IZC
te koop
Tegenwoordig zijn er meer schrijvers dan lezers
25
EIGENLIJK
De Orpheuselijke Jacob
Kristien
Hemmerechts
woensdag 24 augustus 2005
Chaplin in
de Kunsthal
n den beginne was Char
lie Chaplin eigenlijk ge
woon een rotkereltje, eer
der antipathiek en gemeen,
geniepig. Pas met The Kid uit
1921 - Chaplin heeft er dan
al een succesvolle filmcar
rière van zeven jaar op zitten
- ontstaat het personage, zo
als iedereen hem zich herin
nert: de melancholieke vage
bond, eenzaam en humaan.
Het is één van de ontdekkin
gen op de tentoonstelling
Charlie Chaplin die nu in Pa
rijs te zien is en op 1 oktober
opent in De Kunsthal in
terdam.
In musea wordt niet zo vaak
hardop gelachen, maar op een
expositie over leven en werk
van Charlie Chapün is het onver
mijdelijk. Probeer maar eens
met droge ogen te kijken naar
de boksscène uit City Lights
(1928-1931), waarin Chaplin op
een gegeven moment per onge
luk het touw van de bel om zijn
nek krijgt.
Begin en eind van de rondes vól
gen elkaar steeds sneller op, om
dat iedere keer dat Chaplin
wordt neergeslagen de bel gaat
om opnieuw te weerklinken als
Chaplin op zijn krukje in de
hoek van de ring wil gaan zit
ten.
Charlie Chaplin is dan al de
Chaplin, zoals hij onsterfelijk
zou worden. Maar met name in
de eerste films van zijn lange
carrière, en dan vooral die wel
ke in de beroemde Keystone Stu
dio werden gedraaid, is hij niet
altijd even ontroerend en aan
doenlijk, maar eerder schalks en
soms ronduit geniepig.
In één van die films, His Prehis
torie Past, heeft hij er geen enke
le moeite mee een rivaal in de
liefde met een ferme schop in
een ravijn te laten verdwijnen.
In andere films uit die periode
verleidt hij de vrouw van zijn
buurman, besteelt hij zonder
blikken of blozen zijn vrienden
en een trap onder iemands ach
terwerk keert meerdere malen
terug als zijnde 'leuk'.
His Prehistorie Past is op de ex
positie Charlie Chapün niet als
film aanwezig, maar wel als sto-
ryboard in de vorm van foto's
die samen met de daaronder
met de hand geschreven com
mentaren het verhaal vertellen.
Het is de eerste keer dat dit en
andere storyboards uit het zoge
heten 'Keystone album' voor het
publiek toegankelijk zijn.
Dankzij de actieve medewer
king van de erven Chaplin kent
de tentoonstelling meerdere van
dergelijke primeurs. Daaronder
enkele van de meer dan 120
knipselalbums die Chaplin
nauwkeurig liet bijhouden door
zijn pr-bureau, dat alle publica
ties over hem in bladen en kran
ten over de hele wereld moest
verzamelen.
Een andere trouvaille is een la
ter uit City Lights geknipte scè
ne van ongeveer acht minuten,
waarin Charlie Chaplin met zijn
wandelstok probeert een stukje
hout door een rooster te duwen.
In die paar minuten zet Chapün
zijn hele scala aan komische ta
lenten in, waarmee hij niet al
leen de kijker de lachstuipen be
zorgt, maar ook een hele menig
te die uiteindelijk te hoop loopt
voor het spektakel - want dat
wordt het - met het stukje hout.
Een ander unicum is een stukje
film van Chaplins broer Sydney,
die tijdens het draaien van The
Great Dictator (1940) een 'ma-
king-ofin kleur maakte.
Honoraria
Charles Spencer Chaplin werd
op 16 april 1889 in Londen gebo
ren. In 1914 kwam hij met het
gezelschap van de music-hall
van Fred Karno in de Verenigde
Staten terecht, waar hij werd
ontdekt door Mark Sennet, de
grote baas van Keystone Studio.
Tussen 1914 en 1923 stond hij in
meer dan 70 korte films.
Na zijn eerste film, Making A Li
ving, is hij in zijn tweede, Kid
Auto Race At Venice, al hele
maal uitgedost als de Charlie
Chaplin, zoals hij beroemd
werd: met wandelstok, bolhoed
en te grote flapschoenen.
Vanaf The Gold Rush uit 1925
begon Chaplin minder vaak op
het witte doek te verschijnen en
ging hij zich wijden aan langere
films met een steeds duidelijker
sociale inslag, waaronder The
Circus (1928), City Lights
(1931), Modern Times (1936) en
The Great Dictator (1940).
Zijn instant-succes valt af te le
zen aan de honoraria die hij in
de beginjaren ontving. Verdien
de hij bij Karno's music-hall
nog tien pond per week, Keysto
ne Studio betaalde hem in 1914
ineens 150 dollar per week, ge
volgd door Essanay Studio in
1915, die wekelijks 1250 dollar
betaalde.
Mutual Films bood hem het jaar
daarop 10.000 dollar per week
met een bonus van 150.000 dol
lar, waarna First National een
miljoen dollar neertelde voor
het maken van acht films. Arm
was Chaplin nooit, maar zijn so
ciale engagement was er niet
minder oprecht om al zou hem
dat uiteindelijk vex-vreemden
van het Amerikaanse bioscoop
publiek én van de Amerikaanse
politiek.
Tijdens een bootreis naar Enge
land in 1952 ontdekte Chaplin
dat zijn Amerikaanse visum niet
meer zou worden verlengd. De
rest van zijn leven zou hij met
zijn laatste wouw Oona en hun
- uiteindelijk acht - kinderen
doorbrengen in het Zwitserse
Vervey, waar hij op 25 decem
ber 1977 overleed. Op de exposi
tie Charlie Chaplin zijn (kleu-
ren)filmpjes te zien uit het fami
lie-archief.
Talkies
Chaplin heeft na de Tweede We
reldoorlog nog in een viertal
films gestaan, maar hij wist zelf
beter dan wie ook dat zijn enor
me acteertalent onlosmakelijk
verbonden was met het tijdperk
van de stomme film. De 'tal
kies', films waarin wordt gespro
ken, vernietigen de grote schoon
heid van de stilte, zou hij op een
gegeven moment zeggen. En:
„De stilte, dat is een universele
schat, en maar weinigen onder
ons kunnen ervan genieten. Mis
schien omdat hij niet kan wor
den gekocht. Rijke mensen ko
pen lawaai." Charlie Chaplin
biedt naast al zijn vroÜjkheid
The Pilgrim 1922
ook stof tot nadenken, over
Chaplin als de mens Charles
Spencer, als latere regisseur en
producent (Marlon Brando haat
te Chaplins regiemethoden), en
als de figuur Charlie die, nog
zo'n ontdekking op deze tentoon
stelling, vele kunstenaars in an
dere domeinen inspireerde. De
kunstenaars van de Dada-bewe-
ging, die na de Eerste Wereld
oorlog furore maakte, omarm
den Charlie met alle respect.
De Fransman Fernand Léger
schilderde in 1923 drie schitte
rende houten paneeltjes onder
de titel Chariot Cubiste, waarin
Chariot als het Franse equiva
lent van 'kleine Charles', Char-
üe, moet worden gelezen. Uit de
afzonderlijke onderdelen van
die paneeltjes ontstond een jaar
later een fascinerend filmpje:
Ballet Mécanique, en ook dat
ontbreekt niet.
Aly Knol
Expositie: Charlie Chaplin - 1 okt.
t/m 15 jan., Kunsthal Rotterdam.
Openingstijden: di. t/m za. 10-17
uur, zon- en feestdagen: 11-17 uur
Zie ook www.kunsthal.nl.
DE TOPTHRILLER VAN DEZE ZOMER!
AL ÓO.OOO EXEMPLAREN VERKOCHT!
'Vanaf de eerste bladzijde word je meegesleurd door
de gebeurtenissen... De Acht heeft één nadeel: zodra je het
uit hebt. verlang je naar het vervolg.' Nouveau
Keizer Karei V beschikte vanaf 1515 over een 'capilla flamenca',
die uit zangers en componisten uit de Nederlanden bestond.
was het een bron van verwar
ring, het openingsconcert
van het Antwerpse festival
voor meerstemmige muziek op zaterdagavond 20 augustus 2005. On
danks de mateloze regen trekt een pelgrim vanzelfsprekend naar de
Augustinuskerk. Vaste bezoekers herkennen elkaar tijdens het aan
schuiven en zoals altijd is het festivalboek weer een naslagwerk. Ui- j
teraard met de complete programma's, schitterende illustraties, in
formatieve essays en de teksten in het origineel met de vertaling: de
Mariahymnen, motetten, chansons, missen. Bovendien krijgt iedere
bezoeker een cd van de groep die deze week het huisensemble
vormt: de Capilla Flamenca.
Deze Vlaamse Kapel bestaat uit vier zangers onder leiding van
maestro di capilla Dirk Snellings, de bas van het ensemble. Dit j
kwartet wordt af en toe aangevuld met andere zangers, met blaasin
strumenten, strijkers, slagwerk en soms een orgeltje. Zijn naam ont
leent de Capilla Flamenca aan de voormalige hofkapel van Keizer
Karei V. Toen Karei de Lage Landen verliet nam hij zijn beste zan
gers en musici om hem in Spanje te troosten met muziek, met de
meerstemmige lof aan Maria en haar Zoon.
Het ensemble van Snellings, de huidige Capilla Flamenca, gaat
graag buiten de vaste paden. Zo was het op die eerste avond. Aan
de volmaakte muziek moest iets toegevoegd worden: een immense
beeldenprojectie. Uitgangspunt was het drieluik van Jeroen Bosch, i
De tuin der lusten. Schermen, beelden, bewegingen, kleuren, lichtef- I
fecten, en daarbij de zangers en de muzikanten in een halfduister.
Het polyfone paradijs, de Hof van Eden, moraliserend en duivels?
De beelden nestelden zich zo nadrukkelijk op het netvües dat de
muziek het oor nauwelijks kon bereiken en uit het zicht verdween.
Verwarrend. Gelukkig zijn de komende concerten van de Capilla
Flamenca (23 en 26 aug.) geen grensoverschrijdende projecten.
Zondagavond 21 augustus was er veel te genieten met de Engelse
Clerks'-Group. Niet de heftige puls van het Huelgas-ensemble on
der leiding van Paul van Nevel (dat morgen, donderdag, optreedt)
doortrekt de uitvoeringen van dit Engelse ensemble. Een uitgeba
lanceerd geluid hebben de Clerks. Met een uitgekiend programma
van misdelen en motetten en een enkel chanson, van Dunstable, Du-
fay, Ockeghem en anderen zorgden zij voor de context waarin het
werk van de centrale zangmeester, Jacob Obrecht, reliëf kan krij
gen.
De Clercks' Group bestaat uit acht zangers, van wie drie wouwen.
In plaats van de hoge jongensopranen die in de veertiende en vijf
tiende eeuw deze partijen zongen, kiest bijna elk ensemble voor de
uitvoering van deze uiterst gecompliceerde muziek tegenwoordig
voor professionele vrouwensopranen. In deze groep werd de altpar
tij gezongen door een vrouw en een man, wat een schitterend kleur
effect gaf. De zeer zwangere alt gaf wonderbaarlijk en stralend zin
gend over Maria's Kind er nog een extra dimensie aan, de vierde of
de vijfde waarschijnlijk. Onder deze zangers speelde een oude trom
bone, die een sonore diepte aan de stemmen gaf. Zo mooi, zo zacht...
Aan het slot van dit concert werd een merkwaardig lied van
Obrecht gezongen. Daarin roept hij de dood van zijn vader op,
maar tegelijkertijd heeft deze hem, de zoon, de Orpheuselijke Ja
cob, voortgebracht. Dan klinkt het in het betoverende Latijn: zing
dan dit lied lieflijk, goedgunstig koor van zanger, zodat zijn ziel
naar de hemel moge worden gedragen en de palmtak mag ontvan
gen. En onder en door dit alles uit de mond van de tenor enkele zin
nen uit het Requiem: Heer, geef hun eeuwige rust en laat het eeuwi
ge licht voor hen stralen. En toen hadden we het Salve Regina nog
tegoed. Nog sterker: nog tot aanstaande zondag zal het licht van de
meerstemmigheid stralen.
Lo van Driel
Belgische schrijfster Ki'istien Hem
merechts wordt zaterdag 27 augustus
flig. Ter gelegenheid daarvan verschijnt
nieuwe roman, De waargebeurde ge-
bdenis van Victor en Clara Rooze.
joit, echt geen moment", zegt Kristien
terechts, „heb ik het idee gehad dat ik
éaestigde üteratuur omver zou kunnen
■'n. Toen ik begon te schrijven, had ik
Keens het gevoel dat ik schrijver zou wor-
-Jk schreef het verhaal dat mijn debuut
Een zuil van zout. Dat was het dan.
gevestigde litei'atuur bleef voor mij 'to-
^g', reusachtig hoogvei'heven boven
J ik zelf deed. Het kon toch niet dat ik
Smijn 1 meter 63 daar ook maar iets aan
Ehd te voegen?"
«rzelfironie ontsnapt in een lachje. Dan
de schrijfster, docente creatief schrij-
1 wetenschapster Engelse literatuur:
eiverbijstert me soms dat vele jonge roen
tgens en tegen niemand meer opkij-
1 Ze vinden dat ze zelf net zo goed zijn
^'zogenaamde' sterien. O, dat kan ik
^Diementaüteit. Lees de weblogs op het
8tet. Daar zijn mensen aan het woord
tien dat ze de wereld wat te vertellen
>oen. Terwijl het toch geen kwaad zou
t als ze eens wat lazen. Bouw eerst
Kristien Hemmerechts foto Klaas Koppe/GPD
eens een bibliotheekje in je hoofd op, zou ik
ze toe willen roepenHet is allemaal te de
mocratisch geworden."
„Tegelijk voel ik me weer zo oud om dat te
vinden. Laatst iemand tijdens een college
over het moderaisme. Ik leg uit dat de mo
dernisten zich tegen de burgelijkheid van
de negentiende eeuw verzetten. Het realis
me vonden zij daarom ook een burgerlijke
stx-oming in de litei'atuur. Roept een stu
dent: O nee hoor, vind ik helemaal niet. Jon
geren zijn zo assertief, ze bulken van zelfver
trouwen en lef. Dat is ook goed, maar ik
vind zo n opmerking tegelijk ook heel erg
dom."
Literaire weduwe
Kristien Hemmerechts wordt deze maand
vijftig. Ter gelegenheid daarvan verschijnt
op haar verjaax'dag, 27 augustus, een nieu
we roman, De waargebeurde geschiedenis
van Victor en Clara Rooze. In dit eenentwin
tigste boek inmiddels van haar hand, komt
de positie van de schxïjver en de üteratuur
uitgebreid aan de orde. Wie leest er tegen
woordig nog!, i'oept de hoofdpersoon regel
matig uit, een schrijfster die veel overeen-
komsten vertoont met Hemmerechts zelf.
Ix'onisch constateert ze dat er tegenwoordig
meer schrijvei's dan lezers zijn; dat het
schrijven belast zou moeten woi'den en het
lezen gesubsidieei'd.
Toch mag Hemmerechts niet klagen. Ze is
een populair schrijfster. In Nederland de be
kendste Vlaamse vrouwelijke auteur in elk
geval. Haar grote naamsbekendheid kreeg
ze haai's ondanks, na het schokkende overlij
den van haar echtgenoot, de bekende dich
ter Herman De Coninck. Zo werd ze samen
met Conrxie Palmen een beroemde literaire
weduwe. Over De Conincks werk en leven
schreef ze een wonderbaarlijk mooi boek,
Taal zonder mij. Maar daax*voor al had ze ro
mans op haar naam staan die indruk maak
ten door hun scherpe kijk op mensen, onder
meer Wit zand en Zonder grenzen.
Misschien dat juist die scherpe kijk het voor
velen minder leuk maakt in een van die ro
mans terecht te komen. In De waargebeurde
geschiedenis van Victor en Clara Rooze is
het een steeds terugkerende klacht. Van
haar dochter en haar minnaars.
Kristien Hemmerechts: „Het is een conflict
tussen het openbare en het pi-ivé-domein,
waar je voortdurend tussen moet schippe
ren. Maar het kleurt je relaties met anderen,
het schxijvex-schap maakt je eenzamer. Men
sen voelen zich ongemakkelijk in de om
gang met je. Tot in de liefde aan toe. Kan ik
nu geen twee minuten met je praten zonder
bang te zijn dat het ex-gens in een roman van
je terecht komt?"
„Ik kan dat ook goed begrijpen. Het is een
heel onveilig gevoel dat alles wat je zegt of
doet in de intieme sfeer, later ergens anders
op kan duiken. Daax-bij gaat het nog niet
eens om wat je schrijft, maar dat je erover
schrijft. Dat feit is al genoeg."
„En die mensen hebben gelijk. Ik kan er ook
niet tegen als er foto's van mij gemaakt wor
den op momenten dat ik dat niet wil."
In haar romans zijn liefde en seks ook geen
hoogst intieme persoonlijke gebeurtenissen.
Ze schrijft erover op een onromantische, ta
melijk zakelijke wijze. Seks overkomt het
lichaam zoals honger en dorst. En vaak
bÜjft het bij klungelwerk. De twee mannen
in De waargebeurde geschiedenis van Vic
tor en Clara Rooze zijn lief en stoer, maar
ook onbeholpen en monomaan. Ondertus
sen verlangt de hoofdpersoon, die de vijftig
nadert, nog een keer naar een kind.
„Ja", zegt Hemmerechts scherp, „bijna in
de menopauze en dan nog naar een kind ver
langen. Is dat zo onbehoorlijk? Die dingen
liggen nu eenmaal niet zo rationeel. Vrou
wen zijn nu eenmaal hormonaal geprogram
meerd om af en toe naar een kind te verlan
gen. Hier in België wel tenminste."
Tenslotte Antwerpen. De door rechtsextre-
misme en rassenhaat geplaagde havenstad
speelde al een onheilspellende hoofdrol in
haar voorlaatste roman De laatste keer. De
stad komt in deze roman ook weer terug.
Hemmerechts: „Omdat je schrijfster bent,
word je er dikwijls op aangesproken. Men
sen willen dat je wat doet aan de proble
men. Maar ze zadelen je wel op met een ver-
antwooi'delijkheid waar je niets mee aan
kunt. Natuurlijk spreek ik me uit als dat ge
vraagd wordt, maar ik kan de problemen
ook niet oplossen. Wat is echt engagement?
Je moet uiteindelijk doen wat je drijft. Je
geeft als schrijver al zoveel, vind ik. En
waarom zoveel moeite, waarom ga je niet
met je luie krent op' het strand zitten? A
quoi bon? Waax'toe doe je het allemaal? Elk
boek is weer een grote intellectuele en emo
tionele investering, waax*van je elke keer
weer mag hopen dat de message in a bottle
iemand bereikt. Dan is er al veel gewon
nen."
Jan-Hendrik Bakker
Kristien Hemmerechts: De waargebeurde geschie
denis van Victor en Clara Rooze - Uitgeverij Atlas,
€17,90.