Water schenkt leven én dood PZC Cholera in Mali zaterdag 20 augustus 2005 Kinderen krijgen les uit de koran in een hutje langs de weg naar Diboli. Diabougou: in de rij staan voor water; honderd meter verder is de rivier maar die levert vervuild en dus gevaarlijk drinkwater. Langs de rivier de Falémé liggen bootjes klaar om te vissen en om mensen over te zetten naar de andere kant. fotografie Evert-Jan Daniels/GPD Waterpomp in de omgeving van Goundiame Bij Kayes spelen kinderen in de rivier ondanks het gevaar van cholera. Het begin van het regensei zoen markeert normaal ge sproken een periode van vrucht baarheid in het West-Afrikaanse Mali. Maar nu het water vervuild raakt loert cholera. Dorpsbewo ners weten vaak niet hoe ze kun nen voorkomen dat ze ziek wor den. Daarvoor moeten ze hun le vensstijl veranderen en die is hon derden jaren oud. Lichtblauwe walm verlaat het ar metierige onderkomen van Mama Souao, een vrouw die haar leeftijd zelf niet weet. De takken onder de pro visorische stenen oven gloeien. Onder de bloedhete Afrikaanse zon verdrin gen vliegjes zich om een schaaltje vol stukjes vis en geit. Er rolt een traan over de linkerwang van Souao, die op een kleed voor haar hutje zit. Ze ver telt over haar driejarige zoontje Mous- sa. „Hij lachte altijd zo lief." Moussa is dood. Het vrolijke ventje heeft de cholera-epidemie in het West-Afrikaanse Mali niet overleefd, evenmin als tientallen andere kinde ren en volwassenen. De vis die zijn moeder in rivierwater kookte, is het jochie fataal geworden. Spugen, hevi ge diarree en onophoudelijk zweten persten het leven uit zijn lichaam, ver telt zijn moeder terwijl ze aanstalten maakt om het pasgeboren broertje van Moussa de borst te geven. Met de etensresten nog aan haar vingers legt ze aan. Vanuit de hoofdstad Bamako met twee miljoen inwoners is het een hob belige tocht van een dikke zeshonderd kilometer naar Kayes, de grootste plaats van het gelijknamige district in zuidwest Mali. Nergens in de wereld is de gemiddelde temperatuur per jaar hoger dan in deze regio: ver in de der tig graden. De cholera heeft hier diepe wonden geslagen. Het officiële aantal doden staat op 22, het aantal besmet tingen op 162. Maar in een land waar slechts eenderde van de pasgeborenen in de boeken komt, zeggen officiële cij fers niet zoveel. De autoriteiten stellen dat de epide mie sinds augustus onder controle is. „Maar we moeten de ogen open hou den", zegt Sekou Drame, directeur van het gezondheidscentrum in de re gio Kayes, waar ruim anderhalf mil joen mensen leven. „Cholera is een agressieve bacterie, een contactziekte die zich razendsnel verspreidt." Een simpele begroeting, handen schudden, kan al tot infectie leiden. Vliegen ver spreiden de ziekte via het eten. Drame slaakt een zucht. „We hebben de uit braak snel onder controle gekregen, maar als we dorpsbewoners niet snel schoon water bezorgen, staan ze mor gen weer in het rivierwater." Zoektocht Drame spreekt het woordje behoed zaam uit. alsof het een heilige naam betreft. Water is letterlijk van levens belang in Kayes. Wie hier al levend ter wereld komt, is de rest van zijn le ven veroordeeld tot een zoektocht naar vocht. Vandaar dat het begin van het regenseizoen eind juni voor be woners van de tientallen dorpjes zo'n zegen is. Zodra de eerste druppels val len, dansen ze in de stoffige straatjes, die al snel in modderpoelen verande ren. Droge beddingen van rivieren als de Falémé en de Senegal veranderen voor drie maanden in waterstromen, die qua breedte niet onderdoen voor de Rijn en de Waal, terwijl velden en bergen prachtig groen kleuren. Maar het rivierwater in Mali, dertig keer zo groot als Nederland, is niet schoon meer. De zoektocht naar goud heeft veel grond chemisch vervuild. Op straten en in rivieren worden etens resten massaal gedumpt. Mede daar door wemelt het water van de bacteri ën. De paradox is gruwelijk: het begin van het regenseizoen markeert niet langer een periode van vruchtbaar heid en kans op overleving, maar de jaarlijkse terugkeer van het chole- ra-spook, dat onverwacht bij elk le men hutje kan aankloppen. In het district Kayes beschikken ruim 530.000 bewoners van 242 dorpen niet over putten of waterbronnen met schoon water. Eenzelfde groep boeren families heeft wel een waterput, maar moet een paar kilometer lopen om ver volgens twee uur in de rij te staan voor tien liter water. Dus lonkt het ri vierwater, vertelt de vijftienjarige Ha- wa. Ze wacht samen met tientallen an deren bij het dorpje Diabougou in de brandende zon in een lange, kleurige rij voor de waterpomp. „Schoon wa ter is amper te krijgen, terwijl de ri vier voor onze hut stroomt. Ik ken veel families die zich wel in de rivier wassen. Maar ik wil mijn broertjes en zusjes niet verhezen." In veel families heeft cholera gaten ge slagen, Mali. waar zeker negentig pro cent van de bevolking moslim is en waar prachtige moskeeën staan, is straatarm. Vooral de regio Kayes heeft het zwaar. Van alle kinderen haalt liefst twaalf procent het eerste levensjaar niet. Eén op de vijf kinde ren sterft voor zijn of haar vijfde ver jaardag. Wie wel overleeft, levert een constante strijd tegen ziekte en infec ties als malaria, cholera en aids. Een derde van de kinderen is ondervoed en er zijn an3|>er scholen. Het is dus niet zo vreemd dat Unicef het zuidwesten van Mali enkele jaren terug heeft uitgeroepen tot noodge- bied, vertelt dokter Ibrahima Sanogo, een wat gezette, olijke man die na mens het kinderfonds van de Verenig de Naties in Kayes werkt. „Toen we in 2004 begonnen, kreeg nog niet de helft van de kinderen vaccinaties. Daardoor zijn er onnodig veel gestor ven", vertelt hij in zijn kantoor in de stoffige stad, waar een ventilator nog enige verkoeling brengt. In anderhalf jaar is veel verbeterd: zwangere vrouwen kunnen gratis voor een consult in het ziekenhuis terecht. Ze krijgen muskietennetten zodat ze tijdens de zwangerschap geen malaria oplopen. Vanaf de geboorte krijgen de meeste kinderen inmiddels inentingen en met geld van Unicef zijn enkele scholen gebouwd. Ook worden tiental len leraren opgeleid. De ziekenhuizen zien er beter uit; hoewel, het blijft wennen dat er overal vliegen zijn, zelfs in operatiekamers, en dat pas be vallen vrouwen met hun baby'tje op een matje op de grond liggen. Maar eind juni gooide de cholera bijna alle mooie plannen in de war, zegt Sanogo. „Gelukkig konden we snel medicijnen brengen, kapotte pom pen repareren en de cholera-patiënten afzonderen. Anders was het compleet uit de hand gelopen." Dat kan alsnog. In een groot deel van het zuidwesten van Mali is schoon water schaars. Bo vendien zijn velen gewend om te ko ken met rivierwater en zich daar ook mee te wassen. „We geven ze medicij nen. We leren ze over hygiëne, hoe ze veilig voedsel bereiden en dat ze hun handen moeten wassen na het toilet. Maar om cholera te voorkomen, moe ten ze hun honderden jaren oude le vensstijl veranderen." Een tocht langs dorpjes als Diboli, Goundiame en Koniakary maakt dui delijk hoe groot die opgave is. In ri vier de Senegal bij Kayes staat een groepje vrouwen tot kniehoogte in het water, een berg vuile was binnen handbereik. Op een wasbord boenen ze hun kleurige gewaden schoon. Naakte kinderen spartelen om hen heen, zich niet bewust van het gevaar. Verbod Het is vaak onwetendheid, vertelt gou verneur Mamadou Adama Diallo van Kayes. „De mensen denken dat de eer ste regens en het rivierwater geluk brengen, maar dat is niet zo", zegt de machtigste man van het district in zijn enorme kantoor met luxe, witte fauteuils. Vooral kinderen zijn gevoe lig voor cholera, net als wouwen die veel kinderen baren en daardoor zwak zijn, vertelt Diallo, die om de paar minuten op zijn zilveren horloge kijkt. Hij heeft de dorpsbewoners ver boden de rivier in te gaan, maar geeft toe dat het moeilijk is om dat te con troleren. Sommige boeren hebben ak kers aan de overkant liggen. Zij moe ten vervangend voedsel van de over heid krijgen, maar dat is lastig, want lang niet altijd lukt het vrachtwagens om de haast onbegaanbare gebieden te bereiken. Dus moeten de boeren de rivier wel over om te oogsten. Hoe het tij te keren? Allereerst moeten er voldoende waterbronnen en putten komen in de honderden afgelegen dorpjes. Maar kennis is net zo belang rijk, stelt N'Golo Konate, directeur van het instituut in Kayes dat leraren opleidt. In een tweetal leslokalen met oude, houten banken krijgen dorpson derwijzers uit het district les over cho lera en hygiëne. Zodat ze in septem ber als de scholen weer beginnen hun kennis kunnen verspreiden. „De mees te kinderen weten niets van hygiëne. Dat is een groot probleem." In het leslokaal sommen de jonge man nen en wouwen braaf de regels op die in Nederland al lang vanzelfsprekend zijn: Eten beschermen tegen vliegen, toiletten schoon houden, koken met schoon water en schone handen; basis kennis die veel Afrikanen ontberen. Dat gebrek aan kennis nekte ook de zusjes Kadidiatou (3), Aminite (2) en hun vijfjarige broertje Issa uit het dorpje Goundiame ruim honderd kilo meter van Kayes. Zij stierven enkele weken geleden aan cholera. Vader Mountaga draagt daarom nog steeds een zwart gewaad. Op een stapel ste nen staart hij over de velden, in de ver te stroomt de dodelijke rivier de Falémé. „Daar hebben ze uit gedron ken, gewoon omdat ze dat gewend zijn", verklaart hij. Voor zijn acht an dere kinderen blijft de boer op de been, maar bijna is hij gek geworden van drie kinderbegrafenissen op rij. De angst regeert in het 1400 koppen de tellende dorpje. Mountaga snikt. „Schoon water is toch geen luxe?" Rudi Buis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 26