>zc
Eindelijk weer een nieuwe inlaag
De torenvalk houdt de klauwen naar voren gericht
weerwoord
namen
Natte natuur
langs weg
naar de tunnel
[gevaarlijk
fzand
Is het schoon
met Sint-Giel,
't zal 't zijn tot
Sint-Michiel
(Sin.t-Aegid.ius is op 1
september, Sint-Michaël
op 29 september)
(Van cLi <MZuL
Meneer Van der Weele
had zich al weken lo
pen ergeren, opwinden,
kwaad maken. Hij irriteer
de zich voortdurend. Aan
alles eigenlijk, zei zijn
vrouw. Het welde en kolk
te.
Vandaag zou hij het alle
maal opschrijven. Vanmor
gen vroeg, toen hij de krant
uit had, had hij pen en pa
pier klaargelegd. Het was
echter de hele dag niet ge
lukt. Geen regel. Maar nu
de avond viel, ging het be
ter. Met de oude schrijfma
chine.
Da's Van der Weele nog
maar. Maar wat te denken
van de anderen: Van Wee
le? Kent u die? Nee? Van
der Wiele dan, ook een be
kende variant. Of dezelfde
namen zonder de Zeeuwse
-e erachter? Van der Weel,
Van Weel? Zo'n tachtig
Van Weeles zijn er in Neder
land. Families wel te ver
staan. Vooral in Mid
den-Zeeland, in het bijzon
der de Bevelanden. Even zo
veel Van der Weeles.
Een weel is een plas die bij
een dijkdoorbraak is ont
staan. Een kolk, een poel
soms. Het woord weel of
wiel komt in de hele kust
streek voor, in Zeeland en
Vlaanderen is 't een weele.
Zo was het al in de Middel
eeuwen.
Het is hetzelfde woord als
waal. Het komt vaak in
plaatsnamen voor. Van
Wieldrecht tot Klaaswaal,
om zo te zeggen. Ook in
straatnamen: van de Krom
me Weele tot de Lange Wee
le.
De naam Dijkwel laat de
oude betekenis nog mooi
Tja, Meneer Van der Weele
schreef. Als een dijkdoor
braak, een stortvloed. Toen
het al donker was had hij
zijn brief klaar. Hij was er
heel tevreden over. Nu
moest hij hem onmiddellijk
naar de brievenbus bren
gen. Voordat hij spijt
kreeg. In de haast vergat
hij er een afzender op te zet
ten. Ook aan een postzegel
dacht hij niet.
Lo van Driel
dactie bijlagen: 0113-315680
wv.pzc.nl
mail:redactie@pzc.nl
istbus 314460 AA Goes
Ivertentie-exploitatie:
jord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
euws-Vlaanderen: 0114-372770;
tionaal: 020-4562500.
nsdag 30 augustus 2005
I m
Inlagen ontstonden vroe
ger op plaatsen waar ge
vaar bestond voor dijkval-
len en daardoor het wegzak
ken van de zeewering in het
water. Achter de eerste wa
terkering werd een inlaag-
dijk gelegd. Uit het gebied
tussen de dijken - de inlaag
- werd klei gehaald voor de
zeedijk. Er ontstond een
laag, pias-dras gebied. De
laatste inlagen werden eind
jaren zeventig van de vorige
eeuw aangelegd, bij de dijk
versterkingen langs de Oos-
terschelde. Met de Inlaag
2005 krijgt Zeeland er na 25
jaar weer een nieuwe bij.
bergt. Kluten, bonte strandlo-
pers, kieviten en een tureluur
scharrelen onbekommerd rond.
Het wordt een heel bijzondere
inlaag, zegt Wink. Met een zout,
brak en zoet gedeelte en de daar
bij behorende planten en dieren.
Dus zoutminnende planten als
zeekraal en zeeaster, minder zil
tige planten als rode ogentroost
en aardbeiklaver en in de zoete
zone kamgras en kattedoorn.
Het bloemrijke grasland zal ge
knipt zijn voor weidevogels, op
de kale grond kunnen steltlo
pers als kluut en visdief broe
den. „Ik denk dat er heel wat vo
gels gaan broeden, mede door
de flinke oppervlakte", merkt
Wink op. Naast broedgebied is
het ook een geschikte hoogwa-
tervluchtplaats en rustgebied
tijdens de vogeltrek.
De inrichting van het natuurge
bied hoort in feite nog bij de
aanleg van de Westerscheldetun-
nel. De driehoek tussen zeedijk
en tunnelweg is bedoeld als com
pensatie voor verloren natuur.
Onzichtbaar
Een laag klei van ongeveer een
meter dikte is in 2000-2002 afge
graven en gebruikt voor de ge
luidswal (in feite de inlaagdijk)
langs de tunnelweg. Die maakt
het gebied trouwens vanaf de
weg onzichtbaar. Bij dat afgra
ven doken tot enthousiasme van
archeologen bewoningssporen
uit de Romeinse tijd op.
Er is uitgebreid archeologisch
onderzoek uitgevoerd. Tussen
de resten van Middeleeuwse
moernering zijn negen hiiisplat-
tegronden gevonden. De onder
komens waren deels opgebouwd
uit dennen-stammen van toen al
3500 jaar oud. De resten blijven
ter plekke bewaard en bij de in
richting van de inlaag wordt
met de sporen van dit verre ver
leden rekening gehouden. „We
willen die archeologische vond
sten straks toch wel enigszins in
beeld brengen, al weten we nog
niet precies hoe", vertelt Wink.
„Natuur en cultuur zijn hier
mooi verweven."
De Inlaag 2005 moet er onge
veer net zo uit gaan zien als de
Inlaag 1887 vlakbij Ellewouts-
dijk. Een laaggelegen, open ge
bied met zout-brak oppervlakte
water en natte graslanden. Er
wordt een karreveld-achtige in
richting nagestreefd: langgerek
te plassen met stukken grond er
tussen. Twee kwelbuizen moe
ten voor een goede waterkwali
teit zorgen. Het gebied krijgt
een eigen waterhuishouding, zo
dat er - anders dan in cultuur
land - een natuurlijke situatie
ontstaat: nat in de winter, dro
ger in de zomer. Wink schat dat
's winters ongeveer 60 procent
onder water staat.
De grond is nu nog eigendom
foto's Dirk-Jan Gjeltema
van het Rijk en wordt overgedra
gen aan Natuurmonumenten.
De NV Westerscheldetunnel be
taalt de inrichting. Een strook
grasland langs de zeedijk is ei
gendom van waterschap Zeeuw
se Eilanden.
Wink hoopt dat die ook over
komt. „Dan kan het als één ge
heel beheerd worden. De gras
landen willen we ophogen met
grond die bij het afgraven vrij
komt. Dat geeft ook nog een
extra versteviging van de teen
van de dijk, goed voor de veilig
heid. Die komt trouwens door
de aanleg van de inlaag abso
luut niet in het geding."
Schoonheidsfoutjes
Bij het afgraven van de kleilaag
is er vrij lukraak gegraven.
Wink: „We moeten dus wat
schoonheidsfoutjes herstellen,
zodat het beter ingericht wordt
en het beheer makkelijker
wordt. Het is niet de bedoeling
dat er volop verruiging op
treedt. We willen het gebied
door schapen laten begrazen.
Die moeten wel overal kunnen
komen in de zomer; anders slaat
toch verruiging toe."
In het gebied liggen nog een
paar onverharde wegen en een
geasfalteerde weg. Die worden
opgeruimd. Asfalt past niet in
een inlaag. De onderhoudsweg
onderlangs de zeedijk blijft lig
gen.
Als het aan Natuurmonumenten
ligt wordt die wel afgesloten
voor autoverkeer. Fietsers en
voetgangers kunnen er gebruik
van maken. Dat zal enige versto
ring veroorzaken, maar Wink
verwacht geen grote problemen.
„De mensen moeten er wel van
kunnen genieten. Natuur is er
niet alleen voor de boswachters.
Er komen ook een vogelkijker
en informatiebord te staan."
Rinus Antonisse
Het is nog echt een rommel
tje, een bouwput. René
Wink van de Vereniging Natuur
monumenten klinkt licht veront
schuldigend. Hij legt uit dat ko
mende maanden flink wat werk
verzet moet worden voordat het
30 hectare grote gebied tussen
zeedijk en de geluidswal langs
de weg naar de Westerschelde
tunnel is omgevormd tot een
nieuwe inlaag. Voorlopig Inlaag
2005 gedoopt.
Wink heeft er alle vertrouwen
in dat in het verlengde van de
bestaande Inlaag 1887 westelijk
van Ellewoutsdijk, een schitte
rend natuurgebied tot stand
komt. De vogels kunnen er in
elk geval niet op wachten. Die
hebben al bezit genomen van
het gebied, dat niet alleen de na
tuur gaat dienen, maar in de
grond ook resten van een agrari
sche nederzetting uit de eerste
en tweede eeuw na Christus her-
De nieuwe inlaag naast de toegangsweg naar de tunnel aan de Bevelandse kant.
^POLDE^PEIL
Natuurtekenaar Adri Kar
man woont in Colijnsplaat,
op Noord-Beveland. Voor
Buitengebied trekt hij er
elke week op uit. In deze
rubriek vertelt hij in woord
en beeld over de natuur in
de polder.
Sommige mensen lijken op
de een of andere onverklaar
bare manier steeds in aanra
king te komen met hulpbehoe
vende dieren. Zo ook onze bu
ren.
Vorig voorjaar, de tweede zoon
van de familie was vanuit
school in Goes op de fiets op
weg naar huis. Onderweg hoor
de hij plotseling een doffe klap!
Opkijkend naar waar het geluid
vandaan kwam zag hij aan de
voet van een boom een roofvo
gel liggen. Het dier was niet
dood, alleen maar versuft lag
het daar. Een telefoontje naar
huis en het beest werd met de
auto opgehaald. Het bleek een
vrouwtjessperwer te zijn die ver
moedelijk in haar onstuimige
jacht (sperwers zijn roofvogels
die meestal met een snelle veras-
singsaanval toeslaan) de boom
niet meer had kunnen ontwij
ken en er tegenop knalde.
Thuis werd het dier in een kooi
geplaatst en na de begrijpelijke
belangstelling van ieder die het
maar zien of horen wilde met
rust gelaten.
Langzaam kwam de vogel weer
een beetje bij, ze was zo op het
oog niet gewond. De volgende
dag leek de vogel weer redelijk
in orde en zat ze bovenop de
hoogste stok in de kooi. De kooi
werd buiten gehangen en de
deur opengezet. Binnen
een halfuur had de vogel het
vrije luchtruim gekozen. Gered!
Wie zal zeggen of dat ook zo ge
weest was als het dier op de
plaats van ongeluk was blijven
liggen? Kwetsbaar als ze was,
zou het niet onmogelijk geweest
zijn dat ze het slachtoffer was
geworden van een rondstruinen
de kat of erger nog, kraaien
die alert zijn op dergelijke
slachtoffers en er zich meestal
in groepjes tegoed aandoen. Ten
dode opgeschreven als de zware
snavels de ogen uitpikken waar
door het slachtoffer totaal weer
loos wordt.
Enkele weken geleden, de bel
gaat. 'Of ik even tijd heb, we
hebben een roofvogel langs de
weg gevonden'. Deze keer blijkt
het een torenvalk te zijn. De
druppeltekening op de rug en
de grijzige kop verraden dat het
een mannetje is. Het dier wordt
in een ruime kooi geplaatst en
bij het observeren lijkt het alsof
de linkervleugel niet goed zit.
Gebroken? In elk geval blijft de
vogel op de bodem van de kooi
en kijkt ons angstig aan. Het
lijkt alsof hij zich zoveel moge
lijk tegen de achterwand aan
wil drukken en houdt daarbij
de klauwen met de scherpe na
gels naar voren gericht. Een ty
pische houding die jonge roofvo
gels aannemen wanneer ze zich,
nog niet vliegvlug, in het nest
bedreigd voelen.
Ik herinner me nog zo'n situatie
bij het controleren van een nest
kast enkele jaren geleden. Vier,
illustratie Adri Karman
nog bijna witte donsjongen
drukten zich tegen de achter
wand van de nestkast. Schijn
baar verdedigen ze zich niet
met de scherpe haaksnavel
maar bijna achteroverliggend
staken ze zonder uitzondering
de klauwen dreigend naar
voren. In de buurt vloog
gealarmeerd een van de ouders
rond.
De gevangen torenvalk met rust
laten leek ons verreweg het bes
te. Dat bleek ook zo te zijn. Eni
ge tijd later had het dier kans
gezien om op een van de zitstok-
ken te komen. Nu was ook dui
delijk te zien dat de
linkervleugel inderdaad niet
goed zat. Voor het overige leek
de schade mee te vallen.
Het dier werd van water en on
gezouten vlees voorzien. Door
de honger gedreven ging hij er
inderdaad van eten. Overigens
best verwonderlijk want in de
natuur is de torenvalk in tegen
stelling tot bijvoorbeeld de
buizerd en de kiekendief geen
aaseter. Zijn prooi bestaat
hoofdzakelijk uit zelf geslagen
muizen die hij al 'biddend' bo
ven het open veld belaagt.
Enkele dagen later... Wantrou
wig maar met een zekere trots
en waardigheid kijkt de vogel
ons vanuit zijn gevangenis aan.
Uiteindelijk hebben we de die
renambulance gebeld die de vo
gel naar vogelopvang De Mikke
heeft gebracht.
Bij latere navraag bleek de vleu
gel niet gebroken maar had het
dier een abces in een gewricht.
Nadat antibiotica werden toege
diend gaat het inmiddels alweer
beter. De vogel was geringd en
na melding bij het ringstation in
Wageningen ontvingen we be
richt dat het dier precies een
jaar geleden in Philippine was
geringd.
Een verre reis had de vogel dus
niet gemaakt. Wij hebben de ge
legenheid gehad de roofvogel
van heel dichtbij in levende lij
ve te observeren. We herkennen
trekken die de mens ook niet
vreemd zijn. Angst, eet- en
drinklust maar ook trots en
waardigheid. Zo'n dier krijgt
iets menselijks en wordt
echt een individu als je het van
zo dichtbij meemaakt.
Adri Karman