij nam zoveel mogelijk over. „Ik had in Geersdijk van wege de beperkte ruimte een nieuwe combinatiemachine om meubels op maat te maken. Het kostte veel tijd om die om te bou wen met andere hulpstukken. Slotema had allerlei soorten klassieke houtbewerkingmachi nes staan, een vlakbank, een ver- diktebank. Dat werkt een stuk efficiënter." De basis voor zijn museum in aanbouw was met de overname van de collectie van Slotema ge legd, want Wesdorp kreeg niet alleen de voor hem nuttige ma chines mee. Hij laadde ook oude, 'onbruikbare' materialen in. „Kijk", wijst hij op volle houten kisten, „dat zijn nog door de smid gemaakte 'nieuwe' oude spijkers. Hij moest er zeventig in een uur kunnen maken." Wes dorp laat de gesmeede spijkers door zijn handen glijden. „Ik heb na Slotema steeds dingen van het oud ijzer gered. Unieke spullen zijn daarbij. Het is een verslaving geworden." Kees Wesdorp bij de boomzaaginstallatie van Danckaert, Bruxelles. foto's Dirk-Jan Gjeltema ^^choolkinderen uit Yerseke ^-'en Wemeldinge kunnen bij fruitbedrijf Zandweg in Kapelle voor tien cent een appel kopen. „Mits ze thuis maar een beetje reclame maken voor onze win kel", grapt Pieter Vermaire (78). Het werkt ook nog. „Laatst had ik hier een oma die door haar kleinzoon was gestuurd." Een bescheiden schuurtje, een kastje met een formica blad, een weegschaal en aan de muur een poster waar het fruit vanaf spat. Oud-veilingdirecteur Pieter Ver maire helpt er graag de klanten. Zeker nu de pluk net is begon nen en zoon Peter zijn handen vol heeft aan het sorteren van fruit voor de veiling. Er staan een paar kisten met nieuwe oogst Delcorfappelen, een restant je Jonagolds van afge lopen seizoen, een kistje Sum- merreds, twee doosjes met prui men en een paar kisten peren. Alles uit eigen boomgaard. Verder verkoopt Vermaire aard appelen en uien van de buur man en honing van een imker wiens bijen de boomgaard van de Zandweg bevolken. En tot slot is er een overeenkomst met sapbedrijf Mivras uit 's-Grave- polder. „Wij verkopen hun flessen ap pelsap en dat loopt heel goed", vertelt Vermaire. „En als wij ap pels over hebben, dan maken ze er in 's-Gravenpolder sap van." Hoewel er door klanten regelma tig naar groente en fruit wordt gevraagd, gaat Vermaire daar niet op in. „Ik heb geen zin om de hele dag preien en komkom mers uit de delen", zegt hij. „Dan kun je net zo goed een groentewinkel beginnen. Nee, wij houden het op eigen produc ten en een paar spullen van de buren. Zo weet je tenminste ze ker dat je goede waar ver koopt." Vermaire's vader begon in 1926 aan de Zandweg met een bedrijf in kleinfruit. „Later, toen er een beetje verdiend was, heeft hij zijn bedrijf uitgebreid met groot fruit", vertelt Vermaire. Samen met zijn broer nam hij het be drijf over. Dat ging prima tot dat Vermaire directeur werd van de Zeeuwse veilingen en zijn broer zich in de Noordoost polder vestigde. „Toch vond ik het bedrijf te inte ressant om het zomaar op te ge ven", zegt Vermaire. Daarom Delcorfappels. kwam er een bedrijfsleider en twee man personeel om de Zand weg te runnen. Vanaf 1997 zwaait zoon Peter er de scepter. Het was ook zijn idee om een boerderijwinkel te openen. En die loopt aardig. Vermaire: „We zitten hier natuurlijk op een goed punt. Veel mensen uit Yer seke en Wemeldinge rijden hier langs op weg naar hun werk en 's zomers krijgen we veel toeris ten over de vloer. En dan heb ben we nog de schoolkinderen, soms staat de hele schuur vol." Of de winkel open is, hangt on der meer af van van het weer, het enthousiasme van Vermaire senior en de drukte op het be drijf. Op maandag- en woens dagochtend is de winkel in ieder geval dicht. Toch staan klanten nooit voor een gesloten deur. Voor de winkel is een afdak ge timmerd. Daar staan - ook 's avonds - de kisten fruit buiten. Eventuele klanten kunnen het verschuldigde bedrag in een geldkistje gooien. „Dat gaat 99 van de 100 keer goed", zegt Peter Vermaire. „En niet dat er zoveel geld in zit, maar de kist zit wel met een staalkabel vast." Ingrid Huibers Fruitbedrijf De Zandweg c.v. aan de Wemeldingse Zandweg in Kapelle is enkel op maandag en woensdagochtend gesloten. Verder kunnen klanten er altijd terecht. Is de winkel onverhoopt dicht, dan staat de waar met een geldkistje buiten. foto's Willem Mieras Zijn loods staat inmiddels vol. Met een boomzaaginstallatie van Danckaert, Bruxelles, uit de jaren twintig of dertig van de vo rige eeuw. Met een horizontale raamzaag" uit 1873 van F. W. Hoffmann uit Breslau, Sizelië. „Hoffmann bouwde ook locomotieven, zie je, die raamzaag is een omge keerde locomotief." Wesdorp heeft het apparaat op de kop ge tikt via de eigenaar van de (nog) afgetopte molen in Kortgene. Die wilde de enorme houtzaag machine op windkracht laten draaien, maar daar is het nooit van gekomen. Hét pronkstuk van Wesdorps collectie is een zware gietijzeren zaagmachine van Louis Brenta, eveneens uit Bruxelles. „Brenta was zo'n be grip dat het van een merknaam een soortnaam is geworden, zo als aspirine. Zeeuwse houtbe drijven als Alberts in Middel burg, La Vitesse in Goes en Goedbloed kistenfabriek in Mid delburg werkten ook met die ap paratuur." Stuk voor stuk zijn de klassieke houtbedrijven in Nederland verdwenen. „Tegen woordig", weet Wesdorp, „komt heel veel hout voorbewerkt uit Rusland, uit Siberië. In een be perkt aantal standaard uitvoe ringen. Wil je een restauratiepro ject goed kunnen uitvoeren, dan heb je daar niets aan. Zo moet een raamkozijn in een oude Zeeuwse boerderij negen centi meter breed zijn. Normaal ge sproken is dat nergens meer te koop. Met deze oude machines kun je zoiets prima zagen. Dat is ook het idee. De collectie moet een werkende collectie worden, met een bedrijfje van een jonge timmerman die er aar digheid in heeft mooie dingen te maken, bijvoorbeeld een chique carport in de vorm van een wa genkot. Of zoals de nieuwe tra- valje die laatst in Kats is ge plaatst. Die is hier gemaakt. En stichting Behoud Hoogaars, de Lintzaagmachine Pesant-frère. Oosterscheldewerf in Goes en andere projecten die met hout werken, kunnen altijd aanklop pen." Het museum aan de Oud Kortgenedijk bij Geersdijk moet meer worden dan zomaar weer een collectie oud spul; het moet een werkend museum wor den dat een bijdrage levert aan het Zeeuwse culturele erfgoed én dat bezoekers - toeristen of niet - iets anders te bieden heeft dan een Waterland Neeltje Jans. Iets kleinschaligs, iets dat goed past binnen de schaal van het Zeeuwse platteland én dat er ook een directe binding mee heeft. Maar voor het zover is, moet er nog veel gebeuren. Wes dorp heeft de collectie in grote lijnen bij elkaar, het museum is nog in aanbouw. Met de openstelling op Open Mo numentdag wil Wesdorp laten zien wat hij allemaal in huis heeft en wat hij zoal van plan is met de hulp van vrijwilligers. De oude aardappelloods moet een bijzondere, oude Zeeuwse schuur worden. Pleisterplaats De woning en voortuin worden een pleisterplaats. Wesdorp: „Het moet een leuke plek voor iedereen worden. Machines zijn voor mannen. Vrouwen en kinde ren moeten zich ook kunnen amuseren." Wesdorp durft niet te zeggen wanneer alles klaar is. Veel zal er vanaf hangen of hij genoeg helpende handen kan krijgen. Aan belangstelling bestaat geen gebrek, zo blijkt. Een man uit Wissenkerke komt op de fiets voorbij. Hij heeft een afgebro ken stoelpoot bij zich en wil een zelfde soort stuk hout om een nieuwe te maken. Wesdorp gaat op zoek. De man loopt met hem mee. „Mooi", zegt hij oprecht over de collectie. Zijn oog valt op de machines uit Wissenker ke. „Hé, die zijn van Slotema." Wesdorp heeft een plank gevon den van de goede houtsoort voor de afgebroken stoelpoot én ver telt wat hij van plan is. De man - die in Wissenkerke bij de plaat selijke smederij werkte en daar onder meer kapmessen voor sui kerbieten maakte - luistert aan dachtig. Wesdorp lijkt weer iemand voor zijn project te hebben gewon nen. Veel tijd en energie zal er nog aan besteed moeten wor den. Wesdorp is zich dat terdege bewust. Hij zit er niet mee. Hij verwacht dat hetzelfde geldt voor het publiek dat hij alvast wil verwelkomen. „Ik vind per soonlijk een museum in aan bouw altijd mooier dan een mu seum waar je alleen nog met een stofdoekje doorheen moet lopen om alles schoon te houden." Harmen van der Werf gjeW Peter en Pieter (rechts) Vermaire. Haring kan nog gegeten worden zonder wroeging, foto Phil Nijhuis Kernachtiger kan de inhoud niet worden samengevat. Leeg. Een boek dat beschrijft hoe overbevissing ons dagelijks leven verandert. De Britse mi lieu-journalist schetst een ont hutsend beeld. Na lezing smaakt vis nooit meer hetzelf de. Welke vissoorten kunnen nog zonder schaamtegevoel gegeten worden? Dat zijn er niet veel meer. Meerval (kweek), haring, sprot, makreel. Op het randje van wel/niet verantwoord ba lanceren de mossel (kweek), koolvis, Noorse garnaal en re genboogforel. Het gaat dan om vissoorten waarvan nog voldoende dieren in zee leven en die gevangen kunnen worden zonder grote na delige effecten op de zeebodem en zonder grote bijvangst van andere dieren. Stichting De Noordzee geeft het weer in de Goede Visgids. Hulpmiddel voor de consument bij het kie zen van vis. In zijn boek Leeg gaat Clover ook in op vis die beter gemeden kan worden, waar de consu ment voorzichtig mee moet zijn en wat zonder gewetenswroe ging gegeten kan worden. Hij noemt twaalf vissoorten die, ge let op de miserabele stand door overbevissing, met rust gelaten moeten worden. Daaronder de Atlantische kabeljauw en schel vis, rode tonijn en Europese zee baars. Twijfelachtig zijn schol en zwaardvis. Net als stichting De Noordzee vindt Clover dat haring en ma kreel met een gerust hart gecon sumeerd kunnen worden, even als blauwe wijting, kreeft en ge kweekte mossels. Hij pleit er voor dat de landen van de Euro pese Unie jaarlijks een over zicht opstellen van de stand van zaken van elke mariene soort waar een commercieel belang mee gemoeid is - van walvis tot garnaal. Clover stelt dat de individuele consument wel degelijk een rol kan spelen als het gaat om over bevissing terug te brengen. „Door vis te weigeren die niet correct wordt geëtiketteerd of waarvan de vermelding van de herkomst ontbreekt, kan de con sument door onthouding strij den voor een wereld die beter op de hoogte is van wat er pre cies gebeurt met onze zeeën en oceanen." Het boek roept herinneringen op aan een andere, geruchtma kende publicatie: Dode Lente van Rachel Carson, uit 1962. Daarin beschrijft zij de verstrek kende gevolgen van het groeien de gebruik van chemische be strijdingsmiddelen (onder meer DDT). Het veranderde het be wustzijn van veel mensen. Leeg verdient een vergelijkbare in vloed. Anders is het met vis als onuitputtelijke voedselbron - die zichzelf steeds weer kan aan vullen - gedaan. Clover maakt in etappes een reis over de wereld en beschijft wat hij tegenkomt op het ge bied van de industrie die vis vangst heet, en alles wat daar bij aan de orde komt. Zijn stel ling is: door overbevissing zijn we het einde genaderd van hele visvoorraden en ecosystemen in de wereldoceanen; het is tijd de dingen anders te regelen De schuld voor de desastreuze ontwikkelingen legt Clover niet eenzijdig bij de vissers. Kijkend naar de Noordzee, stelt hij dat de zee niet alleen leeg raakt doordat er teveel gevist wordt. Natuurlijk spelen de vissers, al dan niet door de economische omstandigheden gedwongen, een belangrijke rol. Bijvoor beeld sleep- en treilnetten heb ben invloed op de hele flora en fauna van de zeebodem. Maar in feite is de hele samenle ving verantwoordelijk, aldus Clover. Die heeft de zee veran derd in een minder natuurlijke omgeving, waaruit bovendien de roofdieren verdwenen zijn. Dat heeft het natuurlijke sys teem veranderd. Kleine, kortle vende dieren zoals garnalen, zeesterren, kwallen, wormen en plankton overheersen, in plaats van langlevende vissen zoals roggen, heek of oesters. Het af stropen van de voedselketen van boven naar beneden, noemt Clover het. De dingen anders regelen. Het houdt volgens de auteur onder meer in: minder vissen, zodat de rijkdom van de zee weer kan toenemen; minder vis eten of vis eten die minder verkwistend wordt gevangen, ofwel: duurza me visserij ondersteunen; vis sers verhandelbare visrechten geven en die koppelen aan nieu we verantwoordelijkheden. Hij pleit ook voor het instellen van reservaten op volle zee, in elk geval 50 procent van het totale gebied van intensief beviste en bevaren plekken, zoals de Noordzee. Pleiten voor veranderingen is geen vorm van luchtfietserij, meent Clover. „De Europese markt neigt nu al hoe langer hoe meer in de richting van vis die op een correcte manier wordt beheerd. Er wordt al druk uitgeoefend op de visserij en die het minst verantwoord en duurzaam zijn. De visserij van de toekomst zal goede rede nen moeten kunnen aanvoeren om de consument te overtuigen van haar duurzaamheid." Rinus Antonisse Leeg. Hoe overbevissing ons da gelijks leven verandert. Door Charles Clover. Uitgeverij At las, Amsterdam. Prijs 19,90 eu ro.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 25