Religie tekent Monumentendag De klagers balken zelf maar een eind weg PZC Woordspel 23 dinsdag 6 september 2005 De Grote kerk in Goes, waar verschillende activiteiten plaatsvinden zoals exposities en concerten. foto Willem Mieras Om oktober Om oktober zaten wij daar aan de Oosterschelde met hoge, wittig ingevulde stilte, de halve dingen tussen fuik en nevel, verdwenen overkant en weten, tussen onze woorden en nog wachten met je hand. Om dat beeld van overvol ontbreken zaten wij daar maar, waarin plotseling met heftig zuchten, leegloop van de lucht de lepelaars laag overvlogen. En om wat volgde, een uitgesteld gewoner worden, de eerste kilte en om jouw ogen letterbeeld van herfst zijn wij toen opgestaan om ons met lage maanden te meten. Thom Schrijer De gedichten van Thom Schrijer zijn geen luister liedjes waarbij je comfortabel wegglijdt op wiegende woorden stromen en gemakkelijk mee- deint op golven van klank, kleui- en ritme. Het spel met deze taal elementen ontbreekt niet hele maal in zijn poëzie, maar is toch ondergeschikt aan het spel met de woordbetekenissen. Zijn poëzie berust op de vele bete kenissen die een woord kan hebben, op haar verwijzing naar andere woorden, op on voorziene combinaties en rela ties waarmee hij nieuwe bete kenis schept, kortom een taal spel dat eerder gespeeld wordt met rustig overleg en planning dan met spontane geestdrift en emoties. Met deze voorlopige typering is de sterke kant, maar ook de schaduwzijde van zijn dichter schap gegeven. Voor de ene le zer is poëzie een vernuftig, in ventief en geestrijk spel van woordbetekenissen en hij vindt daarin een bron van intelligent leesgenot. Wie bij het horen van poëzie de voorkeur geeft aan me lodie, ritme en klank, zal het woordspel eerder spitsvondig dan spits en eerder gekunsteld dan kunstig vinden. Poëzie is de la musique avant tout chose (Paul Verlaine) of poësie, c'est signification (Paul Valéry). In het eerste woord van de titel Om oktober wordt het woord spel al aangekondigd. Om kan zowel betekenen omtrent (tijds- bepalend) als eromheen (plaats bepalend), maar ook omwille van (causaal verband). Alle drie betekenissen zijn van toepas sing. 'Wij zaten daar' ergens in de tijd van oktober, omdat het oktober was, op een plaats waar het over al rondom oktober was. In de 'halve dingen', het kernbe grip van de eerste strofe, vindt het 'om' van de beginregel een verdere uitwerking. Het afgesle ten en a-poëtische woord 'din gen' krijgt door zijn onbepaald heid en vaagheid een omtrek kend karakter. Dat wordt nog versterkt door de toevoeging 'halve' en 'tussen'. Alles in de maand oktober is half en tussen. Oktober is een tussengebied, het is een afscheid van de zomer en een aankondi ging van de naderende winter. De zomer is half, de winter is half, de stilte is half, niet wit of grijs, maar wittig ingevuld. De voorwerpen zijn maar half te on derscheiden, ze zijn maar half zichtbaar. Alles is om-en-de-bij, is omstreeks, is rondom, is omtrek en contour. De overkant ligt half tussen het verdwijnen en het weten dat ze er is. De halfheid is ook psychisch aanwezig tussen de twee aanwe zige personen, 'wij'. Tussen de woorden die zij niet uitspreken en het wachten op de eerste aan raking zaten wij daar. Het is geen passief afwachten, maar een wachten op..., heel alert, vol aandacht voor wat geweest is en voor wat komen gaat. De halfheid in het fysieke ge bied vindt haar spiegeling in het psychische. De tweede strofe begint weer met om. Ook herhaalt de dich ter: 'zaten wij daar'. Deze herha ling versterkt de duur van het wachten. Echter, de dichter voegt er het woordje 'maar' aan toe. Een subtiel verschil. Het wachten is afwachtender gewor den. Hij vat alle halfheid van de situatie samen in de prachtig ge vonden paradox: 'dat beeld van overvol ontbreken'. Het ontbre ken is overal aanwezig, het tus sengebied is leeg, is vol niet-zijn. In dit overvolle niets wachten zij in volstrekte aan dacht, zij wachten en wachten maar... Het lijkt op zenmedita tie. In uiterste concentratie zijn zij midden in de leegte ontvanke lijk voor het supreme moment van de Verlichting. Plotseling is er het bevrijdende moment. Ook de Verlichting kan doorbeken als een bliksem. Er is plotseling het heftige windgeruis van over vliegende ooievaars, ze vliegen zo laag dat het lijkt of de lucht (die overal vol leegte was) met heftig zuchten leegloopt. Tevens is dit het signaal dat de span ning van de halfheid in het tus sengebied verbroken wordt. De overvliegende ooievaars beteke nen het definitieve afscheid van de zomer. Wat nu volgt is een langzame terugkeer tot de reali teit. De ban van het tussengebied is verbroken, de eerste kilte van de naderende winter wordt voel baar en ook om jouw ogen ver schijnen de rimpels die de herfst van het leven aankondigen. Daarom (om wat volgde) zijn we opgestaan, geen afwachten meer, geen tijdloos vertoeven in het tussengebied, maar recht staan en de strijd aanbinden met het winterseizoen dat ko men gaat. De 'lage' maanden staan duidelijk in oppositie met de 'hoge' stilte van het begin van het gedicht. Als beeld van de tussentijd, de tijd tussen bloei en naderend verval. Tussen rijpheid en ouder dom is dit een intelligent ge dicht. Het klinkt niet als een klokkespel uit een klokketoren, maar meer als een gecompliceer de fuga van Bach op een clave- cimbel. Let maar eens op de zich herhalende grammaticale constructie van elke strofe. Elke strofe is syntactisch volgens de zelfde structuur opgebouwd. Dit wil zeggen het zijn drie vol zinnen met als hoofdzin: 'zaten we daar', de variant 'zaten we daar maar' en de tegenstelling 'zijn we opgestaan'. Het lezen, herlezen en ontraadselen van dit taalspel is een boeiende be zigheid. Lou Vleugelhof Het thema van de negen tiende Open Monumen tendag, in het weekeinde van 10 en 11 september, is religieus erfgoed. In het he le land gaan circa 4000 mo numenten voor bezichtiging open en ruim de helft ervan behoort tot de religieuze mo numenten: kerken, kloos ters, kapellen, pastorieën, begraafplaatsen, synagogen en moskeeën. Op Noord-Be veland na doen in Zeeland alle gemeenten mee aan Open Monumentendag. Met het oog op het thema stelde kerkhistoricus Ton van Schaik het boek Gebouwd op geloof samen. Hij gaat in op de veelheid aan geestelijke stro mingen en religieuze gezindten die zich vanaf de prehistorie in Nederland hebben ontwikkeld. Daaraan zijn ook vrijwel altijd gebouwen aan verbonden, veel al te beschouwen als 'monumen ten van religie'. Dat varieert van hunebedden en grafheuvels tot logegebouwen van de vrijmetselarij en - een toenemend aantal - moskeeën. Maar ook de Romeinse tempels, zoals er bij Domburg en Colijns- plaat gestaan hebben, horen er bij, evenals de Oostkerk in Mid delburg - de eerste kerk die daar speciaal voor de protestant se eredienst werd gebouwd. Het boek geeft niet alleen aan de hand van gebouwen een eeu wenlange reis door de religie. Ook de onderdelen en rituelen van de verschillende eredien sten komen aan bod: de doop, beelden, de wijdjng, glas in lood-ramen, het orgel en (kerk)muziek, het woord. Het or gel werd overigens in de calvi nistische eredienst schoorvoe tend aanvaard ter begeleiding van de zang. Maria Coomans, ambachtsvrouwe van Wemeldin- ge, vermaakte in 1791 een deel van haar bezit aan de kerk, on der voorwaarde dat er nooit een orgel mocht worden geplaatst (het kwam er via een omweg pas in 1957). Ondanks het afnemen van de kerkelijkheid, worden de dik wijls monumentale gebouwen zoveel mogelijk in stand gehou den, al worden ze lang niet al tijd meer voor religieuze doelein den benut, maar ook voor meer algemene (culturele) doelein den. Nochtans domineren de to rens nog altijd de stads- en dorpsgezichten. Het blijven ba kens waarop de mensen zich let terlijk en figuurlijk oriënteren. In een blik op de toekomst signa leert Van Schaik redenen tot zorg. Het onderhoud van de ge bouwen kost zeer veel geld. De gemeenschapsgelden die er (deels) voor beschikbaar wor den gesteld, maken het onaan vaardbaar dat een kerk slechts een uur in de week voor een handjevol kerkgangers beschik baar is, en de rest van de week gesloten blijft, stelt Van Schaik. Meervoudig gebruik (concerten, theater, tentoonstellingen, bij zondere bijeenkomsten) juicht hij toe. Helemaal nieuw is het volgens hem ook niet; de eerste theatervoorstellingen in de Middeleeuwen werden in ker ken ten beste gegeven. Van Schaik: „De kerk kan alleen maar in het midden van steden en dorpen blijven, als de pu blieke functie steeds meer wordt uitgebouwd. Althans ve le kerken. Daarnaast zullen er ook zijn die uitsluitend blijven wat ze altijd zijn geweest: poort van de hemel£n huis van God." Hoewel een kerk toch juist op zondag een nuttige functie heeft, blijft Open Monumenten dag in Zeeland beperkt tot zater dag 10 september. In de gemeen te Borsele geldt de Mariakerk van Nisse (met apostelbeelden, fresco's, houtsnijwerk) als start punt van de monumentenroute. Daar zijn ook rondleidingen. An dere kerken die de deuren ope nen zijn die van Heinkenszand, Ovezande, Driewegen, 's Heer Abtskerke, 's Gravenpolder (NH-kerk), Baarland en Hoede- kenskerke. In de gemeente Goes staan aller lei gebouwen die te maken heb ben met een religieuze of spiri tuele stroming: kerken, kapel len, moskeeën, kerkhoven, gast huizen, kloosters, vrijmetselaars loges en weeshuizen. Veel ervan zijn te bezichtigen. De fototen toonstelling 30 jaar persfotogra fie (Grote Kerk) wordt uitge breid met een wisselexpo over religieus erfgoed. In de gemeen te Hulst zijn alle kerken open (13 katholiek, 2 protestants). Ui teraard is de Willibrordusbasi- liek in Hulst te bezichtigen (de grote toren kan beklommen wor den) en er zijn monumentenwan delingen en rondleidingen in het verbouwde voormalig paters Ma- ristenklooster. Ook in Klooster- zande vinden rondleidingen plaats. In Wemeldinge valt monumen tendag samen met de jaarlijkse feestdag. De hoogste vliedberg van Zeeland, naast de kerk, is te bezichtigen. De hervormde ker ken in Kapelle en Biezelinge staan ook open voor bezoekers. Middelburg, rijk aan monumen ten, biedt bezoekmogelijkheden aan onder meer de Abdij met kerken, de Oostkerk, het Van de Perrehuis (Zeeuws Archief), de De Oostkerk in Middelburg. Engelse kerk (overblijfsel van het Cellebroedersklooster). In de gemeente Reimerswaal zijn vooral verschillende molens te bekijken. In Yerseke zijn er rondleidingen langs de 130 jaar oude oesterputten. Op Schou- wen-Duiveland openen kerken in Zierikzee (achtste in de natio nale monumenten top-tien), Haamstede, Renesse, Dreischor en Bruinisse de deuren. Ook slot Haamstede is opengesteld, even als diverse andere monumenten. In de gemeente Sluis vindt in de Sint-Baafskerk te Aardenburg een middagvullend programma plaats met muziek, poëzie en beeldende kunst. De winnaars van de Zeeuwse gedichtenwed strijd in het kader van het zilve ren regeringsjubileum van ko ningin Beatrix worden bekend gemaakt. IJzendijke biedt een rondleiding door de historische kern en vanuit het landbouwmu seum Sint-Anna ter Muiden ver trekt een fietstocht langs histori sche gebouwen. foto Rijk-Jan Koppejan In Biervliet kunnen zowel de protestantse als katholieke kerk bezichtigd worden. In Spui is het logegebouw van de vrijmet selarij open, bij Westdorpe wordt uitleg gegeven over de Zwartenhoekse zeesluis. In alle Thoolse kernen houden kerken open huis. Voor het eerst doet boerderij Landzicht bij Sint-An- naland mee aan monumenten dag. In Vlissingen zijn naast de kerk van de Hersteld Apostoli sche Zendinggemeente veel an dere gebouwen te bezoeken. Rond 13.30 uur worden antieke kanonnen afgeschoten. Een old timerbus onderhoudt een pen deldienst tussen Vlissingen en Middelburg. Rinus Antonisse Gebouwd op geloof. Monumen ten van religie. Door Ton van Schaik. Deel zes in de Monumen tenreeks. Uitgave Stichting Open Monumentendag, Amster dam. Prijs 15 euro. De kinderboerderij aan de Evertsenlaan in Terneuzen is een drukbezochte plek. Even brood brengen voor de dieren, even eruit met de kinderen, even een om metje maken. Verstande lijk gehandicapten van de stichting Tragel verzorgen de dieren en onderhouden de stallen. In deze rubriek wordt wekelijks bericht over het wel en wee op de Terneuzense kinderboerde rij. Het hekwerk is op slot, de fietsenstalling leeg en de speeltuin, normaal het domein van rennende, vliegende en springende kinderen, wordt in alle rust bewaakt door de pau wen. Beheerders Jan, Andrea en Angelique zijn naar huis, de cliënten van Tragel idem dito. Langzaam maakt de duisternis zich deze zwoele zomeravond meester van de boerderij. Er heerst rust, een soort niet afge sproken stilte. Dat betekent niet dat de dieren het rijk alleen heb ben, het is een komen en gaan van mensen. Maar toch, een hond die aanslaat als hij de me- gakalkoen in de hertenwei ziet, wat krijsende eksters en zo heel af en toe een blatend schaap, dat was het eigenlijk wel met het geluid. Nou ja, op het tikken van ronddraaiende fietsspaken na dan, want het pad langs de boerderij is voor veel Terneuze- naren een ideale doorsteek tus sen twee woonwijken en een ver korte route naar de nabijgele gen sportvelden. Twee meisjes houden halt bij de schapen, waarop de dieren hoop vol beginnen te blaten. Als blijkt dat de twee geen voedsel kwijt willen, gaan de koppen weer richting het gras. De paar den hebben meer geluk, zij krij gen van een kleuter een brood maaltijd. De herten, die bij het horen van een ritselend geluid van plastic zakken steevast mas saal de oren spitsen, wachten met spanning af of het jochie ook nog even een wei opschuift. Dat doet ie, maar een blaffende hond gooit roet in het eten. De herten schieten weg, leider Bert 't Hert voorop. Overigens heeft Bert zich verlost van het schrik draad dat een paar maanden rond zijn gewei zat gewikkeld. Hoe hij het heeft losgekregen is een raadsel, maar het loopt in elk geval weer een stuk makke lijker. De zestienjarige Jimmy De rust keert terug in de avonduren. foto Peter Nicolai van der Veeke en Corinne Lind- green (17) uit Terneuzen zien de schrikbewegingen van de herten met genoegen aan. Hoewel, zij komen eigenlijk niet zozeer voor de dieren naar de boerderij, maar meer omdat de locatie ide aal is om met vrienden te 'chil- len'. „Het is hier lekker rustig. Bovendien veroorzaken we hier niet zo snel overlast. We staan op andere plekken vaak met gro tere groepen. Bijvoorbeeld bij de Aldi in de Axelsestraat, maar daar wordt heel snel geklaagd over geluidsoverlast. Wij willen gewoon een plek hebben waar we met elkaar kunnen praten. We zijn nu al een paar keer bij de boerderij geweest en het be valt prima. En dat het hier af en toe naar stront stinkt, maakt echt niet uit, hoor. Na een tijdje heb je daar helemaal geen last meer van", vertelt Jimmy. Zolang het nog schemert, is er genoeg sociale controle. Honden bezitters laten hun viervoeters uit, jonge papa's fietsen nog even langs de schapen en herten voordat ze hun belhamels in bed stoppen en omwonenden zien het wandelingetje langs de die ren als een ideale manier om nog even de benen te strekken. Zo ook Ben en Henny de Schep per uit de 'buurflat' aan de Note- neeweg, die samen met buur man Cees de Kraker een rondje doen. „Of wij weieens hinder on dervinden van de boerderij? Wel nee! Wij genieten juist van al die geluiden, het heeft wel iets romantisch dat er af en toe een pauw van zich laat horen. En mensen die klagen over balken de ezels, balken zelf maar een eind weg", zegt Henny. Zo is het, vindt ook Cees. „Over die paar brullen van de ezels ga je toch niet zeuren? Van een op trekkende brommer of scooter heb je veel meer last." Raymond de Frel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 23