PZC
De masten van de
Roompot zijn geknakt
Gestrand in het zicht
van de thuishaven
23 Olio Feenstra, beeldhouwster
25 Op campagne met Hilbrand Nawijn
26 Mali worstelt met vervuild water
1
X
Duiken naar een
vrachtvaarder
uit Zierikzee
-
factie bijlagen: 0113-315680
jffiletie8fJK.nl
ius31,4460 AA Goes
wertentie-exploitatie:
Sn Midden-Zeeland: 0113-315520;
JLviaanderen: 0114-372770;
SS': 020-4562500.
20 augustus 2005
V
X 'Neeltje
I Jans
De Roompot
Vrouwenpolder
NOORD-
BEVELAND
Oostkapelle
foto's Dirk-Jan Gjeltema
dekconstructies. „Ofschoon het schip
vanaf het tweede dek in elkaar is ge
vallen, ligt er hier voor ons nog steeds
den schat aan informatie. Niet alleen
allerlei aardige details van scheeps-
bouwtechnieken indertijd. Ook voor
wat betreft de uitrusting en lading val
len er nog heel wat waardevolle gege-
gevens te verzamelen." Daarnaast
moet onderzoek naar de jaarringen in
de grotere stukken wrakhout de leef
tijd van het schip aan het licht bren
gen en daarmee voor het eind van dit
jaar een absolute zekerheid geven
over zijn identiteit.
Schoen
De afgelopen vijf weken hebben de le
den van het NISA diverse attributen
opgedoken, waaronder een schoen
van een voor die tijd uitzonderlijke
maat (minimaal 45, schat Vos), een
weerstation, waterkruikjes, wijnfles
sen en een dubbelzijdig spelbord voor
schaken en dammen. De wetenschap
pelijk onderzoekers beperken zich tot
het in kaart brengen en documenteren
van die onderdelen die nu door de
zandbodem worden prijsgegeven. Vos
heeft op dit moment de intentie noch
het budget om letterlijk dieper te
gaan graven in het wrak. „In feite is
dat in deze fase ook niet nodig, wan
neer we zo voldoende gegevens kun
nen verzamelen."
Het liefst zou hij het wrak afdekken
met een speciaal doek om wat er nu
nog van rest te bewaren. Dat fijnma
zig doek beschermt tegen het stuktrek-
ken door vissersnetten. Maar voorna
melijk is het bedoeld om de stroming
minder vat te laten krijgen op het
wrak, waardoor het van lieverlee
weer meer onder het zand bedekt
raakt. Maar ook voor die beschermen
de maatregel ontbreekt het de NISA
aan budget. „Het geld (80.000 euro
voor dit jaar) is op. Misschien dat we
het volgend jaar kunnen afmaken."
Marcel Modde
Helder water, weinig stroming, weinig wind: ideale omstandigheden voor een duik naar de Roompot.
Grote, heldere luchtbellen
wellen op uit het rustige
Noordzeewater. Assistent-ar
cheoloog Peter Leensen duikt ver
der de diepte in, naar de bodem
van de stroomgeul evenwijdig
aan het strand van Vrouwenpol
der. Na bijna 22 meter heeft hij
zijn doel bereikt: het vermeende
wrak van De Roompot.
Onze verslaggever Marcel Modde
dook met de archeoloog mee
naar de zeebodem.
Op een wit bord van plexiglas te
kent Leensen met een watervast
potlood de stukken hout na die uit het
zand steken. Ook maakt hij videobeel
den. Tachtig minuten later terug aan
boord van de Coastal Protector wordt
de schets verder uitgewerkt en vervol
gens in nauwkeuriger belijningen toe
gevoegd aan de overzichtstekening op
schaal aan de muur van de tijdelijke
onderzoeksbasis op Neeltje Jans. Zo
groeien stukje bij beetje de contouren
van de naar schatting 42 meter lange,
houten driemaster en heeft het duik
team van het Nederlands Instituut
voor Scheeps- en onderwater Archeo
logie (NISA) na vijf weken een aardig
beeld gekregen hoe De Roompot er bij
ligt. „In één woord, zorgwek
kend", concludeert projectleider
Arent Vos.
Het NISA is een onderdeel van de
Rijksdienst voor Oudheidkundig Bo
demonderzoek van het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
pen. Het instituut is de afgelopen ja
ren door bezuinigingen en reorganisa
ties sterk afgeslankt en kent daardoor
een beperkte capaciteit. Het operatio
nele kernteam bestaat momenteel
slechts uit vier man. Naast Vos en
Leensen zijn dat de duiktechnici
Frank Koppen en Léon Vroom, tijde
lijk versterkt met stagiair-student ar
cheologie Michiel Hel wig. Negentig
procent van de onderzoeken van het
NISA betreft scheepswrakken. Daar
naast houdt het team zich ook bezig
met onderzoek naar Romeinse brug
gen in de Maas en verdronken neder
zettingen in het IJsselmeer.
Cristina
Sinds De Roompot in augustus 1992
bij toeval door de Belgische duikers
Vic Verlinden en Frank de Bode werd
ontdekt (voordien stond het wrak te
boek als de vissersboot Cristina), is
het verval snel gegaan. Het schip ver
keerde toen het ontdekt werd in uit
zonderlijk goede staat, meldden ze
destijds de autoriteiten, overigens zon
der de precieze positie van het wrak
te willen prijsgeven. De romp was 'be
hoorlijk intact' en de drie masten wa
ren nog aanwezig. Dat gold ook voor
het merendeel van de voorwerpen aan
boord. Verlinden claimde onder meer
de vondst van de 'ziel' van het schip:
de scheepsbel met daarin gegraveerd
'De Roompot Zierikzee-Dordrecht an
no 1844'. Het zou echter nog vier jaar
duren eer de locatie van de gestrande
vrachtvaarder door Dries van Weenen
van de Duikwacht Zeeland formeel
werd geregistreerd. En door de gerin
ge capaciteit en het beperkte budget
duurde het zelfs tot deze zomer voor
dat het NISA toekwam aan archeolo
gisch duikonderzoek. In de tussenlig
gende jaren heeft het wrak zwaar te
lijden gehad.
De linkerhelft van het schip is naar de
buitenkant omgeklapt, de ijzeren mas
ten zijn nog slechts ten dele intact en
liggen verspreid in het zand. Waar
tien jaar terug het achtersteven vol
gens leden van de Zeeuwse Wrakduik-
stichting De Roompot (WDSR) nog
duidelijk herkenbaar was aan een rij
uitstekende koperen pinnen, rest nu
op het eerste gezicht niks meer. Souve
nirsjagers, sleepnetten van vissersbo
ten, de sterke stroming en paalworm
hebben hun verwoestende werk ge
daan, verklaart Vos de teloorgang.
Duiken op het object is toegestaan, an
derzijds is het streng verboden er ook
maar iets als aandenken van mee te
nemen. De praktijk is echter anders.
Vos: „Op dit wrak wordt ontzettend
veel gedoken. Helaas hebben enkelen
onder die honderden sportduikers on
gekende schade aangericht in hun on
geremde verzamelwoede. Dit soort
praktijken valt nog het best te vergelij
ken met mensen die rondlopen in een
mooi natuurgebied en iedere boom die
ze tegenkomen met een kettingzaag
omhalen. Eén grote snokparade! On
der het mom van: wij hebben het ge
zien, jammer voor anderen die na ons
komen."
Wanneer ik begin aan mijn afdaling
langs het ankertouw van de Coastal
Protector, valt direct op dat het zicht
onder water die dag uitzonderlijk
goed is voor de Noordzee. Op sommi
ge momenten zelfs tot zes meter, waar
doorgaans twintig tot zestig centime
ter meer gebruikelijk is. Aan de opper
vlakte is er nagenoeg geen wind en de
duik is gepland rond de kentering van
het tij, zodat kan worden geprofiteerd
van het bijna ontbreken van gtroming.
Kortom, ideale omstandigheden.
Even voorbij vijftien meter diepte doe
men donkere strepen op, die duidelijk
afsteken tegen de lichte, zanderige bo
dem. Het doet een beetje denken aan
een deels bedolven visgraat. Vos
wacht me op bij wat later midscheeps
blijkt te zijn. In het hout en zand zijn
door het NISA-team overal labels aan
gebracht, genummerd 101 tot en met
135. De opeenvolgende nummers zijn
door een fijn, wit touw met elkaar ver
bonden. Net als bij de bekende teken
spelletjes uit puzzelboeken, onstaat zo
voor de onderzoekers enig verband
tussen de balken en planken.
Het hoofd van het archeologisch duik
team loodst me langs wat ooit binnen-
betimmering van De Roompot moet
zijn geweest. Ook toont hij spitsvormi-
ge klossen en haarscherpe sleuven in
dekbalken. Destijds in combinatie
met elkaar gebruikt om het bovendek
waterdicht te maken, opdat de ladin
gen rijst en graan bij slecht weer
droog zouden blijven.
Zo zwemmen we langs het groten
deels uit het zand stekende stuur
boord naar de met koperen platen be
slagen boeg. Het beslag diende als be
scherming tegen aanvreting door de
larve van de paalworm, legt Vos later
uit. Dat wat over is van de boegspriet,
ligt schuin voor het schip. Voorbij dat
punt, uit de betrekkelijke luwte, doet
de weer opkomende stroming zich gel
den. Het is ook aan die kant waar het
wrak uiteen is gevallen in hoofdzake
lijk losse brokstukken. Om krachten
en derhalve lucht te sparen, hoppen
we, door ons vast te houden en af te
zetten, van het ene naar het andere
fragment. Dekknieën en restanten van
de geknakte ijzeren masten, nu het
hol van een enorme kreeft, zijn duide
lijk herkenbaar, evenals rijstbalen,
flessenhalzen en vlechtwerk van rie
ten manden.
Terug op de Coastal Protector toont
Vos zijn map met uiterst gedetailleer
de tekeningen van de aangetroffen
De Roompot: 1844 van stapel, 1853 vergaan
Boer vreesde dat het uit elkaar
zou worden geslagen. Hij gaf be
vel de sloepen te strijken en het
schip te verlaten. In dat geweld
sloeg één boot om, wat het leven
kostte aan 3 van de 22 opvaren
den.
Bij vloed kwam De Roompot
weer los en sloeg op drift. De
wind dreef het schip richting
het Veerse Gat, waar het
's nachts door een loodskotter
voor anker werd gelegd. Hier
zonk de vrachtvaarder lang
zaam weg in zee. In de voormid
dag van 30 juni zagen de toren
wachters op de Lange Jan in
Middelburg nog de masten van
het schip boven de golven uitste
ken. Later die dag was het schip
naar de bodem verdwenen.
De Roompot was een houten
driemaster, gebouwd in op
dracht van de Zierikzeese re
ders Marinus Christianus de
Craene en zijn zoon Wilhelmus
Christianus. De kiel van het
schip werd gelegd op de plaatse
lijk gevestigde werf De Goede
Intentie. Dat gebeurde op 17
juni 1841, één dag voordat de
Nederlandse Handelmaatschap
pij (NHM) een beurslijst invoer
de om het overaanbod aan
vrachtschepen te temperen en
daarmee de vervoersprijzen te
beschermen. Alleen schepen van
voor die datum kwamen nog in
aanmerking om bevracht te wor
den door de NHM. De Craene
wilde met dat 'truukje' de toe
komst van zijn nieuwe aanwinst
zeker stellen, want het duurde
nog drie jaar voordat De Room
pot werd afgebouwd en op 20
juli 1844 van stapel liep.
Het fregat -uitgerust met drie
ijzeren masten, onder de water
lijn beslagen met koperen bepla
ting tegen de aangroei van boor
mosselen en paalworm en een
capaciteit van 719 metrische ton
- deed dienst in het handelspro
gramma van koning-koopman
Willem I. Op 3 maart 1845 ver
trok De Roompot onder bevel
van kapitein Steven van Delden
voor zijn eerste reis naar Indië.
In totaal werden dat er zeven.
In 1849 droeg Van Delden het
commando over aan kapitein
H. de Boer, onder wiens gezag
het schip aan z'n einde kwam.
Dat tragische lot voltrok zich
ironisch genoeg in de stroom
geul voor de Walcherse kust
waarnaar De Roompot was ver
noemd.
De Zierikzeese vrachtvaarder
keerde op 29 juni 1853, na een
reis van meer dan een half jaar,
met een lading rijst uit Birma
terug in Zeeuwse wateren. Rond
twee uur die middag kwam de
vuurtoren van Westkapelle in
zicht. Volgens loodsleerling Cor
nells Dekker was er geen enkel
beletsel om binnen te lopen. Een
half uur later strandde De
Roompot bij de Noorder Rassen
op een zandbank en maakte het
onmiddellijk water. Door de
sterke branding op de plaat,
stampte en slingerde het fregat
zo vervaarlijk, dat kapitein De