Luchtkastelen bouwen, dat deden ze Als Dow niet was gekomen Ron Barbé als burgemeester van Hulst, een brug over de Westerschelde: Niet gerealiseerde toekomstscenario's van de jaren 1960-2000. Illustratie Wim kooyman 25 tel dat Dow niet was gekomen. Menigeen 3gruwt bij de gedachte. En inderdaad, het ijkt verrassend makkelijk om rond zo'n wen- ,ng van de geschiedenis een doemscenario uit duim te zuigen. Met terugwerkende kracht ort het Zeeuws-Vlaanderen in een crisis. (Augustus 2005) Afgedroogd na een koele duik in de Killen, zoals we sinds mensenheuge nis de geulen in het schor noemen, kijk ik nog even om naar de Mossel- banken. Waar de vloed nu de slikken overspoelt heb ik een paar uur eerder, bij laag water, nog 'aontjes' ge krauwd. Lekker, een verse kokkelbank! Je zit wel onder het slik na zo'n expeditie. Dus nadat ik nog wat lamsoor had ge sneden op het schor, heb ik de blub ber maar van het lijf gespoeld in de Killen. Zo'n geul heb je bijna hele maal voor jezelf. Sinds Krin Dieleman op zijn boerderij net achter de dijk in de Nieuw-Neuzenpolder een mi ni-camping annex theeschenkerij is begonnen, is het hier, in de buitendijk se Braakman, wel wat drukker. Maar als er twintig mensen rondstruinen is het veel; en het zijn liefhebbers, die verstoren de boel niet. Nu moet ik echt op huis aan, de kok kels in de pan gaan gooien, wachtend tot ik hun oranjerode kammetjes zie. Dan bakken, dan smullen... Snel stuur ik de fiets langs de zeven steeën, ook al levert die route gegarandeerd ge mengde gevoelens op. Mooi: gewassen kleuren de polder, Dieleman heeft zijn recreatiebedrijfje fraai omzoomd met bomen en bosscha ges en een paar kalfjes in de wei ge jaagd. Verderop geeft de manege op de stee van wijlen Ko van Hoeve gezel lige bedrijvigheid, vooral bij demon straties met het aloude Zeeuwse trek paard. Ko had ermee kunnen leven. Op de einder staat het vertrouwde sil houet van Terneuzen. Bakens van de stad: een openstaande brug, de ruim vijftig jaar oude watertoren. Die heeft geen functie meer, maar waarom zou je 'm slopen? Hij waakt over het oude Java, Terneuzens nog in de jaren tach tig volledig gerenoveerde volksbuurt. Lelijk: het gros van de zeven steeën. Waar grote akkerbouwers voortploe- gen, hebben damwandloodsen de oude schuren vervangen en is het kale erf geplaveid met beton. Wat er nog wel rest aan oude bebouwing is - op één mooi opgeknapte woonboerderij na - onbewoond, kapotgewaaid, afge bladderd. De landbouwrecessie in beeld. Maar ik heb besloten het te verdrin gen, vooral sinds we midden jaren tachtig zo gelukkig waren twee oude arbeidershuisjes op Boerengat'tege- lijk te kurtnen kopen errötn bouwen tot een riant stulpje. We zijn niet de enigen, er staan paleisjes tussen, maar wij hebben de beste plek. Bovenop d'n Ouwen Diek is het uitzicht onbetaal baar: aan een kant de aanblik van de kreken in de Lovenpolder met hun eeuwenoude, grillige patroon, aan de andere kant de weidsheid van de Nieuw-Neuzenpolder. Stel dat dat Amerikaanse bedrijf was gekomen, waarover begin jaren zestig geruchten de ronde deden. Hier aan de achterdeur. Je moet er niet aan den ken... (Januari 1962) De jonge gemeente-ambtenaar Wil lem Blok ziet het met stijgende verba zing en verontrusting aan. Tegenover hem loopt zijn telefonerende baas, Ter neuzens nieuwbakken burgemeester Hedzer Rijpstra rood aan. 'Bloody hell, Jaap', snauwt hij in het toestel, 'ik had het toch zelf geregeld met de staatssecretaris. Die Van den Berge komt nota bene uit Terneuzen, die wil wel. Hoe kan dit nou, wat kunnen we nog meer doen? Wat zeg je? Nou, je wordt bedankt'. Als hij de hoorn erop heeft gesmeten, blijft het even stil in Rijpstra's uitge woonde kamertje in het oude stadhuis aan de Noordstraat. 'Verd...' wil Rijps tra uitbrengen, voor hij zich net op tijd bewust wordt van zijn status. Wie namens de Christelijk-Historische Unie burgemeester is, moet op zijn woorden letten. Zo ontredderd heeft Blok zijn anders toch doelbewuste en zelfverzekerde baas nog nooit meegemaakt. Hij durft het nauwelijks te vragen... Dan flapt Rijpstra het er ineens uit: 'Ze komen niet, Blok, het gaat niet door. Dat was Jaap Viersen, je kent 'm wel, die finan ciële man van Dow in Nederland. Het heeft niet geholpen dat ik de staatsse cretaris gebeld heb. Dat belastingakk efietje met Dow in Rotterdam is de we reld niet uit. En ze vertrouwden daar in Midland ons belastingklimaat toch al niet. Nee, daar kan geen grondpre- mie meer tegenop. Ze gaan naar Ant werpen'. Willem Blok herinnert zich als de dag van gisteren de enorme teleurstelling. Alles had Rijpstra erop gezet. Ambte narij en politiek had hij meegekregen in dat ene streven: het Europese fa briekscomplex van Dow Chemical ves tigen in de Nieuw-Neuzenpolder. Dat zou niet alleen een opsteker zijn voor de werkgelegenheid, direct en in direct, van Dow was ook bekend dat het bedrijf graag opging in zijn omge ving - liefst platteland -, verstrengeld raakte met de regio, het personeel als één grote familie zag. Daar zóu het'Ih malaise verkerende 'Zeeuws-Vlaanderen zeer van opfleu ren, voorzag de burgemeester. Maar zelfs zijn Haagse connecties kunnen niet voorkomen dat met één telefoon tje het visioen aan flarden gaat. Wat nu? (1962-2005) Rijpstra is dubbel geraakt. Zijn stad verspeelt een bron van economische groei, zelf lijdt hij ernstig gezichtsver lies. Want natuurlijk was het nieuws al uitgelekt dat een groot Amerikaans bedrijf - 'Dow Jones of zoiets' - naar Terneuzen zou komen. Nu moet hij al die mensen bij wie hoge verwachtin gen zijn gewekt, gaan uitleggen dat het niet doorgaat. De streek is er zo aan toe. Sinds de massale uitstroom uit de landbouw in de jaren vijftig op gang kwam, is daar veel te weinig andere werkgelegen heid voor in de plaats gekomen. Phi lips en de Meterfabriek kunnen niet verhinderen dat de stroom pendelaars richting West-Brabant en Rotterdam nog wekelijks aangroeit. Nu pendelen ze nog, straks verhuizen ze. En waar om zouden jongeren nog in Zeeuws-Vlaanderen blijven? Vergrij zing slaat toe. Nu de injectie door Dow achterwege blijft, komt een doemscenario uit. Zodra hij de kans krijgt, in 1964, is een zwaar teleurgestelde Rijpstra ver trokken, naar Friesland. Een jaar la ter trekt het Rijk zijn handen af van de 'ontwikkelingskern' Terneuzen. Overheidssubsidies voor economische ontwikkeling in Zeeland gaan voor taan naar het Sloegebied, wel boom ing. De Nieuw-Neuzenpolder blijft boerengrond. Ondernemende Terneu- zenaars die dachten zich op te kunnen trekken aan de komst van Dow, lik ken hun wonden, door persoonlijke ambities gaat een kruis. Voorbeelden te over. In de directiekeet van een aannemer die werkt aan de kanaalverbreding, moet ook de jonge ingenieur John Bra- venboer drie keer slikken als hij het nieuws hoort. Hij ziet de dromen van een eigen bureau in Terneuzen in rook opgaan. Bravenboer besluit dan maar zijn werkgever te volgen. Later zal hij in Werkendam alsnog een eigen be drijf beginnen en furore maken als sponsor van de plaatselijke trots, Ko zakken Boys. Zoiets zouden ze bij de w Hoek ook wel willen, maar de eni ge die ze wel eens wat toeschuift, is de dorpsbakker. Hoger dan de derde klas reikt het vlaggenschip van de club nooit. De gebroeders Bram en Rinus Stof fels, glazenwassers in Terneuzen had den het meteen met hun vader bespro ken: Dien Douw, daar zit een hoop Slikken van de Paulinapolder. foto Peter Nicolai werk aan vast. Ze zien zichzelf al als niet-meewerkende directeuren van een heus schoonmaakbedrijf met wel honderd man personeel. Niet zeuren, maar poetsen... Inderdaad, dat doen ze, bijna tot hun pensioen. Nu Dow niet komt, is er te weinig klandizie voor de gedroomde uitbreiding. Bedenkend hoeveel er op en om zo'n groot chemisch bedrijf te verslepen valt, hebben ook andere Terneuzense broers, de vervoerders Tollenaar, hoge verwachtingen van Dow. Helaas. Als het niet doorgaat en ook andere nieu we bedrijvigheid uitblijft, specialise ren ze zich in arren moede maar in het bietenvervoer. Ook buiten de campag ne vervoex-en ze vooral agrarische pro ducten. Ze komen nogal eens in de Nieuw-Neuzenpolder! Maar een vet pot is het niet. Als het Rijk eind jaren tachtig met een bedrijfsbeëindigings regeling komt voor kleine transpor teurs, happen ze gretig toe. In de stad Terneuzen zit weinig groei. Van 16.000 inwoners in 1960 naar 17.000 twintig jaar later en 18.000 nu. De jongste generatie raadsleden grin nikt wel eens om de megalomane ge dachtespinsels van voorgangers die lang geleden repten van een 'sprong over de kreek'. In werkelijkheid is de stad nog niet eens tegen de Otheense Kreek aangebouwd. Ach, zo ging het in die tijd. Luchtkastelen bouwen, dat deden ze. Er zijn wel nieuwe wijken natuurlijk, maar verder dan Driewegen reiken ze niet. Op de Scheldedijk prijken vijf flats, speciaal voor pensionada's uit de streek; veel gestopte boeren zitten erin. Wie er lang genoeg woont, kan de passerende schepen van en naar Antwerpen goed thuisbrengen. 'Kijk, daar gaat er weer een voor d'n Douw'. Een bescheiden nieuw theater heeft Terneuzen in de jaren zeventig ook ge kregen: aan de Westkolkstraat, waar ruimte kwam toen hotel Rotterdam de deuren sloot wegens gebrek aan gas ten. En de frustratie over het armetierige stadhuisje aan de Noordstraat is rond die tijd ook de wereld uit als aan het Schuttershof een nieuw gemeentelijk optrekje verrijst. De gemeente komt goedkoop aan de bouwgrond door een deal met een beginnend makelaar, die de markt voor een nieuw kantoren complex in ziet storten. Dat komt van pas nadat de actiegroep 'Tis voospot, zo'n dier kot' - slim inhakend op de Zeeuwse hang naar zuinigheid - met succes een veel duurder plan voor nieuwbouw aan de Scheldedijk heeft bestreden. In Tilburg stuurt een pas afgestudeer de econoom eind jaren zestig vergeefs sollicitatiebiieven naar Zeeuws-Vlaamse bedrijven. De uit Philippine afkomstige Ron Barbé wil graag terug naar zijn geboortegrond, maar er zijn geen vacatures... Als Dow nou was gekomen. Nou ja, dan maar die baan bij het ministerie van binnen landse zaken. Dat is trouwens een plek die zijn drang om iets te beteke nen in het openbaar bestuur alleen maar aanwakkert. In 1974 wordt Bar bé namens het CDA wethouder in Den Haag. Maar hij blijft dromen van Zeeuws-Vlaandei'en Als er in de jaren tachtig een vacatui'e ontstaat, begroet Hulst de Bourgondi sche eerste burger met open armen. Hij komt thuis. Het wordt een spraak makend burgemeesterschap, gelar deerd met een paar affairetjes die hij lachend te boven komt. Zijn lobby om het Baalhoekkanaal - nieuwe kansen voor Hulst! - weer op de kaart te zet ten, mislukt jammerlijk. Dat hij de Reynaertstad aanprijst als dé woonge- meente van Zeeuws-Vlaanderen vindt wel weerklank. Hulst groeit in ieder geval harder dan Terneuzen. Die ontwikkeling is een belangi'ijke troef bij Barbés belangrijkste missie van zijn loopbaan: De Westerschelde Oevei-verbinding intekenen op het tra ject Kruiningen-Perkpolder. Het inge slapen Terneuzen kan er weinig tegen in brengen. Met hulp van zijn CDA-vrienden in de provincie krijgt Ron Barbé het voor elkaar en het re sultaat is bekend: als we naar de over kant willen, rijden we sinds 2000 bij Perkpolder de brug op en duiken hal verwege de Schelde de tunnel in voor we bij Kruiningen Bevelandse bodem bereiken. Bij zijn recente afscheid van Hulst kreeg Barbé er alle lof voor toege zwaaid, en dat valt te begrijpen. In een tijd waarin Zeeuws-Vlaanderen chronisch aan de achterste mem hangt, is het een verrichting van for maat. En wie weet wat die WOV ons nog opbrengt... (Augustus 2005) Als je ze zelf uit het slik gekrauwd hebt, gaat zo'n kokkelmaaltje er des te beter in. Jammer dat een bericht in de krant de pret een beetje bederft. Het is alsof van die schaduwen van wolkjes over de landerijen strijken. Het artikel gaat over een zorgelijke prognose van Zeeuws- Vlaanderens in wonertal: 92.000 in 2005. 'Drama tisch', roepen bestuurders in koor. En ze pleiten voor nieuwe bedrijvigheid om de daling een halt toe te roepen. Jan Jansen Voor de feiten tussen deze fictie is dankbaar geleund op 'Achter de dij ken' van Paul de Schipper en 'Zeeland 1950-1965' van Jan Zwemer.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 35