PZC
Stuifduin keert terug in Oranjezon
Van aalscholver naar Kee van de Kaoie
weerwoord
namen
Redactie bijlagen: 0113-315680
i Mvw.pzc.nl
F-mail:redactie@ pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
7peuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
dinsdag 6 september 2005
Tien jaar geleden stopte
de waterwinning in
duingebied Oranjezon tus
sen Vrouwenpolder en Oost-
kapelle. Vanaf dat moment
kon de natuur in het circa
400 hectare grote terrein
aan een nieuw leven begin
nen. Stap voor stap wordt
Oranjezon weer een geva
rieerd duingebied.
De terugkeer van natte duin
valleien is een van de be
langrijkste ontwikkelingen in
Oranjezon, vertelt Huibert Sim
ons, districtshoofd van stichting
Het Zeeuwse Landschap. „Ze
worden jaarlijks natter. Dat is
vooral in de winter te zien. De
berken in een vallei zijn nu alle
maal dood, doordat ze met de
voeten in het water staan."
Dat klinkt zielig, maar het is
juist de bedoeling dat de berken
in de duinvalleien verdwijnen.
Die horen er niet. Duinpiassen,
beekjes en een groot stuifzandge-
bied: dat is het ideale en afwisse
lende beeld voor een jong duin
gebied (ontstaan tussen 1200 en
1700) als Oranjezon. Zo was het
ook voordat de mens zich ermee
ging bemoeien.
Grootste ingreep was de water
winning, waarmee de gemeente
Middelburg in 1892 begon en
die almaar uitbreidde. Dat ge
beurde door het slaan van bron
nen en het graven van open wa-
terwinkanelen. Om te voorko
men dat de kanalen dichtstoven,
werden naaldbomen geplant,
die inmiddels zo'n zeventig jaar
oud zijn. Hierdoor verdwenen
de stuifduinen, die juist zo ka
rakteristiek zijn voor een duin
gebied.
Na ruim honderd jaar werd de
waterwinning beëindigd. Oran
jezon is nog wel aangewezen als
noodwaterwinplaats en een aan
tal voorzieningen in en om het
pompstation blijft .daarvoor in
tact. Ruim drie jaar geleden
kreeg Het Zeeuwse Landschap
(HZL) het gebied in erfpacht
van nutsbedrijf Delta (300 hecta
re) en de Dienst der Domeinen
(100 hectare).
Verruiging
Stap voor stap wordt Oranjezon weer een gevarieerd duingebied.
Eén van de voornaamste proble
men waarmee de nieuwe beheer
der te maken heeft is de sterke
verruiging. Daarmee kampen al
le duingebieden in Nederland,
zegt Simons. Als belangrijkste
oorzaken noemt hij de luchtver
vuiling (waarop een beheerder
weinig invloed kan uitoefenen)
en de verdroging (die in Oranje
zon een halt is toegeroepen).
Door de verruiging verschijnen
meer bomen en struiken (zoals
een overdaad aan duindoorn en
de woekerende Amerikaanse vo
gelkers). Dat heeft weer tot ge
volg dat de bodem meer wordt
vastgelegd en de dynamiek (ver
stuiving) die in een kustgebied
aanwezig hoort te zijn, geen
kans meer krijgt.
Simons legt uit dat Het Zeeuw
se Landschap voor het herstel
van Oranjezon tijd nodig heeft.
Het gebied is groot, zodat plek
voor plek aangepakt wordt. Ook
moet rekening worden gehou
den met de recreanten (vorig
jaar 12.000 betalende bezoe
kers). Die stellen het bijvoor
beeld niet op prijs als ineens al
het bos verdwijnt en zijn ook
niet gecharmeerd van veel graaf
werk.
„Jaai'lijks rooien we vijf hectare
vogelskers, die gaat er met wor
tel en tak uit. Dat doen we in
het gebied dat begraasd wordt
door vee. Het gebeurt nu tien
jaar en als we het kunnen vol
houden is op een gegeven mo
ment de vogelkers sterk terugge
drongen", stelt Simons. „Het is
een struik die in open gebied de
inheemse soorten als lijsterbes,
meidoorn en hondsroos ver
dringt. Dat willen we niet."
Al voor de overname van het be
heer door HZL was begonnen
met het herstel van (natte) duin
valleien. Een hele grote is het
Doorndal. Struweel en bos zijn
er opgeruimd en de vallei ont
wikkelt zich volgens Simons
heel goed. „De duinvallei-soor
ten komen terug." Bedoeling is
om, met name in het midden
deel, nog meer duinvalleien te
maken.
Grazers
Een prima 'wapen' om de ver
ruiging in toom te houden is de
inzet van grazers. Nu wordt on
geveer 150 hectare beweid met
koeien. Die oppervlakte wordt
uitgebreid; er komt meer vee te
lopen. Simons geeft aan dat er
het hele jaar rond ook pony's
komen. HZL maakt een koppe
ling tussen het begraasde' ge
bied in Oranjezon en de nieuw
ingerichte natuur in de Oranje
bospolder aan de binnenrand.
De dieren houden de begroeiing
kort en dragen zo bij aan de te
rugkeer van droge duingraslan
den, ook een kenmerk van dui
nen. Met bijbehorende typische
plantensoorten als zandblauw
tje, buntgras, kandelaartje en
kattedoorn.
Afgelopen twee jaar is onder
zoek gedaan naar de planten
groei. Er zijn 426 soorten opge
spoord, meer dan bekend was.
Enkele nieuwelingen zijn plan
ten uit het natte milieu: dwerg-
bloem, moeraswespenorchis,
dwergviltkruid en parnassia.
Op verschillende plekken is
draadklaver aangetroffen. HZL
heeft een lijst van 100 zogenaam
de aandachtssoorten opgesteld,
die uiteindelijk alle in Oranje
zon aanwezig moeten zijn.
Het gebied is ook een paradijs
voor vogels: er zijn meer dan
250 soorten waargenomen, waar
van ruim 85 broedvogels. Ook
foto's Dirk-Jan Gjeltema
bijzondere, als goudvink, sprink
haanzanger, havik, barmseis,
goudsnip en de zeer zeldzame
nachtzwaluw.
Voor wandelaars zijn enkele rou
tes uitgezet. Daar wordt gretig
gebruik van gemaakt, maar Si
mons heeft niet de indruk dat de
recreatiedruk te hoog is. Dank
zij de routes blijven bepaalde de
len rustig, wat niet alleen gun
stig is voor vogels en planten,
ook voor de reeën en damher
ten.
Rinus Antonisse
Oranjezon telt 426 plantensoorten.
Grazers zijn een prima 'wapen' om de verruiging in toom te houden.
Het weer van
Onze Lieve
Vrouwe Geboort
duurt gaarne zo
vier weken voort
(OLV Geboorte is op
8 september)
Leunis was op weg
naar huis. Een hele
dag was hij op de rote ge
weest. 't Was eigenlijk nog
te vroeg. Hij moest pas om
zes uur eten. Daarom zat
hij nog een uurtje of wat in
het café. In zijn hoekje
naast de speelautomaten.
Loontjens stond erop. Een
paar jonge gasten waren
aan het biljarten. Met een
kopje koffie voor het zicht
en een klein glaasje voor de
smaak vulde hij de tijd.
Meer dan de tijd.
Loontjens: nog geen tien
vermeldingen levert de digi
tale telefoongids in Zee
land op. Daarentegen komt
de familienaam Leunis in
Zeeland wel vaak voor,
vooral in Zeeuws-Vlaande-
ren. En Loontjes en Loont
jens zijn varianten van Leu
nis, Leuntjes, Leunken en
nog veel meer, zoals Loon-
ken. Dat ken wordt tje. En
die s erachter is natuurlijk
'de zoon van'.
Al deze namen zijn afgeleid
van Apollonius, zoals de
vooral in Vlaanderen voor
komende familienaam Pol-
leunis laat zien. In oor
sprong zijn het natuurlijk
voornamen: Leunis en
Leun, Pleun en Plone,
Pleuntje en Ploni, Polle en
Lonneke zijn er van afge
leid. Het zijn inderdaad
vooral Zeeuwse voorna
men. Voorname? Ach...
De letterlijke betekenis van
Leunis en Loontjens is daar
mee: 'tot Apollo behorend',
de Griekse god. Ook be
stond er al onder de eerste
christenen een martelaar
Apollonius, en ook nog een
martelares Apollonia. En
in de Middeleeuwse litera
tuur bestaat een Apollo-
niusroman.
In het café zit Leunis, nog
steeds te wachten, nog
steeds op weg naar huis. De
tijd doden. Terwijl hij daar
zo zit met een bakje troost
voor zijn neus, valt zijn oog
op het biljart. Ook daar
ziet hij plotseling Loon
tjens op staan. Krijg nou
wat... en zijn hand beweegt
reeds voor een kleine bestel
ling.
Lo van Driel
f|.POLDp^E1L
Natuurtekenaar Adri Kar
man woont in Colijnsplaat,
op Noord-Beveland. Voor
Buitengebied trekt hij er
elke week op uit. In deze
rubriek vertelt hij in woord
en beeld over de natuur in
de polder.
Wie de uitgave Noordbeve-
landse veldnamen onder
ogen krijgt kan tot verrassende
ontdekkingen komen. Niet al
leen in de naamgeving overi
gens. Zo blijkt dat het landgoed
Sorghwijck, in de Kamperland-
polder, rond 1900 een kolonie
aalscholvers herbergde.
Aalscholvers zijn echte kolonie-
broeders die behoorlijk vraat
zuchtig kunnen zijn. Zo eten ze
per dag ongeveer hun eigen ge
wicht aan vis. Zulke hoeveelhe
den eten betekent ook een grote
produktie aan uitwerpselen.
Een deel van het bos op het land
goed leed zo zwaar onder de
scherpe aalscholvermest dat
veel bomen die de vogels als
nestplaats hadden uitgekozen
afstierven. Een fraai gezicht
was dit niet en men besloot de
kolonie te verstoren. De vogels
vertrokken inderdaad.
Lange tijd zag men de aalschol
vers in onze contreien nog maar
sporadisch. Maar inmiddels is
het een algemeen voorkomende
vogel, zowel in zoete als zoute
milieus. Op een aantal plaatsen
zorgen ze voor overlast. Zo vin
den sommigepalingvissers van
het IJsselmeer dat er maatrege
len genomen moeten worden.
Wie de vluchten aalscholvers
van hun slaap en nestplaatsen
massaal ziet verkassen naar hun
jachtgebieden, kan zich hier wel
iets bij voorstellen. Bij duizen
den hebben we ze langs zien
trekken tijdens een vakantie in
zuid-west Friesland. Er leek
geen einde te komen aan de mas
sale vluchten.
Van een dergelijke overlast is
voor zover wij weten in Zeeland
nog geen sprake, maar we zien
ze wel veel meer dan enkele de
cennia geleden. Niet zelden zit
ten de vogels in hun karakteris
tieke heraldieke houding op een
paal of aan de glooiing hun vleu
gels te drogen. In tegenstelling
tot veel andere watervogels be-
Illustratie Adri Karman
zitten de aalscholvers geen vet-
klieren om hun verenkleed wa
terdicht te maken. Kletsnat
wordt hun outfit bij een duik on
der water en krijgt daardoor
een behoorlijk gewicht. Er zit
voor de vogels niets anders op
dan zich door zon en wind te la
ten drogen en dit levert dieken-
merkende houding op. Hoewel
op afstand eenvoudig zwart van
kleur heeft het verenkleed een
groenblauw iriserende tint en
duidelijk is een deel ervan
zwart afgezoomd.
Een van de plaatsen waar we de
aalscholvers vrijwel dagelijks
waar kunnen nemen is het
Geersdijkse Kaaitje aan het
Veerse meer, eerder Zuydtvliet,
later Zandkreek geheten. Deze
verandering in naamgeving
voert ons terug naar waar we be
gonnen, de Noord-Bevelandse
veldnamen. Het tegenwoordige
haventje is de derde Geersdijkse
haven op rij de nieuwste haven.
De eerste haven met zeesluis en
spuikom lag tegen het dorp in
de tegenwoordige Willempolder
(vernoemd naar stadhouder Wil
lem de V) Met de inpoldering in
1771 van de, hoog met klei aan
gewassen en dus zeer vruchtba
re, schorren ontstond de Willem
polder en kreeg Geersdijk een
nieuwe haven en wel aan de
Zuiddijk van de polder (nu Wil-
lempolderse dijk) langs de Zuid-
vliet.
Aan de binnenzijde werd een
spuikom met zeesluis aange
legd. Beiden liggen er nog, zij
het dat ze nu buiten gebruik
zijn. Inmiddels heeft de nieuw
ste zeesluis met gemaal Willem
de ontwatering van de polder en
meerdere overgenomen. Op de
nieuwe kaai stonden twee sluis
wachterwoninkjes waarvan een
gelijktijdig als herberg dienst
deed (Kee van de Kaoie). Ze zijn
nu omgebouwd tot recreatiewo
ning. Ter hoogte van het gemaal
was eertijds de monding van de
oude havengeul die zich door de
schorren naar het dorp kronkel
de. Geen wonder dat de enige
weg in de polder, die van onge
veer de plaats van de oude ha
ven bij het dorp naar de nieuwe
kaoie aan de Zandkreek liep, de
naam Kaaiweg kreeg (nu Wil-
lempolderse weg).
Ook de Stekeldijk heette vroe
ger anders. Deze naam van de
zuidelijke dijk van de Kamper
landpolder is nu (gemakshalve?)
doorgetrokken en daarmee ver
dween de benaming Keetendijk.
Ze herinnert aan vier arbeiders
huisjes die bij de Steenhoeve
hoorden en juist ter hoogte van
de ontmoeting van de Stekel-en
Keetendijk stonden. Waren deze
onderkomens slechts keeten in
de huidige zin van het woord of
was het een toentertijd alge
meen voorkomende benaming
voor arbeiderswoningen?
Misschien moeten we toch maar
zuinig zijn op oude veldnamen,
ze kunnen verhalen van histo
rie. De aalscholvers zijn vanzelf
weer teruggekeerd, we wagen
het te betwijfelen of dit met
oude veldnamen ook zo zal zijn.
Adri Karman
Bron: Noord-Bevelandse veldna
men en enkele historische gege
vens van het voormalige eiland.
Door; J.M. Filius, H.C. de Kater,
J.J.de Looff en P.van der Maas