Ik ben nooit een echte protestzangeres geweest Turks Fruit klinkt als een chanson 27 Tracy Chapman 64 BanaiP" Noorse lierde szdE5 Musical woensdag 31 augustus 2005 aatst stelde haar pla tenmaatschappij voor om een hiphop plaat te maken. „Hoe kwa men ze op het idee. Hiphop staat zo ver van mij af, daar heb ik werkelijk niets mee. Zo'n plaat zal er dan ook nooit komen." Het is maar goed dat de Ame rikaanse liedjesschrijfster en zangeres Tracy Chapman fi nancieel onafhankelijk is, want daardoor hoeft ze niets te doen wat haar niet aanstaat. Dat ze er nog steeds zo warmpjes bij zit heeft ze te danken aan haar his torische optreden in juni 1988 op het Nelson Mandela's 70th Birthday Tribute Concert in het Londense Wembleystadion. Een zwart meisje dat met alleen haar stem en akoestische gitaar tienduizenden mensen stil kreeg. Chapman had op dat mo- ment net haar eerste album uit en de van die plaat getrokken single Fast Car werd een inter nationale hit. Daarna werd het even stil rond deze voormalige antropologiestudente, maar ne gen jaar later wist'ze met het nummer Give Me One Reason andermaal de hoogste regionen van de hitlijsten te halen. Hoewel Tracy Chapman sinds dien geen miljoenen platen meer heeft weggezet, wordt ze nog al tijd wereldwijd gekoesterd door een schare trouwe fans. Een de zer dagen ligt haar zevende al bum Where You Live in de win kels en om die te promoten geeft ze op donderdagavond 17 no vember een concert in de Hein- eken Music Hall in Amsterdam. De voorverkoop is inmiddels in volle gang. Where You Live maakt duide lijk dat de donkere zangeres in de loop der jaren geen andere muzikale koers is gaan varen. De elf spaarzaam geïnstrumen teerde liedjes zijn van een even geraffineerde simpelheid als die op haar debuut en ook in de tek sten is het eenvoud troef. De he le productie maakt een onthaas- te indruk en dat is geen wonder, want de liedjes zijn Chapmans pennenvruchten van de afgelo pen vijf jaar. „Voor mij is schrij ven nog altijd een magisch pro ces", vertelt de zangeres. „Ik weet nooit hoe lang ik met een liedje bezig ben en ik weet ook nooit van tevoren of het onder werp dat ik in mijn hoofd heb, er wel uit komt. Halverwége gaan de woorden soms een hele andere richting uit dan ik oor spronkelijk in gedachten had." „Ik was al bezig met liedjes schrijven toen ik nog maar een klein kind was", vervolgt Chap man. „Ik liet me niet zozeer in spireren door wat ik op de radio hoorde, maar veel meer door de dichtbundels en boeken die ik las. Want ik was van jongsaf aan een echte boekenwurm. Mijn wortels als liedjesschrijf ster liggen dan ook veel meer in de literatuur dan in de muziek. Voordat ik begon met muziek maken, schreef ik gedichten en korte verhalen. En toen ik nog niet kon schrijven, vertelde ik zelfbedachte verhaaltjes aan mijn ouders en vriendinnetjes. Tracy Chapman Met zingen was ik er trouwens net zo vroeg bij. Ik denk dat ik daar al mee begon op hetzelfde moment dat ik kon praten. Soul, r&b en country, daar ging mijn hart naar uit. Mijn moeder zat vroeger altijd naar een country- show met Buck Owens op de te levisie te kijken. Ik keek vaak met haar mee en in die program ma's zag ik voor het eerst een akoestische gitaar. Ik was daar zo van onder de indruk dat ik mijn moeder vroeg of ik er ook eentje kon krijgen." Antropologie Tracy Chapman groeide op in een arbeidersbuurt in Cleve land, Ohio en ging na de middel bare school naar de universiteit om antropologie te studeren. „Maar ik heb die studie eigen lijk nooit echt serieus geno men", bekent de zangeres. „Ik had inmiddels gitaar leren spe len en schuimde veel liever de clubs en koffiehuizen af om mijn liedjes aan anderen te la ten horen." Sociale bewogenheid De teksten van Chapman heb ben nooit een uitgesproken poli tieke lading meegekregen, maar toch spreekt er een grote sociale bewogenheid uit. „Nee, ik ben nooit een protestzangeres ge weest, maar ik ben ook niet blind voor wat er in de wereld om mij heen gebeurt", aldus Chapman. „De wereld is op dit moment helemaal uit balans door al die terroristische aansla gen en dreigingen. En het erge is dat daar steeds onschuldige bur gers het slachtoffer van worden. Na die aanslagen in Londen maakte ik me echt zorgen of het nog wel vertrouwd was om op reis te gaan. Maar ik weet nu dat ik me toch niet zal laten weerhouden om op het vliegtuig te stappen naar welke plaats in de wereld ook." Ondanks haar gematigde politieke opstelling in haar liedjes dankt Tracy Chapman haar populariteit bij studenten toch voornamelijk aan haar linkse opstelling. „Ja, gek is dat", zegt ze. „Die men sen zien in mij een echte libe raal, hoewel je dat niet direct uit mijn nummers kunt afleiden. Ik zet me niet echt af tegen Ame rika en in zekere zin ben ik er ook nog wel trots op om in dit land geboren te zijn. Maar er zijn veel schaduwkanten aan, zoals op dit moment de oorlog in Irak. En we hebben een erfe nis van slavernij die ik altijd als een zwarte bladzijde in onze ge schiedenis zal zien. Maar Ameri ka heeft mij de kans gegeven me te ontwikkelen tot de artiest die ik nu ben en in dat opzicht vind ik dat ik mijn vaderland niet mag verketteren." „Mijn leven veranderde op slag door het succes van mijn eerste album. Ik was in een keer een welgestelde vrouw. Al heb ik dat heel nuchter over me heen laten komen. Ik ben niet meteen een luxe appartement gaan ko pen en bleef gewoon rondrijden in mijn oude auto. Want ik ben opgegroeid in een arbeidersge zin en ben er altijd van uit ge gaan dat geld en succes je niet automatisch gelukkiger maken. Mijn ouders hebben hun leven lang moeten knokken om het hoofd boven water te houden en daarom zal ik nooit geld over de balk smijten. Het enige voordeel van mijn status is dat ik finan cieel van iedereen onafhanke lijk ben en dat beschouw ik dan wel weer als een verworvenheid. Want ik hoef niets te doen wat me niet aanstaat." Harry de Jong Tracy Chapman speelt op 17 novem ber in de Heineken Music Hall in Am sterdam. ff O'derfjord 'J0^ 10 RusserftTj Inger Marie met haar koffertje, wachtend op de bus naar Talvik. Fo to (gemaakt door W.F. Hermans) is afkomstig uit 'De Noorse liefde van W. F. Hermans', geschreven door Karin Anema. T~|T/,^1T~,"VTT T TT7~ heeft iedere lezer van Nooit meer l~y I V T l"y l\l JL/JLJ J\. slapen een heimelijke liefde voor' Noorwegen. Een plaats als Alta ligt vast in het geheugen. De berg Vuorje, de kloof bij Ravnastua waar Alfred de dode Arne vindt - het zijn onvergetelijke locaties. De strijd van Alfred tegen de mug gen, de slapeloosheid, en het licht waardoor Alfred pas tegen de och tend de vergetelheid vindt. Wie de tocht van Alfred Issendorf al door Lapland heeft meebeleefd, kijkt anders naar foto's van het landschap van Finnmark. In 1961 maakte Willem Frederik Hermans met drie Noren, een reis door het uiterste noorden van Noorwegen. Vijf jaar later had hij zijn ervaringen verwerkt in een roman over een jonge Nederlandse geoloog die met drie voor hem onbekende Noren op weg gaat om zich wetenschappelijk te bewijzen. Vooral tegenover zijn vader. Alf red heeft een nieuwe uitrusting, een nieuw kompas, maar geen goeie laarzen en vooral ontbreken hem de luchtfoto's die voor zijn onderzoek absoluut noodzakelijk zijn. Nu loopt hij in dat godverge ten landschap rond als een blinde. In Nooit meer slapen ziet de jonge wetenschapper in een van zijn reisgenoten, Arne, zijn voorbeeld: hoe hij stil en rustig, met oude spullen zijn weg vindt. Een oud kompas, een tent die zijn beste tijd heeft gehad, een overjarig meetinstrument. Tot er een conflict komt door Alfreds eigenwijsheid over de route en de wegen van Arne en Alfred zich scheiden. Na een dwaaltocht vindt Alfred hem, dood: 'Hij ligt achterover, een been gekromd, het andere gestrekt. Duide- lijk zie ik de gladafgesleten zool van zijn laars, die bovendien is opengescheurd. Zijn achterhoofd ligt tegen een steen. Iets dat op ge le pudding lijkt, besmeurt de steen. Het zit vol vliegen van een soort die ik hier nog niet eerder heb gezien, grote, blauwe. Blauw als de wijzers van een pendule. Zijn mond is op een vreemde manier geslo ten, de slechte tanden van zijn bovenkaak, rusten op zijn onderlip, of hij op het allerlaatste ogenblik nog pijn heeft moeten verbijten. Verder is zijn gezicht precies zo als ik het gezien heb in zijn slaap: onbegrijpelijk oud en moe, gerimpeld als de schoró van een eik. Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.' Er moeten veel lezers van Nooit -y 1 f* ~i meer slapen in de noorden zijn ge gaan. Zo ook ging Karin Anema en ze volgde nauwkeurig de route met het boek in de hand, maakte mooie foto's en zocht de mensen op. En vond. Vond de kloof, het meer, de oude vrouw, de huizen en de hutten waar Her mans sliep, zocht contact met degenen die de reisgenoten hadden ge- kend. Hoogtepunt van het boek is de ontmoeting met het meisje, dat Alfred aan het eind van de reis in de bus ontmoette, destijds 15 jaar oud. In werkelijkheid heette ze Inger Marie. Hermans maakte op zijn reis er een paar foto's van. De oude schrijver heeft haar nooit vergeten en, bijna zeventig jaar oud, liet hij een oproep plaatsen in Noorse kranten om haar terug te vinden. En hij vond. Ze schreven brieven zonder elkaar weer te ont moeten. Karin Anema mag bij Inger Marie thuis de brieven van Her mans zien, niet lezen: oud en moe en eenzaam moet Hermans haar in vertrouwen hebben geschreven. Dit is eigenlijk geen boek dat past bij Hermans, die gruwde van dit soort aandacht. Maar wie Nooit meer slapen tot het beste van de Ne derlandse literatuur van de twintigste eeuw rekent, wil ook dit le zen: De Noorse liefde van W.F. Hermans. Je beleeft hoe dan ook de tocht van Hermans, het landschap, de Lappen, de ontmoeting met de jonge vrouw opnieuw en je weet: dit wordt nooit meer slapen. Bijna toch, want het is er al. Lo van Driel Menigeen keek verbaasd op. Turks fruit als musical? Wie at bedacht heeft, moet gek zijn. laar schrijver Dick van den Heuvel allesbehalve gek. „Ik denk dat ik rin geslaagd ben een uitermate ero- ische voorstelling te maken waar de tukken van afvliegen op toneel." >e blaren moeten op zijn vingers taan. Tenminste, dat verwacht je ranneer je kijkt naar de enorme pro- uctie van Dick van den Heuvel. Hij chrijft voor theater, radio, televisie n film. Daarnaast is hij ook op boe- 'engebied actief. „Die blaren vallen euze mee", stelt Van den Heuvel. Ik ben een redelijk ontspannen lens, hanteer een efficiënte weekin- leling. En ik luier weinig. Ik typ me liet gek. Dat kan ook niet, want dat ou ten koste gaan van de kwaliteit u dat wil ik niet. )e lezer of kijker staat hem steeds oor de geest. „Die moet niet het ge- oel krijgen dat je iets afraffelt, fant dan ben je hem kwijt. Binnen lk project moet je altijd rustig blij- 'en. Schrijven is een dagtaak voor lij. Dat levert heel veel producties p. Een kwestie van plannen, helde- e afspraken maken en doelgericht Perken. Maar ook: bevlogen en ge- assioneerd zijn voor je vak." ijn opmerkelijkste klus voor dit sei- oen: het bewerken van de literaire lassieker Turks fruit van Jan Wol- ers tot een musical. Een musical? Die vraag is me vaker gesteld. Ik Dick van den Heuvel: „Het was puur genieten." foto Mieke Geurts/GPD heb altijd begrepen dat er veel poten tie in dat boek zit. Noem het intuïtie. Turks fruit is een van de mooiste lief desverhalen die er bestaan. Een ver haal met grote opera-achtige kanten. Als je de pornografische elementen uit het verhaal weglaat, word je te ruggeworpen op de mystieke kant van het verhaal." Producent Gerard Cornelisse voelde er wel voor. Het probleem was om Jan Wolkers zo ver te krijgen dat Van den Heuvel toestemming kreeg zijn boek onderhanden te nemen. „Dat was het meeste werk; ik heb een heel intensieve brief aan Wol kers geschreven. Hij noemde het een mooie brief en mij of een oplichter of een echt goed schrijver. Ik mocht langskomen op Texel." Appeltaartje Wekenlang trok hij elke woensdag naar het Waddeneiland om met Wol kers en zijn vrouw Karina over het boek en zijn musicalscript te praten. „Werk? Nee, dat was puur genieten", zegt Van den Heuvel. „Ik nam een ap peltaartje mee, las mijn script voor, kreeg daarop reacties van Jan en Ka rina en vervolgens ging ik herschrij ven. Vier maanden heeft dat ge duurd en die voelden als een vakan tie." Zijn brood verdienen als schrij ver is altijd zijn wens geweest. „Na de filmacademie hoopte ik dat ik ooit eens een avondvullend toneel stuk zou schrijven. Dat zijn er inmid dels twintig geworden. Ik zie mezelf niet als een groot talent, wel als ie mand die het maximale haalt uit dat niet al te grote talent. Zo lang je er maar tijd aan besteedt, lukt dat ook." Van den Heuvel was na zijn studie acht jaar werkzaam als pro ductieleider in de Nederlandse film industrie. In 1986 hakte hij de knoop door: „Ik moest er mee kappen. Ik had meegewerkt aan het script voor de film Hersenschimmen. Dat was iets dat ik altijd al wilde: schrijven. Het heeft acht jaar geduurd voordat ik ervan kon leven. Dat is nog rede- lijk snel, hoor. Het is een intensief be staan. Ik begrijp niet dat iemand naast een tandartspraktijk ook nog een boek kan schrijven. Dat kan twee dingen betekenen: of cÜe per soon is geen goede tandarts of het boek is slecht." Wat hem aansprak in Turks fruit is dat het verhaal in de ik-vorm wordt verteld. „De verfilming van Paul Ver hoeven uit 1973 is prachtig, hoor. Maar film gaat om dialoog, ze is niet het medium om namens personages te praten. In het boek zit een harten kreet: de man wordt gek van de vrouw. Hij kan niets dben zonder aan haar te denken. Dat verhaal klinkt voor mij als een chanson." Laatste zetje Het laatste zetje dat Van den Heuvel nodig had, was het voorlezen van het boek aan zijn destijds zieke dochter. „Ze was pas zestien. Ik heb het boek voorgelezen met alle pornografie er in. Maar door zo weinig mogelijk sek sueel getint voor te lezen, ontdeed ik het boek van de pornografische kant. Dan blijft de kern van het boek over: een meesterlijk liefdesver haal." Dat kernverhaal wil hij in de musi cal-versie overeind houden. „Ik denk dat ik er desondanks in geslaagd ben een uitermate erotische voorstelling te maken waar de stukken van afvlie gen op toneel. Het is een bliksemgei- le musical geworden. Dat wilde ik ook; ik vind dat dat moet kunnen. Ik ben niet uit op platte seks. De vorm van seks waar Jan Wolkers over schrijft, resulteert in inspiratie, elan en bevlogenheid. Dat is zo geil dat het weer kunst wordt. Maar soms ben wel ik eens angstig. Want het he le proces kan zo vreselijk misluk ken." Het boek, zo benadrukt Van den Heu vel, blijft altijd beter. „Dat is ge woon zo. Maar ik vrees dat het boek van Wolkers niet zo goed gelezen is. De meeste mensen kennen alleen de film. Eigenlijk is er sprake van een complot van Jan Wolkers en mij: we willen de essentie van het boek nog een keer laten zien. Ik hoop dat men sen die de musical hebben gezien, de volgende stap zetten en het boek gaan lezen. Anders blijft het in de kast staan zonder dat er iets mee ge beurt. Er bestaan maar weinig goede verhalen.. En die verhalen moeten steeds opnieuw verteld worden. Dus moet je zoveel mogelijk ploegen en eggen om te voorkomen dat ze verge ten worden." Martin Hermens De musical Turks fruit gaat op 20 novem ber dit jaar in Tilburg in première en is daarna in meer dan vijftig theaters in het land te zien. De musical wordt op 7 en 8 de cember in Theater De Mythe in Goes opge voerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 27